Reis hertog van Gloucester - Flora 1935 - Ongeluk militair vliegtuig
LIEFDE EN POLITIEK
76#te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
BEZOEK VAN DEN ZWEEDSCHEN AARTSBISSCHOP DR. ERLING EIDEM aan
de residentie. V.l.n.r. De Zweedsche gezant Z. Exc A. J. P. von Adlercreutz,
dr. Erlang Eidem, mevr. Eidem en minister Slotemaker de Bruine.
De hertog van Gloucester op de Zuidzee-eilanden.
De hertog van Gloucester en de gouverneur van de Fidzji-eilanden door inboorlingen te Bega (Fidzji-eilanden)
rondgedragen.
1)E BLOEMENTENTOONSTELLING „FLORA 1935" TE HEEMSTEDE was gister-
avond voor genoodigden geopend. Een hoekje van het fraai verlichte terrein. Een
gedeelte van het hoofdgebouw met de fontein er voor.
MILITAIR VLIEGTUIG BIJ EEN NOODLANDING BIJ AFFEBDEN IN DE MAAS TERECHT GEKOMEN. De beide BIJ GRAAFWERKEN VOOR RIOLEERING TE ROERMOND stortte een dikke muur
inzittenden konden door een juist passeerénde sleepboot opgepikt worden. He t vliegtuig aan den kant van de Maas gemeerd in. Een 25-jarige arbeider werd onder de steenmassa verpletterd.
6
door WILLIAM LE QUEUX.
Vertaling W. H. C. B.
t)
Plotseling schoot hem iets te binnen.
Veronderstel dat Salcedo om de een of
andere reden had besloten om een anderen
naam het register te vermelden en dat
hij had vergeten dit zijn vriend te melden.
Het was een wanhopig geval, want Sal
cedo vergat nooit iets en was uiterst
nauwkeurig. Toch maken de zorgvuldigste
menschen dikwijls fouten.
Hij vroeg om het register. Er waren den
'origen avond weinig gasten aangekomen
en daardoor duurde dat onderzoek slechts
kort. In het hem zoo bekende handschrift
las hij den naam George Madden.
Het was duidelijk dat hij óf vergeten
had om zijn schuilnaam op te geven SI
dat hijgaande van de club naar het hotel
Plotseling, om de een of andere reden
besloten had om zijn werkelijken naam
niet op te geven.
Wat de reden was, dat zou hij later van
Salcedo wel hooren. In ieder geval moest
bij nu naar mijnheer Madden vragen.
Hij stond op het punt dit te doen, toen
hij een fluisterend gesprek hoorde van
twee personen, die dichtbij hem stonden.
Hij hoorde het volgende:
..Madden" merkte de grootste der twee
mannen op, „wij kunnen wel aannemen,
dat dit een valsche naam is. De man was
zonder twijfel een vreemdeling".
„Daarmede ben ik het eens", antwoordde
de andere. „De dokter zegt, dat hij onge
veer vier uren dood was, toen zij hem von
den. Hij moet omstreeks vier uur vannacht
vermoord -zijn, toen het doodstil ln het
hotel was".
Dit gesprek was voor Danecourt de op
lossing van het geval, dat hij niet begreep.
Waarom had Salcedo hem niet gemeld dat
hij een anderen naam had aangenomen?
Natuurlijk was hij van plan geweest hem
dit 's morgens 'té laten weten, doch zijn
dood had dit plan in duigen doen vallen.
Hij verliet het hotel. Wat een gelukkig
toeval, dat hij dat gesprek had gehoord,
want hij moest verzwijgen dat hij den
doode kende.
Toen hij op zijn kamer in Brown's hotel
kwam, nam hij een lucifer en verbrandde
het kaartje, dat de geheimzinnige vreem
deling voor hem had afgegeven. Toen dit
gedaan was, ademde hij vrijer.
Zijn volgende stap had iets geheimzin
nigs Hij ging met de ondergrondsche
spoor van Doverstreet naar King's Cross.
Daar nam hij een taxi en reed naar Isling
ton. Nadat hij daar den wagen had ver
laten, wandelde hij naar het postkantoor
en verzond een telegram.
Dit was geadresseerd aan miss Zita Bet-
tlnl, Hotel Bristol, Brighton en het luiddei
„Kan tot mijn spijt afspraak niet na
komen. Onze vriend Felix stierf heden.
Telefoneer heden vier uur naar mijn
hotel. D."
Daarna ging hij naar zijn club, geschokt
door de tragische gebeurtenis in het Hotel
Majestic. Salcedo had blijkbaar een be
langrijke mededeelhig voor hem en dat
deze hem niet had bereikt, zou van zeer
groot belang kunnen zijn, voor hem en
voor de vrouw, die hij had gezworen te be
schermen.
Hij doorliep de ochtendbladen, maar be
halve de vermelding van het vinden van
een lijk door den hoteldirecteur, werden
geen inlichtingn gegeven. Als bijzonder
heid werd vermeld, dat de politie meende
een belangrijke aanwijzing te bezitten,
doch van welken aard die was, werd niet
vermeld.
Tegen lunchtijd wandelde hij naar Hotel
Majestic en trad de eetzaal binnen. Wel
licht ontmoette hij een kennis en hij was
er van overtuigd, dat de moord het onder
werp van gesprek zou zijn bij de aan
wezigen. Hij hoopte meer te hooren dan
het korte bericht, dat de couranten had
den verspreid.
Het geluk diende hem, want de eerste,
die hij ontmoette, was zijn oude school
makker Vincent Power. Power had van
alles bij de hand gehad, doch was nu jour
nalist en had naam gemaakt als amateur
detective.
Power zat te eten in gezelschap van een
heer met een sterk Amerikaansch accent,
dezelfde, die den overledene den vorigen
avond als Lomax in de bar had aangespro
ken. Het was opmerkelijk van den han-
digen journalist, dat hij den eenigen per
soon van het hotel had ontdekt, die iets
van den vermoorden Madden afwist.
Op uitnoodiging van Power voegde Da
necourt zich bij hen en bijna onmiddellijk
bracht de jonge diplomaat het gesprek op
het onderwerp, waarin hij zooveel belang
stelde.
„Een beroerde geschiedenis; ik geloof
niet, dat het Hotel Majestic de openbaar
heid erg aangenaam zal vinden", merkte
hij op. „Ik vermoed dat je als gewoonlijk
reeds aan het speuren bent. Vincent? Men
zegt, dat de politie een aanwijzing heeft.
Je zult wel weten, wat dat is".
Ja, Power wist dat en deelde fluisterend
aan zijn vriend de ontdekking van het
beursje mede.
„Weet men reeds, wie hij is?" vroeg
Danecourt.
Power schudde zijn hoofd. „Neen, nie
mand kent hem".
Danecourt vond dat zeer vreemd. Hij wist
dat Salcedo of Madden zeker twee keeren
gedurende de laatste drie jaren in Hotel
Majestic had gelogeerd.. Maar hij herin
nerde zich ook, dat zijn voorkomen bij die
gelegenheid verschilde met thans. Toen
had hij een glad geschoren gezicht. Bij de
laatste ontmoeting in Slavonië droeg hij
een baard en een knevel.
„Mijnheer hier is vrij zeker, dat hij den
zelfden man vijf jaren geleden in Palermo
heeft ontmoet, hij noemde zich toen
Lomax", merkte Power op, terwijl hij naar
den Amerikaan wees.
,Het was vast en zeker dezelfde", beves
tigde de Amerikaan. „Ik was daar toen
eenige dagen in zijn gezelschap en ik heb
hem onmiddellijk herkend en hij begreep
ook wel, dat ik zeker van mijn zaak was,
toen ik hem gisteren aansprak. Hij pro
beerde om mij te overbluffen door te ver
tellen, dat hij Madden heette, maar dat
deed hij niet handig en hij ging er van
door zoo gauw hij kon"
Danecourt wist dat deze man de waar
heid sprak. Lomax was ook een van de
schuilnamen, die hij meermalen gebruikte.
Maar natuurlijk hield hij zijn mond.
„De arme kerel was vermoedelijk
iemand van den geheimen dienst of iets
dergelijks" merkte hij onverschillig op.
„Er is nog iets geheimzinnigs met een
actentasch", merkte Power nu op. „Bij zijn
aankomst hier gaf hij haar af aan het
bureau om in de safe op te bergen. De
politie heeft de tasch geopend en alles wat
zij vond waren een paar haarborstels en
een exemplaar van de Parijsche Gauloïs
van gisteren. Die tasch diende natuurlijk
voor het opbergen van belangrijke docu
menten".
Power gaf zijn theorieën ten beste.
„Toen de tasch in bewaring werd gege
ven, waren de documenten er niet in, want
zij konden er natuurlijk niet uitgenomen
zijn toen de tasch in de safe lag. Zij moe
ten er dus door Madden zijn uitgenomen".
Gerald Danecourt vervolgde: „En of hij
gaf ze onderweg af aan iemand, die hij
kon vertrouwen óf hij nam ze mede naar
zijn slaapkamer en werden zij medegeno
men door de moordenares".
De Amerikaan mengde zich thans weer
in het gesprek. „Ik geloof, dat hij, zooals
ik reeds zeide, een geheim agent was. Maar
wat mij verbaast, is dit. Men kon dadelijk
zien, dat hij een vreemdeling was. Dat
kon ieder opmerken, zonder zijn accent
gehoord te hebben. Waarom nam hij dan
Engelsohe namen aan als Lomax en
Madden?"
Danecourt schudde zijn hoofd. Hij had
een goede verklaring daarvoor kunnen
geven. Het was een van Salcedo's kleine
ijdelheden, dat hij vreemde talen volmaakt
sprak. Hij was trotsch op zijn kennis van
de Engelsche taal. Meer dan eens had hij
er op gepocht, dat hij overal voor een
Engelschman kon doorgaan en Gerald was
te beleefd geweest om hem die illusie te
ontnemen.
.(Wordt vervolgd).