Rond de Duitsche Herbewapening
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Donderdag 21 Maart 1935
PARLEMENTAIR OVERZICHT
AGENDA.
O
Frankrijk brengt de kwestie voor den Volkenbond.
Flandin in den Senaat.
Besluiten Tan den Fransehen
ministerraad.
Inzake de zitting van den Franschen
ministerraad, die verscheidene uren ge
duurd heeft. wordt het volgende commu
niqué uitgegeven:
De minister van bultenlandsche zaken,
Laval, heeft den ministerraad ingelicht
over den bultenlandschen toestand. De
minister-president heeft den ministerraad
In kennis gesteld van de verklaring, die hü
in den Senaat zou afleggen. In aansluiting
daarop heeft de ministerraad: 1. den tekst
goedgekeurd, die in antwoord op de mede-
deehng van li Maart aan de Duitsche
Rijksregeering zal worden overhandigd;
2 de onderhandelingen, die op het oogen-
bllk met Engeland en Italië worden ge
voerd over een consultatief optreden,
goedgekeurd; 3. besloten den Volken
bondsraad zich met de aangelegenheid té
doen bezighouden.
Voorts heeft de ministerraad den minis
ter van buitenlandsche zaken Laval ge
machtigd de uitnoodiging van de Sovjet-
regeering zich binnenkort naar Moskou te
begeven, te aanvaarden.
Rede van Flandin.
Minister-president Flandin heeft de zit
ting van den Senaat geopend met een
redevoering, die een uur en een kwartier
duurde.
FÜLndin.
Hij ving aan met de door de regeering
ln haar m de Kamers afgelegde verklaring
genoemde maatregelen ter vereffening van
de recruten-arme jaren te moüveeren.
De regeering had de keuze tusschen toe
passen van artikel 40 en indienen van een
wetsontwerp. Aangezien zij echter niet kon
ingaan op de debatten in de Kamer heeft
zij het noodzakelijk geacht binnen het ka
der van de wet op den éénjarigen dienst
tijd terug te grijpen op art. 40. waarmede
zij gelooft de landsverdediging het beste te
hebben gediend. Nadat nu dit besluit door
de regeering genomen is, staat het ieder
parlementslid vrij een amendement ln te
dienen op de tegelijkertijd met de regee-
ringsverklaring ingediende wet op de be
vordering van het kapltulantenstelsel.
In het tweede deel van zijn redevoering
ging Flandin over tot bespreking van de
proclamatie der Rijksregeering inzake in
diening van den algemeenen dienstplicht.
Men heeft deze gebeurtenis willen voor
stellen als gevolg van de publicatie van het
Engelsche Witboek en van de verklaring
van de Fransche regeering. Deze bewering
staat in tegenspraak tot de feiten.
De twaalf legercorpsen en de 36 divisies
zijn ln werkelijkheid reeds voorhanden ge
weest Bovendien is acht dagen te voren
het officieele besluit inzake Instelling van
een Duitsche strijdmacht ln de lucht be
kend gemaakt.
Men staat dus tegenover een politiek,
waarbij men de proclamatie zeker opzette
lijk heeft laten samenvallen met den hel
dengedenkdag. Deze proclamatie is ln
overeenstemming met een opvatting, die
wanneer zij door de wereld zou worden
aanvaard, de vernietiging zou beteekenen
van 't op den Volkenbond steunende werk.
De proclamatie deelt den staten mede. dat
de bescherming van de eer en de veiligheid
van het Duitsche rijk thans toevertrouwd
is aan de eigen krachten van het Duitsche
volk. De rijksregeering voegt hieraan toe,
dat zij niet wil uitgaan boven de eischen
van de veiligheid, de eer en de vrijheid
van het Duitsche volk.
Wanneer men den tekst van de procla
matie vergelijkt met het Volkenbonds
statuut, ziet men twee tegenover elkaar
staande opvattingen. Waar blijft de recht
vaardigheid, waarvan de statuten van den
Volkenbond spreken, wanneer leder zich
het recht toekent de verplichtingen der
verdragen te verloochenen? Wat blijft van
de kracht van het Internationale recht
over. wanneer mén de eigen kracht van
ieder volk ln de plaats van dit recht stelt?
Frankrijk kan de opvatting van het Duit
sche rijk niet deelen, evenmin als het de
motiveering kan aannemen, die de rijks
regeering daarbij geeft.
Sedert 15 laar heeft Frankrijk veel ge
daan voor de toenadering en voor de
•wederverzoening van de belde groote vol
keren Maar deze verzoening kan niet op
de omdraaiing der waarheid en op de loo
chening van het recht en de rechtvaardig
heid gebaseerd worden. Het ls niet waar,
dat het Duitsche volk na een oorlog van
4>/i jaar de wapenen heeft neergelegd.
Over de verantwoordelijkheid van de ont
ketening van den oorlog ls het vonnis
reeds sinds lang uitgesproken. Spr. zal niet
toelaten dat dit vonnis zal verjaren. Spr.
roept Hitier op de herinneringen van een
zijner gToote voorgangers, n.l. van vorst
von Buelow, te lezen over de omstandig-
dlgheden waaronder de oorlogsverklaring
van Dultschland aan Rusland geschied ls.
Een samenwerking vol vertrouwen van
de beide volkeren, een samenwerking, die
de wensch van allen is. kan niet tot stand
komen door het vergeten der verantwoor
delijkheden
Het ls niet waar, dat het Duitsche volk
vrijwillig de wapenen in 1918 heeft neer
gelegd. Zeker heeft het Duitsche volk
krachtig tot aan het einde gestreden. Dat
zal niemand ontkennen. Maar de wapen
stilstand ls onderteekend. toen Frankrijk
hem gewild heeft om nieuwe verliezen te
vermijden, aangezien de coalitie der vol
ken, die voor het recht streden, overwon
nen hadden, evenals zij dat in de toe
komst zullen doen. Ook ls de bewering on
juist. dat Frankrijk zijn ontwapenlngs-
verpllchtlngen niet ls nagekomen Vergeet
men dan de vermindering der troepen
sterkte, die Frankrijk heeft uitgevoerd en
die ruim 50*heeft bedragen? Vergeet
men. dat Frankrijk den duur van den
militairen diensttijd geleidelijk verkort
heeft van drie tot 1 jaar Bij de oorlogs-
marlne heeft Frankrijk de tonneninhoud
van 768.000 in 1914 verminderd tot 550.000
ton Evenzoo zijn de luchtstrijdkrachten
verminderd. Bij den wapenstilstand heeft
Frankrijk zich doen leiden door den
wensch naar ontwapening. Wanneer
Frankrijk niet meer heeft gedaan, is dat
geschied alleen wegens de bewapening,
die aan den anderen kant van den Rijn
voortgezet is Het is verder niet waar,
wanneer verklaard wordt, dat het Rijk
zijn verplichtingen, die uit het vredesver
drag voortvloeiden, heeft uitgevoerd Het
Duitsche Rijk telt de officieele vernieti
ging van het materiaal op. maar vergeet
dit te doen met de nieuw gebouwde strijd
middelen. die in het geheim tot stand ge
bracht zijn en die achter een officieele
ontwapening een feitelijke bewapening
vormden Van Spa tot Lausanne is de lijst
van afzien van eischen aan Duitschland
blank. De Fransche belastingbetalers zul
len moeten betalen en zullen nog lang
moeten betalen voor verwoestingen, die
niet te herleiden zijn op oorlogshandelin
gen. maar bewust en systematisch door
de Duitsche troepen tijdens de bezetting
geschied zijn.
In Lausanne heeft men daaronder een
streep gezet. En eerst kort geleden heeft
Frankrijk het Saarplebisciet met geen
enkel uur vertraagd Het Rijk vergeet dat
alles. Men moet zich afvragen hoe een
groot volk onder een zoodanige vermom
ming der historie ooit een oprechte wensch
zou kunnen vinden naar samenwerking.
Het Fransche volk. dat opgewonden is ge
weest over het uittreden van Duitschland
uit den Volkenbond, heeft sedert het ac-
coord van Rome en de besprekingen van
Londen geloofd, gerechtigd te zijn tot
nieuwe hoop Het Oostpact scheen in kor
ten tijd te Kunnen worden uitgevoerd.
Men heeft de uiteindelijke verzekering van
den Europeeschen vrede kunnen verwach
ten. In Londen heeft men een politiek van
voorkoming aangevangen. Van deze poli
tiek heeft men veel verwacht bij het stre
ven naar het vermijden van een cata
strophe. die het einde der beschaving zou
beteekenen.
In Genève heeft men op het punt ge
staan de ontwapeningsonderhandelingen
te hervatten. Dit oogenbllk heeft Duitsch
land gekozen om te beweren, dat h»t be
dreigd wordt Door wie kan het zich be
dreigd gevoelen?
Wanneer Frankrijk toebereidselen maakt
deze voor den vrede zoo belangrijke daad
bij den Volkenbond aanhangig te maken
op grond van artikel II van het Volken
bondsstatuut. dient Frankrijk hiermede
niet zijn eigen interessen, doch die van
alle staten. De vrede der wereld staat op
het spel. Frankrijk is bezorgd voor den op
de gereechtigheld en de eer gebaseerden
vrede. Het gaat thans niet meer om een
Fransch-Duitsche kwestie.
Frankrijk is sterk genoeg om zich zelf
te verdedigen en, indien de noodzakelijk
heid zich voordoet, zich te verdedigen
door zijn bondgenootschappen. Maar er
zijn in Europa ook eenige zwakke volken,
die ln hun bestaan worden bedreigd. In
dien men zou toelaten, dat de politiek van
het recht zou worden vervangen door een
politiek van de macht. Deze kwestie moet
behandeld worden voor het groote inter
nationale tribunaal. Een ieder moet daar
zijn motiveering aanvoeren en de juist
heid daarvan moet worden onderzocht
Binnen het kader der legaliteit zijn alle
wijzigingen der verdragen mogelijk.
Frankrijk haat den oorlog. Alle maatre
gelen die noodzakelijk zijn om den vrede
te handhaven, moeten worden genomen.
De regeering zal alles doen om den
vrede te handhaven en zal niet nalaten
zich te scharen aan de zijde van een
machtig blok van staten die evenals
Frankrijk trouw zijn gebleven aan dezelfde
idealen.
Alle Franschen moeten zich thans ver
eenigen ln heilige vaderlandsliefde. Het
is niet mogelijk de moreele voorbereiding
van het volk te schelden van zijn militaire
voorbereiding. Men moet een voorbeeld
nemen aan de moreele voorbereidingen
die reeds getroffen zijn aan gene zijde van
den Rijn. De propaganda tegen het Fran
sche leger en legen het vaderland moesten
worden beschouwd als hoogverraderlijke
misdaden.
Frankrijk zal niet meer toelaten, dat in
zijn kolomen een propaganda wordt ge
voerd. welke deze tegen Frankrijk op
hitst.
Flandin besloot met een beroep op de
eenheid.
Op de agenda van den Senaat stonden
voorts de interpellaties van senator Lemery
over de maatregelen die de regeering denkt
te nemen om de organisatie van het leger
te houden op het pelj van de eischen der
landsverdediging; een van senator gene
raal Bourget over de verhooging van den
diensttijd en ten slotte een interpellatie
van senator Benezat over de schending
van de militaire clausules van het vredes
verdrag door Duitschland.
Lemery verklaarde dat de militaire or
ganisatie van Frankrijk thans moet wor
den opgezet overeenkomstig de militaire
organisatie van het Duitsche Rijk, Men
moet de wetten inzake de recruteering en
Inzake het kader herzien en daarvoor zijn
volgens spreker nieuwe wetten noodig.
Paul Boncour verklaarde dat dank zij de
politiek van vroegere regeeringen de
tegenwoordige Fransche regeering alle
maatregelen kan treffen, welke noodig
zijn. zonder dat eenige twijfel kan rijzen
aangaande de vredelievendheid van Frank
rijk In het bijzonder wees Boncour op
het werk te Genève.
Millerand, cud-presldent der Republiek,
verklaarde dat alles neerkomt op de vraag
of de regeering er voor of er tegen is, in
dien den Kamers een wetsontwerp zal
worden voorgelegd inzake de verhooging
van den diensttijd tot twee jaren.
Henry de Jouvenel wenscht de militaire
organisatie van Frankrijk van den grond
i af aan te herzien door te beginnen met
de nationale opvoeding van de jeugd en
de schepping van een nieuw nationaal
bewustzijn. Spr. heeft vertrouwen in Mus
solini, die weet wat hU wil en overeen
komstig handelt Men moet ophouden met
wachten op Duitschland, dat nimmer op
Frankrijk wacht.
De Senaat nam na eenige kleine wijzi
gingen met 263 tegen 21 stemmen de
volgende door de Jouvenel Ingediende
motie aan:
..De Senaat vertrouwt er op, dat de
regeering een politiek van nationale vei
ligheid en waarborging van den vrede zal
voortzetten, keurt haar verklaring goed en
gaat over tot de orde van den dag".
De eerste indruk te Berlijn.
Het Deutsche Nachrichtenbureau meldt,
dat de eerste Indruk van de nog slechts
ln uittreksel ontvangen redevoering van
den Franschen minister-president er op
neerkomt, dat Flandin zich er door toe
passing van bekende en vaak aangewende
en even dikwijls weerlegde argumenten
(zooals de kwestie van de schuld aan den
oorlog, welke reeds lang door objectief
historisch onderzoek ls weerlegd) vanaf
maakt, Dultschland ongelijk te geven met
zijn besluit van 16 Maart; aan de andere
zijde mist men ook slechts de geringste
referte aan de, jarenlange verzuimen der
anderen. Zoo ontstaat de Indruk alsof
Frankrijk wilde vasthouden aan zijn oude
politieke Ideologie, waaraan tot nu toe
Iedere stap voorwaarts moest mislukken.
Het moet worden betreurd, dat de rede
van Flandin er niet op wijst, dat de op 3
Februari te Londen Ingezette politiek van
de zijde der Franschen werkelijk ernstig
werd gewenscht ln de richting van een
Europeesche ontspanning. Frankrijk kan
zich er blijkbaar nog niet ln schikken, dat
met een rechtsgeltjk Duitschland op vrije
wijze moet worden onderhandeld.
Indien Frankrijk werkelijk, zooals Flan
din zegt, „bezorgd ls voor de op de gerech
tigdheid en de eer berustenden vrede",
moet men zich afvragen, of deze rede van
den Franschen staatsman en zijn stap te
Genève werkelijk de juiste daarvoor ls.
Het beroep op den Volkenbond.
Wat deze Fransche beslissing betreft,
verneemt Reuter, dat de Fransche regee
ring nog niet definitief heeft uitgemaakt,
op welke juridische basis zij de overtre
ding van het verdrag van Versailles door
Duitschland voor den Volkenbond zal
brengen; wel staat vast, dat zij zich, be
halve wellicht op het bekende art. 11, op
de artikelen 164 en 213 van 't verdrag van
Versailles zal beroepen.
i Artikel 164 van het verdrag van Ver
sailles bepaalt, welke bewapening aan
Dultschland ls toegestaan, en luidt als
volgt: „Tot het tijdstip, waarop Dultsch
land als Ud van den Volkenbond toege
laten zal kunnen worden, mag het Duit
sche leger geen bewapening bezitten, wel
ke uitgaat boven de cijfers, neergelegd ln
Overzicht No. n, hetwelk aan dit hoofd
stuk is toegevoegd, behoudens een facul
tatieve aanvulling van ten hoogste één
vijf en twintigste voor de handvuurwa
pens en één vijftigste voor het geschut,
dewelke uitsluitend bestemd ls voor even
tueels vervangingen.
Dultschland verklaart reeds nu, voor
het tijdstip waarop het tot den Volken
bond zal mogen toetreden, zich te ver
plichten, dat het de bewapeningen, ln be
doeld overzicht vastgelegd, niet zal over
schrijden en dat de bevoegdheid tot het
aanbrengen van wijzigingen, bij den raad
van den Volkenbond berust, welke beslui
ten in dit opzicht het zich verplicht stipt
te vervullen."
Artikel 213 bepaalt: „Zoolang het hui
dige verdrag van kracht blijft verplicht
Dultschland zich. elk onderzoek toe te
laten, dat de Volkenbondsraad op grond
van een met meerderheid van stemmen
genomen besluit noodzakelijk acht.")
Zoodra het Volkenbondssecretariaat de
Fransche nota zal hebben ontvangen
waarin een onmiddellijke bijeenroeping
van den Volkenbondsraad wordt verzocht,
zal deze mededeellng aan den tegenwoor-
dlgen voorzitter van den Volkenbonds
raad. den Turkschen minister van buiten-
landsche zaken, Roechdi Aras telegrafisch
worden overgebracht.
Roechdi Aras zal zich dan met de ove
rige leden van den Volkenbondsraad ln
verbinding stellen en een tijdstip voor de
bijeenkomst van den raad voorstellen.
Havas herinnert er ln dit verband aan,
dat de Volkenbondsraad op voorstel van
Litwinoff gedurende zijn Januarizittlng
besloten heeft, dat de raadsleden ln elk
geval vijf dagen vóór de bijeenroeping
eener buitengewone zitting hiervan op de
hoogte moeten worden gesteld.
De bijeenkomst te Parijs.
Reuter verneemt, dat Eden Zaterdag
ochtend per vliegtuig naar Parijs zal
gaan en na zijn onderhoud met Laval en
Suvich per trein de reis naar Berlijn zal
voortzetten, waar hij tegelijk met Sir John
Simon zal aankomen.
Een tweede conferentie zal, naar men
onderstelt, ln Noord-Itallë, - mogelijk te
Stresa bijeenkomen, ten einde het Musso
lini mogelijk te maken aan de bespreking
deel te nemen, Indien hij zulks mocht
wenschen
De Engelsch—FranschItaliaansche ge-
dachtenwlssellng zal waarschijnlijk langs
diplomatleken weg worden voortgezet tot
dat Eden uit Moskou en Warschau zal zijn
teruggekeerd.
De commissie van Drte zal dan later in
Noord-Italië den Europeeschen toestand
onderzoeken.
Van Duitsche zijde schrijft men over
deze bijeenkomst te Parijs:
Duitschland neemt kennis van iedere
gedachtenwissellng der andere groote mo
gendheden, waardoor de groote Interna
tionale en vooral Europeesche taken ln
den zin van een algemeene overeenstem
ming nader worden gebracht tot de op
lossing Niets zou op het oogenblik fataler
zijn dan een nieuwe splijting van West-
Europa in vijandelijke blokvormnigen.
Daarom streeft de Duitsche politiek er niet
naar vriendschappen te schelden. Wel
echter heeft zij een gerechtvaardigd be
lang erbij, dat deze vriendschappen niet
ontaarden tot samenzweringen tegen een
ander land. Ook de andere mogendheden
zullen goed er aan doen een zoodanigen
schijn te vermijden, aangezien hij reeds
van te voren het tot stand brengen van
vertrouwelijke en solidaire besprekingen
van alle volkeren in Europa onder een
ongunstig aspect zou plaatsen.
EERSTE KAMER.
BEGROOTING VAN ONDERWIJS,
KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.
Eindelijk kreeg Minister Marchant na
een reeks van sprekers gedurende ver
scheidene dagen gelegenheid zijn beleid
te verdedigen.
Te voren had mr Fock nog zijn zeer
ernstige bezwaren tegen het spelllng-
beleld van den Minister doen kennen en
had de heer Nlvard trachten aan te too-
nen. dat er ook bij het bijzonder onderwijs
bezuiniging (concentratie) plaats heeft.
De Minister ls begonnen met de ver
klaring. dat hü ..dit oogenbllk met onge
duld had verbeid", en heeft toen allereerst
de positie der Regeering ten aanzien van
het spellingvraagstuk en van de Kamer
ln het licht gesteld. De genomen maat
regelen Inzake de Invoering der nieuwe
spelling bij het onderwijs zUn niet uitge
gaan van den Minister van Onderwijs
alleen, maar van het kabinet als zoodanig:
de spelling-politiek ls kablnets-polltiek.
Des te meer keurde de Minister het af. dat
men. na de uitvaardiging der voorschrif
ten. deze op revolutionaire manier ls gaan
bestrijden, want men heeft zelfs getracht
de uitvoering dier wettige voorschriften te
bemoeilijken Ook ln de Eerste Kamer zijn
dergelijke revolutionaire sporen ln de be
strijding te zien geweest; zelfs zette men
al handteekenlngen onder een motie nog
vóór de Minister gesproken had. Het kabi
net zoo herhaalde de Minister ls ook
op dit punt eensgezind. Krachtig protes-
teedde de Minister tegen het verwijt, als
zou hij zijn positie ln het crlsls-kablnet
misbruiken, om deze zaak door te zetten.
De feiten de onweersprekelijke feiten
hebben hem tot zijn houding en tot zijn
beleid gedwongen en dit heeft de Minister
nog eens zeer uitvoerig ln het licht ge
steld Ook zijn ambtsvoorganger heeft (ln
1930) aan den spelllng-chaos iets gedaan,
en ook daarbij waren de geslachten be
trokken. maar niemand heeft er tegen ge
protesteerd De zaak is zoo. dat op het
oogenbllk bij het onderwijs ln de Neder-
landsche taal vele en vele uren besteed
moeten worden aan dingen, waaraan de
kinderen niets hebben en die vast zitten
aan het systeem de Vries-en-te-Wlnkel.
Dit nu heeft de Minister willen veranderen
WU zijn hiermee gekomen op de argu
menten. welke de Minister voor de nieuwe
spelling aanvoerde.
Maar wU zullen bij het vermelden van
die argumenten de grootste soberheid be
trachten. Zij ziin bekend en méér dan be
kend. De Minister heeft ze ln en buiten
het parlement uit den treure ln het Ucht
gesteld.
Hl) heeft zoo schetste hl) gebruik
gemaakt van bevoegdheden, welke de wet
hem geeft, en waarvan hij, ln het belang
van het onderwijs, gebruik moest maken.
Maar men mag niet bevoegdheden van de
Kroon trachten over te hevelen naar het
parlement. Die Minister citeerde ln dit ver
band een rede van mr. Lohman ln 1931
als rector-maenificus te Utrecht uitge
sproken. waarin werd gezegd dat de
Overheid haar rechten moet handhaven.
Met groote overtuiging en slagvaardig
heid heeft de Minister de verschillende
bestrllders beantwoord: getracht aan te
toonen dat hij nóch het recht van en de
eerbied voor de Kroon nóch het recht van
de Staten-Generaal heeft aangetast,
en dat de nieuwe spelling niet alleen bij
het onderwijs, maar ook in de vrije maat
schappij daarnaast reeds groote vorderin
gen heeft gemaakt Met nadruk wees de
Minister er op. dat de spelllng-de-Vries-
en-te-Winkel geen cultuurgoed ls. De taal
ls cultuurgoed, maar niet de spelling, en de
Minister heeft getracht de taal te dienen,
door de spelling te verbeteren. Hij heeft
deze zaak niet dn dezen crislstlld) aan
de orde gesteld, de zaak was sinds jaren
aan de orde. getuigen de vele staatscom
missies en rapporten en adviezen En nu
moest doortastend en snel worden opge
treden. nadat de Minister, voorgelicht door
en ln gedachtenwissellng met de bekende
commissie, zijn standpunt had bepaald.
Maar na het debat in de Tweede Kamer
heeft terwllle van het gemeen overleg, de
Minister zoo herinnerde hij nog
eenige belangrijke concessies gedaan o.a.
inzake den buiging s-uitgang. Ook in deze
Kamer heeft de Minister in het Ucht ge
steld. van hoe groot belang het ls. dat de
kinderen goed leeren spreken ln onze taal,
goed Nederlandsch leeren.
De Minister heeft nogmaals verklaard,
dat het succes met de nieuwe spelling in
het land (ook bulten 't onderwijs) zijn ver
wachting heeft overtroffen. De bijzondere
scholen, die toch vrij waren, hebben over
de geheele linie die spelling aanvaard.
Daarom is aan de verwarring ln het onder
wijs thans een eind gemaakt, en de toe
stand bi) het onderwlts beslist volgens den
Minister over den toestand ln het land.
Ter wille van de orde moesten er voor
schriften worden gegeven. Maag het was
beter en voorzichtiger, om de spelling niet
aanstonds voor den geheelen rijksdienst ln
te voeren. Aan een nieuwe commissie ver
klaarde de Minister niet te kunnen den
ken. Wij hebben al genoeg commissies ge
had Een officieel intrekken van de ge
nomen besluiten zou niets aan den toe
stand veranderen.
Als gemeenten tegenwerken zal de Re
geering zoo verzekerde de Minister
trachten, het kwaad dat daaruit ten na-
deele der kinderen ontstaat zooveel moge
lijk te beperken. De Minister verklaarde
op den man af. dat hl) prof. de Savornln
Lohman beschouwde als de auctor Intel
lectualis van de sterke oppositie ln de
Eerste Kamer en hij vroeg hem: ls het
uw bedoeling een votum tegen mij uit te
lokken? De Minister, van zijn kant. ver
klaarde volstrekt niet met zijn portefeuille
te rammelen, want het spelling-vraagstuk
is besist; er valt niet meer aan te ver
anderen.
De Minister wees dus elk verzoek en elk
advies om op de beslissingen terug te
komen, of een nieuwe commissie ln te
stellen, met nadruk af.
HU heeft voorts nog enkele andere pun
ten besproken, en ten aanzien van de be
zuiniging (concentratie) verklaard, dat
deze het oell van net onderwiis nog niet
heeft aangetast: ten aanzien van =!ke
opgeheven schooi ls een nauw^-er1» onder
zoek ingesteld. Voorts deelde de Minister
mede. dat het landgoed ..De Hooge Veluwe"
(van den heer en mevr Krollen met de
bijbehoorende kunstschatten ln een stich-
HEDEN.
Chr. H. B. 8.: Alg. ledenvergadering, t
uur nam.
Den Burcht: Hcrv. Stadsevangelisatie
Sprekers ds. Bolssevaln cn ds. Kuilman!
8 uur nam.
Hoogl. Kerk: Orgelavond Felke Asma.
8 1/4 uur nam.
Stadszaal: N S B. Spr. de heer H. C. Nye
8'/» uur.
Van der Werffstraat 70: Tentoonstel
ling Teekenschool R.-K. V.B. 7-9 uur nam.
Vrijdag.
Heerengracht: Bultengew. alg. verg. van
aandeelhouders N.V. De Leldsche Katoen
maatschappij v.h. de Heyder en Co., 8 uur
nam.
Hooglandsche Kerk: Spr. ds. Jacqdemar
van Weenen. 81/4 bur nam.
Mare 1: Jaarl. verg. van aandeelhouders
N.V. Leldsche Broodfabriek, 4 uur nam.
Amsterdam KrasnapolskylObli-
gatlehoudersverg. der N.V. Lemvog. liv,
uur voorm.
Katwijk aan Zee: (Gemeentezaal)
Spr. ds. de Jong van Den Haag. 7V: uur
nam.
BIOSCOPEN.
Luxor-Theater, Stationsweg. 8 uur nam.
„Lokvogel".
Woensdag en Zaterdag nam. 2 uur.
Zondag nam. 2 uur, 4 uur 30 en 8 uur.
Trianon Theater, Breestraat, 8 uur nam.
Revue „Gaat dat zien."
Woensdag en Zaterdag nam. 2 uur.
Zondag nam 2 uur, 4 uur 30 en 8 uur.
Casino-theater. HoogeWoerd 49. 8 u. nm.
„Duivelskunstenaars".
Zondagnam. 4 uur en 8 uur.
Lldo-Theater Steenstraat 39 8)/,' u. nam,
„Het gebeurde op een avond".
Zondag nam. 2 uur, 4</t uur en 8 u. 15.
Woensdag- en Zaterdagnam. 2V, uur.
De apotheek Hooigracht 48 ls dag en
nacht geopend voor leden v. h. ziekenfonds
„Tot Hulp der Menschheld", echter van
nam. 8 uur tot va. 8 uur alleen voor
spoedrecepten.
De avond-, nacht- en Zondagdienst der
apotheken wordt van Maandag 18 tot en
met Zondag 24 Maart a.s. waargenomen
door de apotheken: P. du Crolx, Rapen
burg 9, tel. 807; J. E. M. ten Dijk, Haven 18,
tel. 85 en C. van Zijp, Wllhelmlnapark 8,
Oegstgeest, tel. 274.
tlng ls ondergebracht, waardoor het on
gerepte behoud ls gewaarborgd.
De replieken zijn uitgesteld tot heden.
Zal er nog Iets gebeuren? Zal de meerder
heid nog trachten in een (onschuldige)
motie van haar gevoelen te doen blUken?
Tijdens de vergadering gisteren scheen er
Inderdaad een motie ln de maak. Maar
wat zou men er mee bereiken?
TWEEDE* KAMER.
WIJZIGING VAN DE I
ORGANIEKE WETTEN.
Ook mr. de Geer heeft (wat geen ver
rassing was na zijn artikelen ln De Neder
lander) het voorstel-de Wilde Inzake de
kleine partüen bestreden.
Breedvoerig heeft ook hij, op de van
hem bekende rustige, welsprekende en ge
documenteerde wijze ln het licht gesteld
dat het voorschrift ln strijd kwam met de
Grondwet, waarin de evenredigheid wordt
voorgeschreven. Deze evenredigheid heeft
tot grondbeginsel het volstrekte gezag van
den klesdeeler. Het evenredigheidsstelsel
staat en valt met den klesdeeler: deze is
er de spil. de ziel van; wie hem loslaa:.
laat de evenredige vertegenwoordiging los.
En daarom zoo betoogde de heer de
Geer is 's Ministers voorstel on-grond-
wettelUk en zijn leer der .doorkruising"
van de Grondwet gevaarlijk, want als men
driemaal den klesdeeler neemt, kan men
evengoed hem vijfmaal nemen, ja dan kan
men zelfs komen tot een parlement van
het twee-partUen-stelsel.
Toen daarop een stem uit de katholieke
fractie klonk, namelijk die van den heer
Bongaerts. was deze ook al voor den Mi
nister ongunstig. Want ook de heer Bon
gaerts bleek van oordeel, dat de eisch van
driemaal den klesdeeler ln strijd was met
de Grondwet Men begon zich nu lang
zamerhand af te vragen, wie ln de Kamer
eigenlijk voor de bepaling was toen de
heer van den Heuvel, partijgenoot van den
Minister, opstond, en met een beroep op
enkele uitlatingen betoogde, dat van de
wiskunstige berekeningen desnoods
eenlgszlns in het belang van staatkundige
eischen mag worden afgeweken Toch
voegde hU er aan toe. dat ook de groote
meerderheid der anti-revolutionaire
fractie den elsch van driemaal den kles
deeler wel eenigszins willekeurig vond: de
sympathie-betuigingen aan het voorstel
was dus nog zeer gereserveerd.
Maar na dit voorzichtig omwonden ver
dedigingswoord werd de aanval op het ont
werp weer onvervaard voortgezet
De communist de Visser de half-com-
munist Sneevliet, de plattelander Vervoorn,
ds. Zandt voor de staatkundig-gerefor
meerden en de heer Drees nog eens voor
de sociaal-democraten: zij hebben steek
voor steek op de reeds vermelde gronden
het ontwerp, met name dan de bepaling
Inzake driemaal den klesdeeler. met kracht
bestreden. De heer Drees. die ook een be
toog hield voor afschaffing van den stem
plicht (hl) heeft daarvoor een amende
ment Ingediend) verklaarde dat de groote
partiten niet den schijn mogen wekken de
kleine te willen verdringen, en daarom
hebben de meeste socialisten ook bezwaar
tegen het districten-stelsel omdat dit een
andere manier ls om de kleintjes te weren.
De heer de Visser verklaarde ook bezwaren
te hebben tegen het heffen van een waar
borgsom.
Conclusie
behalve door den antl-revolutlonalr van
den Heuvel ls de bepaling inzake de kleine
partijen door niemand verdedigd: boven
dien deed hij het nog al gereserveerd, en
bleek uit de rede van prof. Vlsscher. dat
er in. genoemde fractie ook één of meer
tegenstanders zitten.
En tegen dezen storm-aanval zal nu
de Minister vandaag zUn voorstel ver-
dedieen.
Sterkte. Excellentie!
HAGENAAR-
1—3