76'te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 22 Maart 1935
Vijfde Blad
No. 230*3
NIEUWS UIT BELGIE,
Parijsche duels in verleden
en heden.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
VERKOUDEN
FINANCIEN.
(Van onze correspondent).
De Belgische crisis. - Onder-
grondsch geknoei tegen den
franc. Vooruitzichten op een
nieuwe regeering in nationalen
geest.
Brussel. 19 Maart 1935.
Vanmiddag heeft de Belgische regeering
ontslag genomen. De tekst van de mede-
deeling, die door den aftredenden eersten-
minister ln de Kamer werd gedaan tot
verrassing van iedereen, het dient gezegd,
want het geheim was goed bewaard hebt
u reeds gelezen. De premier zei dat, on
danks den voortdurenden ernstige finan-
cieelen toestand, waarin het land verkeer
de. de regeering het vertrouwen niet heeft
gekregen, waarop zij aanspraak kon maken
en dat zelfs een gedeelte van de meerder
heid in gebreke bleef. Bovendien heeft de
oppositie een onrechtvaardige en trouwe-
looze campagne gevoerd om systematisch
alle vertrouwen te ondermijnen. Daarom
neemt de regeering ontslag, na eerst nog
de maatregelen te hebben getroffen, die
nciodlg waren om het wegvloeien van de
kapitalen tegen te gaan en ook om de spe
culatieve aankoopen van bultenlandsche
gouddeviezen te verhinderen, door de In
voering van de wisselcontrole.
Het ontslag van de regeering is in de
ontwikkeling van de Belgische politiek een
dramatische gebeurtenis, die ln geheel het
land een diepen indruk heeft gemaakt, en
die de deur opent naar het onbekende. Dat
is het ernstige van de zaak. In politieke
kringen is de indruk, dat .de regeering den
strijd tegen de den franc ondermijnende
krachten op weinig moedige wijze heeft
opgegeven. Vele leden van de meerderheid
gaven in de wandelgangen van de Kamer
als hun meening te kennen, dat zij liever
hadden gezien, dat de regeering drastische
maatregelen nam om al de ondermljners
van den franc aan banden te leggen, dan
dat zij er 't bijltje bij neerlegde. Sommigen
waren zelfs van oordeel, dat zij eenvoudig
het parlement voor een zeer langen tijd
had moeten naar huis zenden en regeeren,
krachtig en zonder scrupules, ln het belang
van de groote meerderheid van het volk.
Öit toont aan hoe ver men hier reeds ls ge
komen ln de politieke ontwikkeling.
Een paniekstemming.
Politieke lafheid schijnt men lntusschen
moeilijk ten laste van Theunls en zijn
medewerkers te kunnen leggen, want de
toestand was op het einde van de vorige
week bijzonder ernstig geworden. In den
loop van de week ls niet minder dan 600
millloen franc kapitaal uit het land ge
vlucht, waarvan niet minder dan 250 mil
lloen franc den vorigen Zaterdag. Dien dag
de Belgische ministers vertrokken 's na
middags naar Parijs om er te onderhande
len was er een ware paniek ontstaan,
niet alleen aan speculatieve zijde, maar bij
al wie handel drijft met het buitenland.
Het pell was bereikt waarop het publiek
niet rustig meer redeneert, maar, opgeno
men ln de algemeene angststemming, op
hol slaat. Toen Maandagmorgen de decre
ten nopens de wisselcontrole ln een spe
ciale editie van het Staatsblad verschenen,
was de paniek geremd. Het feit op zich
zelf dat er iets krachtigs was gedaan,
stemde het publiek rustiger. Wie de week
wou beginnen met het vaste voornemen
zich te ontdoen van zijn francs, stond voor
gesloten loketten.
Gistermorgen reeds stond het besluit tot
ontslag van de regeering vast. Het werd
genomen in den kabinetsraad, waar de
resultaten werden besproken van de be
sprekingen te Parijs. De heer Gutt, minis
ter van Financiën ln het afgetreden kabi
net, heeft vanavond medegedeeld, dat zij
naar Parijs zijn geweest om den toestand
en de moeilijkheden ln België uiteen te
zetten, maar dat op dit oogenblik de In
voering van de wisselcontrole reeds beslo
ten was. De bedoeling was niet om van
Fransche zijde financleelen steun te krij
gen, want practisch ls de positie van de
Belgische Nationale Bank sterk genoeg
om het hoofd te bieden aan alle manoeu
vres tegen den franc, doch wel om maat
regelen te krijgen tot de zoo dringende ver
ruiming van het afzetgebied van de Bel
gische industrie en van den handel. De
Fransche ministers hebben de moeilijk
heden begrepen en hebben spontaan de
hulp voorgesteld van de Bank van Frank
rijk. Deze werd echter niet gevraagd en
economische voordeelen aan België, waar
van onmiddellijk ook andere landen, zoo
als Duitschland. zouden hebben genoten,
kon de Fransche regeering, in haar huidige
moeilijke omstandigheden, niet toestaan.
In dit opzicht is dus het bezoek aan Paxils
nogal een mtslukklg geweest.
Strijd om den franc.
Toch ls dit de oorzaak van het aftreden
van de regeering. Deze vindt haar ver
klaring ln de ondergrondsche werking, die
sedert weken van de duistere zijde tegen
den franc werd gevoerd. Men is zelfs zoo
ver gegaan te beweren, dat ln den schoot
van de regeering enkele personen waren,
die ondergronds en op onbeschaamde
wijze voor devaluatie IJverden. Om deze
reden ware het ook wel beter geweest, dat
de regeering ieder zijn verantwoordelijk
heid had laten opnemen. Het ls onge
hoord, dat leden van de meerderheid de
tegeering ln den rug schoten, en dat nog
wel voortdurend. Door ontslag te nemen
heeft minister Theunls hieraan een einde
willen maken. Het is niet uitgesloten dat,
naar een gebruik dat reeds meermalen is
gebleken achter de schermen reeds onder
handelingen hebben plaats gehad om een
combinatie ln de plaats te stellen, die
sterker zou zijn voor de verdediging van
den franc. In dezen geest wordt nu reeds
gesproken over een driepartijdige regee
ring, dus met deelneming van de socia
listen. Met het oog op den politieken hek
senketel kan men alles mogelijk achten,
maar als men rekening houdt met de po
litieke omstandigheden, dan ls daar niet
tooveel kans voor. De socialisten hebben op
alle tonen gezongen, dat alleen door het
Plan van den arbeid redding kan worden
gebracht, en men kan zich niet goed voor
stellen, dat nu een ander liedje zou wor
den aangeheven. Wat het meest tot uiting
komt ls de eisch tot. handhaving van de
goudwaarde van den franc. Dat eischt de
openbare meenlng De dubbelzinnigheid
van de socialisten op dit punt. ls ook een
belemmering voor hun medewerking aan
een nationale regeering. Vandervelde heeft
(Van onzen correspondent).
Parijs, 17 Maart.
Twee duels, die zich hier de vorige weck
met een tusschenruimtc van enkele dagen
hebben voorgedaan, hebben de vraag doen
rijzen of het tweegevecht ln Frankrijk
waarlijk weer in de mode zou gaan komen.
De eerste ontmoeting „sur le terrain"
bracht twee Corsikanen tegenover elkaar.
Corsika ls het land van de bloedveeten,
maar sinds de laatste „eere-bandlet",
Spada, die tusschen haakjes een gemeene,
volmaakt onridderlijke moordenaar geble
ken ls, ter dood is veroordeeld, komt het
niet zooveel meer voor dat Iemand een
ander het licht uitblaast alléén omdat hij
lid ls van een andere familie, die hy Slecht
zetten kan. Het is tegenwoordig vrywel
uitsluitend op het gebied van zakendoen
en politiek, dat de stryd gevoerd wordt.
Maar dat gaat dan ook met een vuur en
een vindingrijkheid, waarvan een zoon
der lauwe Westerstranden niet het minste
Idee heeft
Om een van die voor buitenstaanders
zwaar te doorgronden redenen was er
oneenlgheid gerezen tusschen den grooten
advocaat Camplnchl, wiens verstand even
scherp Is als zyn pittig profiel, en Horace
de Carbuccla, Kamerlid en de schoonzoon
van den oud-prefect van politie Chlappe,
man van beteekenls en invloed. Carbuccla
ls eigenaar van een groot weekblad „Grin-
goire", en het ls daarin dat hU Camplnchl
aanviel. Het leek maar een onschuldig
nootje. Tweemaal achter elkaar was een
van de cliënten van den knappen pleiter.
In weerwil van zyn verdediging, ter dood
veroordeeld. En toen hy dus voor de
tweede maal ln korten tijd den president
van de republiek om de gratie van een
veroordeelde kwam vragen, zou de heer
Lebrun ironisch gezegd hebben: „Wel zoo,
cher maltre, bent u daar alwéér
Het verhaal was weinig geloofwaardig
want de president van de republiek ls zeer
protocolair en pleegt dergeiyke grapjes
niet uit te halen, maar er sprak de onmis
kenbare bedoeling uit Camplnchl te klei
neeren en deze was er dan ook, getroffen
in zyn belangen en ln zyn vak-eer, blazend
boos over. Eereraad; uitspraak: geen aan
leiding voor een duel, „Wacht, dat zal lk
hun leeren", zei de advocaat, en hy schreef
zyn tegenstander een briefje, waar de
honden geen brood van aten. Dit maakte
natuuriyk de ontmoeting onvernrijdeiyk;
er werden kogels gewisseld op vyf-en-
twlntig meter afstand en Camplnchl kreeg
er een ln zyn pols was hy van ietwat
normale corpulentie geweest, dan had het
hem zeker zyn hachje gekost.
De tweede ontmoeting had een politiek
religieuzen achtergrond. Twee advocaten,
de fascist Mériat en mr. Kanoui die een
rabbyn tot vader heeft gehad, pleitten
tegenover elkaar en de vraag was of de
president een, twee of drie weken uitstel
zou geven. „Ik ben niet gewoon aan der
gelijk gemarchandeer", zelde mr. Mériat
uit de hoogte. En toen mr.. Kanoui protes
teerde voegde hy er verachtehjk by:
„Praat toch niet, lk weet heel goed dat
dit tot de gewoonten van uw ras be
hoort. Dit maakte het, omnium con
sensu. onvermydehjk de degens te krui
sen, en aangezien anti-semitisme hier geen
gewild artikel is, hoopten allen, dat de
Hltleriaan een lesje zou krygen. Het liep
echter anders: mr. Kanoui, die ln den oor
log dapper gevochten heeft, kreeg terstond
een steek ln zyn arm en een prik in zyn
nek en sindsdien is mr. Mérat's borst nog
minstens drie centimeter méér gezwollen.
Deze belde duels zoo kort op elkaar
maken dat we ons afvragen of het twee
gevecht opnieuw tot de Parysche zeden
zal gaan behooren. zooals dat vroeger het
geval geweest ls. Niet alleen ten tyde van
Richelieu, toen de „mousquetalres" hun
degen meer bulten dan in de schede had
den, maar ln de laatste twintig Jaar vóór
den grooten oorlog.
Het duelleeren is toen een ware rage
geweest. Het geregeld bezoeken van een
„salie d'armes" en het oefenen in het
pistoolschieten hoorde tot de nor
male bezigheden van iemand die
zich ln de „wereld" wenschte te bewegen.
Wie zich door een uiting of gedraging van
een ander beleedigd achtte en het
hoorde tot den goeden toon zich op dat
gebied buitengewoon gevoelig te toonen
zocht onmiddeliyk dit affront bloedig te
wreken. Daarvoor waren allerlei formulen;
1 van de verfynste was bUvoorbeeld: „Mon
sieur, madame votre mère vous a bien mal
élevé!" Dit stelde de ingewikkelde proce
dure ln werking, die uitliep op een vroeg-
tydlge expeditie naar een punt, dat slechts
in theorie afgelegen en geheim was en
nochtans vanavond verklaard, dat deva
luatie van den franc uit den booze moet
worden geacht.
De taak van den opvolger.
Ongetwyfeld zal de Koning slechts op
dracht geven voor samenstelling van een
nieuw kabinet aan een formateur, die op
breede basis rondom zich krachten weet
te scharen van allerbest gehalte, waar
van een zoo groot prestige uitgaat, dat
vertrouwen ontstaat. Het ls echter moei-
UJk deze krachten te vinden. Had de re
geering de devlezencontrole niet Inge
voerd, dan had men zich met angst mo
gen afvragen, welke toestand er zou ont
staan zyn door haar ontslag. Wie de op
volger van Theunls ook moge zyn, men
mag het nu reeds als vaststaand be
schouwen, dat hy eveneens met volmachts-
beslulten zal moeten te werk gaan. En het
is de vraag of deze volmacht nu niet ver
der zal moeten strekken, ten einde alle
ondergrondsch geknoei in de kiem te kun
nen stikken.
By de beoordeeling van den toestand
ln België moet men nooit uit het oog ver
liezen, dat reeds in 1926, by de stabili
satie van den franc op zyn huidige waar
de, honderdduizenden werden verarmd.
Nieuwe maatregelen, die nogmaals de
waarde van den franc zouden verlagen,
zouden andermaal hetzelfde gevolg heb
ben. lntusschen worden de lasten van de
schatkist steeds grooter en ls het de
vraag, wat dit alles voor gevolg zal heb
ben met het oog op de begrooting. Wat
men verwacht in breede kringen, is een
opheldering van een toestand, waardoor
meer zekerheid zal ontstaan, een opflik
kering van nieuw vertrouwen en daardoor
is de algemeene toon toch nog optimistisch.
RECLAME.
1362
I Jecovitol levertraan weten
schappelijk de beste lever
traan voor U en Uw kind.
Verkrijgbaar bij apothekers
en drogisten öf 0.75 p.flacon
waar beleedigde en beleediger elkander
dan met rapier- of schietgeweer uit de
wereld trachtten te helpen.
Over het algemeen was bij die voor-
oorlogsche duels het gevaar dat werkeiyk
een van belden ernstig verwond zou wor
den niet zoó büzonder groot. Daarvoor
werd gezorgd door de keuze van een ln
zulke dingen ervaren „directeur du com
bat'1. By een tweegevecht op den degen
stond deze met zyn wandelstok op zij van
de strydenden en zorgde er voor de wapens
uit elkaar te slaan als die ernstige schade
dreigden te zullen aanrichten. En men
fluistert dat zyn toezicht op het laden
van de pistolen by de duels, waaraan in
het geheel geen wereldschokkend geschil
of ontembare haat ten grondslag lag dik-
wyis neerkwam op een veilig elimlneeren
van het moordend lood, zoodat de princi
palen zonder eenig gevaar voor henzelf of
hun omgeving op elf-aar konden lospaffen.
De duels van dezen aard in de eerste
Jaren onzer eeuw plachten gevolgd te
worden door een groote menigte verslag
gevers, fotografen en belangstellenden,
die achter beschermende hekken of hosch-
Jes de fasen er van meemaakten en gaven
aanleiding tot uitvoerige geïllustreerde
verslagen in de Parysche bladen. Een ver
zoening, wanneer het vereischte prikje
toegebracht of de kogels gewisseld waren,
was normaal en werd gevolgd door een
gemeenschappeiyk déjeuner van ex-
vüanden, secondanten en doctoren in een
restaurant a la mode, waarby vele fles-
schen geledigd werden en de hoofdperso
nen elkander aan het slot doorgaans een
nieuwe of hernieuwde onvergankeiyke
vriendschap zwoeren.
Zoo ging het dikwyls en men moet zich
zeker den roem dien bekende duellanten
uit deze periode zich wisten te verwerven
niet als té duur gekocht voorstellen. Maar
dat neemt toch niet weg dat ze een enkele
keer wel degelijk ln gevaar verkeerden.
In de eerste plaats weet je nooit wat
er gebeuren kan ais er met puntige wa
penen geschermd wordt. Zoo herinner ik
my dat een Fransche collega met wien lk
goed bevriend was, schryver van een aan
tal grappige vaudevilles, van een criticus
met wien hy van meening verschild had,
maar die geen enkele reden had om hem
naar het leven te staan, een ongewllden
prik door een zyner tongen kreeg, waar
door hy er langen tyd leeiyk aan toe ls
geweest
Maar verder waren er ook mannen die
elkaar diep haatten soms uit persoonhjke
motleven en dan doorgaans uit jalozie,
soms op grond van hun overtuiging poli
tiek of religieus, en die als ze eenmaal
tegenover elkaar stonden gevoelden dat 'n
van hun tweeën te veel was op deze wereld.
Dan ging het waarlijk op leven en dood.
Op deze wyze kreeg het Kamerlid Pug-
liesi-Conti in het heetst van den Dreyfus-
tyd, toen de duels om zoo te zeggen niet
van de luoht waren, een prik door zyn keel,
die hem op het kantje van den dood
bracht.
Een bekend voorbeeld van zulk een
waarlijk ernstig duel was dat hetwelk de
royalist Arthur Meyer had uit te vechten
met Edouard Drumont, de niet minder
gerenommeerde anti-semitische sch rij vel
en journalist Arthur Meyer, bekwaam en
handig, begon meer en meer op den voor
grond te komen en Drumont, die hem ge
dwongen had het duel te aanvaarden, was
vast van plan hem als het hem maar
eenigszlns mogelijk zou zijn van kant te
maken. Dat wist Meyer en het bezorgde
hem een zekere emotie, zooals zeer begry-
peiyk lsGevolg was dat in het heftigst
van het gevecht Meyer, die zich door Dru-
mont's degen bedreigd zag, dien ln zyn
doodsangst met zyn linkerhand beetgreep
hetgeen natuuriyk ln strijd ls met alle
regelen die voor dergeiyke „eerezaken"
gelden en hem tegehjkertyd met zyn
eigen degen een diepen steek In den
onderbuik toebracht, waarmee hy den
anti-semiet levensgevaarlijk verwondde.
Arthur Meyer was zelf zóó diep getroffen
door deze volkomen onwillekeurige incor-
rectle, dat hy thuisgekomen tot zyn in
timi zei: „Er zou een oorlog noodig zijn
om dit te doen vergeten I" Het ls waar dat
we sinds 1914 andere' dingen hebben om
over te denken, maar geheel vergeten ls
de zaak toch nog altyd niet, al zijn beiden
nu sinds lang ter ziele.
Aan de duelwoede is met den oorlog
een eind gekomen. Een man als Léon
Daudet, die, heftig en partydig en met
een grooten persoonhjken moed, een on
telbaar aantal malen geduelleerd heeft
verklaarde onmiddeliyk dat hy nu nooit
meer een wapen zou opnemen tegen een
mede-Franschman. Zoo ls het aanvanke-
lyk ook na afloop van den oorlog geble
ven; het was met vechten een tè vreese-
lyke ernst geweest om daarna nog grapjes
met degens of pistolen uit te halen. Slechts
in enkele gevallen van zeer ernstige ge
schillen of beleedigingen werd er nog wel
geduelleerd, maar dan zeer ln hgt ver
borgene en zonder dat er iets van in de
bladen kwam.
De gebeurtenissen van de laatste week
wekken den indruk als zou het twee
gevecht hier nu weer ln de mode komen.
Maar dat zal toch wel niet meer zyn dan
een vleugje. De internationale toestan
den zijn opnieuw te ernstig geworden dan
dat men hier zou willen terugkeeren tot
de gewoonten uit een periode, toen men
nog tyd en lust had om zich met luchtiger
problemen bezig te houden En als het niet
„in de krant komt" vinden toch de meeste
Parijsche duellanten er geen aardigheid
aanl
Trambestuurders, bedenkt dat
uw voetbei een eenvoudig waar-
schnwingssignaaL en geen slag
werk is.
EERSTE KAMER.
MINISTER MARCHANT WINT DE
SPELLINGKWESTIE. - BEGROO
TING VAN ONDERWIJS, KUN
STEN EN WETENSCHAPPEN.
De Kamer heeft zich gisteren overge
geven aan de onderwijs-, of liever aan de
spelling-replieken.
Wy zullen tot den Inhoud dezer replie
ken maar het zwygen doen. Zy droegen
't kenmerk, dat nu eenmaal allen replie
ken eigen is:
zij traden in herhalingen van datgene,
wat reeds herhaaldeiyk herhaald was.
Natuuriyk was er daarbij ook veel
onderling getwist, o.a. tusschen de beide
hoogleeraren Lohman en Kranenburg.
Eerstgenoemde, door zyn ambtgenoot een
„nieuwbakken democraat" genoemd, die de
feitelijke leider van de oppositie in den
Senaat was, verklaarde dat de Minister
hem in geen enkel opzicht had bekeerd,
en trad opnieuw in een uitvoerige critiek.
Het was nu geen tyd voor deze zaak zoo
betoogde hy nog eens zy wordt door
een crisis-kabinet tegen den wil van het
parlement doorgedreven; zy is op auto
cratische wyze behandeld en beslist; de
voorbereiding deugde niet; de taal als
cultuur-goed is aangetast; de Staten-
Generaal zyn gepasseerd; men ziet, alle
argumenten, die reeds herhaaldeiyk zyn
aangevoerd. lntusschen moet getuigd wor
den, dat prof. Lohman den Minister op
geestige wyze van repliek heeft gediend:
sprekend over zyn critlsche periode als
Kamerlid herinnerde hy aan een figuur
van Dickens, den beul, die het voor zyn
slachtoffers als een onderscheiding be
schouwde. geëxecuteerd te worden, maar
die. toen hij zelf ter dood werd gebracht,
het geval nog al onaangenaam vond.
De heer Lohman kwam met, zooals hy
zelde, een „onschuldige" en „voorzichtige"
motie, omdat hy meende dat het land
van de Eerste Kamer een uitspraak ver-
waoht. De motie:
le. betreurde de invoering, zonder vol
doend voorafgaand overleg met de Staten-
Generaal, van een eenzydig-voorberelde
nieuwe spelling; 2e. sprak de wenscheiyk-
heid uit, dat de Regeering alsnog aan de
daartegen gerezen bezwaren behoort
tegemoet te komen.
De heer Kranenburg heeft in zyn
repliek trachten aan te toonen, dat het
zich uitspreken door middel van een der-
gelyke motie niet ligt op den weg der
Eerste Kamer. Men zou er trouwens niets
mee bereiken, dit ls uit de rede van den
Minister overtuigend gebleken. Men kan en
mag trouwens van hem niet eischen, dat
hy zyn werk plotseling ongedaan maakt;
dit zou van een zeer slap bewind getuigen.
Bovendien zou de aanneming der motie
beteekenen het uitlokken van een con
flict met de Regeering, maar als dit niet
geschiedt, is zy volkomen een slag ln de
lucht.
In aansluiting hieraan verklaarde de
heer Fock, dat het volstrekt niet de be
doeling der voorstellers was, een conflict
uit te lokken. Maar de Eerste Kamer heeft
het recht, haar meenlng te doen kennen.
De heeren van Cittert en Briët drongen er
by den Minister op aan, de motie te aan
vaarden. De heer Mendels verklaarde de
houding der Regeering te kunnen begrij-
pen, hoewel hy van oordeel was, dat de
nieuwe spelling nog wel even had kunnen
wachten.
De Minister heeft in zyn dupliek nog
eens medegedeeld dat dé nieuwe spelling
natuuriyk over de geheele linie voor den
ryksdienst zal worden Ingevoerd, maar
het staat nog niet vast wanneer dit ge
schieden zal. en de Minister verwacht dat
dit dan, in Nederland en België tegelyker-
tyd, na voorafgaand overleg tusschen de
belde Regeeringen zal geschieden. De Mi
nister heeft zich daarna, zooals hy zelf
zeide, „gewyd aan de taak om de motie
kapot te maken." Hy stelde uitdrukkelyk
vast. dat aanneming der motie onmoge
lijk eenig gevolg kan hebben, omdat het
puur onmogeiyk ls De Vries en Te Winkel
officieel in te voeren. De motie kan geen
gevolg hebben. Waarom moet ze dan wor
den gesteld? vroeg de Minister. Waarom
moet de Eerste Kamer een motie aanne
men, die toch niets kan uitrichten? „De
heeren hebben als om strijd verklaard, dat
het niet tegen my gaat, dat ze my hier
allemaal even graag houden!" (Daverend
gelach), waarom moet er dan een motie
worden aangenomen, die niet het minste
gevolg kan hebben?
De Minister heeft vervolgens ook de in
houd van de motie aan een scherpe critiek
onderworpen.
Hy verklaarde er niet aan te kunnen
denken, om bij aanneming der motie
daaraan ook maar eenlge gevolg te
geven.
De heer Van Lanschot heeft er daarna
nog op gewezen, dat 29 leden der Eerste
Kamer zyn toegetreden tot de vereeni-
ging, welke zich tegen de nieuwe spelling
heeft verklaard; men weet dus hoe de
meerderheid der Kamer er over denkt;
waarom dan nog een motie? Deze achtte
hy volslagen overbodig, en dit te meer,
waar vaststaat dat er niets mee zal wor
den bereikt. Aanneming van zulk een
motie noemde hy een gebaar van machte
loosheid. en daarom zouden verschillende
katholieken er tegen stemmen. In deze
omstandigheden zal de stemming zeer on
zuiver zyn, zei mr. Van Lanschot, en zou
verwerping beschouwd worden als een
overwinning van de nieuwe spelling. Daar
om drong hy krachtig aan op Intrekking
der motie. Namens de groote meerderheid
der sociaal-democraten verklaarde daarop
de heer Ossendorp nog, dat zy voor het
onderwys voordeelen zagen ln de nieuwe
spelling en voor de taal geen schade,
waarom zy tegen de motie zouden stem
men.
En toen ls deze, by gemengde stem
ming, met 23 tegen 17 stemmen verwor
pen, waarna de begrooting zonder hoofde-
lyke stemming werd goedgekeurd. Vóór de
motie stemden de chrlstelyk-historlschen,
de anti-revolutionairen, de liberalen, 2 so
cialisten en 1 katholiek; er tegen 10 ka
tholieken, 9 socialisten en 4 vryzinnig-
democraten.
Afgeloopen.
Hiermee was aan den begrootingsarbeid
der Eerste Kamer, die ditmaal langer
heeft geduurd dan anders, een eind ge
komen.
RECLAME-
dat ik
nauwelijks
kon
ademen.
Karsote inhalatie-middel, maakt byna
onmiddeliyk een eind aan verkoudheid.
De heer G. H. te B. schreef:
„Voordat ik Karsote probeerde, kon ik
nauweiyks ademen. Na een week Karsote-
gebruik ben ik myn verkoudheid vol
komen kwyt."
Sprenkel enkele druppels Karsote op
Uw zakdoek en snuif de aangename, bac-
terie-doodende damp op Cs nachts wat op
Uw kussen); het resultaat zal even snel
als verrassend zyn. 1357
Karsote Is verkrygbaar by apothekers
en drogisten a f. 0.90 per flacon (zakfor
maat) en f. 1.35 per flacon (2 x de kleine
maat), incl. omzetbelasting.
TWEEDE KAMER.
WIJZIGING VAN DE
ORGANIEKE WETTEN.
Minister De Wilde heeft de hopelooze
taak verricht, om zyn voorstel inzake de
kleine partyen te verdedigen.
Nu, hy heeft er zich letterlyk voor uit
gesloofd om aan te toonen, ook met een
beroep op citaten, dat hier geen schennis
der Grondwet plaats heeft; dat het ge
oorloofd is om voorname staatkundige re
denen de regeling te „doorkruisen" met
hetgeen hy voorstelt; dat zyn voorstel ln
het belang is van het parlement en van
goede en zuivere parlementaire verhou
dingen, die door de vele kleine groepen
worden geschaad. Zyn redeneering was
uit de stukken bekend. Het is een poging
zei hij tot verbetering, maar wan
neer de Kamer deze oplossing niet
wenscht, moet zij dit zelf weten. Hiermee
schakelde de Minister al dadelyk (en te
recht) elk politiek gevolg van een verwer
ping uit. HIJ constateerde, dat de eisch van
een waarborgsom geen ernstige bezwaren
had ontmoet, verschoof de uitsluiting van
vrygestelden en de af ol niet handhaving
van den stemplicht (beter: opkomstplicht)
naar de artikelen en bepaalde zich dus
tot het hoofdpunt, de bepaling tegen de
kleine partyen.
Welnu zoo herhaalde de Minister
deze bepaling bedoelt niet anders dan de
positie van het parlement te versterken.
De invoering van het evenredigheids-
stelsel heeft groote versnippering teweeg
gebracht en hiertegen wil het nieuwe
voorschrift ingaan. De Minister citeerde
allerlei uitlatingen van Kamerleden,
vroeger gedaan, waarin op maatregelen
tegen dwergpartyejes werd aangedron
gen. Men kan twee methoden kiezen
zoo zette de Minister uiteen de rechte
weg, het verbod van toetreding der kleine
partijen tot het parlement, en de omweg,
het districten-stelsel. De Minister nu hield
vol, dat beide methoden niet ln stryd zyn
met de Grondwet. Hy verwees naar an
dere landen, waar men ook een evenre
digheids-stelsel heeft, doch minder scherp
als het onze en niet zoo aan den kiesdee-
ler vastgeklonken. De Minister poogde
aan te toonen, dat de uitdrukking „op den
grondslag der evenredige vertegenwoordi
ging" ln art. 82 der Grondwet Iets anders
is dan „op den grondslag der evenredig
heid". Als dit laatste er stond zei hy
dan zou inderdaad ten allen tyde de
kiesdeeler het criterium moeten zyn,
maar wanneer voor alle partyen dezelfde
eisch geldt (de eisch ln dit geval van
driemaal den kiesdeeler) dan is de rege
ling niet in strijd met de evenredigheid.
De Minister hield daarom vol, dat het ge
oorloofd ls, ln de Kieswet het beginsel der
evenredige vertegenwoordiging ('n staat
kundig begrip zei hy in tegenstelling
met „evenredigheid", hetgeen een wis
kunstig begrip is) te toetsen aan de doel
matigheid. En zyn Excellentie betoogde,
dat in zyn methode de evenredigheid
zelfs beter tot haar recht komt dan in
het districten-stelsel.
De Minister sprak er zijn leedwezen
over uit, dat (naar zyn meening al
thans) van een staatkundige kwestie een
rekenkundige was gemaakt; voor het
districten-stelsel vond hy het nu te laat:
en, zich bij voorbaat neerleggend by het
afwyzend votum der Kamer, deed hij een
beroep op ons volk, om het parlement
niet al te veel over te leveren aan de
kleine partyen.
De Kamer is met de behandeling van
het ontwerp genaderd tot de amende
menten Bongaerts, die de bedoeling heb
ben het districtenstelsel in te voeren: het
land zal ln 4 kiesdistricten worden ver
deeld. De heer Bongaerts heeft echter
verklaard, dat hy deze voorstellen alleen
zal handhaven, wanneer er ook by den
Minister geen overwegende bezwaren te
gen bestaan, want hy stelt zich op het
standpunt dat een zoo belangryke wyzi-
ging niet by min of meer toevallige stem
mingsuitslag, met zeer kleine meerder
heid misschien, mag worden Ingevoerd.
Aan het slot van het debat heeft de
heer Bongaerts aan zyn voornemen ge
volg gegeven en, nadat de Minister had
verklaard te zullen overwegen of er Iets
gedaan kan worden om den band tus
schen kiezer en gekozene te versterken,
zyn amendementen ingetrokken. Hier
door komt dus vast te staan dat bij deze
gelegenheid het districten-stelsel niet zal
worden Ingevoerd. HAGENAAR.
UITGIFTE SCHATKISTPAPIER.
Ingeschreven voor f. 49.475.000, toegewezen
voor f. 28.956.000.
Bij de gisteren gehouden inschrijving op
schatkistpapier werd ingeschreven voor
3-mnds promessen f. 21.690.000 6-maands
promessen f. 11.270 000. bilietten f. 16.515 000
in totaal voor f 49.475 000.
Toegewezen werd resn f. 10 590 000 a
f. 999.25 f. 9.520.000 a f996.22 f8.846 000
k f. 1016.75, ln totaal f 28.956.000.