DE DEBATTEN IN HET
ENGELSCHE LAGERHUIS.
ffuuwe pryxMi...
Losse nummers van ons Blad
7fi,te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 3 Mei 1935
Vijfde Blad
No. 23040
VERKLARING VAN MAC DONALD.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
IIIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIR
Illlllllillllilllllllllllllllllllllllllllllllllliii
De publieke tribunes en de diplomaten-
»s van het Lagerhuis waren geheel ge
lid met belangstellenden, toen de met
aiming verwachte zitting gistermiddag
j aanvang nam.
Mc Donald aan 't woord.
Mac Donald, de Britsche premier, opende
debatten met een redevoering, waarin
zeide, dat de voornaamste bedoeling
ideze vergadering was, een overzicht te
itn van de Europeesche situatie in het
jit van de conferenties van Rome, Parijs,
oden. Stresa en Genève.
Jet is echter," aldus de premier, „thans
piogeUik, de op die conferenties bespro-
j kwesties afgescheiden te houden van
iele algemeene overwegingen op het ge
ld der bewapening. Ik hoop echter, dat
k Inderdaad van algemeenen aard zul-
blijven, wijl wij een anderen dag, zoo
üedlg mogelijk ln deze maand, zullen
itemmen voor een beschouwing over de
lionale bewapening met betrekking tot
wijziging, onlangs aangekondigd of
ids tot stand gekomen ln de strijdmid-
[en van de mogendheden van het con
sent.
Als gevolg van de conferenties te Rome,
rijs en Londen ls lndertild een publl-
tie verschenen, bekend onder den naam
.verklaring van Londen". Het was een
rklaring van gansch bijzondere beteeke-
ZU bevatte speciaal de mededeeling,
t een der doeleinden van de voorgeno-
onderhandellngen een wapenlngsac-
jrd was, dat ln vrijwillig overleg met
liischland en de andere mogendheden
gesloten worden, en ln de olaats
treden van de militaire clausules van
V van het verdrag van Versailles. Had
kunnen geschieden, dan ware het
tste deel van onze onmiddellijke Euro-
isehe gevaren daarmede uit den weg
uimd.
verklaring van Londen gaf duidelijk
tonnen, dat wij ons van het regime van
llles losmaakten en een nieuwen
van Europeesche betrekkingen wil-
scheppen, gebaseerd op vrije onder-
idelingen over de veiligheid en gewa
lde machten.
3 Februari waren regeeringen gelijk
Engelsche geduldig begonnen den goe-
til in Europa te herstellen en hadden
ttn goede reden te gevoelen, dat de
itzichten beter werden en toen kor-
)d later Dultschland de verklaring
ardde, ln ieder geval als basis voor
jekingen, werd haar hoop versterkt,
was ten zeerste te betreuren, dat op
oogenblik de Duitsche regeering haar
lemen te kennen gaf, den algemeenen
Iplicht op te leggen en een militaire
ilstrijdkracht in het leven te roepen,
historicus zal daar later nog heel wat
Ie wijzigen hebben, maar de politicus
t de actueele situatie practlsch en ob-
el onder de oogen zien en met kalm.
ind verstand, besluiten tusschen het
leven van een poging tot opbouwing
een VTedessysteem ln Europa, of uit-
m naar veiligheid ln zoodanige combi
nes van pure kracht als nog nooit
■nd van den oorlog gered hebben, en
ook nooit zullen doen.
"anneer men de toekomst onder oogen
is het goed er aan te denken, dat
Mer openlijk de bereidheid en vastbeslo-
heid bekend heeft gemaakt van de
tehe regeering om zoowel de letter
len geest van het verdrag van Locarno
lanvaarden.
De verklaring van 3 Februari heeft al-
"leene voldoening over geheel Europa
ekt. omdat het den aanvang beloofde
een gezonde Europeesche regeling.
Ulets is te Stresa gedaan, dat die ver
eng gewijzigd heeft. Inderdaad beves-
lt de tekst van de conclusies van Stresa
lerom punt na punt. die verklaring van
'den en het is van belang dit met na-
dc uiteen te zetten.
be Londensehe verklaring deed voorstel-
voor het doen verdwijnen van zekere
'kale en Oost-Europeesche ongerust-
jtn en regeling door een systeem van
t-lnterventie en onderlinge veiligheids
ei). Engeland was niet direct betrokken
deze voorstellen, doch beschouwde ze
M vriendschappelijke belangstelling en
It van advies dienen, waar dat ge
acht was of nuttig.
wat Midden-Europa betreft, stelde de
'aansche regeering voor een conferen-
bjjeen te roepen van regeeringen, die
lrJiJ betrokken waren, met inbegrip
"Dultschland, teneinde een plan-te be-
«eken.
kc Britsche regeering wilde te Rome
kt vertegenwoordigd worden door een
megatle, aangezien het duidelijk was, dat
11 geen nieuwe verplichtingen in dit op
ent op zich nam. Zij zou echter ver-
Itowoordigd zijn door een waarnemer,
«dat zl] in het nauwste contact bleef
den loop der besprekingen en daartoe
bijdragen op elke wijze, die nuttig
"een en gepast.
'•at Oost-Europa betreft, .Duitschland
"et bijzonder is in staat waardevolle bij-
agen te leveren voor een systeem van
''Meid in die streek. Tijdens het bezoek
Simon aan Berlijn verklaarde Hitier
nft-i J® z"n te onderhandelen over een
iim non-agressiepact met de
ropeesehe landen en ofschoon men ge-
Pi had dat Dultschland bereid zou zijn
'e treden tot een breedere regeling,
J*®en tcch de doorHitler naar voren
iftiL, voorstellen niet. laten vallen en
trouwt men, dat Duitschland zelf
rel» stapPen zal doen om in meer con-
!p v„ vorm he gedachte te bevorderen, die
aanseller heeft geformuleerd,
Seen reden om aan te nemen, dat
giinnl noti-agressle-oacten niet zouden
te(J "".aamengaan met het pact van
Itsnv,?-, c'len bijstand, waarover thans
handelt met he sovjetreveer'ntf
RECLAME
3785
mtins Inziens
7onr**n die
Lid,,,"nder kunnen aanvullen en
Jt°eui'.c t t°t de scheoplng van een
liuid ,®e„ svsteem van collectieve vellig-
n Oost-Europa. WIJ zijn nimmer van
Qk
MAfifilS SOEPEN
ITlMWWl INTABLETTEN
VANAF 1 MEI 1935
meening geweest en zijn het ook thans
niet, dat een systeem van veiligheid ge
reed kan komen, zonder deelneming van
Dultschland.
Maar, het is alles behalve wenschelijk,
dat, wanneer pogingen worden gedaan om
een systeem van samenwerking en van
goeden wil tot stand te brengen, met mede
werking van Dultschland, dit land soort
gelijke eenzijdige verklaringen de wereld
ln slingert, als welke onlangs te Berlijn
betreffende de vloot- en luchtmacht zijn.
afgelegd en die den vredesgeest in geheel'
Europa volkomen verstoren.
Vóór alles moet het wederzijdsche ver
trouwen worden hersteld, opdat de gunstige
resultaten van Internationale onderhan
delingen zich kunnen voelbaar maken.
Wij geven toe, dat de omstandigheden
zich sinds de conferentie van Stresa heb
ben gewijzigd, doch de doelstelling van de
toen afgelegde algemeene verklaring blijft
nog het streven van de Britsche buiten-
landsche politiek.
Verder besprak MacDonald nog meer be
paald de vlootquaestie en het probleem van
de veiligheid in de lucht. Wat de Duitsche
aankondiging van den bouw van duikboo-
tenbetreft, verklaarde MacDonald. dat dit
een zeer ernstige quaestie was, waarvan hij
het belang geenszins zou trachten te mi-
nlmallseeren Engeland bleef echter bereid
met Duitschland ook daarover te onder
handelen en wel op gelijke wijze als met
Amerika en Japan onlangs over de vloot-
polltiek onderhandeld was. De besprekin
gen zouden in de tweede helft van Mei
plaats vinden en het resultaat er van zou
dan onmiddellijk medegedeeld worden aan
de regeeringen van Washington en van
Tokio, alsmede aan Frankrijk en aan
Italië, want Engeland heeft niets te ver
bergen en heeft geen geheime bedoelingen.
Wat onze luchtmacht betreft, heeft de
verklaring van Hitier, dat de Duitsche
luchtmacht zich reeds op voet van pariteit
met de Engelsche bevond, een schok doen
gaan door verscheidene lagen van ons volk.
Het is nog zoo kort geleden, dat Baldwin
zijn verklaring over den stand van de
Duitsche luchtmacht in dit Huis heeft af
gelegd. en reeds nu. nauwelijks eenlge
maanden later, moeten wij al hooren, dat
de toen verstrekte cijfers onjuist waren en
de Duitsche luchtmacht al veel sterker ls
dan wij toen vermoedenkonden. Echter
heeft Baldwin toen ook namens de regee
ring verklaard, dat Engeland niet zou toe
laten dat de Duitsche luchtmacht sterker
zou zijn dan de onze, en ik verklaar thans
met den meesten ernst, dat ook deze ver
klaring van kracht blijft.
Een gevoel van inferioriteit kan Enge
land ter zee en ln de lucht natuurlijk niet
dulden, en de regeering heeft reeds stappen
gedaan om het tempo van ons bouwpro-
gram te kunnen versnellen, zoodat wij niet
achter zullen blijven.
Dit beteekent echter volstrekt niet, dat
wij aansturen op of zullen meedoen met
een nieuwen wedstrijd in bewapening ln
de lucht Wij willen integendeel door vrije
onderhandelingen met alle betrokken re
geeringen zorgen, dat aan een onzinnigen
en rulneuzen wedstrijd nog voor hij kan
beginnen een gebiedend halt wordt toege
roepen. Ik mag deze methode van vrijwil
lig overleg wel met eenigen nadruk aan de
Duitsche regeering aanbevelen, want van
haar zal ln de eerste plaats moeten af
hangen of dit overleg vruchtdragend zal
kunnen zijn.
Wij zoeken geen militaire allianties,
maar wij zijn bereid om met alle andere
regeeringen wegen en middelen te blijven
zoeken om tot een internationale overeen
komst te geraken, die collectieve veiligheid
en vrede zal verzekeren en aan de bewa
peningen een groote beperking zal opleg
gen. Wij verheugen ons in het bijzonder
over de goede verstandhouding, die wij in
dat opzicht met de Frannsche en Italiaan-
sche regeeringen hebben geschapen, maar
Iedere regeering die m#t denzelfden goeden
wil bezield ls. zullen wij bij deze bespre
kingen van harte welkom heeten. Het al
gemeen uitzicht is hier en daar nog don
ker en niet vrij van gevaar, maar juist
daarom is het dubbel onze plicht om de
politiek van verzekering van den vrede
door onderling overleg te doen zegevieren.
Voor deze politiek roep ik medewerking in
van alle partijen en alle leden van dit Huis.
Het debat.
Nadat MacDonald ziin rede geëindigd
had kwam Lansbury. de leider der arbei
derspartij. aan het woord, Hü verklaarde
diep teleurgesteld te ziin over de mededee
ling van den eerste-minlster. In plaats
van een plan tot organisatie van den vrede
en tot waarborging van den vrede had men
slechts een aankondiging van nieuwe be
wapening te hooren gekregen. Waarom
werd er geen poging gedaan om den lucht
oorlog voor goed onmogelijk te maken?
Hitler had Indertijd verklaard, dat Dultsch
land bereid is ieder wapen af te schaffen,
dat door de andere mogendheden eveneens
wordt afgeschaft. Heeft MacDonald daarop
riiëts anders te antwoorden dan dat men
op Hitlers woord toch niet vertrouwen
kan?
Samuel, de leider der liberalen uit de
oppositie, deed een feilen aanval op het
tegenwoordige regiem in Duitschland. maar
meende niettemin, dat Engeland zich van
alle verdere verplichtingen op het. vaste
land moet vrühouden In de eerste plaats
hebben de andere landen ook groote schuld
aan wat er thans zebeurt en in de tweede
plaats zou het zeer moeilijk ziin de ver
plichtingen zóó te regelen dat men zeker
heid heeft nooit ln een conflict te wor
den betrokken, waarbti men zelf geen be
lang heeft.
Austin Chamberlain (conservatief) daar
entegen bleek van meening te zijn. dat
Engeland zich nog nauw»'- "et F-ankrilk
en met Italië moest verbinden. Hii be
treurde het. dat de Enve'sebe reg"°,,tns
geen rt»=' zou n»men aan de besprekingen
over de Donaustaten te Rome en besloot
met de verklaring, dat Dultschland geen
erwten «ijst m£t
familie tomaten
koninginne selderij
rust-julienne windsor
champignon julienne ossenstaart
groente kerrv oxford
groente mei londonderry tar-julienne
vermicelli mock-turtie tomaten
recht heeft over omsingeling te klagen,
wanneer het zelf weigert met de andere
mogendheden mede te werken tot hand
having van den vrede
Winston Churchill schat, dat Dultsch
land tegen het einder des jaars in de
lucht drie- of viermaal zoo machtig zal
zijn ais Groot-Brlttannië. Groot-Brittan-
nlë ls, ondanks alle waarschuwingen. In
een hinderlaag geloopen
De veiligheid en de vrijheid, zegt Chur
chill. kunnen gehandhaafd worden door te
handelen ln overeenstemming met Frank
rijk Italië en andere groote en kleine
mogendheden, die er levendig naar ver
langen den vrede te handhaven onder het
gezag en den waarborg van den Volken
bond.
Dit sluit niet de deur voor een herziening
der vredesverdragen.
Met het stelsel van collectieve veiligheid
zullen wij defensieve krachten moeten
opstellen en samen moeten gaan met be
vriende mogendheden om ln vrede en
rust te leven err de ongelukkige misreke
ningen te herstellen, waarvan wij de dupe
ziin geworden en waarvan wij het slacht
offer hadden kunnen zijn als wil niet tijdig
gewaarschuwd waren.
Majoor Attlee van de arbeiderspartij
zei, dat de bedreiging van Hitler-Duitsch-
land ln hooge mate geschapen is door de
overwinnende mogendheden uit den oorlog.
Wij moeten er thans voor boeten, dat wtj
niet eerlijk de bepalingen van het Volken
bondsstatuut zijn nagekomen toen Duitsch-
bondsstatuut zijn nagekomen toen Duitsch
land ontwapend was.
WH wenschen nieuwe overeenkomsten,
maar lk zou er niet ln kunnen toestem
men. dat een koloniaal of ander volk on
der het nazi-regime werd geplaatst.
Attlee bepleitte de afschaffing van de
nationale luchtwapens en verklaarde ver
trouwen te hebben in een: internatlohale
politiemacht.
Cranbourne, de parlementaire secretaris
van den Lord-Grootzegelbewaarder. die
Eden zoowel op ziin jongste reis naar de
Europeesche hoofdsteden als op die van
verleden jaar heeft vergezeld, zei. er den
nadruk op leggend, dat hij geheel en al
voor eigen rekening'sprak. dat er een ver
bluffende ommekeer in den toestand was
gekomen tusschen beide reizen in.
De krachten, die met oorlog dreigen zul
len alleen kunnen worden in toom gehou
den door het besef, dat de politiek van
geweld niet zal slagen.
Als wij verklaren, zoo vervolgde Cran
bourne. dat wij bereid ziin onze verant
woordelijkheden te dragen, heb ik vertrou
wen. dat zelfs thans nog de oorlog voor
tal van jaren zal worden voorkomen, maar
als wil talmen gaan of uitvluchten zoeken,
zie lk slechts volkomen en onherstelbare
rampspoed voor ons.
De conservatief Cazalet gelooft, dat Oos
tenrijk weldra het voornaamste vraagstuk
in Europa zal zijn. Om te beletten, dat
Oostenrijk een zuiver Italiaansche kwestie
wordt, zei hij, zullen wij moeten samen
gaan met Italië en Frankrijk ter regëling
van het verdere lot van Oostenrijk en
zouden wij Zuid-Slavlë. Tsjecho-slowakije
en Roemenië moeten bewegen aan Oosten
rijk economische concessies te verleenen.
zonder welke dit land niet kan blijven
bestaan.
Simon besluit het debat.
Sir John Simon besloot het debat en
verklaarde, dat er niet de minste reden is,
voor te geven, dat de poging, om te komen
tot een regionale overeenkomst voor zoo
groot mogelijken wederzijdschen bestand
in een bepaald gebied van de wereld, in
strüd is met de beginselen van het Volken
bondsstatuut.
De Engelsche regeering blijft voorstander
van een volledige afschaffing van de
militaire en maritieme luchtvaart, mits er
een doeltreffend toezicht bestaat op de
burgerluchtvaart.
zijn behalve aan ons Bureau ook
verkrijgbaar bij de
Firma A. HILLEN - Stationsweg
Firma A. J. H. WIJTENBURG,
Haarlemmerstraat 2.
W. G. J. VERBURG, Sigarenhandel,
Heerenstraat 2.
Fa. A. SOMERW1L Az. Hoogew. 24
A. M. v. ZWICHT Breestraat 126
A. VAN EGMOND, Sigarenhandel,
Haven 2 4.
BOEKHANDEL VAN DER VEEN
Geversstraat No. 59 Oegstgeest
en aan de Kiosken.
(Van onzen correspondent,
Lente is overal in de wereld een aanlok
kelijk verschijnsel.
Berlijnsche lente denkt er niet aan, een
uitzondering te maken. En we hebben op
deze plaats, ln deze rubriek, al tal van
malen den lof van de Berlijnsche lente ge
zongen. Dat zijn van die onderwerpen, die
met wiskunstige regelmatigheid terugkee-
ren en voor welke de redacties onzer dag
bladen, en vermoedelijk ook de archieven
onzer bultenlandsche correspondenten, het
materiaal steeds hebben klaar liggen.
In vroeger, rustiger Jaren hoe lang
schijnt ons dat alles geleden!! verdiep
ten we ons in onze beschouwingen dan
werkelijk in al dat liefelijke van zonnige
Paaschdagen, beschreven den grooten uit
tocht der stedelingen naar het land, de
blanke zeilen op de eindelooze meren, de
eerste bosschen seringen in de tuinen der
rijken, en de vriendelijke bloempotten on
der de vensters der armen. De bladen had
den cliché's gereed met stemmige kerke
lijke voorstellingen, met reproducties van
beroemde meesters, die hun krachten aan
uitbeeldingen van kruisiging en opstan
ding beproefd hebben. Dichters verschenen
voor het front en boden ons hun nieuwste
invallen. Voor de thuisblijvers. Want wie
bepakt en beladen naar buiten trok, naar
verre en nabij, om er voor het eerst in het
nieuwe jaar eens even echt uit te zijn, die
keek naar geen krant en geen illustratie.
Die speurde naar vlinders en leeuwerikken
naar warme koemelk en Paascheleren. Dat
was de lente van voorheen.
Voor velen is de lente van heden eenigs-
zins anders. Hier in Duitschland alleen?
Of is het.bij u in Nederland, ls het overal
elders in de wereld eigenlijk net zoo? Ik
kan dat niet beoordeelen. De mensch kan
maar op één plaats tegelijk zijn, en zijn
horizon ls beperkt.
Om ons heen, ln deze onmetelijke we
reldstad begint de wat late Lente in alle
heerlijkheid. Die ontluikende pracht is zoo
overweldigend, dat haast niemand onder
ons er zich aan onttrekken kan. We zoeken
de zon en dat, wat wij stedelingen „na
tuur" noemen, We trekken er op uit. En
we geven aan dien uittocht iets feestelijks.
Zoo mogelijk ook van binnen uit. Den
Berlijners wordt het gemakkelijk gemaakt
Rondom de stad, in alle windstreken, ligt
de schoonheid er zoo duimendik boven op,
dat men maar de oogen behoeft open te
sperren, de dennelucht in de longen be
hoeft te zuigen. Berlijnsche lente ls weelde
van geur en kleur. Het stoort niet eens
overmatig, dat het hier en daar wat over
vol van menschen is. De Berlijner is zeer
tolerant. Overtuigd, dat er veel makke
schapen in één hok gaan.
Van de lente-van-voorheen sprak ik. En
van de eenigszins andere lente van heden.
Met welk recht? Op grond waarvan?
Nu ja, dat is tot op zekere hoogte alles
subjectief. Maar ik ben nu eenmaal sub
jectief. En ik hoop en vertrouw, dat dit
den lezer lief zal zijn. Een heel enkele kéer
mag men, als anoniem dagbladschrijver,
toch wel eens laten merken, dat er in ons
gilde nog journalisten zijn, die ook iets
van zichzelf willen geven; die met die
tienduizenden en honderdduizenden lezers
en mee-lezers op de een of andere wijze
vertrouwd wenschen te zijn; geen nuch
tere kroniekschrijvers, maar warmbloedige
menschen met een geoorloofde dosis
„hart". Geen sensatiejagers, maar mee
levende waarnemers, die zich zoo nu en
dan ook eens van alle dagpolitiek weten
los te werken, en voor wie op z'n tijd de
hoogere band tusschen de menschen, van
welke nationaliteit, van welk ras dan ook,
belangrijker observatie is dan het stomme
nieuwtje of het straks weer glad vergeten
bericht.
Dit is de derde lente in Dultschland
onder de auspiciën van het zoogenaamde
Derde Rijk.
Zooeven heeft in Genève een gestrenge
Raad in naam van honderden millioenen
nlet-Dultschers over dit Derde Rijk den
staf gebroken, en juist gisteren heeft
daarop dit derde Rijk een kort, verbitterd
antwoord gegeven. Aldus zijn de nieuwe
geluiden van deze nieuwe Lente. Aldus be
gint, ook hier in Duitschland, het nieuwe
jaarlijksche ontwaken, de eeuwige opstan
ding. Met haat en miskenning wederzijds.
Een paar dagen geleden schreef me een
goede vriend uit Amsterdam: „Het is
helaas een feit, dat de anti-Duitsche stem
ming in Nederland den laatsten tijd ge
weldig toegenomen is en ik geloof, dat de
kranten daaraan voor een niet gering deel
schuldig zijn." Ik had hem kunnen ant
woorden: „Het is een even treurig feit, dat
de verbittering ln Duitschland tegen alles
wat buitenlandsch is, den laatsten tijd on
rustbarend toegenomen is, en ik geloof,
dat vooringenomenheid, ophitsing en een
absoluut gebrek aan kennis van de ware
Duitsche mentaliteit daaraan ten deele
schuldig zijn."
Heb Ik vroeger op deze plaats al niet
eens geschreven, dat we een gevaarlijke
fout begaan, indien we Duitschland en het
Duitsche volk alleen maar willen zien door
het vergrootglas van de heerschende en
overheerschende Hitleriaansche wereldbe
schouwing? Heb ik niet reeds gewaar
schuwd tegen de vereenzelviging van de
begrippen „volk" en „régime"? Mij dunkt
dat kan in deze tijden niet genoeg her
haald worden. De spanningen, die zich
ontwikkelen, hebben met deze nieuwe lente
die ze zoo graag onder schoonheid bedel
ven zou. niet het allerminste te doen. Ze
zijn een gevaar. En de eerlijke journalistiek
is er, om ze af te wenden.
Het is erg goedkoop, om in deze tijden in
ononderbroken reeksen van brieven en
berichten aan de Nederlandsche dagblad
pers alles op te sommen, wat ons ln het
Derde Rijk niet bevalt, wat tegen ons Ne-
derlandsch volkskarakter indruischt, wat
wij als verkrachting van Recht en Vrij»
heid voelen, en wat ons in dit alles te»
genstaat, of zelfs minderwaardig en ver
achtelijk voorkomt. Het kan zijn nul heb
ben, dat op excessen zoo nu en dan ge
wezen wordt, opdat we ons aan den ander
zacht spiegelen en ons sterken in dagen
van twijfel en wanhoop, die tot soortge
lijke uitersten zouden kunnen verlokken.
Welk een verwarring der gevoelens in het
Derde Rijk op het gebied der Bekentenis
sen, welk een willekeur in de domelrten
van het Recht, welk een schrijnende in
tolerantie waarheen men ziet, welk een
vernietiging van cultureel® waarden. Zijn
we in de berichtgeving daarover te kort
geschoten? Dat gelooven we niet.
Maar daarnaast: welk een overhaasting
in ons oordeel, en daardoor: welk een
tergende oppervlakkigheid.
Dultschland onder Adolf Hitler brengt
ons niet meer de zoete winsten van vroe
ger. Elke nieuwe dag knot onzen uitvoer
en doorvoer. Maar we eischen, dat alle
liefde van één kant komt. We zien alleen
het „afsperrende" Derde Rijk met zijn
politiek, die voor groote deelen van ons
volk onaanvaardbaar lijkt. We zien alleen
de bedreiging, die deze worsteling om de
nieuwe lente bij onze Oostelijke buren
voor ons eigen nationaal bedrijf met zich
brengt. We zien honderd gevaren en na-
deelen. Maar we geven ons nauwelijks de
moeite, dit Duitsche volk in zijn worste
ling te begrijpen en vergeten, dat een
eerlijke poging om te begrijpen, een dap
per kennis nemen van het vele nobele,
goede, prijzenswaardige i naast het waar-
Hjk-overvolledige aan bltter-critische af
keuring, waarvoor onze pers in verbijste
rende gastvrijheid haar kolommen open
stelt! niet alleen hoogste lof ware en be
vestiging van die nationale eigenschap
pen, die we gaarne elders erkend en ge
prezen zien; maar tenslotte ook de grond
steen voor den wederopbouw van mercan
tiele betrekkingen niet het natuurlijke
achterland, dat voor onze eigen welvaart
hoofdfactor gebleven is.
Open vraag: waarom mag ons Neder
landsche volk geen of nauwelijks kennis
nemen van de nationale herleving bij onze
Oostelijke buren? Waarom drukken wij in
hoofdzaak gebeurtenissen van willekeur,
onverstand, ontolerantle, vrijheidsbeper
king, wrijving, opvlammend verzet, bui-
tenlandsche veroordeeling? Waarom prij
zen we niet de ongehoorde krachtsinspan
ning, die alles op die ééne kaart waagt te
zetten: „herstel van volkskracht door
geloof ln eigen waarde?" Waarom spie
gelen we ons niet, door eerlijke bericht
geving, aan de prachtige nationale geest
drift van het Jonge Duitschland, dat zich
met weergaloos élan in de nieuwe lente
stort en naar Idealen streeft, die ons allen
dierbaar behoorden te zijn?
In de jeugd van Warschau of Praag of
Rome zien we deze renaissance der groote
doelen met welbehagen; in die van Berlijn
en Dusseldorp en München spieden we
alleen maar het gevaar. Het eeuwige
axioma, dat dit Duitsche volk op strijd en
verovering uit ls, groeit altijd weer uit tot
een stemming, die deze denkbeeldige be
dreiging tot een realiteit maakt. Niemand
voelt dit sterker dan de gemiddelde Dult-
scher zelf. Het is de diepste oorzaak van
zijn minderwaardigheidscomplex. Ik meen
hem te kennen, waar ik hem waargenomen
heb in lange jaren van oorlog en vrede,
in tijden van ongehoorden voorspoed en
in dagen van schrijnende vernedering.
Zijn uniform, zijn uiterlijk vertoon, zijn
zucht naar georganiseerde demonstratie
van staatsheerlijkheid, dit alles is zijn
„hebby". Bezit hij het eenmaal, dan is zijn
Innigste wensch, dat men hem in het
ongestoord bezit er van lEiat. Het is niet
zijn wensch, er den ander mee te storen.
Wil ik daarmee ontkennen, dat er te
allen tijde politieke warhoofden ook in
Duitschland geweest zijn en nog zijn, die
van strijd en verovering droómen? Ik
denk er niet aan. Maar ik geloof, dat we
dezen onsterfelijken „Al-Duitschers" een
kans uit duizenden geven, als we mee
helpen, het groote volk aan onze Oost
grens ln een verbittering te drijven, die
een voortreffelijke voedingsbodem vooi1
onruststokers is. En lk geloof, als goed
Nederlander, dat eerlijke en vruchtdra
gende nabuurschap mogelijk is, ook met
dit Derde Rijk, en juist in deze tijden,
waarin een goed woord wonderen doen
kan, mits we niet volharden ln de onver
standige rol van rechter, maar te rechter
tijd overwegen, of ons oordeel niet te
louteren ls door kennis te nemen van de
geheele waarheid.
De Nederlandsche berichtgevers in
Duitschland doen sinds twee jaren de
ervaring op, dat de Hollandsche lezer
en hier speelt helaas de eigen binnen-
landsche politiek een rol, die aan de wor
telen knaagt van onze eens welverdiende
journalistieke reputatie over een mach
tig buurvolk voorgelicht wordt volgens een
methode, waarvan het gevaar niet mag
onderschat worden. Een methode, die met
zich brengt, dat in zeer vele kolommen
vrijwel alles zwart, in zeer enkele alles wit
geschilderd wordt.
De waarheid is anders. Er is veel zwart,
er is nog meer wit ln het Derde Rijk der
Dultschers. Onze buren beleven een over
gangstijd. ZIJ vechten op twee fronten.
Naar binnen en naar buiten. En omdat
zij menschen zijn en niets menschelijks
hun vreemd is, maken zij fouten zonder
taL Wijzen wij alleen op die fouten, dan
ls het een kinderspel, de groote meerder
heid van het Nederlandsche volk in een
gevaarlijke, tot niets nuttige antl-Duitsche
stemming te drijven. Beschrijven we
critiekloos en uit doorzichtige motieven
alleen het positieve, het werkelijk of
schijnbaar indrukwekkend-bereikte. dan
kweeken we bij een Nederlandsche min
derheid de even gevaarlijke overtuiging,
dat alles wat het Derde Rijk doet, voor
ons redding uit de ellende beteekent, als
we het maar navolgen.
Maar er ls een derde weg: kennis nemen
ook van het goede, het mooie, het krach
tige. het moedige, dat hier valt op te
merken. En wel met volkomen uitschake
ling van de vraag, of die objectiviteit
jegens het Duitsche volk dat op waarheid
recht heeft, bi.i ons te lande met kleine
partijbelangen in wriiving geraakt. Hoe
veel grooter kan die wiivine worden, als
straks eenzhdig oro-Dultsche bericht
geving met al dat goede van de Duitsche
herleving enk de groote nadeelen mee
b'nnppcrnokkelt!
Moed om waar te ziin is een van die
p*—pn e»h o nn°n waaraan on pp nnvpr»ete-
micp von'ngin-Mopdpr epHacht moet. beb-
bpn. toen ze ons v"nrhield. dat deze "an
grootheid van gebied en getalsterkte
onafhankelijk is. ROLAND.