Vergadering Hollandsch Bloem bollen kweekers-Genootschap LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Maandag 4 Maart 193$ Openingsrede van den heer S. Schoneveld. BINNENLAND. THIJS IJS EN HET GEHEIMZINNIGE EILAND. In café Brinkman te Haarlem hield heden het Hollandsch Bloembollenkwee kers-Genootschap heden zijn jaarlijksche algemeene vergadering. In de openingsrede van den voorzitter, den heer S Schoneveld, uit Rijnsburg, werd allereerst een woord van herinnering gewijd aan eenlge leden, die der vereenlglng ontvallen zijn. Wij denken, aldus spr zonder eenlge tekort doening in waardeering voor anderen aan onzen hooggeachten en onvergetelij- ken Willem van der Laan. dien rijk begaaf den man, dfe ons vak in het algemeen, maar ons als kweekers in het bijzonder zulke onschatbare diensten heeft bewezen, en, die op zulk een onverwachte wijze, in de kracht van zijn leven en in volle wapen rusting op plotselinge wijze van ons en de zijnen werd weggerukt. Aan de nagedach tenis van dezen voortreffelijken man, die op ongeëvenaarde wijze een reeks van jaren, niet alleen de afdeeling Voorhout als Voorhout als Voorzitter, maar ook op voorbeeldige wijze ons Genootschap als Secretaris-Administrateur heeft gediend, is veel waardeerends gezegd, waarbij wij ons van harte kunnen aansluiten, maar het lijkt mij toch plicht, dat ook deze Ver gadering, die een afspiegeling kan zijn van de sfeer waarin de heer van der Laan zich bewoog, zich vereenigt in het uit spreken van een hartelijk leedwezen over het onverwacht verscheiden van dezen grooten figuur en aar. dit hartelijk gevoel van leedwezen onzen hartelijken en groo ten dank verbinden voor alles wat door dezen strijdbaren held voor ons werd ver richt, terwijl wij daarbij de plechtige be lofte willen afleggen, zijn arbeid en zijn werk nooit te zullen vergeten. De nagedachtenis van dezen man, die voor ons vak en inzonderheid voor ons als kweekers zoo veel deed, moet in onze har ten in dankbare herinnering blijven voort leven; dit zal hem eeren en ons stalen in den vaak moeilijken strijd, waartoe wij voor ons vak worden geroepen. Laten wij ons allen vereenigen in dezen hartgrondi- gen wensch, dat hij moge rusten in vrede! m Minder verlies dan in 1933. Intusschen, aldus spreker, rolt de tijd voort, en wij. die nog in den tijd werden gelaten, verkeeren allen onder den druk der omstandigheden die over ons gekomen zijn. Het jaar 1934, dat nauwelijks achter ons ligt, bracht ons wel geen zwaardere lasten, maar evenmin eenige verruiming of ver lichting van den druk. De krachtige maat regelen die in ons vÉfc moesten plaats grij pen en die van ons. kweekers, groote en zware offers eischten, brachten tot onze groote teleurstelling nog niet de zoo noo- dige en vurig gewenschte resultaten. Het Jaar 1934 eischte van ons wel niet die maatregelen en die offers, die 1933 van ons eischte, maar het bracht ons evenmin belooning voor onzen noesten arbeid, waar door wij als kweekers in de gelegenheid werden gesteld in de noodzakelijke behoef te van ons en de onzen te kunnen voor zien. Moge het ons tot dankbaarheid en te vredenheid stemmen, dat ons de gelegen heid geboden werd, trots de internationale moeilijkheden en verwikkelingen in onder scheiding van tal van andere bedrijven voor niet minder dan f. 22.000.000.naar het buitenland te exporteeren; het aantal kilogrammen wat voor dit bedrag is ver handeld moeten worden, toont aan. dat wij daarmede niet gekomen zijn tot eenige winst, maar alleen tot wat minder verlies in onze bedrijven. Het peil der minimum-prijzen, waartoe wij door den drang der omstandigheden gekomen zijn en die voornamelijk be- heerscht worden door internationale fac toren, is, al zou ons gewas voor 100»/» te plaatsen zijn geweest, te laag, dan dat daardoor de exploitatiekosten zouden kun nen gedekt. Wanneer men nu bedenkt, dat wij ons geplaatst zien voor het feit, dat Iets minder dan f. 1.500.000 door ons zal bijeen gebracht moeten worden als onder linge verzekering voor uitbetaling van het surplus, dan zal ieder leek begrijpen, dat dit een verliespost voor ons beteekent, die geweldig zal ingrijpen. Wanneer men nu daarbij nog bedenkt, dat onderscheidene kweekers uit oorzaak van leverigen 1933 nog slachtoffers gewor den zijn, en ook dit jaar eveneens zeer zeker zullen worden, van exportbedrijven die door financieele inzinking en uitput ting niet in staat bleken te zijn aan hunne verplichtingen te kunnen voldoen, en, dat onze Oostelijke buren wellicht in gebreke zullen blijven aan hun verplichtingen te voldoen, waardoor een bedrag van niet minder dan f. 4.500.000.— in gevaar komt, dan lijkt het mij toch alleszins gewettigd te mogen en te kunnen spreken van nood en ellende! Inzonderheid denken wij hierbij aan onze kleine Narcissenkweekers. Deze men- schen, die in 1933 niet minder dan de helft van hun kraam, waarin hun levensbestaan zat. hebben moeten afstaan, en daardoor hun levensbestaan ernstig in gevaar zagen gebracht, moeten thans van hetgeen hun werd gelaten, rondkomen met een op brengst van enkele stuivers uit de R.R. en zullen straks van deze luttele opbrengst nog een belangrijk bedrag moeten afstaan voor den omslag die noodig zal zijn voor de uitbetaling van het surplus. Waarlijk het is niet alleen zoo, dat de Bloembollenkweekers, willen zij trachten an de ovezijde te komen, niet alleen over de schotsen heen zullen moeten, maar er zal zelfs een zeer groot getal zijn dat er onderdoor zal moeten en die, tenzij hun de reddende en behulpzame hand wordt ge boden, in groot gevaar zijn er onder te zullen blijven. Eerlijk en nuchter blijven. Onder deze omstandigheden is het ge vaar groot, dat de kweeker moedeloos wordt en in verzet komt, in verzet komt ook tegen de thans heerschende Regee- ringsmaatregelen, te meer, omdat hij daarmede toch dreigt ten onder te gaan. Zijn wij met dit alles wel op den goeden weg, wordt vaak gevraagd, en deze vraag is verklaarbaar! Naast deze vraag echter, dient elke kweeker een andere vraag te stellen van even groote beteekenis, nl. deze: In welken toestand zouden wij thans met ons vak geweest zijn in dien wij van Saneerings- en Overheidsmaatregelen verstoken waren gebleven. Een eerste eisch die wij bij de beant woording van deze vraag moeten stellen is, dat wij, ook in dit voor ons moeilijke en geweldige vraagstuk eerlijk en nuchter zijn. Er zijn onder de kweekers menschen die steeds tegen alle maatregelen verzet heb ben aangeteekend en geprotesteerd hebben en alle pogingen in den weg van Saneering hebben tegen gestaan. Doen deze menschen niet denken aah iemand, die in een kwade bui alles om zich heen stuk slaat en later tot de ont nuchtering komt, dat hij alleen scherven heeft achtergelaten! Dat er aan de uitvoering der verschil lende maatregelen fouten kleven is vol doende bekend en dat men voor al deze maatregelen geen vreugdedans behoeft te houden zijn wij eens, maar daar is de zaak niet mee afgedaan. Zijn door de maatrege len, die werden toegepast voor zoover dit ten aanzien der beperking van onze cul tuur mogelijk was, geen resultaten bereikt, die langs andere wegen nooit bereikt had den kunnen worden en is daardoor onze cultuur en export niet eeniger mate met elkander in evenwicht gebracht? Mogen wij van de saneeringsmaatregelen verwachten een directe verbetering van toestanden van internationalen aard of een oplossing van een wereldcrisis, met haar uit- en invoerverboden, invoertarie ven. contingenteeringen. prijsdrukklng, muntmanipulatie's en betalingsmoeilijk heden? Bij de groote nood, waaruit wij in het begin van 1933 de hulp der Regeering in riepen, was het ons niet alleen te doen om hulp van wettelijken aard, maar ook om hulp van financieelen aard. Het eerste werd ons verleend, het laatste trots onzen grooten nood onthouden' Voor de maatregelen van wettelijken aard kunnen wij dankbaar zijn, deze heb ben ons althans eenigermate gebracht in ten evenwichtstoestand van cultuur en export, maar daar zijn wij er niet mede! Geldelijke steun noodig. Wij hebben ook noodig een geldelijken steun teneinde in staat te zijn deze moei lijke periode door te komen. Waarom vragen wij wordt of zou er aan den noodkreet der bloembollenkweekers, die door der tijden nood ten onder gaan, geen steun worden geboden? Waarom wordt er, of zou er aan een vak als het onze, waar zooveel duizenden zelfstandig en zooveel meer duizenden in loondienst hun bestaan in vonden en wat een reeks van jare een groot deel uitmaakte van onze nationale welvaart en waarvan de schatkist des lands in tijden van hoog conjunctuur zulke ruime baten ten deel viel, nu, in tijd van nood aan zijn lot worden overgelaten? Is dit soms of zou dit soms zijn. omdat de straatweg van Leiden naar Haarlem door de z.g. bollenstreek, trots de druk kende tijdsomstandigheden, uiterlijk nog het teeken van welvaart vertoond? Weet men dan niet dat daar óók met groote moeilijkheden geworsteld wordt, maar weet men bovendien dan niet, dat er duizenden arme en uitgeputte kweekers achter dien straatweg, in vlek of gehucht wonen, wien het noodigste ontbreekt en dat er even goed duizenden van diezelfde kweekers in het Zuiden en boven het Noordzeekanaal wonen, die ook in den bittersten nood verkeeren? Wanneer dit eventueel in Den Haag niet bekend is, dan is aan ons de taak, dit be kend te maken, opdat wij door onze Re geering niet behandeld worden naar den schijn, maar naar het wezen van onze positie. Verlaging der heffingen. In zijn memorie van antwoord over de begrooting van het Landbouwcrisisfonds heeft de Minister medegedeeld, dat hij ten aanzien van het bloembollenbedrijf over weegt in hoeverre het mogelijk is tot ver laging der heffingen op den export k 3 'li en op den aanplant a f. 0.35 per Are over te gaan. De Minister overweegt dus om ons met enkele centen ter hulp te komen. Laten wij beginnen met dankbaar te zijn voor elke poging tot hulp. die door Z E. voor ons wordt ondernomen, maar wil Z.E. de Bloembollenkweekers op de been hou den en voor ondergang behoeden, dan zal de poging tot hulp iets anders en iets grooter moeten zijn. Door de mededeeling van den minister worden wi) in onze meening versterkt, dat de nood en behoefte der bollenkweekers niet genoegzaam tot het bewustzijn der Regeering is doorgedrongen, anders had wellicht het hart van den minister bij de opstelling van zijn memorie een weinig sterker voor ons geklopt! Waar nu deze vergadering in het teeken van dezen financieelen steun geplaatst is en naar ik vertrouw van alle kanten op verleening van dezen steun zal worden aangedrongen, daar hoop ik, dat deze noodkreet niet zal zijn als een stem des roependen in de woestijn, maar dat hij zal worden aangehoord als een rechtmatig verzoek, dat uit oorzaak van nood, recht vaardigheid en billijkheid, recht heeft om ingewilligd te worden. Hoop op betere tijden. Het bloembollenvak moge echter thans, zooals zoo vele bedrijven noodlijdend zijn, en zijn beoefenaars mogen in de grootst mogelijke moeite verkeeren, de hoop op betere tijden behoeven wij niet prijs te geven, integendeel. Nu de offers door ons gebracht zijn en bij normale ontwikkeling van cultuur en export verwacht mag wor den dat deze elkander dekken, zoodat wij alleen noodig hebben een weinig verbete ring van de internationale toestanden, nl. DE UITVAART VAN STAATS- RAAD A. W. F. IDENBURG. HERDENKING IN DE NOORDERKERK TE 's-GRAVENHAGE. In de (Geref.) Noorderkerk te 's-Graven- hage waar de overledene altijd placht te kerken heeft de voorganger en wij lep re- dikant, ds. A. G. Barkey Wolf, gistermor gen het verschelden van Staatsraad A. W. F. Idenburg herdacht. De voorganger opende den dienst met het doen zingen van ps. 103 8, waarna hij las Ps. 103 In zijn voorafspraak herin nerde ds. Wolf aan enkele sterfgevallen die in de wijk waren voorgevallen, waarbij wel het meest trof dat van den heer A. W. F Idenburg, dien we, aldus den voorgan ger, innig hebben liefgehad, die een voor beeld voor allen was en die een licht nalaat dat niet spoedig verbleeken zal. In dit verband koos ds. Wolf als tekst voor deze ure Ps. 31 16 „Mijne tijden zijn in Uw hand". Sprekende over Onze tijden, Gods tijden, werd achtereenvolgens aan getoond dat David zich troost met Gods voorzienigheid en 2de dat hij het ver wacht van Gods kracht. Met het staande zingen van Gez 27 2 „Die hoop moet al ons leed verzachten" enz. werd de treffende plechtigheid be sloten. De begrafenis. Onder enorme belangstelling had hedenmiddag de uitvaart van het stoffe lijk overschot van den heer Idenburg plaats. Tevoren leidde de wijkpredikant ds. A. G Barkey Wolf, aan het sterfhuis aan den Cremerweg voor familie en genoodig- den een rouwdienst sprekende naar aan leiding van Rom 8 35a, deze woorden: „Wie zal ons scheiden van den liefde van Christus?". De plechtigheid werd bijgewoond door de vertegenwoordigers van HM. de Konin gin en H.KH. Prinses Juliana, de heeren R. A Baron van Hardenbroek en Baron Boud, die elk in een hofrijtulg onmiddel lijk achter den rouwwagen reden. In de volgrijtulgen hadden plaats ge nomen de heeren dr. P. J. A. Idenburg de eenige zoon van den ontslapen staatsman en de heeren dr. A. A. L. Rutgers, lid der 2de Kamer en oud-gouverneur van Suri name en ir. L. F. Middelberg, burgemeester van Zoetermeer-Zegwaart, schoonzoons van den overledene; dr, T. J. Duetz; "jhr. v. d. Poll; de Min. van Buitenlandsche Zaken, Jhr. mr. A. C. D. de Graaff; de leden van den Raad van State de heeren jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland. vice- President en C. J. Hasselman; de Minister- President, dr. H. Oolijn; prof. ir. V. H. Rutgers, hoogleeraar aan de Vrije Univer siteit en oud-min. van Onderwijs; G. J. Staal, oud-gouverneur van Suriname en ds. A. G. Barkey Wolf. Op de begraafplaats, waar de politie uitgebreide maatregelen genomen had, be vond zioh een groot aantal personen om den overledene de laatste eer te bewijzen. Daaronder waren vertegenwoordigers van het Centraal-Comité der Antl-Rev. Partij, waarvan den heer Idenburg eere-voorzit- ter was; van den Raad van Beheer der dr. A. Kuyperstichtlng, waarvan hij vice-voor- zitter was; van het college van directeu ren van de Ver. voor Hooger Onderwijs op Geref. grondslag, waarvan de heer Iden burg eveneens deel uitmaakte; van het college van deputaten voor de geestelijke verzorging van de verstrooide Geref. in Ned.-Indië en van het college van depu taten voor de correspondentie met de Hooge Overheid beiden vanwege de Gen. Synode der Gerf. kerken, waarvan de heer Idenburg eveneens lid was; tal van leden van de Regeertng: van den Raad van State en van de Eerste zoowel als van de Tweede Kamer, w.o. vertegenwoordigers van de A.R. fractie in beide Kamers als mede tal van burgerlijke en militaire autoriteiten. Aan het graf werd niet gesproken. Toen allen zicherondom de groeve hadden ge schaard trad ds. Barkey Wolf naar voren om enkele door den ontslapene zelf als aan zijn graf te lezen opgegeven Schriftge deelten voor te lezen n.l. Ps. 130, Jes. 40 1- 8; Rom. 10 8b-10. Vervolgens las ds. Wolf de Apostolische Geloofsbelijdenis en ten slotte 1 Oor. 15 53-57, waarna hij het Onze Vader bad. De zoon van den heer Idenburg, dr. P. J. A. Idenburg, heeft daarna een woord van hartelijken dank gesproken voor de betoonde overgroote be langstelling. waarbij hij zich in het bij zonder richtte tot de vertegenwoordigers van H.M. de Koningin en H.KH. Prinses Juliana. Hiermede was de sobere, maar daardoor des te meer indrukwekkende plechtigheid teneinde. MR. G. VISSERING 70 JAAR. Een telegram van H. M. de Koningin. Mr. Vissering ontving ter gelegenheid van zijn 70sten verjaardag het volgende telegram van H. M. de Koningin: „Ik betuig U en mevr. Vissering mijn oprechte gelukwenschen bij gelegenheid van uw 70sten verjaardag. (W.g.) WILHELMINA. het wegnemen van handelsbelemmeringen en het verminderen of wegvallen van koersverschillen, mogen wij hopen op de dageraad onzer welvaart, een welvaart niet in dien zin, dat wij zullen terugkrijgen de jaren van vóór 1930, maar in dezen zin, dat wij in staat zullen zijn te spreken van een rendabel bedrijf, waarin wij in staat zullen zijn ln onze behoeften te voorzien. Het buitenland wil en moet immers ons product hebben, de bewijzen daarvoor en de verschijnselen daarvan zijn steeds en ook nu weder naar voren getreden. Komt dit niet weer duidelijk uit door het uit- zich tdat ons thans geopend werd ten aan zien onzer narcissen naar Amerika? Verwekt dit wolkje, al is het maar ter grootte van een manshand, in ons niet het geloof en vertrouwen dat een betere toe komst voor ons is weggelegd? Alleen, laten wij nu voorzichtig zijn, en ons in alles voorbereiden, opdat wanneer wij straks in de gelegenheid zullen gesteld worden, er geen enkele verhindering zal blijken te zijn, den dollar voor ons product in het bezit te krijgen. JAN HONDONG TERUG UIT DE WEST. „VLIEGEN RUSTIGER DAN VAREN". De aankomst te Paramaribo de mooiste ervaring. Hondong. Het was bijna vijf uur. toen de Costa Rica van de K.N.S.M. na een zware thuis reis, Zaterdagmiddag aan de Surlname- kade te Amsterdam gemeerd lag. Het schip bracht ons onder zijn passagiers den eer sten bestuurder van „De Snip", J. Hon dong. na zijn roemrijke vlucht naar West- Indië in patria terug. Zijn thuiskomst herinnerde slechts vaag aan die, welke wij van andere vliegers, die den reeds gevestlgden naam van de Neder- landsche luchtvaart hebben verhoogd, kenden Geen groote volksmenigte was aanwezig om den vlieger enthousiast in het vader land welkom te heeten. Nauwelijks eenige honderden stonden den West-Indië vaar- der. die een zoo bewogen reis heeft gehad, af te wachten en dat waren nog voor een belangrijk deel vrienden en familieleden van repatrieerenden. Onder de aanwezigen merkten wij op den directeur der K.L.M.. den heer A. Plesman. generaal en mevrouw Snijders, de heeren Aler. chef van den vliegdienst en Spit. chef van den technischen dienst; Wellaert. havenmeester van Schiphol en verschillende K.L.M.-plloten. waaronder de heeren Duimelaar en Abspoel. Natuurlijk wachtte ook mevrouw Hon dong met bloemen gewapend haar echtgenoot op. om de eerste te zijn. die hem in het vaderland verwelkomde. Ditmaal ontbrak aan de ontvangst van den koenen vlieger ieder zweem van plechtigheid Officleele redevoeringen werden niet gehouden, doch de hartelijk heid en de bewondering waren er daarom niet minder groot om. Lang voor het schip aan de kade lag, wat nog geruimen tijd in beslag nam. had den de wachtenden Hondong. in zijn KLM.uniform op het promenadedek gezien. Toen ten slotte de verbinding tot stand was gebracht, verzamelde het gezelschap zich in de rooksalon. waar Hondong, na dat de eerste begroetingen en handdruk ken voorbij waren, tijd vond voor een rustig praatje over zifn tocht. Wat ik voor een reis heb gehad? Je kimt beter vliegen dan varen. Het was bar. Wij hebben aan bakboord een golfje over gekregen, zoodat twee heeren en twee dames door het water werden meegesleurd en bulten tegen de reeling werden gegooid. Stoelen en tafels sloegen over boord, het was een verwoesting en in de lucht komt een dergelijke waterpartij tenminste niet voor. En de heenreis? Prachtig! In één woord. We vlogen op een 800 M hoogte, met een windje van 30 KM. in den rug. Het weer was vrij goed, beter dan toen we van Schiphol vertrok ken. Alleen de radio. Dat was jammer er was kortsluiting in de antennekoker ont staan, zoodat we geen verbinding hadden. Het traject over den Oceaan hebben we afgelegd in 15 uur en 53 minuten; igi liep even vlot en zoo nu en dan kondt we zelfs om beurten een tukje doen gegevens over de ..Hoogtewinden" klop» nauwkeurig en vooral van de gegevens „de Stuyvesant" en de K. 18 hebben veel plezier gehad. Bijzonder veel is eigenlijk niet te vertellen. Ons gegist l stek klopte op 20 K.M.. wat een prestal is. die ons door menie zeeman niet worden verbeterd En de mooiste ervaring op uw reis? Hondong lacht even en laat er onmid dellijk opvolgen „Onze aankomst in Pari maribo". In de Zanderij vonden we ee prachtig vliegveld. Ze waren er erg enthot slast en de inboorlingen waren van helné en ver gekomen. We hebben ln de Wei nog heel wat afgevlogen. Passaglersvlucl ten en tochten van Curacao naar Arub Het is er prachtig vliegweer, mooier da in de Oost. Nooit veel warmer dan 85 gn den en altijd een zelfde passaatwindje. I lijn CuracaoAruba gaat prachtig. Tm maal per week heen en weer en steer volgeboekte machines. Handelskringen i oliemenschen interesseeren zich bijzondi voor de vliegerij en er bestaan al planw voor de oprichting van een aeroclub. En de uitbreiding van den dienst? Piloot Verhoeven vertrekt op 8 Maai naar de West. vertelt de heer Plesma dan. Hij is al bezig zich in te werken. Welke type machine we als aanvullij naar de West zullen zenden is nog nii bekend; de oplossing van dit vraagstu hangt samen met het nieuwe materlaa dat de KLM. weldra hoopt te betrekkei Zoodra we ln West-Indië meer vliegtulge hebben gaan we in aansluiting op t diensten van de Pan American Airwaj het traject vliegen Baranqullla Mara carbo Curacao La Guerra Trin dad Barbados. Dat is een afstand va ruim 2000 K.M, Barbados is in de rout opgenomen, omdat de K.N.S.M. deze hava aandoet. Voor de mail beteekent dat ee aanzienlijke versnelling. Hondong vertelt dan nog hoeveel bs wondering hij en zijn mannen voor d Fokkermachine hebben: er is nog nooit ee machine over den Oceaan gegaan, die u goed was uitgerust als „de Snip". Aan hi verblijf van den heer Patist op Porti Praya hebben we veel te danken gehad Langzamerhand wordt het tijd om op breken. Hondong heeft al een keer of wi een blik naar zijn vrouw geworpen en ga seind. „Ik kom direct, maar de journaliste zijn zoo lastig". En zoo wordt hiermed dan het gesprek beëindigd. REVOL. SOC. ARB. PARTIJ. De fusie tusschen O.S.P. en R.S.P. tot stand gekomen. Gistermiddag hebben de O.S.P. en R.S1 een bijeenkomst gehouden in het socië teitsgebouw van de Rotterdamsche Dier gaarde, waarin de fusie tusschen beid partijen bezegeld is geworden. De bijeen komst stonnd onder leiding van Frank va der Goes, die er zijn verheuging over ui sprak, dat de organisatorische eenhe thans bereikt is, nadat de ideologisd eenheids reeds vroeger had bestaan, weg naar de eenheid is niet over roze gegaan, de eenheid in denken heeft eenheid ln daden tot gevolg gehad cn n behoort er nog te komen de eenheid i goede kameraadschap. Het „proletariër vereenigt u", geldt ook voor de afdeeün gen van beide partijen, wil de fusie eei voldongen feit liin. Spreker hoopte dat hi congres daarvooT getuigenis zal afleggei Vervolgens hebben de heeren P, Schmidt en H. Sneevliet het woord ge voerd. Eerstgenoemde behandelde de interna tionale en laatstgenoemde de binnen landsche politiek, waarop eenige geaacb tenwisseling volgde. Er zijn eenige resoluties aangenomen waarop besloten werd de nieuwe gefusl» meerde partij den naam te geven van „r volutionair Socialistische Arbeiderspartij Het dagelijksch bestuur zal bestaan ui de heeren P. J. Schmidt, voorzitter; I Sneevliet, secretaris; ds. Bakker, penning meester; mevr. Chr. de Fuyter—de Zeeu< en de heer D. Langkemper. Het hoofdbestuur bestaat uit vijftiei leden, waarvan zes tot de R.S.P. en negel tot de O.S.P. hebben behoord. 25. Thijs komt om een hoek „Daar heb je wat ik zoek!" zoo roept hij luid. De kobold Gijs loopt voor hem uit en toovert, voor geen gevaar beducht, nog steeds de lading zwevend in de lucht. Die Gijs is toch wel sterk; zelfs met een heele goede tooverstaf is dit een moeilijk werk. Bij Thijsje's kreet kijkt hij verwonderd om, en de verbazing slaat hem stom! Hij dacht, dat niemand dan vriend Gies nu achter hem kon loopen maar hij ziet tot zijn schrik daar onze kleine beer. Deze ontsteltenis nu, moet hij zeer duur bekoopen maar daar van zie je morgen meer. MI

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 14