Onze (nipselprijsvraag 76ste Jaargang ZATERDAG 9 MAART 1935 No. 22995 STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. MUZIEK. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 30 ets. per regel voor advertenties ujt Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zalkópadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 cjs. bij maximum aantal woorden vpn 30. - Incasso volgens poétrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1807. Postcheque* en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Lelden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week 1.0.18 Franco per post f. 2.36 per 3 maanden portokosten (voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit VIER blaaen EERSTE BLAD. op Wij herinneren er aan, dat wij verzoek van vele abonné's de gelegenheid om ons de oplossing van de Knipselprijsvraag toe te :enden hebben verlengd tot Maandag II Maart 5 uur 's middags. Aan dezen termijn zullen wij ons echter onherroepelijk houden, zoodat voor Maandagmiddag 5 uur de iplossingen ons moeten hebben bereikt. DE DIRECTIE. JUBILEUM C. TH. BREEBAART. Benoemd tot ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ter gelegenheid van het 40-Jarig be- ituruslldmaatschap van den heer C. Th. Breebaart van het Chr. Mil. Tehuis aan den Morschweg bood het bestuur van dit lehuis gistermiddag aan den heer Bree- hart een receptie aan. Op deze receptie, die zeer druk bezocht tas en die zich kenmerkte door een ge- llige sfeer, merkten wij ojn. op: oud- Jnister J. J. C. van Dijk, voorz. van den led. Mil. Bond. jhr. Roell commandant an het veldleger met zijn adjudant le tolt. Mekkes, kap. Breunese namens den ammandant van de le divisie maj. Van indel, den gemeente-secretaris, mi\ dr. Van Strijen, dr. Nauta, leger-predikant. heeren W. v. d. Laan en De Wilde, na- Bcns de 3 Oct. Ver., ds. H. Thomas na- nens de Ghr. Oranje Ver., den heer Boek kooi namens de Ver. Koninginnedag, den heer G. Kuperus, namens het Loc. Comité tan de Unie „Een school met den Bijbel" voorts ds. J. C. van Apeldoorn, Herv. pred. alhier, ds. Wiersinga, Geref. pred. alhier, ds. Meijering, van Katwijk a. d. Rijn, dr. De Bruyne. den heer Verhoog, cud-commandant van de Brandweer, gep. kol. Breebaart en den eersten vader van het Mil. Tehuis, den heer Eggink .Ook ngen wij vertegenwoordigers van de N.C. O.O.V., van de Ond. Off. Sch. Ver ..Gen. Snijders" en vele militaire autoriteiten en manschappen. Als eerste spreker voerde op deze re ceptie de voorzitter van het Tehuis, de heer Mulder het woord, die allereerst her innerde aan de geschiedenis van het Te huis om dan den jubilaris te danken voor hetgeen hij voor de vereeniging heeft jedaan. Het geheim, aldus spr. van de helde die den heer Berebaart koestert roor dit tehuis is zijn groote aanhanke lijkheid en liefde voor het Oranje-huis. Heeft het Mil. Tehuis steeds zorgen ge kend. dank zij echter de activiteit van den jubilaris zijn wij steeds deze zorgen te boven gekomen en is ook langzamerhand vaardeering voor dit tehuis ontstaan. Naast God. danken wij den heer Bree baart voor al het werk, dat hij ln zijn onderscheidene functies heeft gedaan. Bekleedt gij, aldus spr., twee functies i het bestuur, die van secretaris en pen ningmeester, feitelijk moest gij er één hebben en wel die van voorzitter, een lunctie echter die gij nooit hebt willen tanvaarden. Als blijk van waardeering voor al uw «beid. meende het bestuur, aldus de heer Mulder, niet beter te kunnen doen dan u teze receptie aan te bieden. Geve God. (at gij bij het klimmen uwer jaren, u feeds moge koesteren in Zijne liefde. Namens het H. B. van den Ned. Mil. voerde hierna oud-minister Van Dijk het woord, die hierbij het vele werk van (en jubilaris memoreerde en voorts wees «P de plaats, die de Militaire Tehuizen, eerst tegengestaan daarna geduld en ten- Hotte gewaardeerd en geprezen, innemen. Tenslotte deelde spr. namens den mi- tister van Defensie mede. dat het H. M. te Koningin behaagd heeft hem te be toenen tot ridder ln de orde van Oranje Nassau. Namens de kinderen van den ju bilaris overhandigde excellentie Van Dijk te versierselen van deze orde. Nadat generaal Roëll nog gesproken had, voerden achtereenvolgens het woord Nauta namens den raad van legerpre- Cianten, wachtmeester De Bons namens het 6e reg. veld-artillerie en het 4e reg. klanterie, ds. Thomas voor de Chr. Oran- 'ttereeniging, de heer W. v. d. Berg, die Na schilderij aanbood, de heer W. v. d. laan namens de 3 Oct. Ver., de heer G. h'iperus namens de Unie ..Een school met Bijbel" en de heer De Geus namens (t atd. Leiden van de N.C.O.O.V. Tenslotte heeft de heer Breebaart alle brekers bedankt, inzonderheid H. M. de foningin voor de hooge onderscheiding, •sa aangeboden. MAATSCHAPPIJ DEB NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. Richelieu en de architectuur van zijn tijd. In de maandelijksche ledenvergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde heeft prof. dr. Ir. D. F. Slot houwer gisteravond een voordracht ge houden over: Richelieu en de architec tuur van zijn tijd. De ontwikkeling der Fransche bouw kunst sinds de periode van Francois I overziende, komt men gewoonlijk tot de conclusie dat, na tallooze hoogst belang wekkende experimenten, eerst in het tijd vak van Lodewijk XIV een zoo gave stijl eenheid bereikt wordt dat sindsdien de Fransche architectuur die van geheel Europa beheerschen zal. Een verder door dringen in deze vraagstukken doet echter zien dat niet alleen de periode van Lode wijk XIV een leidende gedachte mist men behoeft daarvoor slechts te denken aan de moeilijkheden bij het tot stand komen -van de oostelijke afsluiting van het Louvre, waarvoor zelfs Bernini uit Rome moest komen maar dat ook de kunst der beide Mansarts meer te begrij pen is als een ontwikkeling dan als een creatie. Zonder zoover te willen gaan van een dalende lijn te spreken moet men toch bij nader inzien gaan erkennen dat de grondslag voor de monumentale bouw kunst van het Frankrijk der 17de eeuw reeds gelegd is onder Lodewijk XIII en dat deze grondslag zoo hecht en sterk Is gebleken, dat hierop voortgebouwd kon worden tot het eind der -9de eeuw on danks indlvidueele opvattingen van op drachtgevers en kunstenaars. Om de enorme beteekenis van het leg gen van dien grondslag te begrijpen moet men eerst nagaan hoe het gesteld was met de ontwikkeling vóór den tijd van Lodewijk XIH en Richelieu. De heerlijke voorjaarsbloesem der periode van Fran cois I heeft geen directe vruchten gedra gen. Integendeel kan men constateeren dat het tijdvak van Henri II een zoeken doet zien naar een grootsche classiceeren- de stijl, die reeds met Pierre Lescot be gonnen was en waarvan wij de uitingen zien ln het werk van Philibert de l'Orme. zooals het Chateau d'Anet voor Diane. De beteekenis van deze beweging is verhoogd door de kunst van Jean Goujon. Na den onverwacht vroegen dood van Henri II laat de vergiftigde sfeer van het gruw zame tijdvak der godsdienst-oorlogen on der Cathérine en haar drie zonen geen verdere groei toe: de Tuileriën, ondanks de verrukkelijke details, zijn weer als een indivldueele uiting op te vatten. Een bui tengewoon belangwekkende wending treedt dan in onder Henri IV. Behalve eenige zeer persoonlijke concepties zooals die van Métézeau en du Cerceau voor de zoo prachtige Seinegevels van het Louvre zien wij Frankrijk zich afwenden van het zoeken naar een grootsche monumentali teit. Zeer zeker beïnvloed door het per soonlijk karakter van den Koning zelf. gaat het verlangen meer uit naar locale kleur. Men zou kunnen spreken van een provincialisme, waarbij de baksteen weer in eere hersteld wordt. Dit streven heeft ons gebracht de Place des Vosges, de Place Dauphine en het zoo typeerende project voor de Place des Victoires. Er was een zeer bijzondere kracht noodig om na dit stadium de Fransche architectuur te brengen op een plan waar zij weer van Europeesche beteekenis zou kunnen wor den. Dat dit gebeurd is onder Lodewijk XIII en Richelieu, dus gelijtijdig met die enorme worsteling waarin Frankrijk zich verzette tegen de omsingeling en de over- heersching van Habsburg en de Jezuiten en het de geboorte van den modernen staat doormaakte, is een bewijs temeer dat het onjuist is als algemeen geldend aan te nemen dat de architectuurontwlk- keling een der laatste phasen is van de cultuurontwikkeling. Voor Frankrijk geldt dat dan in deze periode zeker niet, hetgeen ook verklaar baar is door de enorme beteekenis die de architectonische creatie altijd in het Fransche denken heeft gehad. Het onder zoek betreffende de ontwikkeling der architectuur in deze periode is betrekke lijk eenvoudig, omdat we ons kunnen con- centreeren op het werk van Jacques Lemercier. En hierbij hebben wij dan te denken aan" zijn kerk de l'Oratoire. aan de Sorbonnekerk. de kern van Versailles, de uitbreiding van het Louvre, het Palais Cardinal en de stad met het slot Richelieu. Het is onmiskenbaar dat deze werken als kunstuitingen veelal inferieur zijn aan hetgeen onder Lodewijk XIV tot stand wordt gebracht. Men kan het betreuren dat Richelieu niet beschikt heeft over een architect van meer gevoeligheid dan Lemercier. Maar daartegenover moet men dan stellen dat deze ietwat dorre geest dan toch misschien juist de koelheid bezeten heeft om te realiseeren om welke groote vraagstukken het toen ging. Want het gold niets meer of minder dan het vinden van de normen, die voorgoed de Fransche bouwkunst zouden beheerschen Het is treffend hoe wij ln zijn werk de karakter eigenschappen vinden, die typeerend zul len worden voor den Fran^rbman en die hem dus ook verbinden met zijn opdracht gever Richelieu: de bescheidenheid, die tot uiting komt in de wijze -aarop hij het t/mvre uitbreidt neb "ansluitende aan den reeds bestaande "leucel van Lescot: het gevoel voor de locale kleur, zooals wij dit zien in de kern va nVersail- les; en vóór alles de beheersching zoowel van het rythme als van den vorm, dat typisch Fransche gevoel voor evenwicht, dat het stabiele zoekt in tegenstelling tot het labiele van de hartstochtelijke bewo genheid van den Itallaanschen barok, zon der echter het besef te missen van de eenheidsgedachte in de compositie, zie de Oratotre en de Sorbonne. Evenzeer als Frankrijk in den lmmensen greep van Richelieu zichzelf zal weten te vinden, zal de Fransche architectuur door Lemer cier hare typeerende waarden voorgoed weten vast te leggen. Laat Lodewijk XTV dan later nog zijn blik naar het barokke Italië laten gaan, het resultaat zal toch zijn de kolonnade van Perrault, die de voorbereiding zal worden van de klassieke schoonheid van een Gabriël. Men dient dan wel te begrijpen dat dit alles te dan ken is aan de scheppende kracht van Richelieu, aan zijn besef der nationale waarden, waardoor niet alleen de eenheid van Frankrijk werd tot stand gebracht, maar waardoor tegelijkertijd de grond slagen der Fransche monumentale archi tectuur werden gelegd. VEREENIGING TOT STEUN. Jaarvergadering van de afd. Leiden. In de gisteren gehouden ledenvergade ring van de afd. Leiden der Vereeniging „Tot Steun" werd allereerst het jaarver slag over 1934 vastgesteld. Hieruit stippen wij aan, dat het ledental met 8 en dat der begunstigers met 32 was toegenomen on danks het feit, dat door overlijden, ver trek en bedanken enkelen moesten wor den afgeschreven. Het overlijden op 25 Mei van mej. M. C. de Bruyn, die ruim 23 jaar bestuurslid is geweest en van '23 tot '26 als voorzit ster heeft gefungeerd, werd in eerbied en met dankbaarheid herdacht. Het aantal pupillen werd met 2 ver meerderd, doordat op 16 April een jon getje van 11 en een meisje van 9 jaar onder voogdij der afd. waren gesteld: het bedroeg op 31 Dec. 10. t.w. 5 jongens en 5 meisjes. Bijzondere moeilijkheden gaven zij het bestuur niet. Nog was evenwel de nazorg voor een der oud-pupillen vrij be zwaarlijk. Geen wonder, dat de rekening en ver antwoording van den penningmeester een tekort aanwees van f. 662.84'/:, niettegen staande met warme dankbaarheid een be drag van f. 972.37 aan giften werd gemeld. De inkomsten bedroegen f. 3471.06, de uit gaven niet minder dan f. 4233.90'/t. Het gironummer der afd. is 237390. Tot afgevaardigde naar de alg. verga dering te Apeldoorn werd de secretaris aangewezen; tot zijn plaatsvervangster mej. J. H. C. van Heemskerk Düker. De pennigmeester. ds. J. Ph. Makkink. aan de beurt van aftreding, werd in zijn functie herbenoemd De opengevallen plaats van mej. De Bruyn bleef voorloo- pig onvervuld. Eindelijk werden enkele artikelen in de Statuten gewijzigd en verkreeg het be stuur machtiging tot het aanvragen der verlenging van de Kon. goedkeuring. HET ONTSLAG VAN DEN CONSERVATOR BIJ HET PRENTENKABINET. Zijn beroep afgewezen. Het Ambtenarengerecht te 's-Graven- hage heeft uitspraak gedaan op het be roep van dr. J. J. de Gelder tegen zijn ont slag als conservator bij het Prentenkabinet te Leiden. Het Gerecht verklaarde het beroep on gegrond. Het overwoog, dat de minister van O., K. en W. volgens de toepasselijke bepalingen der Hooger-Onderwijswet en van het Algemeen Rijksambtenarenregle ment bevoegd is een ambtenaar bij het Prentenkabinet der Rijksuniversiteit te Leiden te ontslaan, o.m. wegens opheffing hunner betrekking. Het Gerecht stelt voorts vast.' dat in verband met de om standigheid. dat (om bezulnigingsrede- nen) de algemeene leiding van het Pren tenkabinet van klager was afgenomen en aan prof. dr. W. Martin, directeur van het Mauritshuis en buitengewoon hoogleeraar in de kunstgeschiedenis aan de Rijksuni versiteit te Leiden was opgedragen, de betrekking van conservator bij het Pren tenkabinet inderdaad was opgeheven. Hieraan doet volgens het Gerecht niet af de omstandigheid, dat wellicht een groot deel der werkzaamheden, die klager als conservator verrichtte verder door een ambtenaar van lageren rang (assistent' zullen worden verricht, daar het Gerecht de doelmatigheid dezer wijziging niet mag beoordeelen Waar het beroepen ontslag besluit derhalve met geen der toepasse lijke algemeen verbindende voorschriften in strijd was en evenmin was gebleken, dat de minister bij het nemen van dat ontslagbesluit van zijn bevoegdheid een ander gebruik had gemaakt, dan waar voor hem die bevoegdheid was gegeven verklaarde het Gerecht het door dr. De Gelder ingesteld beroep ongegrond. ACADEMISCHE EXAMENS Geslaagd voor het doctoraal examen rechten de heeren G. J. Braak, J. L. van Eek en P. Plantenga lallen Den Haag) en M. Delhez (Dordrecht). ONTEIGENING STADHUIS. Nieuwe uitspraken. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft gistermiddag uitspraak gedaan in de ont eigeningsprocedure tusschen eenige eige naren van panden, noodig voor den bouw van het Leidsche stadhuis en de gemeen te Leiden. De kostprijs van het pand van den heer Duindam in de Koornbrugsteeg werd vastgesteld op f. 18.120 en het pand van den heer Rienks op de Vischmarkt op f. 15.610. EEN MINIATUUR-WERELDSTAD. De heer H. T. Huizinga uit Veendam exposeert, evenals eenige jaren geleden, wederom de door hem vervaardigde mi niatuur-wereldstad, ditmaal in een der zalen van het Nutsgebouw. Wie een vorige maal verzuimde dit zeldzaam kunstige product, resultaat van 22 jaren huisvlijt, te bewonderen, raden wij met klem aan in de komende dagen zijn fout goed te maken. Op een ruimte van nauwelijks 18 vierkante meter is een volledige stad gebouwd met trams, fabrieken, een electrische centrale, enz., alles in bedrijf te bezichtigen. Als nieuwe attractie heeft de heer H. ooven- dien een voetbalveld geprojecteerd, waarop het Nederlandsche elftal een wedstrijd speelt tegen de Belgen. De tentoonstelling blijft tot en met Woensdag a.s. geopend. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijzigingen: Naamlooze Vennootschap Handels-Compagnie „Marezate" in op richting, Hoofdstraat 15, Sassenheim. Ver koop van handelsartikelen, koffie, thee en kruidenierswaren enz. De NV. is thans opgericht onder den naam N.V. Handels compagnie .Marezate". dir. J. J. Gunnink, Kampen en J. Pereboom. Sassenheim. Maatsch. kapitaal f. 15 000, waarvan ge plaatst en gestort f. 3000. Maatschappij tot Exploitatie van On roerende Goederen te Alphen aan den Rijn, Julianastraat 65, Alphen a. d. Rijn. Uittredend commissaris mr. J. C. G. Tolk, 's Gravenhage. POLITIEK RELLETJE. Tijdens het verspreiden van pamfletten door een 25-tal N.S.B.-ers in het Kooi- kwartler is het gisteravond tot incidenten gekomen. De N.S.B.-ers werden omstreeks 8 uur nabij het station Heerensmgel opgewacht door een aantal uiterst links georienteerde personen, die zich aansloten bij de colpor teurs en begonnen te schelden. De politie slaagde er aanvankelijk in de gemoederen kalm te houden, doch op den duur nam het schelden toe en werden de agenten zelfs met steenen geworpen, zoo dat zij zich gedwongen zagen van hun sabel gebruik te maken, waarbij eenige rake klappen vielen. Te ongeveer halftien, nadat de N.S.B.-ers hun arbeid hadden gestaakt, keerde de rust terug. EEN GOEDE VANGST De recherche heeft een vijftal personen in bewaring gesteld onder verdenking van diefstal, respectievelijk heling van 120 K.G. margarine ter waarde van f. 130 en ten nadeele van een zuivelinrichting hier ter stede. Het zijn de 27-jarige drukker P F. B„ de 26-jarige los werkman J. H„ de 22- jarige koopman A. S., de 21-jarige voeger W. S. en de 21-jarige los werkman J. Z., allen alhier woonachtig. B en W. dez£r gemeente hebben benoemd tot voorzitter respectievelijk lid van de plaatselijke commissie van toezicht op de bioscopen de heeren A. P. A. Eskens en P J van Hoeken. Voor het alhier afgenomen examen voor apothekersassistent zijn geslaagd de dames H. G. du Croix (Leiden) en G C. C. de Graaff (Den Haag) en de heer M. D. Tubaut Voorburg De kornetten J. A. Burgers, jhr. E. W. de Jonge, D. E. P. Scholte en W. H. C. Schukking, allen van het 6e R.V.A. zijn benoemd tot reserve-tweede-luitenant. De eerstvolgende vergadering van den Raad zal hoogstwaarschijnlijk plaats heb ben op Maandag 25 Maart 1935 a.s. Bij enkele candidaatstelling der Li teraire Faculteit van Leidsche Studenten is het bestuur van de faculteit voor "net jaar 19351936 als volgt samengesteld: P. G. J Kortweg, praeses; A. E. Cohen, ab-actls; mej. L J. Th. Janssens. quaes- trlx: mej. B M. de Roo de la Faille, ass. I; J de Josseling de Jong, ass. II. Het bestuur der Philosophische Fa culteit voor het jaar 19351936 is als volgt samengesteld: F. K. du Pré. praeses; mej. C. L. M. En gelkamp, ab-actis; mej. R. Schierbeek, quaestrlx; W. L. C. Veer, assessor I; G. Jongebreur, assessor II; W. A. Visser, as sessor III. BINNENLAND Wat er op de tentoonstelling „Flora 1935" te Heemstede te zien zal zijn. (3e Blad.) Ons parlementair overzicht; het wets ontwerp inzake lintbebouwing door de Eerste Kamer verworpen. (3e Blad.) Hevige branden te Bloemendaal, Rhenen en Oldeboom. (Laatste Berichten, le BI.) BUITENLAND Eden einde dezer maand naar Moskou en Warschau. (Buitenland, le Blad.) Nog steeds dezelfde onzekerheid in Griekenland. (Buitenland en Tel., le BI). KUNSTKRING VOOR ALLEN. Solist Maurice Raskin. Den ons nog onbekenden violist Maurice Raskin, die in België een gevierden naam schijnt te bezitten, was gisteravond wel een zeer zware taak toegedacht, om stand te houden na een verschijning als Zino Francescatti. Van diens uizonderlijk spel waren op het podium en in de zaal de trillingen van ontroering en van geest drift nauwelijks verstorvenHet adem beklemmend enthousiasme waarde nog levendig rond! Raskin is niet de persoonlijkheid om zich te kunnen meten met grootmeesters capaciteiten. Wèl zegt het oude spreek woord „middelmaat siert de straat", doch wij zouden er aan willen toevoegen „maar niet de concertzaal". Weliswaar heeft hij een groote, glans rijke toon, vooral in de middelste regio nen, maar dit spel is niet af, niet ver fijnd, noch gesublimeerd. Het is een vlot er van langs strijken; haast ononderbro ken vult de volle toon de groote ruimte. Het is alsof Raskin zich voorgenomen heeft den tijd te vullen met vele K.M.3 klinkend volume, waardoor het woord "luid" zich haast voortdurend aan U op dringt en de noblesse van voordracht dik wijls in het gedrang komt. Zoo haperde er veel aan de son ate van Henry Eccles en speciaal aan het hooge plan en de geestelijke intentie van het Bachconcert in E, die wel technisch goed en breed van klank en streek waren, doch te hol en leeg, zonder voldoende spanning, variatie in structuur en phraseering bleven, door de haast liefdelooze vaart en slordige non chalance, waarmee deze werden afgestre ken. Een uitzondering zij echter gemaakt voor het Adagio in Bach: een verademing, waar stijl en innerlijk gevoel toonden, dat bij Raskin toch ook diepere elementen aanwezig zijn. Met de programmakeus was Raskin ove rigens ook niet zeer gelukkig: na de pauze zocht hij het voornamelijk in dankbare, gemakkelijk te verwerken vioollitteratuur. Behalve dan de buitengewoon aangrij pende en extatische „Baal Schem" van Ernest Bloch, wiens waarachtig compositietalent wij in het vorige seizoen reeds in zijn Concerto Grosso leer den kennen, doch waarvan de diepe in druk wreed en klakkeloos verstoord werd door de goedkoope succesbewerking door Roques van Debussy's voor piano gedachte wals „La plus que lente". Om op Bloch terug te komen, daar dit nummer ons weer zoo bijzonder trof: hoe klagen en schrijnen hier in nameloos wee de Joodsche motieven. De diep religieuse ziel van gansch een oud volk uit zich in een smartelijke tragiek. De stijl is krach tig en van een sombere geestvervoering, daarbij vitaal en onverwoestbaar gelijk de kern van dit volk, waarvan deze muziek het wezen aangeeft. In tegenstelling tot Meyerbeer of Mendelssohn manifesteert Bloch zich hier in zuiver lyrisch-patheti- sche. specifieke folklore-stijl, die u als on ontkoombaar omklemt en tot de diepste diepten van het weemoedig mejischelijk innerlijk beroert. Raskin's breede, veelal warme streek leent zich hier veel beter

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1