Bezoek H.M. de Koningin aan de Landbouwhoogeschool te Wageningen LIEFDE EN POLITIEK 768le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. i i i door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling w. H. C. B. 82) Hij was boos op zich zelf, omdat hij had toegegeven en boos op zijn minister, om dat hij was blijven aandringen. Hij was moede van alles en van het regeeren in ihet bijzonder. En zijn verstoorde gevoelens kwamen tot uiting tegen de eenige per soon op aarde, die hij ten volle kon ver trouwen. "DaS aah dag, dezelfde zorgen, dezelfde elndelooze vraagstukken. Zita. Wat waren dat juiste woorden van Shakespeare, ,,hoe ongemakkelijk rust het hoofd, dat een kroon draagt". "Y. ^ac^t dat u de kroon gemakkelijker zoudt kunnen dragen, toen u haar aan nam antwoordde de dochter met een treungen glimlach. „Ik was een dwaas, mijn kind en wist ooe goed ik het had", riep de ont goochelde koning uit. „De gelukkige dagen in Parijs, toen ik als particulier leefde en toch genoot van de niet geringe voorrech ten van een vorst, zonder eenige verant woordelijkheid te dragen! Auteuil, Long- champs! De herinneringen daaraan laten mij niet los! En hier zijn wij gedoemd om te leven in een onbeschaafd land, in een paleis, dat nog minder is dan een tweede rangs hotel in Parijs en waarom? opdat ik mij een koning kan noemen en gij een dochter des konings!" Zita sprak op bezadigden toon. „Het was misschien niet verstandig om zulk een kroon aan te nemen maar nu u haar heeft aangenomen, zou het dan niet min derwaardig zijn om haar met eigen hand weer af te zetten. Vecht er tenminste voor!" Haar onversaagdheid deed zijn knorrig heid verdwijnen. In haar ziel vond zij die kroon geen ernstigen strijd waard. Maar zij gevoelde, dat zij hem moed moest in spreken. Zij wist hoe hij zijn zorgeloos leven in Parijs betreurde, maar zij durfde deze herinneringen niet op den voorgrond te brengen. „Ja", zei hij langzaam. „Men moet niet toegeven zonder strijd. Maar die Mlranoff speelt eiken dag meer de baas. Dat zeg ik je!" Hij gaf een beschrijving van hun laatste gekibbel. Toen hij daarmede gereed was, deelde de prinses haar oordeel mede. „Miranoff had gelijk. Die arme drommel moet zijn vonnis ondergaan om anderen af te schrikken. Zou Oostenrijk of Duitschland zoo'n schelm gratie geven?" Toen vertelde zij hem van haar bezoek bij Danecourt. Zij beschreef wat Gerald had afgeluisterd in Golder's Green. De koning luisterde aandachtig. „Ik begrijp het", zei hij, „zij vreezen den jongen Danecourt, zijn energie, zijn verstand. Zij willen dit arme koninkrijk door eerlijke of oneerlijke middelen doen verdwijnen". „Juist", viel Zita in de rede. „De eer lijke middelen zijn: een huwelijk met prins Albert met andere woorden, zij willen het op vreedzame wijze inpalmen". „Dat mijn kind, zal nooit gebeuren. Jij moogt je nooit opofferen. Wij zullen, zooals jij gezegd hebt, vechten voor deze kroon, die door onze machtige buren wordt be geerd". Hij trok haar naar zich toe en kuste haar hartelijk en zij beantwoordde zijn liefkoozingen. Veertien dagen later zat Zita. alleen in haar boudoir. De gravin von Salzberg kwam binnen met een boos gezicht. „Die verschrikkelijke Turk is daar, uwe koninklijke hoogheid. Hij verzocht hij om een onderhoud met u te mogen-hebben". Zita's gedachten vlogen onmiddellijk terug naar dien avond in Brighton, toen zij terugkwam van het onderhoud met Gerald Danecourt en Izzedhi Effendi bij de ningang van hotel Bristol ontmoette. „O, ik was hem vergeten. Nada. Laat hem dadelijk binnen komen". Nada boog en ging heen. Om de een of andere reden haatte zij dien dikken Oos terling. „Duizendmaal vergeving ,uw koninklijke hoogheid, dat ik tot u kom. Maar ik ben gekomen om uw koninklijke hoogheid te herinneren aan uwe kleine belofte. Ik wil niet zoo onbescheiden zijn uw koninklijke hoogheid te helpen herinneren, waar die werd gedaan". De prinses glimlachte vriendelijk. „Gaat u zitten. Ik heb het niet vergeten, ik heb u reeds verwacht. Gij wenscht die concessie, wacht een oogenblik en gij zult die ont vangen". Het was een feit. dat zij haar belofte ge heel had vergeten in de drukke dagen, die op haar bezoek in Londen waren gevolgd. Maar de belofte moest vervuld worden Zij ging door een langen gang en trad de kamer binnen van den grooten en ont- zag-inboezemenden Miranoff. Om de waarheid te zeggen was zij zelf een beetje bang voor Miranoff. Zij gevoel de zich steeds als een kind in zijn tegen woordigheid, want hoewel hij in beginsel eerbied had voor de koninklijke waardig heid ontzag hij zich niet om zijn ont stemdheid te toonen als de koning het niet eens was met zijn strenge persoonlijkheid. Zij deed haar verzoek. Op Miranoff's voorhoofd kwamen rim pels. „Uw koninklijke hoogheid wenscht dat ik die belangrijke concessie geef aan een avonturier, van wien wij weinig weten. En het weinige dat we weten is niet ten zijnen gpnste". De prinses verdedigde zich. „Hij was ons zeer aanbevolen door Felix Salcedo. U zult het niet willen betwisten, waarde mijnheer Miranoff, dat, met uitzondering van 11 zelf, er geen getrouwer dienaar van de kroon was dan Salcedo". Miranoff gaf dat toe. „U moet ook toegeven, dat hij een menschenkenner was", vervolgde de prinses. Ja. de ijzeren eerste minister moest dat ook toegeven. „Hij verzekerde dat Izzedin Effendi's sympathieën aan onze zijde waren en dat. indien hij voorgaf, dat dit niet het geval was, dit alleen ten doel had om ons later beter van dienst te kunnen zijn". „U krijgt uw zin, prinses", zei hij met vriendelijke, doch ruwe openhartigheid. „Hier is de concessie voor uw slimmen vriend. Ik moet bekennen, dat uw oordeel gewoonlijk juist is". De prinses bedankte hem met een glim lach en ging heen met haar kostbaar stuk. Zij gaf het aan haren bezoeker. „Hier is, wat ik u heb beloofd. In Vanina houden wij onze belofte". De prinses verzocht- hem plaats te nemen. In haar hajt had zij niet het land aan dien Turk en het was haar gewoonte steeds minzaam te zijn. „Loop nu niet onmiddellijk weg anders denk ik dat u alleen hier kwam met uw verzoek. Laat ons een paar minuten pra ten. U ziet zooveel, u is nu eens hier en dan weer daar. U zult mij wel iets kunnen vertellen, dat mij belangstelling inboe zemt". „Mijn plan was om uw koninklijke hoog heid iets mede te deelen. U heeft mij een grooten dienst bewezen, prinses en daar bn ik hoogst dankbaar voor". De Turk zweeg eenige oogenblikken. Zita keek hem oplettend aan. maar zei geen woord. Hij wilde haar iets zeggen. Zijn dankbaarheid streed echter met zijn voor zichtigheid. Ten laatste sprak hij. „Als Izzedin Effendi een gunst vraagt, komt hij niet met leege handen. Er is mij veel gegeven en ik wil iets teruggeven. Ik vrees dat er moeilijke dagen zullen komen voor den koning en u". „Dat weet ik" zei Zita op treurigen toon. „Ik hoor zeer veel" ging de Turk met zwaren stem voort, „en ik vang veel op. U heeft, zooals ik vertrouw, een goeden ge heimen dienst?" De prinses haalde haar schouders op. „Zoo goed als wij onder deze omstandig heden kunnen krijgen. Salcedo was een uitstekende kracht. Paul Loven eveneens, maar hij verliet ons; hij zocht een ruime ren werkkring. Dat was ook het geval met Dolores Victoria. Wie wil dit kleine land dienen als zij dienst kunnen nemen bij groote mogendheden?" Niemand begreep dit beter dan de man tot wien zij sprak. .(Wordt vervolgd), i BE NIEUWE FRAN' SCHE STROOMLIJNLOCOMOTIEF welke KONINGIN ASTRID 1 VN BELGIë bezocht arme gezinnen te DE VOLKSDAG VERKIEZINGEN" IN DANZIG. Goring inspecteert bij gebruikt zad worden op de lijn ParijsCourtrai, die geholpen worden door het Koningin-Astrjd- zijn bezoek aan Danzig een eerewacht van LyonMéditernanée. ondersteuningsfonds. nationaal-socialisten. H. M. de Koningin in Wageningen. Tc Wageningen vond in tegenwoordigheid van de Koningin de overdracht plaats van de nieuwe aula der Landbouwhoogeschool aan de Regeering. Studenten zingen het Wilhelmus. EEN DER GEDEGRADEERDE OFFICIEREN die deelgenomen heeft aan den Venezilistisohen opstand in Griekenland, wordt na zijn degradatie, gehoond door het publiek, weggeleid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5