PROF. DR. ALB. VERWEY. 76»te Jaargang WOENSDAG 22 MEI 1935 No. 23056 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN* OMSTREKEN SCHRIJVER-DICHTER-GELEERDE. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 clsTper regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein - Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn? per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per post f. 2 35 per 3 maanden -f- portokosten. (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.> Oit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. DiGELEVERDE GELDIGE LIJSTEN VAN CANDIDATEN. De Voorzitter van het centraal stem bureau voor de verkiezing van de leden van den Raad der gemeente Leiden maakt he lend, dat van alle hoofdstembureaux de jiededeellng ls ontvangen, welke geldige lijsten van candidaten voor de verkiezing jijn ingeleverd. Herinnerd wordt, dat binnen vier dagen |ia heden de gemachtigden der onderteeke aars van llisten deze tot een groep kunnen forbinden door een daartoe strekkende gemeenschappelijke verklaring, schriftelijk li; het centraal stembureau in te leveren, 'nnulieren voor deze verklaringen zijn r gemeentesecretarie verkrijgbaar. Op Dinsdag, 28 Mei a.sdes middags 14 uur. zal het centraal stembureau in t gemeentehuis een voor de kiezers toe- -lljke zitting houden, ten einde de .jsten te nummeren in de volgorde door •t lot aangewezen. De Voorzitter voornoemd, A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. iden, 22 Mei 1935. 4829 Dr. C. H. DEE t Inden ouderdom van 73 Jaar is te Den overleden dr. C. H. Dee. oud-con- lor van het gymnasium te Gorinchem. Dee. die 20 April 1862 hier ter stede ren werd. was gedurende 28 Jaar als ir aan dat gymnasium verbonden, an de laatste 6 Jaar als conrector, ienoot groote plaatselijke bekendheid schilder van stillevens en groot mu- 'ëfhebber. teraardebestelling van het stoffelijk schot zal a.s. Vrijdagmorgen om kwart twaalf geschieden op de begraafplaats de Groenesteeg. leidsche universiteit. Bij de van 2529 September a.s. te hou- herdenking van het 300-jarig bestaan r universiteit te Budapest zal de Leid- e Universiteit vertegenwoordigd wor- ndoor prof. dr. F. M. Th. Böhl. m Prof. dr. B. D. Eerdmans zal de Leidsche niversiteit vertegenwoordigen bij het van 29 September a.s. te Rome te houden rantalisten Congres; terwijl prof. dr. L. an Itallie haar vertegenwoordigen zal bij "t van 30 Juli6 Augustus a.s. te Brussel houden 12e Int. Pharmaceutisch ngres. OLtECTE voor HET ZWAKKE KIND. Zaterdag 25 Mei zal de Leidsche Ver- "nigin? voor KinderiïerstelHngs-Kolonies 'makende de afdeeling Leiden van het ;entraal Genootschap voor Kinderherstel en Vacantiekolonies een collecte- a; houden onder aanbieding van een Jteesoeldje. waarvan de opbrengst dient zwakke schoolkinderen van 6 tot 14 "r ln staat te stellen een tijdje naar ach of zee te worden gezonden. Het bestuur doet. een warm beroep op 'i om dien dag een kleine gave te of- ~tn. Het wordt steeds moeilijker om aan alle -C1 ra ren te voldoen en er wachten nog candidaatjes op uitzending. WAARSCHUWING. "e Commissaris van Politie alhier geeft overweging geen steun te verleenen h de stichting „Helpt elkander", geves- d te Amsterdam. Door deze evangeli- f wordt uitgegeven een blaadje (prijs "W). genaamd „Draagt elkanders las- 1'redacteur O. Lindberg. teider ls Olof August Gerrit Alfred "dwrg. geboren te Rotterdam. 18 ©ec. Hij wordt bij de colportage geassis- 'd door Alida Petronella Leefveld, geb. -Amsterdam, 18 Maart 1891. echtgenoote ;dC. w. Pieterse, die, om de liefdadig- ■^van het publiek op te wekken, is ge- in verpleegsterscostuum. Volgens «worden de geïnde gelden besteed voor w uitreiking aan armen, hetgeen op zeer bescheiden voet plaats d' Het grooste gedeelte der ontvangen (oen wordt voor eigen levensonderhoud hukt. handelsregister kamer van koophandel. fWïing: tfW' B°uw- en Exploitatie Maat- (tfPP'J „Eigen Woning", Oranjelaan 27, ISjfSdfst. Overleden directeur J. Th. N'euwe directrice wed. a. J. Kort Oegstgeest. academische examens. geslaagd voor het doctoraal examen natuurkunde hoofdvak wiskunde 'Mr G. Goudswaard (Dordrecht). BIJ ZIJN AFTREDEN ALS HOOGLEERAAR. Bij het aftreden van prof. dr. Albert Verwey als hoogleeraar in de Nederlandsche letterkunde en haar geschiedenis en aesthetische kritiek aan de Leidsche Uni versiteit, waartoe de Hooger Onderwijswet hem wegens het bereiken van den 70- jarigen leeftijd verplicht, past het een wijle stil te staan en een terugblik te werpen op het rijke, harmonische en vruchtbare leven van den man, wiens geestelijke vitaliteit van dien aard is, dat zij hem tot op dezen hoogen leeftijd nog tot schep penden arbeid in staat stelt en die zijn ge- heele leven in dienst heeft gesteld van de Nederlandsche letterkunde. Prof. dr. Alb. Verwey. Albert Verwey werd 15 Mei 1865 te Am sterdam geboren. Hij bezocht de lagere school en de H.B.S. aldaar en trad na met goed gevolg het eindexamen te hebben afgelegd op 18-jarigen leeftijd in dienst bij een Engelsch-Hollandsch handelskantoor te Rotterdam. In dat zelfde jaar verge zelde hij als privé-secretaris een der direc teuren op een reis naar Amerika. Zijn liefde voor de dichtkunst kwam het eerst in stoffelij ken vorm tot uiting in een bundel „Persephone en andere gedichten", welke in 1885 verscheen. Nadien zijn in den loop der jaren nog zeer vele werken van zijn hand verschenen, waarvan wij hier noemen. Gedichten: Van het leven 1888; verzamelde gedichten 1889; De Joden 1892; Johan van Oldenbarnevelt 1895; Aarde 1896; De nieuwe tuin 1898; Het brandende braambosch 1899; Dagen en daden 1901; Jacoba van Beieren 1902; De kristaltwijg 1903 Uit de lage landen bij de zee 1904; Het blank heelal 1908; Verzamelde gedich ten (3 deelen) 1912; Het eigen rijk 1912; Het zichtbaar geheim 1915; Het zwaardjaar 1916; Goden en grenzen 1920, De weg van het licht 1922; De maker 1924: Rondom mijn werk 1925; De legende van de ruimte 1926; De getilde last 1927; De figuren van den sarkofaag 1930. En nog slechts enkele dagen geleden verscheen zijn laatste bundel: Het lachen de raadsel. Van zi.in proza vermelden wij Een inleiding tot Vondel 1893: Toen de Gids werd opgericht 1897: De oude strijd 1905: Het leven van Potgieter 1903: Inlei ding tot de nieuwe Ned dichtkunst 1905. waarvan in 1921 de 5e druk verscheen; Luide toernooien 1903; Stille ïbernooien 1901; H. L. Spieghel 1919: Proza (10 dee len 1925: Vondels vers 1927. In 1885 stichtte hij tezamen met Frede- rik van Eeden, Willem Kloos e.a. „De Nieuwe Gids" aan welk tijdschrift hij tot 1889 als redacteur verbonden was. Toen hii zich niet langer kon vereenigen met de richting, waarin het tijdschrift zich onder leiding van Kloos ontwikkelde, trok hij zich terug. Tezamen met Lodewijk van Deyssel stichtte hij in 1895 het „Tweemaande- lijksch Tijdschrift", later „De twintigste eeuw" geheeten. dat hij tot 1905 redigeer de Van 1905 tot 1919 was hij tenslotte redacteur van „De Beweging", zoodat hij gedurende bijna 35 jaar critische leiding heeft gegeven aan het dichterlijk leven, in ons land. In 1914 verleende de Groningsche Uni versiteit hem tegelijk met H. M. de Ko ningin. Willem Royaards. Peter van An- rcoy en Berlage het doctoraat honoris causa in de letteren Einde -November 1924 werd hij benoemd tot hoogleeraar aan de Leidsche Univer siteit als opvolger van wijlen prof. Kalff. nadat prof. Muller gedurende geruimen tijd diens colleges had waargenomen. Den 15den Januari 1925 aanvaardde hij dit ambt met een inaugureele oratie over „Van Jacques Perk tot nu". Over deze laatste werkzaamheid, zijn hoogleeraarsambt, vonden wij prof Ver wey bereid ons in zijn villa in de Noord- wijksche duinen een kort onderhoud toe te staan. Hoewel ik hier al 45 jaar woon en vele vriendschappelijke relaties met Lei- denaars heb onderhouden (Florls Verster, den historicus prof. P. J. Blok, prof. Fruin e.a.) had ik toch nooit gedacht eens als hoogleeraar aan de Leidsche Universiteit verbonden te zullen zijn. Het doceeren gaf mij in het begin een eigenaardige ge waarwording. Het eerste jaar was ik altijd na afloop der colleges zeer vermoeid. Als schrijver was ik altijd gewend geweest mijn gedachten op papier vast te leggen en aangezien ik al spoedig merkte, dat de aandacht der studenten het leven digste was. wanneer ik vertelde uit per soonlijke herinnering, had ik mij van het begin af eraan gewend om uit het hoofd te doceeren. Dit is voor mij een zeer leer zame ervaring geweest, die ik altijd en iedereen en vooral schrijvers, warm kan aanbevelen! In welk onderdeel der Nederlandsche i letterkunde heeft u ln uw onderwijs het zwaartepunt gelegd? Dat is moeilijk te zeggen. Een van m'n colleges handelde over de tachtiger jaren en het spreekt wel van zelf, dat mijn persoonlijke bekendheid met de meest vooraanstaande letterkundigen uit dien tijd het college ten goede kwam. Daarnaast geef ik een college over de ge schiedenis der Nederlandsche litteratuur. Dit brengt moeilijkheden met zich mede, omdat ik de stof niet in één jaar kan samenvatten, waardoor de studenten eenige jaren achtereen hetzelfde overzicht zouden krijgen. We zouden dus de stof kunnen verdeelen bijvoorbeeld over drie jaar, maar dan zou de tijd weer ontbre ken om te onderzoeken op welke wijze de geschiedenis der Nederlandsche letter kunde dient te worden bestudeerd. Ik heb dan ook de gewoonte telkens een bepaalde periode uit de litteratuur te be handelen, zonder dat de studenten direct een overzicht van het geheel krijgen Daar voor verwijs ik naar de handboeken, hoe wel deze m.l. weer onvoldoende rekening houden met het feit. dat de candidaten deze geschiedenis reeds moeten kennen. Het handboek van Prins is te klein, dat van Kalff te groot, zoodat men daarvan weer een uittreksel moet maken. Dit is de reden, dat ik omgezien heb naar een as sistente. die de studenten wegwijs kan maken in de handboeken Mede dank zij den steun van het Leidsch Universiteits fonds is mej. dra. Bouvy als zoodanig be noemd Alvorens de studenten bij mij ten tamens komen afleggen, wordt door mej. Bouvy onderzocht of zij kans van slagen hebben. Een soort voortentamen derhalve. Het derde college, dat uitsluitend ge volgd wordt door candidaten. bestaat in het lezen van teksten; het vierde is het zoogenaamde practicum, waaraan alleen vergevorderden deelnemen. Het eerste werk, dat de studenten hier doen, is het leveren van een scriptie over een vrij onderwerp. Ze worden dan ge noodzaakt hun gedachten op papier te stellen en de docent leert al heel gauw hun persoonlijken smaak kennen. Op een volgend college wordt de scriptie door den samensteller voorgelezen en gezamenlijk besproken. De oudere jaars-studenten schrijven scripties over door mij opgegeven onder werpen. welke op elkaar aansluiten en tezamen een bepaald tijdperk uit de lit teratuur behandelen. De bespreking daar van vormt dus weer een aanvulling van het overzicht-college. Er heeft dezer dagen in een van de bladen gestaan, dat er op mijn colleges nooit gesproken zou zijn over Couperus. Dat is onjuist. De schrijver van dat artikel geeft daarmede blijk, dat hij niet alle bijeenkomsten van het practi cum heeft bijgewoond; daar is de naam van Couperus tweemaal genoemd. En hiermede heb ik u in het kort verteld hoe ik mijn onderwijs heb ingericht. Is u al bekend wie u zal opvolgen? Dat kan ik niet zeggen; ik weet niet wien de regeering zal benoemen. Er is in de Nederlandsche letterkunde sedert de tachtiger .iaren ongetwijfeld heel veel veranderd. Vindt u in de heden- daagsche litteratuur Iets terug van het geen u zich destijds als ideaal hebt ge steld en dat o.a. tot uiting kwam in de oprichting van „De Nieuwe Gids"? De grijze dichter denkt eenige oogen- blikken na Dan antwoordt bij ontwijkend: „Wat de litteratuur betreft, is mijn aan dacht de laatste iaren minder gevestigd geweest oo de schrijvers dan op de stu denten. Door mijn persoonlijk contact met de studenten is het mij evenwel een groote voldoening geweest, die litteraire denk beelden, waarvoor ik zelf altijd gestreden heb, ook voor hen te kunnen uitspreken." Blijkbaar wil onze zegsman zich daar over op deze plaats niet uitspreken en wij nemen afscheid van hem met den wensch, dat, al moge prof. Verwey dan ook als docent voor de wetenschap verloren zijn, hij nog vele jaren moge blijven wat hij reeds meer dan een halve eeuw geweest is: een levend sieraad onzer Nederlandsche letterkunde Wij herinneren eraan, dat prof. Ver wey morgenmiddag om 2 uur in het groot auditorium der Universiteit een openbaar afscheidscollege geeft. LEIDSCHE VEREENIGING VOOR WETENSCHAPPELIJKE VOORDRACHTEN Lezing over de kinacultuur. Gistermiddag heeft dr. M. Kerbosch. ad ministrateur der Gouvernements-Kina- onderneming te TJinjiroean voor boven genoemde vereeniging een voordracht ge houden over de kinacultuur Na door orof. L. van Itallie te zijn welkom geheeten werd ter inleiding van de vertooning "an een film, die betrekking had op de kina cultuur op Java, de voordracht gehouden, waaraan het volgende is ontleend: Het is thans ongeveer een eeuw geleden, dat zoowel hier te lande als in Neder- landsch-Indiè de eerste pogingen werden gedaan, om de aandacht te vestigen op liet belang eener overbrenging van den kinaboom uit Zuid-Amerika naar Java Enkele tientallen jaren later is deze over brenging ten uitvoer gebracht. Daarmede werd op Java tevens een aanvang gemaakt met het onderzoekingswerk in het belang van de nieuwe cultuur. Een werk, dat ge leid heeft tot het ontstaan onzer tegen woordige kinacultuur, die voor 97 "/n voor ziet in de marktbehoefte aan kinabast. Waarschijnlijk gaan wij thans een pe riode tegemoet, die van het grootste be lang zal worden voor de positie van kinine als malaria-bestrijdingsmiddel. We zien immers, hoe deze positie bedreigd wordt door nieuwe, synthetische middelen. Het is te verwachten, dat juist in de eerstvolgende jaren door verder vergelij kend onderzoek meerdere klaarheid komen zal niet alleen omtrent de werkelijke be- teekenis der nieuwere middelen, maar Dok omtrent de waarde van kinine in den strijd tegen malaria. De eerste kinaplant werd in 1852 op Java ontvangen van den Leidschen hor tus. Enkele jaren later kwam Nederl. - Indié in het bezit van kinazaden en planten, door Hasskarl verzameld in Zuid- Amerika. Later werden voornamelijk door bemiddeling van den Nederlandschen consul in Bolivië meerdere zendingen kina zaad ontvangen Ook Britsch-Indië was Intusschen begonnen met proeven, om een geregelde kinacultuur aan te leggen met behulp van zaden en planten, door Markham verzameld. Tusschen Java en Britsch-Indië had een uitwisseling van plantenmateriaal plaats, waardoor het aantal kinasoorten, waarover Java be schikken kon, wederom werd uitgebreid. Kon aldus reeds in de zestiger jaren Nederlandsch-Indië beschikken over een groot aantal planten, afkomstig van di verse kinasoorten, toch zou de kinacultuur niet de groote, economische beteekenis, welke zij thans heeft, hebben kunnen be reiken, indien Java niet door een gelukkig toeval in het bezit gekomen was van een nieuwe kinasoort, later aangeduid met den naam C Ledgeriana. Wat was n.l. het geval? Toen er van de verschillende kinasoorten planten van zoodanige ontwikkeling aanwezig waren, cat men voldoende hoeveelheden bast kon verzamelen, om door analyseering de waarde dier basten te kunnen beoordeelen, bleek, dat alle geïmporteerde soorten bas ten leverden met een zeer laag kinine- gehalte. Een uitzondering hierop vormde alleen C. Officinalis; maar juist deze soort was door haar langzamen groei en haar vatbaarheid voor ziekten en plugen het minst geschikt gebleken voor cultuur op groote schaal. Sedert door Pelletier en Cavantou in 1820 kinine als werkzaam bestanddeel uit kinabast was afgescheiden, had de medi sche wetenschap het gebruik van kinine meer en meer leeren kennen en waar- deeren. Hierdoor was een vraag ontstaan naar basten met een hoog kinine-gehalte. Zooals de kinacultuur er tóén voorstond, kon echter aan deze vraag naar hoogge- haitige basten niet worden voldaan. Het is dan ook alleszins verklaarbaar, dat onder die omstandigheden de particuliere ondernemingen er weinig voor voelden, om tot het aanplanten van kina over te gaan. Deze situatie veranderde eeheri nadat in 1872 de eerste analvsen bekend werden van basten van C Ledgeriana. welke soori in 1865 verkregen was door aankooo van kinazaad, dat door Ledger in Bolivië ver zameld was. Het bleek toen n.l., dat men hier de beschikking had over een kina soort, die alle andere bekende soorten verre overtrof in kinine-gehalte van den bast. Nadat de waarde der Ledgeriana-kina hekend was geworden, ontstond er spoed'" van particuliere zijde een snel-toenemende belangstelling voor de kinacultuur In korten tijd kwam een groot aantal kina- aanplantingen tot stand. BINNENLAND. Maatregelen tot steun aan de visscherij. (Binnenland, 3e Blad.) De aigemecne vergadering van den Chr. Metaalbewerkersbond. (Binnenland, 3e Blad.) BUITENLAND. De rede van Hitler in den Rijksdag. (3e Blad en Buitenland en Tel., Ie Blad), De Duitsche wet op de weermacht inge voerd. (Buitenland, le Blad) Overleden is te Chicago Jane Addams, winnares van den Nobelprijs voor den vrede. (Tel., le Blad.) ZIE VOORTS LAATSTE BERICHTEN lste BLAD. Door de Gouvernements proefaanplan- tingen was gebleken, dat de jong-vulca- nische gronden in de Preanger op hoogten van 13 tot 1600 M. b.z. het meest geschikt zijn voor de cultuur van kina. Deze erva ring heeft er toe geleid, dat het grootste deel van de particuliere kina-onderne gen tot stand gekomen is in het bergland van de Preanger (ca. 75°/o van de totale Java-productie). De selectie van hooggehaltige Ledge- riana's is ook later systematisch voortgezet en vormt nog steeds een van de meest belangrijke gedeelten van het werk van het Kina-proefstation. Hierdoor heeft de Java-kina-cultuur reeds vroegtijdig de beschikking gehad over goed plantmate- riaal, en is in latere jaren steeds beter materiaal ter beschikking gekomen. Het is is wel aan geen twijfel onderhevig, dat de kinacultuur in Nederlandsch-Indië haar sterke positie voor een zeer groot deel t« danken heeft aan de zjrg, die van meet af aan aan de selectie besteed is. De Ledgeriana-kinabast. door zijn hoog gehalte zoo bij uitstek geschikt voor de fabriekmatige bereiding van kinine (deze bast wordt dan ook vaak als fabrieksbast aangeduid), heeft de andere soorten geheel verdrongen, met uitzondering alléén van de Succirubra-kina. C, succirubra is nog van belang, omdat van deze kinasoort basten worden ver kregen, welke gebruikt worden voor be reiding van pharmaceutische praeapraten z.a. kinawijn, kina-extract, kina-tinctuur enz. Bovendien is deze kinasoort voor de cultuur van groote beteekenis. omdat de Succirubra bij uitstek geschikt is als onderstam, waarop de Ledgeriana kan verent worden. Waar op Java de kina-cultuur meestal reeds sedert 40 a 50 jaren op dezelfde ter reinen gedreven wordt, ligt het voor de hand, dat deze gronden hun oorspronke lijke vruchtbaarheid voor een groot deel hebben ingeboet. Op dergelijke gronden plant men bijna steeds enten. De tegen woordige kina-aanplant op Java bestaat dan ook overwegend uit enten. Het verenten is ook van zeer veel belang voor de selectie, omdat men hierdoor in staat gesteld wordt, de uitgezochte hoog gehaltige boomen vegetatief op snelle wijze te vermenigvuldigen en deze boomen dan verder te beoordeelen in speciale proef tuinen. Daarna werd overgegaan tot het ver- toonen van de film. waarbij nog een en ander omtrent de kinacultuur en omtrent het leven op een kina-onderneming kon worden medegedeeld. De reserve-tweede-luitenants L. G. Roetert Steenbruggen en H H. Dingemans van 6e R.V.A. zijn benoemd tot reserve- eerste-luitenant bij dat regiment. Onze stadgenoot, de heer G. A. Schrijvers heeft, aan H.KH. Prinses Juliana aangeboden een tweetal reDroducties van teekeningen en van oortretten van wijlen H..M de Koningin-Moeder en de Prinses. H.K.H. heeft voor deze schenking Hare bijzondere erkentelijkheid betuigd. Een copie van deze teekeningen is ge- exposeerd bli den kunsthandel Sala aan den Nieuwe Rijn. In verband met de eerstdaags te wachten uitvoering van het Saneerings- plan-Paradijssteeg, heeft ook de firma T. Gottenbos zich genoodzaakt gezien haar zaak in melk, boter, kaas en eieren over te plaatsen naar het pand v. d. Werfstraat 33, hetgeen door den heer Groenewegen, aannemer, geheel nieuw is opgetrokken. Verder verzorgden de heeren R. Gotten bos en Kerkvliet voor het verfwerk, de fa. v. Berge Hencouwen voor het electrische deel en de fa. Doeve en Groenewegen voor de granieten vloer. Tezamen bereikten zij dat er een winkel ontstond, waarmede be halve zij zelve, eveneens de fa. Gottenbos alle eer inlegt.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1