i li ïït
Staphorst ter stembus - Felle brand in den grooten IJ-polder
8 m «Q
LIEFDE EN POLITIEK
76ïte Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
ALS PASCHBN IN AANTOCHT IS worclt in verschillende streken van ons land het beschilderen van
Paascheieren druk beoefend. Een Paaschlammetje, dat er het zijne van weten wil.
t. i<k
EEN NIEUWE MAST VOOR nET KONINKLIJK JACHT „BMTTANIA". Een nieuwe mast
is te Portsmouth op de ,,Brittania" geplaatst. Foto genomen uit de kraan, die den mast plaatste.
HE DOCHTER VAN LORD EN
„luchtcircus" v
LADY MAXWELL die als parachute-springster behoort tot het bekende
an den beroemden vlieger sir Alan Oobbam, tijdens een sprong
van een vliegtuig af.
EEN ZEER FELLE BRA.m) heeft gewoed in den grooten IJ-polder bij Amsterdam.
Eon boerderij, bewoond door A. v. d. Bijl, brandde tot den grond toe af-
Niets kon worden gered.
door WILLIAM LE QUEUX.
Vertaling W. H. C. B.
31)
„De hemel zij dank! Vertel mij nu eens,
heeft Salcedo ooit met jou over hem ge
sproken?"
Loven schudde het hoofd. „Maar één
keer, toen Renvall op eenigszins dramati
sche wijze uit Boekarest ontsnapte; de
bijzonderheden daarover waren te vinden
in alle couranten, die ik nasloeg en Felix
zei kortaf„Ik ben blij dat hij veilig weg
kwam. Het was een oud vriend van mij. Ik
heb hem reeds als jongen gekend. Na die
opmerking hield hij zijn mond. Ik had
hem gaarne uitgevraagd, maar ik wist dat
ik niets uit hem zou krijgen".
„Goede oude Felix! En waar woont die
Renvall?"
„Hij verhuisde ongeveer een jaar geleden
van Bloomsbury. Hij woont nu in Blantyre
Road. Chiswick. Er staat een koperen plaat
op de deur met de vermelding dat hij
leeraar m talen is Hij geeft les op eenige
scholen in de buurt van Richmond".
„Morgenavond ga ik naar hem toe", zei
Gerald. „Overdag zal hij wel bezet zijn.
Hartelijk dank dat je hem zoo vlug hebt
ontdekt. Voor wij scheiden is er nog iets
anhers waarover ik je wil spreken".
Hij vertelde Loven van de gebeurtenissen
in Weenen, de bijzonderheden van het on
derhoud tusschen den minister-president
Tarangul en de beide ellendelingen Lou-
hoif en Stephanie Ghika.
„Ik heb de prinses beloofd dat ik mijn
best zal doen om hem te verschalken", be
sloot hij. „Wij onderdrukten de laatste re
volutie onder leiding van Salcedo. Nu zou
ik graag zien dat jij ook overkwam. Op den
terugreis zal ik te Parijs overblijven en
trachten om Dolores Victoria voor het
zelfde doel te winnen. Maar in de eerste
plaats wil je mij helpen? Het zal geen
moeite kosten om verlof te krijgen, want
wij werken nu in het belang van het
Britsche gouvernement".
En Paul Loven antwoordde met meer
vuur dan hij gewoonlijk ten toon spreidde.
„Natuurlijk zal ik komen. Die vuile hon
den! Dus gaan zij nu aan het moorden.
Een klap op het hoofd van den armen
ouden Nlcolaas, een dolk in het hart van
de mooie jjrinses. Wel, Danecourt, wij zul
len ons best doen om hen in de door hen
te graven kuil te laten vallen. Dolores Is
een goede partij voor Stephanie. En wij
samen lk hoop dat ik niet te veel snoef
zullen mijnheer Loukoff voor onze reke
ning nemen".
HOOFDSTUK XX.
Den volgenden morgen had hij een on
derhoud met Greatorex op het ministerie
van buitenlandsche zaken
Gerald vertelde dien veteraan-diplomaat
van de samenzwering, die besproken was
in de kamer van den minister-president,
van zijn onderhoud met de prinses en de
gravin von Salzberg en de aanwijzing door
de laatste gegeven.
Greatorex keek hem goedkeurend aan.
„Je bent zeer handig, Danecourt en je hebt
ook het geluk dat de stoutmoedigen dik
wijls begunstigt. En dus heb je beloofd
om nav Vanjuia te gaan om de revolutie
tegen te werken en Loven en Dolores Vic
toria zullen met je mede gaan. Nu, dat is
een geducht trio".
„Maar die documenten!" riep Gerald be-
geerig uit. „Als het blijkt, dat zij in het
bezit van dien Renvall zijn, dan zullen ze
van onberekenbaar groot belang zijn".
Greatorex was niet zoo opgewonden
daarover als Danecourt. „Als, en als, mijn
beste jongen", zei hij rustig. „Er hangt
veel af van dat belangrijke woordje. In de
eerste plaats heeft hij ze ontvangen? Ik
geef toe dat er een redelijke kans is, dat
hij ze heeft. In de tweede plaats als hij die
stukken heeft, zullen ze dan zoo belangrijk
zijn als jij denkt?"
Het was de stem van den voorzichtigen
ouderdom, gelouterd door vernietigde
illusies en teleurgestelde hoop, die sprak
tot de vurige en optimistische jeugd. Da
necourt werd eenigszins bekoeld. Grea
torex. de goede kerel, was niet bemoe
digend.
Hij zag de teleurstelling op het gelaat
van den jongen man. Door zijn cynische
opmerkingen had hij hem ontmoedigd.
Pessimisme is wellicht verstandiger, doch
optimisme maakt iemand sterker
Hij haastte zich om zijn fout te herstel
len. „Houdt het mij ten goede, mijn beste
Gerald, dat ik zoo sprak. Wij zijn genood
zaakt om te wikken en te wegen en te
waarschuwen voor onbezonnen en vruch-
telooze verlangens. Die critiek is echter
dikwijls eerder vernietigend dan opbou
wend. En wij overdrijven dikwijls".
Danecourt glimlachte
„Hoe het ook zij" besloot Greatorex
openhartig, „de toekomst behoort aan.
jullie jonge mensehen, met jullie heerlijk
optimisme en rustclooze energie. Ik hoop,
dat je zult verkrijgen wat je verwacht. En
nu tot weerziens. Kom bij mij zoodra je
iets weet".
Denzelfden avond klopte Gerald aan de
deur van het kleine huis in Chiswick van
doctor Garvor Renvall.
Een meisje opende de deur, liet hem in
een spreekkamer en nam zijn kaartje
mede. Eenige oogenblikken later verscheen
Renvall.
Hij was een opvallende verschijning,
lang. mager en waardig. Zijn haar was
sneeuwwit en deed hem tien jaar ouder
schijnen dan hij werkelijk was.
Loven had voor Gerald's gemak een
korte beschrijving van zijn loopbaan ge
geven. Hij was een vurig revolutionnair
van het idealistische type, een ijverig
aanhanger van de broederschap der
menschen.
Zijn manieren waren uiterst hoffelijk.
Hij hield Gerald's kaartje in zijn hand en
ging naar hem toe met een beleefde bui
ging en sprak hem aan in een Engelsch,
dat smaakte naar taalboeken.
„Ik ben zeer vereerd, mijnheer Dane
court, door uw bezoek. Wenscht u onder
richt in een bepaalde taal? Ik zie. dat u
diplomaat is. In het Duitsch ben ik zeer
bedreven, Fransch ken ik door en door,
hoewel ik niet het Parijsche accent heb.
Wellicht andere talen, Hongaarsch of
Poolsch".
„Neen, mijn waarde doctor, ik heb u niet
bezocht om onderwijs in talen te krijgen,
Duitsch en Fransch ken ik vrij goed. Ook
kan ik mij behelpen met de landstaal van
uw ouden vriend Felix Salcedo".
„Zoo, zoo, kent u mijn waarden Salcedo?
Ik heb in vele maanden niets van hem ge
hoord. Hebt u eenig bericht van hem?"
„Mag ik u eerst iets vragen, doctor
Renvall?"
Deze boog toestemmend het hoofd.
„Is het juist of niet, dat u uw ouden
vriend bij zijn laatste bezoek in Londen
ontmoette? Wacht, ik zal u den juisten
datum zeggen". Hij keek in zijn notitie
boekje en noemde den datum.
„Zeker", zei de doctor rustig,
„Ik ontving 's morgens een telegram,
waarin hij mij vroeg hem aan het Victoria
Station te ontmoeten, waar hij van het
vasteland zou aankomen. Ik deed dat en
moest lang wachten, omdat de trein te
laat was".
Gerald's hart klopte van vreugde. Deze
eenvoudige grijsaard zou hem van dienst
zijn.
„Ik hoorde van een dame, aan wie Sal
cedo zeer gehecht was, een zekere gravin
von Salzberg, dat er een hechte vriend
schap tusschen u en hem bestond. Ik denk,
dat u haar niet kent".
Neen, Renvall had Salcedo wel over haar
hooren spreken, doch haar nooit ontmoet.
„Uw inlichting is zeer juist, mijnheer
Danecourt", verklaarde hij. „Ik kende
Felix van kind af, ik was eenige Jaren
ouder. Ik beschouwde hem steeds als mijn
besten vriend en hij was zoo goed om te
zeggen dat hij mij in hetzelfde licht zag.
Gedurende vele jaren waren wij onaf
scheidelijk, maar later zijn onze levens
paden uiteengeloopen. Maar de oude ge
voelens heb ik nog".
Ik moet u helaas een treurige mede-
deéling doen. doctor Renvall. Uw oude
vriend is niet meer. Nadat hij u verliet
moet hij rechtstreeks naai- mijn club zijn
gegaan. Hij stapte af in Majestic. Den vol
genden morgen werd hij dood in zijn bed
gevonden. Hij was vermoord!"
(Wordt vervolgd).