VOOR HET EERST IN ZEE
Si
RAADSELS.
OPLOSSINGEN.
VOGELLEED.
ZIEK ZIJN
«ELS VOOR ALLEN OM DIT TE
MEZEN, DE GROOTEREN 4.
DE KLEINEREN 2.
I.
'zonden door Mlentje Stik voort,
wordt juist 1 minder in waarde door
medeklinker voor te plaatsen.
IA,
n.
zonden door Hennie de l'Eeluse.
m ben lk een snijdend voorwerp,
word ik op school geleerd, met b
een sappige vrucht.
ra.
Ingezonden door Dickie de Wit.
eem een Limburgsch dorp
eind en het begin
zwemt met lange staart
vlsch al door de vaart
uit, sloot ln.
IV.
ezonden door Oorrie Holleman.
Verborgen vruchten.
paal bestaat uit 3 grondstoffen.
;roote jongen huilde als een klein
eder keek er spottend naar.
moeder koopt nooit op opruimln-
V.
ïezonden door Marietje en Suze
v. d. Berg.
nt;
geheel van 12 letters is een groot
jvA dat ieder in Leiden kent. 4, 5, 4 is
t,jc ichtblj, 2, 3, 5, 9 is een ontkennend
ree 1. 8. 9 ls niet in, 10, 11 is voedzaam
He sterkend. 12 ls een medeklinker,
ah
rei
ei,
i I
afgezonden door Wies en Trees
Groeneveld.
VI.
>n, te rozen bloeien zonder doornen?
ria
tj<
lel!
vrr. j
ngezonden door Cornells Smit.
land in Europa van 9 letters: 4, 2, 1,
tn zwemvogel. 6, 7, 7, 8 staan vele
n in. 4, 6 is een lengtemaat. 5, 7, 9
deel van een wagen.
«SSINGEN DER RAADSELS DIT
HET VORIGE NUMMER.
in ruiter te paard,
schoorsteenveger,
was de zoon van A en C was de
J| I Wïtó uc own van n vu v wno ut,
an B dus ze waren toch maar met 3.
'ge e klok, in mij gaat het uurwerk, en
stilsta, lieg ik, want dan wijs ik een
rd uur.
O
sla
Griet
1 i f a n t
brand
ons
t
lam pen Kampen,
on en kers.
>nze oogen, men kan knippen met de
Nd i
door
C. E. DC LILLE HOGERWAARD.
Jetje zou voor 't eerst in t water
In de groote, groote zee.
't Leek het kleintje zoo plezierig.
Maar.... het valt haar toch niet mee!
Alle and'ren dansen, springen.
In de golven. Wat een pret!
En zij zeggen tegen 't kleintje:
Geef me maar een handje. Jet!
Maar ons Jetje schudt haar hoofdje
En staat schuchter aan den kant.
Eén voet steekt zij ln het water.
D'and're staat nog op het strand.
Kom dan. Jetje! klinkt het lachend.
Zeg eens. Waarom durf je niet?
Jetje's lipje trilt bedenk'Hjk
Waarom heeft ze nu verdriet?
Zeg dan maar. vraagt Mies. haar
zusje,
Wat is 't toch. dat er aan scheelt?
Zij begrijpt niet waarom Jetje
Niet met hen in 't water speelt.
En dan klinkt het o. zoo zachtjes:
Mies.ik ik ben heusch niet stout!
Maar het.we wa water is zoo
Zoo verschrik verschrik'lijk koud!
Laat er eerst wat warm bij loopen.
Net als Moeder doet bij 't bad!
Lachend knuffelt Mies het zusje.
Jetje ls een kiene schat!
(Nadruk verboden).
Ze zwoegden vroeg, ze zwoegden laat.
Ze zwoegden heel den dag
Voor 't nestje, dat in 't jonge groen
Zoo stil verscholen lag.
Ze bouwden saam dat nestje op.
Dat nestje, warm en zacht.
En toen het vrouwtje broeden ging.
Hield 't mannetje de wacht.
Hoe klagend klonk zijn droef gepiep
Hoe angstig vloog hij rond.
Toen plots'ling bij het kleine nest
Een wreede jongen stond!
Maar ach. het smeekend hulpgeroep...
Door niemand werd 't gehoord!
En ruw heeft toen een jongenshand
Dat blij geluk verstoord.
Nu schommelt er in 't jonge groen
Een nestje zacht en teer.
Maar wreed geplunderd is 't helaas.
Het bergt geen eitjes meer!
En als de avond zachtkens daalt.
Als 't duist'ren gaat rondom.
Dan zitten bij het leege nest
Twee vogels droef en stom!
R. WINKEL.
(Nadruk verboden).
door
C. E. DÉ LTT.LK HOGERWAARD.
Kareltje lag dezen winter
Heel wat weken ziek in bed.
D'and'ren mochten buiten spelen:
Piet. Marietj' en kleine Jet.
Kareltje moest drankjes slikken.
Eetlust had hü bijna niet!
O. hij kon ziin broer benijden:
Schaatsenrijden ging vaak Piet. I
Moeder las hem wel eens voor maar,.,.
Dikwijls was hü lusteloos.
's Nachts lag hü in bed te woelen.
Vroeger sliep hij als een roos!
Tegen 't voorjaar knapte Karei
Eind'lük eind'lijk langzaam op!
Dokter zei: Ik ben tevreden,
Als ik op zijn rugje klop!
En nu ls hij heel'maal beter
Loopt dan ook weer vroolijk rond.
Guitig zegt hij'k Heb gemerkt. Moes.
Ziek ziin is toch niet gezond!
(Nadruk verboden).