PROF. DR. ALB. VERWEY.
76»te Jaargang
WOENSDAG 22 MEI 1935
No. 23056
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN* OMSTREKEN
SCHRIJVER-DICHTER-GELEERDE.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 clsTper regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein - Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn?
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per post f. 2 35 per 3 maanden -f- portokosten.
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.>
Oit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
DiGELEVERDE GELDIGE LIJSTEN VAN
CANDIDATEN.
De Voorzitter van het centraal stem
bureau voor de verkiezing van de leden van
den Raad der gemeente Leiden maakt he
lend, dat van alle hoofdstembureaux de
jiededeellng ls ontvangen, welke geldige
lijsten van candidaten voor de verkiezing
jijn ingeleverd.
Herinnerd wordt, dat binnen vier dagen
|ia heden de gemachtigden der onderteeke
aars van llisten deze tot een groep kunnen
forbinden door een daartoe strekkende
gemeenschappelijke verklaring, schriftelijk
li; het centraal stembureau in te leveren,
'nnulieren voor deze verklaringen zijn
r gemeentesecretarie verkrijgbaar.
Op Dinsdag, 28 Mei a.sdes middags
14 uur. zal het centraal stembureau in
t gemeentehuis een voor de kiezers toe-
-lljke zitting houden, ten einde de
.jsten te nummeren in de volgorde door
•t lot aangewezen.
De Voorzitter voornoemd,
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN.
iden, 22 Mei 1935. 4829
Dr. C. H. DEE t
Inden ouderdom van 73 Jaar is te Den
overleden dr. C. H. Dee. oud-con-
lor van het gymnasium te Gorinchem.
Dee. die 20 April 1862 hier ter stede
ren werd. was gedurende 28 Jaar als
ir aan dat gymnasium verbonden,
an de laatste 6 Jaar als conrector,
ienoot groote plaatselijke bekendheid
schilder van stillevens en groot mu-
'ëfhebber.
teraardebestelling van het stoffelijk
schot zal a.s. Vrijdagmorgen om kwart
twaalf geschieden op de begraafplaats
de Groenesteeg.
leidsche universiteit.
Bij de van 2529 September a.s. te hou-
herdenking van het 300-jarig bestaan
r universiteit te Budapest zal de Leid-
e Universiteit vertegenwoordigd wor-
ndoor prof. dr. F. M. Th. Böhl.
m
Prof. dr. B. D. Eerdmans zal de Leidsche
niversiteit vertegenwoordigen bij het van
29 September a.s. te Rome te houden
rantalisten Congres; terwijl prof. dr. L.
an Itallie haar vertegenwoordigen zal bij
"t van 30 Juli6 Augustus a.s. te Brussel
houden 12e Int. Pharmaceutisch
ngres.
OLtECTE voor HET ZWAKKE KIND.
Zaterdag 25 Mei zal de Leidsche Ver-
"nigin? voor KinderiïerstelHngs-Kolonies
'makende de afdeeling Leiden van het
;entraal Genootschap voor Kinderherstel
en Vacantiekolonies een collecte-
a; houden onder aanbieding van een
Jteesoeldje. waarvan de opbrengst dient
zwakke schoolkinderen van 6 tot 14
"r ln staat te stellen een tijdje naar
ach of zee te worden gezonden.
Het bestuur doet. een warm beroep op
'i om dien dag een kleine gave te of-
~tn.
Het wordt steeds moeilijker om aan alle
-C1 ra ren te voldoen en er wachten nog
candidaatjes op uitzending.
WAARSCHUWING.
"e Commissaris van Politie alhier geeft
overweging geen steun te verleenen
h de stichting „Helpt elkander", geves-
d te Amsterdam. Door deze evangeli-
f wordt uitgegeven een blaadje (prijs
"W). genaamd „Draagt elkanders las-
1'redacteur O. Lindberg.
teider ls Olof August Gerrit Alfred
"dwrg. geboren te Rotterdam. 18 ©ec.
Hij wordt bij de colportage geassis-
'd door Alida Petronella Leefveld, geb.
-Amsterdam, 18 Maart 1891. echtgenoote
;dC. w. Pieterse, die, om de liefdadig-
■^van het publiek op te wekken, is ge-
in verpleegsterscostuum. Volgens
«worden de geïnde gelden besteed voor
w uitreiking aan armen, hetgeen
op zeer bescheiden voet plaats
d' Het grooste gedeelte der ontvangen
(oen wordt voor eigen levensonderhoud
hukt.
handelsregister
kamer van koophandel.
fWïing:
tfW' B°uw- en Exploitatie Maat-
(tfPP'J „Eigen Woning", Oranjelaan 27,
ISjfSdfst. Overleden directeur J. Th.
N'euwe directrice wed. a. J. Kort
Oegstgeest.
academische examens.
geslaagd voor het doctoraal examen
natuurkunde hoofdvak wiskunde
'Mr G. Goudswaard (Dordrecht).
BIJ ZIJN AFTREDEN ALS HOOGLEERAAR.
Bij het aftreden van prof. dr. Albert
Verwey als hoogleeraar in de Nederlandsche
letterkunde en haar geschiedenis en
aesthetische kritiek aan de Leidsche Uni
versiteit, waartoe de Hooger Onderwijswet
hem wegens het bereiken van den 70-
jarigen leeftijd verplicht, past het een wijle
stil te staan en een terugblik te werpen
op het rijke, harmonische en vruchtbare
leven van den man, wiens geestelijke
vitaliteit van dien aard is, dat zij hem tot
op dezen hoogen leeftijd nog tot schep
penden arbeid in staat stelt en die zijn ge-
heele leven in dienst heeft gesteld van de
Nederlandsche letterkunde.
Prof. dr. Alb. Verwey.
Albert Verwey werd 15 Mei 1865 te Am
sterdam geboren. Hij bezocht de lagere
school en de H.B.S. aldaar en trad na met
goed gevolg het eindexamen te hebben
afgelegd op 18-jarigen leeftijd in dienst bij
een Engelsch-Hollandsch handelskantoor
te Rotterdam. In dat zelfde jaar verge
zelde hij als privé-secretaris een der direc
teuren op een reis naar Amerika.
Zijn liefde voor de dichtkunst kwam het
eerst in stoffelij ken vorm tot uiting in een
bundel „Persephone en andere gedichten",
welke in 1885 verscheen. Nadien zijn in den
loop der jaren nog zeer vele werken van
zijn hand verschenen, waarvan wij hier
noemen. Gedichten: Van het leven 1888;
verzamelde gedichten 1889; De Joden 1892;
Johan van Oldenbarnevelt 1895; Aarde
1896; De nieuwe tuin 1898; Het brandende
braambosch 1899; Dagen en daden 1901;
Jacoba van Beieren 1902; De kristaltwijg
1903 Uit de lage landen bij de zee 1904;
Het blank heelal 1908; Verzamelde gedich
ten (3 deelen) 1912; Het eigen rijk 1912;
Het zichtbaar geheim 1915; Het zwaardjaar
1916; Goden en grenzen 1920, De weg van
het licht 1922; De maker 1924: Rondom
mijn werk 1925; De legende van de ruimte
1926; De getilde last 1927; De figuren van
den sarkofaag 1930.
En nog slechts enkele dagen geleden
verscheen zijn laatste bundel: Het lachen
de raadsel.
Van zi.in proza vermelden wij
Een inleiding tot Vondel 1893: Toen de
Gids werd opgericht 1897: De oude strijd
1905: Het leven van Potgieter 1903: Inlei
ding tot de nieuwe Ned dichtkunst 1905.
waarvan in 1921 de 5e druk verscheen;
Luide toernooien 1903; Stille ïbernooien
1901; H. L. Spieghel 1919: Proza (10 dee
len 1925: Vondels vers 1927.
In 1885 stichtte hij tezamen met Frede-
rik van Eeden, Willem Kloos e.a. „De
Nieuwe Gids" aan welk tijdschrift hij tot
1889 als redacteur verbonden was. Toen hii
zich niet langer kon vereenigen met de
richting, waarin het tijdschrift zich onder
leiding van Kloos ontwikkelde, trok hij
zich terug.
Tezamen met Lodewijk van Deyssel
stichtte hij in 1895 het „Tweemaande-
lijksch Tijdschrift", later „De twintigste
eeuw" geheeten. dat hij tot 1905 redigeer
de Van 1905 tot 1919 was hij tenslotte
redacteur van „De Beweging", zoodat hij
gedurende bijna 35 jaar critische leiding
heeft gegeven aan het dichterlijk leven,
in ons land.
In 1914 verleende de Groningsche Uni
versiteit hem tegelijk met H. M. de Ko
ningin. Willem Royaards. Peter van An-
rcoy en Berlage het doctoraat honoris
causa in de letteren
Einde -November 1924 werd hij benoemd
tot hoogleeraar aan de Leidsche Univer
siteit als opvolger van wijlen prof. Kalff.
nadat prof. Muller gedurende geruimen
tijd diens colleges had waargenomen.
Den 15den Januari 1925 aanvaardde hij
dit ambt met een inaugureele oratie over
„Van Jacques Perk tot nu".
Over deze laatste werkzaamheid, zijn
hoogleeraarsambt, vonden wij prof Ver
wey bereid ons in zijn villa in de Noord-
wijksche duinen een kort onderhoud toe
te staan.
Hoewel ik hier al 45 jaar woon en
vele vriendschappelijke relaties met Lei-
denaars heb onderhouden (Florls Verster,
den historicus prof. P. J. Blok, prof. Fruin
e.a.) had ik toch nooit gedacht eens als
hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit
verbonden te zullen zijn. Het doceeren
gaf mij in het begin een eigenaardige ge
waarwording. Het eerste jaar was ik altijd
na afloop der colleges zeer vermoeid. Als
schrijver was ik altijd gewend geweest
mijn gedachten op papier vast te leggen
en aangezien ik al spoedig merkte, dat
de aandacht der studenten het leven
digste was. wanneer ik vertelde uit per
soonlijke herinnering, had ik mij van het
begin af eraan gewend om uit het hoofd
te doceeren. Dit is voor mij een zeer leer
zame ervaring geweest, die ik altijd en
iedereen en vooral schrijvers, warm kan
aanbevelen!
In welk onderdeel der Nederlandsche
i letterkunde heeft u ln uw onderwijs het
zwaartepunt gelegd?
Dat is moeilijk te zeggen. Een van
m'n colleges handelde over de tachtiger
jaren en het spreekt wel van zelf, dat
mijn persoonlijke bekendheid met de
meest vooraanstaande letterkundigen uit
dien tijd het college ten goede kwam.
Daarnaast geef ik een college over de ge
schiedenis der Nederlandsche litteratuur.
Dit brengt moeilijkheden met zich mede,
omdat ik de stof niet in één jaar kan
samenvatten, waardoor de studenten
eenige jaren achtereen hetzelfde overzicht
zouden krijgen. We zouden dus de stof
kunnen verdeelen bijvoorbeeld over drie
jaar, maar dan zou de tijd weer ontbre
ken om te onderzoeken op welke wijze
de geschiedenis der Nederlandsche letter
kunde dient te worden bestudeerd.
Ik heb dan ook de gewoonte telkens een
bepaalde periode uit de litteratuur te be
handelen, zonder dat de studenten direct
een overzicht van het geheel krijgen Daar
voor verwijs ik naar de handboeken, hoe
wel deze m.l. weer onvoldoende rekening
houden met het feit. dat de candidaten
deze geschiedenis reeds moeten kennen.
Het handboek van Prins is te klein, dat
van Kalff te groot, zoodat men daarvan
weer een uittreksel moet maken. Dit is de
reden, dat ik omgezien heb naar een as
sistente. die de studenten wegwijs kan
maken in de handboeken Mede dank zij
den steun van het Leidsch Universiteits
fonds is mej. dra. Bouvy als zoodanig be
noemd Alvorens de studenten bij mij ten
tamens komen afleggen, wordt door mej.
Bouvy onderzocht of zij kans van slagen
hebben. Een soort voortentamen derhalve.
Het derde college, dat uitsluitend ge
volgd wordt door candidaten. bestaat in
het lezen van teksten; het vierde is het
zoogenaamde practicum, waaraan alleen
vergevorderden deelnemen.
Het eerste werk, dat de studenten hier
doen, is het leveren van een scriptie over
een vrij onderwerp. Ze worden dan ge
noodzaakt hun gedachten op papier te
stellen en de docent leert al heel gauw
hun persoonlijken smaak kennen. Op een
volgend college wordt de scriptie door den
samensteller voorgelezen en gezamenlijk
besproken.
De oudere jaars-studenten schrijven
scripties over door mij opgegeven onder
werpen. welke op elkaar aansluiten en
tezamen een bepaald tijdperk uit de lit
teratuur behandelen. De bespreking daar
van vormt dus weer een aanvulling van
het overzicht-college. Er heeft dezer dagen
in een van de bladen gestaan, dat er op
mijn colleges nooit gesproken zou zijn over
Couperus. Dat is onjuist. De schrijver van
dat artikel geeft daarmede blijk, dat hij
niet alle bijeenkomsten van het practi
cum heeft bijgewoond; daar is de naam
van Couperus tweemaal genoemd. En
hiermede heb ik u in het kort verteld
hoe ik mijn onderwijs heb ingericht.
Is u al bekend wie u zal opvolgen?
Dat kan ik niet zeggen; ik weet niet
wien de regeering zal benoemen.
Er is in de Nederlandsche letterkunde
sedert de tachtiger .iaren ongetwijfeld
heel veel veranderd. Vindt u in de heden-
daagsche litteratuur Iets terug van het
geen u zich destijds als ideaal hebt ge
steld en dat o.a. tot uiting kwam in de
oprichting van „De Nieuwe Gids"?
De grijze dichter denkt eenige oogen-
blikken na Dan antwoordt bij ontwijkend:
„Wat de litteratuur betreft, is mijn aan
dacht de laatste iaren minder gevestigd
geweest oo de schrijvers dan op de stu
denten. Door mijn persoonlijk contact met
de studenten is het mij evenwel een groote
voldoening geweest, die litteraire denk
beelden, waarvoor ik zelf altijd gestreden
heb, ook voor hen te kunnen uitspreken."
Blijkbaar wil onze zegsman zich daar
over op deze plaats niet uitspreken en wij
nemen afscheid van hem met den wensch,
dat, al moge prof. Verwey dan ook als
docent voor de wetenschap verloren zijn,
hij nog vele jaren moge blijven wat hij
reeds meer dan een halve eeuw geweest
is: een levend sieraad onzer Nederlandsche
letterkunde
Wij herinneren eraan, dat prof. Ver
wey morgenmiddag om 2 uur in het groot
auditorium der Universiteit een openbaar
afscheidscollege geeft.
LEIDSCHE VEREENIGING VOOR
WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN
Lezing over de kinacultuur.
Gistermiddag heeft dr. M. Kerbosch. ad
ministrateur der Gouvernements-Kina-
onderneming te TJinjiroean voor boven
genoemde vereeniging een voordracht ge
houden over de kinacultuur Na door orof.
L. van Itallie te zijn welkom geheeten
werd ter inleiding van de vertooning "an
een film, die betrekking had op de kina
cultuur op Java, de voordracht gehouden,
waaraan het volgende is ontleend:
Het is thans ongeveer een eeuw geleden,
dat zoowel hier te lande als in Neder-
landsch-Indiè de eerste pogingen werden
gedaan, om de aandacht te vestigen op
liet belang eener overbrenging van den
kinaboom uit Zuid-Amerika naar Java
Enkele tientallen jaren later is deze over
brenging ten uitvoer gebracht. Daarmede
werd op Java tevens een aanvang gemaakt
met het onderzoekingswerk in het belang
van de nieuwe cultuur. Een werk, dat ge
leid heeft tot het ontstaan onzer tegen
woordige kinacultuur, die voor 97 "/n voor
ziet in de marktbehoefte aan kinabast.
Waarschijnlijk gaan wij thans een pe
riode tegemoet, die van het grootste be
lang zal worden voor de positie van
kinine als malaria-bestrijdingsmiddel. We
zien immers, hoe deze positie bedreigd
wordt door nieuwe, synthetische middelen.
Het is te verwachten, dat juist in de
eerstvolgende jaren door verder vergelij
kend onderzoek meerdere klaarheid komen
zal niet alleen omtrent de werkelijke be-
teekenis der nieuwere middelen, maar
Dok omtrent de waarde van kinine in den
strijd tegen malaria.
De eerste kinaplant werd in 1852 op
Java ontvangen van den Leidschen hor
tus. Enkele jaren later kwam Nederl. -
Indié in het bezit van kinazaden en
planten, door Hasskarl verzameld in Zuid-
Amerika. Later werden voornamelijk door
bemiddeling van den Nederlandschen
consul in Bolivië meerdere zendingen kina
zaad ontvangen Ook Britsch-Indië was
Intusschen begonnen met proeven, om een
geregelde kinacultuur aan te leggen met
behulp van zaden en planten, door
Markham verzameld. Tusschen Java en
Britsch-Indië had een uitwisseling van
plantenmateriaal plaats, waardoor het
aantal kinasoorten, waarover Java be
schikken kon, wederom werd uitgebreid.
Kon aldus reeds in de zestiger jaren
Nederlandsch-Indië beschikken over een
groot aantal planten, afkomstig van di
verse kinasoorten, toch zou de kinacultuur
niet de groote, economische beteekenis,
welke zij thans heeft, hebben kunnen be
reiken, indien Java niet door een gelukkig
toeval in het bezit gekomen was van een
nieuwe kinasoort, later aangeduid met den
naam C Ledgeriana.
Wat was n.l. het geval? Toen er van
de verschillende kinasoorten planten van
zoodanige ontwikkeling aanwezig waren,
cat men voldoende hoeveelheden bast kon
verzamelen, om door analyseering de
waarde dier basten te kunnen beoordeelen,
bleek, dat alle geïmporteerde soorten bas
ten leverden met een zeer laag kinine-
gehalte. Een uitzondering hierop vormde
alleen C. Officinalis; maar juist deze soort
was door haar langzamen groei en haar
vatbaarheid voor ziekten en plugen het
minst geschikt gebleken voor cultuur op
groote schaal.
Sedert door Pelletier en Cavantou in
1820 kinine als werkzaam bestanddeel uit
kinabast was afgescheiden, had de medi
sche wetenschap het gebruik van kinine
meer en meer leeren kennen en waar-
deeren. Hierdoor was een vraag ontstaan
naar basten met een hoog kinine-gehalte.
Zooals de kinacultuur er tóén voorstond,
kon echter aan deze vraag naar hoogge-
haitige basten niet worden voldaan. Het
is dan ook alleszins verklaarbaar, dat
onder die omstandigheden de particuliere
ondernemingen er weinig voor voelden, om
tot het aanplanten van kina over te gaan.
Deze situatie veranderde eeheri nadat
in 1872 de eerste analvsen bekend werden
van basten van C Ledgeriana. welke soori
in 1865 verkregen was door aankooo van
kinazaad, dat door Ledger in Bolivië ver
zameld was. Het bleek toen n.l., dat men
hier de beschikking had over een kina
soort, die alle andere bekende soorten
verre overtrof in kinine-gehalte van den
bast.
Nadat de waarde der Ledgeriana-kina
hekend was geworden, ontstond er spoed'"
van particuliere zijde een snel-toenemende
belangstelling voor de kinacultuur In
korten tijd kwam een groot aantal kina-
aanplantingen tot stand.
BINNENLAND.
Maatregelen tot steun aan de visscherij.
(Binnenland, 3e Blad.)
De aigemecne vergadering van den Chr.
Metaalbewerkersbond. (Binnenland, 3e
Blad.)
BUITENLAND.
De rede van Hitler in den Rijksdag.
(3e Blad en Buitenland en Tel., Ie Blad),
De Duitsche wet op de weermacht inge
voerd. (Buitenland, le Blad)
Overleden is te Chicago Jane Addams,
winnares van den Nobelprijs voor den
vrede. (Tel., le Blad.)
ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN
lste BLAD.
Door de Gouvernements proefaanplan-
tingen was gebleken, dat de jong-vulca-
nische gronden in de Preanger op hoogten
van 13 tot 1600 M. b.z. het meest geschikt
zijn voor de cultuur van kina. Deze erva
ring heeft er toe geleid, dat het grootste
deel van de particuliere kina-onderne
gen tot stand gekomen is in het bergland
van de Preanger (ca. 75°/o van de totale
Java-productie).
De selectie van hooggehaltige Ledge-
riana's is ook later systematisch voortgezet
en vormt nog steeds een van de meest
belangrijke gedeelten van het werk van
het Kina-proefstation. Hierdoor heeft de
Java-kina-cultuur reeds vroegtijdig de
beschikking gehad over goed plantmate-
riaal, en is in latere jaren steeds beter
materiaal ter beschikking gekomen. Het is
is wel aan geen twijfel onderhevig, dat
de kinacultuur in Nederlandsch-Indië haar
sterke positie voor een zeer groot deel t«
danken heeft aan de zjrg, die van meet
af aan aan de selectie besteed is.
De Ledgeriana-kinabast. door zijn hoog
gehalte zoo bij uitstek geschikt voor de
fabriekmatige bereiding van kinine (deze
bast wordt dan ook vaak als fabrieksbast
aangeduid), heeft de andere soorten geheel
verdrongen, met uitzondering alléén van
de Succirubra-kina.
C, succirubra is nog van belang, omdat
van deze kinasoort basten worden ver
kregen, welke gebruikt worden voor be
reiding van pharmaceutische praeapraten
z.a. kinawijn, kina-extract, kina-tinctuur
enz. Bovendien is deze kinasoort voor de
cultuur van groote beteekenis. omdat de
Succirubra bij uitstek geschikt is als
onderstam, waarop de Ledgeriana kan
verent worden.
Waar op Java de kina-cultuur meestal
reeds sedert 40 a 50 jaren op dezelfde ter
reinen gedreven wordt, ligt het voor de
hand, dat deze gronden hun oorspronke
lijke vruchtbaarheid voor een groot deel
hebben ingeboet. Op dergelijke gronden
plant men bijna steeds enten. De tegen
woordige kina-aanplant op Java bestaat
dan ook overwegend uit enten.
Het verenten is ook van zeer veel belang
voor de selectie, omdat men hierdoor in
staat gesteld wordt, de uitgezochte hoog
gehaltige boomen vegetatief op snelle wijze
te vermenigvuldigen en deze boomen dan
verder te beoordeelen in speciale proef
tuinen.
Daarna werd overgegaan tot het ver-
toonen van de film. waarbij nog een en
ander omtrent de kinacultuur en omtrent
het leven op een kina-onderneming kon
worden medegedeeld.
De reserve-tweede-luitenants L. G.
Roetert Steenbruggen en H H. Dingemans
van 6e R.V.A. zijn benoemd tot reserve-
eerste-luitenant bij dat regiment.
Onze stadgenoot, de heer G. A.
Schrijvers heeft, aan H.KH. Prinses Juliana
aangeboden een tweetal reDroducties van
teekeningen en van oortretten van wijlen
H..M de Koningin-Moeder en de Prinses.
H.K.H. heeft voor deze schenking Hare
bijzondere erkentelijkheid betuigd.
Een copie van deze teekeningen is ge-
exposeerd bli den kunsthandel Sala aan
den Nieuwe Rijn.
In verband met de eerstdaags te
wachten uitvoering van het Saneerings-
plan-Paradijssteeg, heeft ook de firma T.
Gottenbos zich genoodzaakt gezien haar
zaak in melk, boter, kaas en eieren over te
plaatsen naar het pand v. d. Werfstraat
33, hetgeen door den heer Groenewegen,
aannemer, geheel nieuw is opgetrokken.
Verder verzorgden de heeren R. Gotten
bos en Kerkvliet voor het verfwerk, de fa.
v. Berge Hencouwen voor het electrische
deel en de fa. Doeve en Groenewegen voor
de granieten vloer. Tezamen bereikten zij
dat er een winkel ontstond, waarmede be
halve zij zelve, eveneens de fa. Gottenbos
alle eer inlegt.