Treinontsporing - Het bezoek van de Engelsche ministers aan Berlijn LIEFDE EN POLITIEK 76s,e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Twee Je Blad FEUILLETON. DE ENGELSCHE MINISTERS NA HUN EERSTE BESPREKINGEN MET DE DU1TSCHE STAATSLIEDEN. V.l.n.r. Simon, de adjudant van Hitier Brüchner, Eden, von Neurath en de Engel&che gezant in Berlijn sir E. Phipps. BIJ HET STATION BERKEL is gisteren de laatste truck van den laatsten wagon van den trein, die 7 uur 40 van Rotterdam naar den Haag vertrok door een wisseldefect ontspoord. De wagon drong in het perron. Geen persoonlijke ongelukken. HITLER BEZOEKT SIR JOHN SIMON EN EDEN IN HET ENGELSCHE GEZANTSCHAP TE BERLIJN. Hitier bij aankomst aan het gezantschapsgebouw. HIEUW LEVEN IN ARTIS TE AMSTERDAM. Een jonge kameel in Artis DE AARDGAS-UITBARSTING geboren. Het schip der woestijn en het BIJ WEEN EN. Een groote scheepje" gemeten van de hoeveelheid aard$-^ wordt lentezon. omhoog gespoten. HET HERGA-CLUB TENNISTOERNOOI TE HARROW (ENGELAND) H. D. VISSER schipper van de op err waaraan bekende spelers o.a. Austin, Ameland gestationneerde reddingbooten, deelnemen. Miss Betty Batt is eervol ontslag verleend. In totaal in actie. heeft hij 100 menschen gered. door WILLIAM LE QUEUX. Vertaling W. H. C. B. 13) Een van het drietal was Jean Delaroche, alias Loukoff, nog steeds met een tasch in de hand. Naast hem liep de groote figuur van Tarangul de Oostenrijksche minis ter van Defensie, ook met een tasch in zijn hand. De derde was een mager jong- mensch. Gerald herkende hem onmiddel lijk als een welbekenden attaché van het Oostenrijksche gezantschap te Londen. Werkelijk, de eerste dag had goede vruchten gedragen. Een zaak was duide lijk. Tarangul was aangekomen met het bijzondere doel om een onderhoud te heb ben met Loukoff. Loukoff stond in nauwe verbinding met de revolutionaire partij in Slavonië. In dien dus Tarangul contact had met Lou koff, dan volgde daaruit onvermijdelijk, dat Oostenrijk, door middel van Tarangul, de revolutionaire partij ook aanhitste met de bedoeling om koning Nicolaas van den troon te stooten. De drie samenzweerders verdwenen in het huis, Danecourt was tevreden, „Een mooi stel", mompelde hij, „werke lijk een mooi stel. En terwijl zij samen spannen om het koninkrijk van haar vader te doen ineenstorten, wordt de arme kleine Zita geliefkoosd door de aartsher togin en door den ouden keizer op den rug geklopt. Wat een wereld". Dat maakt mij ziek. En dat ls diplomatie! Lucifers verkoopen is eervoller". De schemering viel ln. Zijn huisjuf frouw bracht hem zijn avondeten. Hij deed dat wederom alle eer aan. Toen het geheel duister was geworden, liep hij den weg op. Hij wilde ontdekken in welke kamer de samenzweerders bijeen waren. Dat raadsel was spoedig opgelost. Er scheen licht in een achterkamer. Daar waren Loukoff en Tarangul bezig hun ge meen complot te smeden. Hoe kon hij hen beluisteren? Dit was de eerste van hun samenkomsten. Toen hij den volgenden morgen wakker werd, kreeg hij een goeden inval. Hij zag Loukoff uit den tuin komen met zijn on misbare tasch. Hij zond juffrouw Briggs uit om een boodschap te doen; daarmede was zij zeer in haar nopjes. De oude, doove vrouw scharrelde ongetwijfeld door het huis No. 19, maar zij zou wel niets hooren. Hij had alles goed overdracht. Zoodra zijn hulsjuffrouw het huis had verlaten, ging hij in den achtertuin en raapte een steen op. Hij plaatste die in de katapult, die hij 's morgens had gekocht. Hij mikte op het raam van de kamer, waarin de ge heime zitting had plaats gehad. Een ruit viel in vele stukken. Hij wachtte den geheelen dag tot hij doodmoe was. In den schemeravond hield een taxi voor het huis stil en zette een vrouw af, een groote, knappe vrouw met een uit- heemsch uiterlijk. Toen Danecourt haar zag, hield hij zijn adem in. „Het complot wordt uitgebrei der", mompelde hij, „het complot wordt uitgebreider en niet mis ook. Dat is won derbaarlijk en gelukkig, Stephanie Ghlka in eigen persoon." HOOFDSTUK IX. Stephanie Ghika was een goed uitzien de vrouw van ongeveer dertig Jaren, een Hongaarsche van geboorte, een avontu rierster van beroep. Gedurende langen tijd was zij spion geweest ln Oostenrijkschen dienst en als trouwe bondgenoot van Lou koff een leidende persoonlijkheid van de revolutionnaire partij in de hoofdstad van Slavonië. Zij verdween in het huls, gehuurd door Jean Delaroche. Zou er hedenavond we derom een bijeenkomst zijn van de samen zweerders en was zij het eerst gekomen? Welnu, dan zouden zij hun bijeenkomst weer houden in de achterkamer, waar de ruit nog niet was vernieuwd. In een kwartier zou het duister zijn en gelukkig was er geen maanlicht. Hij kon over den tusschenmuur klimmen, onder 't raam kruipen en hun gesprek afluisteren. Er stond echter nog iets in den weg en dat was de tegenwoordigheid van juffrouw Briggs. Zij had een achterkamer, die zij bij bijzondere gelegenheden en 's Zon dags gebruikte Op gewone dagen be woonde zij de keuken. En men moest door de keuken gaan om in den tuin te komen. Het was ook mogelijk om er langs een anderen weg te komen, door de voordeur en langs het huis. De achterkamer had ook een openslaande deur, die op dezelfde plaats uitkwam. Welke weg hij ook koos, het was on mogelijk om juffrouw Briggs te vermij den, Bij kon gedurende een paar uren in den tuin gaan wandelen, als hij wilde en zij zou daaraan geen aandacht schen ken. zoolang zij zijne voetstappen op het grint hoorde. Maar hij wilde niet buiten wandelen; zijn doel was om over den muur te klim men. En zoodra het kraken van het grint ophield, zou juffrouw Briggs' nieuws gierigheid worden opgewekt. Zij zou een blind openen, naar buiten kijken en ont dekken dat haar huurder verdwenen was Het was dus duidelijk, dat juffrouw Briggs tijdelijk verdwijnen moest. Hoe dat aan te leggen? Het was geen gemakkelijk vraagstuk, maar niet onoplosbaar voor iemand uit de diplomatieke leerschool. Hij had daar over reeds nagedacht. Hij kon zijn huisjuffrouw in vertrouwen nemen en rekenen op haar bescheidenheid om niets verder te vertellen, zelfs niet aan haar echtgenoot. Hij kon een verhaal opdisschen en haar vertellen, dat hij detective was; dat de onverdachte Fransch man, die naast haar woonde, een gevaar lijk mensch was en dat hij bij haar kamers had gehuurd met de bedoeling hem te bespieden en aan de justitie over te leveren. Juffrouw Briggs zou een dergelijk ver haal wel gelooven. Maar toch gevoelde hij er niet veel voor. Juffrouw Briggs, daar van was hij overtuigd, zou, ondanks haar belofte om te zwijgen, zich verplicht ge voelen om alles aan Alfred over te bren gen. Op Alfred viel niet te rekenen. Deze zou hem misschien den volgenden dag het huis uitzetten. Zelfs al nam hij aan, dat hij detective was, waren zijn gevoelens toch niet zoodanig, dat hij de wet en de politie zou steunen. Er kwam een ander plan in hem op en als dat mocht falen, moest hij zijn toe vlucht nemen tot het eerste. Hij belde; het was nog een half uur voor zijn gewonen tijd om het avondeten te gebruiken. Hij wilde echter gaan eten, zoolang het licht was, zoodat hij, als zijn plan gelukte, niet verplicht was de blin den te sluiten. „Ik heb honger gekregen, juffrouw Briggs", zeide hij haar, toen zij binnen trad. „Zoudt u mijn avondeten nu willen geven?" „Met genoegen, mijnheer". Eenige oogen blikken later werd het binnen gebracht; koude kip en salade, nog een kleinigheid en kaas. Juffrouw Briggs wilde haren kostganger geen gebrek laten lijden. Terwijl zij bediende, opende Gerald zijn aanval. „U werkt toch zeer hard", zeide hij met vriendelijke stem. „Het is wel een klein huis en 's morgens heeft u hulp, dat weet ik, maar de zorgen voor alles komen ge heel op u neer. Ik geloof niet, dat u eenigen vrijen tijd heeft". De jonge vtouw lachte zelfbewust. „Ja, mijnheer, ik moet hard werken en zeer zeker harder dan toen ik in betrekking was, maar nu werk ik voor mij zelf en voor mijn man natuurlijk. En dat kan mij niets schelen, zoolang wij gelukkig zijn en ons zelf kunnen bedruipen. En dat heb ben wij, Goddank, nog altijd kunnen doen". .(Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5