Borstbeeld wijlen Prins Hendrik - Ontvoering Duitscher Gutzeit
"6ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad
FEUILLETON.
De Roman van Maxime
11 KT BORSTBEELD VAN WIJKEN PRINS HENDRIK voor het gcdenkteeken te
den Helder, volgens ontwerp van den Amsterdamschen architect Piet Kramer.
De beeldhouwer G. J. v. d. Veen aan den arbeid.
SCHOOL VOOR FILMSTERREN IN HOLLYWOOD. Thans bezoeken ze nog als
beginnelingen de filmschool, maar spoedig hopen ze allen als ster aan het film-
firmament te schitteren.
in Perzischen stijl, strekt zich boven de
deur uit. van het eene torentje tot het
andere. Dit melancholieke verblijf geeft
mij geen aanleiding tot klagen: het past
bij mijn lot. Dadelijk nadat ik Alain, die
een beetje praatziek is. kwijt was, ben ik
het verhaal van dezen belangrijken dag
gaan opschrijven, en onderbrak mijn
werk van tijd tot tijd, om naar het nogal
lieflijke gemurmel van de kleine rivier,
welke onder mijn ramen stroomt, te luis
teren, en naar de kreten van den legen-
darischen uil. die in het naburige bosch
zijn droevige liefde viert.
1 Juli.
Het wordt tijd, dat ik den draad van
mijn persoonlijke en intieme leven pro
beer te ontwarren; hij is een beetje zoek
geraakt, te midden van de verplichtingen
van het. werk, dat mij opgedragen is.
Den dag na mijn aankomst ging ik, na
gedurende enkele uren in mijn eenzaam
heid. de papieren en registers van vader
Hivart, zooals men hier mijn voorganger
noemt, te hebben hestudeerd, op het
kasteel déjeuneeren, waar ik slechts een
klein deel van de gasten van den vorigen
dag terugvond. Mevrouw Laroque, die lang
te Parijs gewoond heeft, voordat de ge
zondheid van haar schoonvader haar
veroordeeld had, om voortdurend buiten
te wonen, bewaart in haar eenzaamheid
nog trouw haar liefde voor de dingen, de
schoone zoowel als de frivole, uit den tijd
van madame de Stael.
Zij scheen bovendien de meeste der
groote steden van Europa bezocht te heb
ben en heeft daarvan overgehouden lit
teraire belangstelling, welke dieper gaat
dan de gewone geleerdheid en liefhebberij
der Parijsche dames. Zij krijgt veel kran
ten en tijdschriften, en legt er zich op toe,
van uit de verte, zooveel mogelijk, de
uitingen van deze verfijnde beschaving te
volgen, waarvan de theaters, de museums
en de pasverschenen boeken, de, min of
meer voorbijgaande, bloemen en vruchten
zijn. Aan het déjeuner kwam het gesprek
op een nieuwe opera en mevrouw Laroque
richtte over dit onderwerp een vraag tot
mijnheer de Bévallan, waarop hij geen
antwoord kon geven, ofschoon hij, als
men hem gelooven moet, volmaakt thuis
is op de boulevard der Italiens. Mevrouw
Laroque nam toen haar toevlucht tot mij,
terwijl zij heelemaal, door haar verstrooi
de houding, liet merken dat zij weinig
hoop had, haar zakenman erg op de hoogte
van die dingen te zullen vinden, maar,
ongelukkig, zijn dit juist de dingen, waar
van ik alleen afweet! Ik had in Italië de
opera gehoord, die men eerst onlangs
voor den eersten keer in Parijs had gege
ven De terughoudendheid in mijn ant
woorden wekte de nieuwsgierigheid van
mevrouw Laroque, die haar best ging doen
mij allerlei vragen te stellen, en die zich
weldra verwaardigde mij haar indrukken
te vertellen, en haar souvenirs en van de
dingen, welke haar op reis geboeid had
den. Om kort te zijn: wij waren onver
moeid, om, als kameraden, de meest be
roemde theaters en musea van het vaste
land door te loopen, en ons gesprek was,
toen men opstond, zóó geanimeerd, dat zij
al pratende, om het gesprek niet te
onderbreken, mijn arm nam, zonder er
bij te denken. In den salon gingen wij onze
sympathieke ontboezemingen voortzetten,
terwijl mevrouw Laroque hoe langer hoe
meer vergat te praten op den toon van
welwillende bescherming, die mij tot nu
toe nogal gehinderd had, wanneer zij
tegen mij sprak.
(Wordt vervolgd).
-r r„n-* m aynfiKi
01FKIEREN EN MANSCHAPPEN VAN HET BEKENDE SCOTS GREYS REGIMENT' zijn te Edinburgh aan het oefenen
voor het groote leger-tournooi. Een sensationeele rit van een cowboy'', die in galop een zakdoek van den grond opraapt.
door OCTAVE FEUTLLET.
Uit het Fransch door H. A. C. Snethlage.
1U>
■Zoo is het nu eenmaal, mijn beste
mevrouw", zei de dokter, die, geloof ik,
"«marets heet, „laten wij er niet meer
daren"Praten" clr'nk wa^' c*at zal u be"
..Niets, niets zal mij bedaren, dokter,
Ween de dood
-No. mevrouw, zooals u wilt!" ant-
"oordde de dokter, onbeschroomd.
Meer in het midden van de tafel werd
indacht der gasten in beslag geno-
door de lichtzinnige, hekelende.
2;v.entle geestdrift van een personage,
mijnheer de Bévallan had hooren
iJ*Ine,n' en die hier de rechten -van eene
wondere intimiteit scheen te genieten.
Jïï 18 een forsche man. van een reeds
JPe jeugd, en wiens kop vrij getrouw
"'nnert aan het type van koning
rans i Men luistert naar hem als naar
n orakel, en juffrouw Laroque zelf heeft
belangstelling en bewondering
A™ nem yy yaari me(, ^et oog op iets
w!?'61-' m°selijk is.
ticK betreft, daar de meeste gees-
bneaen, die ik hoorde toejuichen, plaat-
n«e anecdotes waren en betrekking
w °P dingen uit de streek, kon ik
jj, "u toe slechts onvoldoende de ver
waag, Va" Bretonschen ridder
Jiwoet intusschen lof hebben voor zijn
''ellikheid: na het diner bood hij mij
BE SURREY TENNIS-KAMP1 OEN SCHAPPEN TE LONDEN. De regen
bedierf veel van het spel. Miss Betty Balt valt tijdens haar strijd tegen
miss Marriott.
DE B.B.C. TE LONDEN neemt voor haar
kinderuurtjes geluiden van verschillende
dieren. De zeeleeuw voor de microfoon.
een sigaar aan, en bracht mij in het bou
doir, waar gerookt wordt. Tegelijkertijd
nam hij de honneurs waar, bij drie of
vier jongelui, die nauwelijks volwassen
waren, en die hem blijkbaar aankeken als
een model van goede manieren en fijne
schoonheden. „Wel, Bévallan", zei een van
deze dweepers, „jij doet dus geen afstand
van de zonnepriesteres?"
„Nooit!" antwoordde mijnheer de Béval
lan. „Ik zal tien maanden wachten, tien
jaren als het moet. maar ik zal haar krij
gen, en anders zal niemand haar krijgen".
„Je bent niet ongelukkig, oude dwaas:
't onderwij zeresje zal je wel helpen om
geduld te hebben".
„Moet ik je tong of je ooren afsnijden,
jonge Artheur?" antwoordde^ mijnheer de
Bévallan met gedempte stem, terwijl hij
op den spreker toeliep, en hem met een
vluggen wenk herinnerde aan mijn tegen
woordigheid.
Daarna werden, in een bekoorlijken
warboel, alle paarden en alle honden en
alle dames van de streek ter sprake ge
bracht. Tusschen twee haakjes: het zou
te wenschen zijn. dat de dames eens in
haar leven, in 't geheim, tegenwoordig
konden zijn bij een van de "gesprekken,
die tusschen mannen plaats vinden, in de
openhartigheid dadelijk na een goed
diner: zij zouden er den juisten maatstaf
van de kieschheid onzer zeden en van
het vertrouwen, dat deze haar moet
geven, vinden. Overigens heb ik geen last
van preutschheid, maar het gesprek,
waarvan ik getuige was, had, naar mijn
meening, de ernstige fout, de grenzen van
de meest vrijmoedige aardigheden te over
schrijden: het raakte, in het voorbijgaan,
alles aan, was in alle opzichten beleedi-
gend, en dat op een vroolijken toon, en
had tenslotte het karakter van een zeer
vrijmoedige, algeheele heiligschennis. Ja,
mijn opvoeding, hoe onvolmaakt deze
zonder twijfel was, had in mijn hart een
grond van eerbied gelegd, die mij schijnt
bewaard te moeten blijven, te midden
van de felste en openhartigste uitingen
van geestigheid. Maar wij hebben tegen
woordig in Frankrijk ons jonge Amerika,
dat niet tevreden is, wanneer het niet een
beetje vloekt, als men wat gedronken
heeft; wij hebben beminnelijke kleine
bandieten .de hoop der toekomst, die
vader noch moeder gehad hebben, die
geen vaderland hebben die geen God heb
ben, maar die het product schijnen te zijn
van de een of andere machine, zonder
innerlijk en zonder ziel, die hen toevallig
op dezen aardbol heeft neergezet, om er
de taak van een zeer middelmatige ver
siering te vervullen.
Kort en goedmijnheer de Bévallan, die
er niet bang voor is op te treden als de
cynische leermeester van deze baarde-
looze bosbollen, heeft mij niet kunnen be
hagen. en ik denk, dat ik het hem even
min heb kunnen doen Ik heb een beetje
vermoeidheid voorgewend, en heb af
scheid genomen.
De oude Alain heeft mij, op mijn ver
zoek, gewapend met een lantaarn, door
het park naar de kamers, welke voor mij
bestemd zijn, gebracht. Na enkele minu
ten loopen zijn wij een houten brug over
gegaan, over een riviertje, en bevonden
wij ons voor een zware deur. die den vorm
heeft van een spitsboog, waarboven zich
een klokketoren bevindt, die geflankeerd
wordt door twee torentjes. Dit is de in
gang van het oude kasteel. Honderdjarige
eiken en dennen vormen rondom deze
feodale overblijfselen een mysterieusen
muur, die er het karakter van groote af
zondering aangeeft. In deze ruïne moet ik
wonen. Mijn appartement, dat uit drie
kamers bestaat, welke zeer netjes zijn, en
DE ONTVOERDER van den Duitschen emigrant Gutzeit, H. Kleine Snuve-
rink, voor .de rechtbank teAlmelo. V.l.n.r. de officier van Justitie mr. Wolf-
son, deverdachte, mr. Kileinehammans (rechter) en
mr. Leende-rtsz (president).