LEIDSCH DAGBLAD - Negende Blad
Vrijdag 1 Maart 1935
Een en ander uk Leiden's Muziekverleden.
INDISCHE KRONIEK.
De Toonkunst werd waardig gediend.
De voormalige Stadsgehoorzaal aan de Breestraat. welke in 1889 door brand werd
m*wi
Het ligt hier niet in onze bedoeling een
overzicht te geven van den ontwikkelings
gang der muziek gedurende de laatste 75
jaren. Wij VTeezen, dat het gansche
Jubileumnummer van ons blad nóg niet
toereikend zou zijn, daarvan een ook maar
eenigszins dragelijken indruk te geven.
Véél meer willen wij trachten een enkel
interessant moment uit het Leidsch
muziekleven gedurende dat tijdvak vast
te leggen, want ook in onze stad is steeds
veel en goed gemusiceerd, terwijl de
Leidenaars zonder onderbreking in kennis
kwamen met de belangrijkste uitvoerende
artisten, die iedere periode sinds 1860 uit
velerlei landen had aan te wijzen. Aan
vankelijk slechts enkele malen per jaar,
later in veel grootere mate. Dit mede dank
zij diverse voortreffelijke instellingen,
waarvan wij als voornaamste willen noe
men de Leidsche Maatschappij voor Toon
kunst, de Zangvereeniging der Mij. tot
Bevordering der Toonkunst, het Studen
ten-muziekgezelschap „Sempre Crescendo"
sinds lange, lange jaren, alsmede de Leid
sche Kunstkring „Voor Allen" en het
Residentie-orkest uit nieuweren tijd, om
van de verschillende oratoriumvereeni-
gingen, die kwamen en gingen en die
eveneens dikwijls solisten van naam
voe6t.
engageerden, niet eens te spreken.
De cultureele invloed, die van haar werk
uitging, moge een Dagblad, dat bij de
herdenking van zijn 75-jarig bestaan zich
als eerste plicht stelde belangrijke stroo
mingen en feiten uit die drie kwarteeuw
te memoreeren, niet dan met oprechten
dank en diepe erkentelijkheid signaleeren.
Naarmate het serieuse concertwezen in
bloei, alsmede de belangrijkheid der pro
gramma's en prestatie's toenamen, een
ontwikkeling, die niet slechts tegen
woordig, maar ook in vroeger tijd met
„ups" en „downs" gepaard ging, werden
ook de eischen van het publiek en van de
crltiek hooger.
Ach: véél klonk omstreeks 1860 heel wat
gemoedelijker dan tegenwoordig. Wanneer
wij bijv. ons blad uit dat jaar opslaan en
daarin geannonceerd zien, hoe een concert
zal worden gegeven door het muziekgezel
schap „Vermaak door Toonkunst", dan
zouden wij als ernstige muziekbeoefenaars
tegenwoordig toch maar een waardiger
naam aan onze vereeniging gegeven heb
ben. Temeer wanneer wij moesten musi-
ceeren ten voordeele van de weduwen en
weezen der verongelukte bemanning der
Katwijksche pink „De drie Gebroeders",
gelijk zulks door dit gezelschap op 9 Juli
1860 geschiedde.
Maar dat de „Toonkunst" toch niet
zuiver en alleen als „vermaak" beschouwd
werd, blijkt wel uit de annonce in de
jaargang 1860 van het „Leidsch Dagblad",
waarin de Commissarissen van het Leid
sche Muziekgezelschap Musis Sacrum in
den toentertijd gebrulkelljken breedspra-
klgen stijl oproepen „tot het houden van
een buitengewone ledenvergadering tot
het nemen eener beslissing over een voor
stel tot het geven van concerten in den
a s winter" „In het belang der beminna-
ren en beoefenaars der Toonkunst is het
te wenschen", zoo luidt het dan verder,
„dat dit voorstel ruime ondersteuning
vinde, opdat de gelegenheid om zich te
oefenen in de „edele toonkunst" bewaard
blljve en het vooral niet ontbreke aan
blijken van belangstelling voor hen, die
bij den bloei dezer kunst binnen deze stad
een meerder of minder belang hebben".
Dan treffen wij reeds in diezelfde jaar
gang 1860 oa. plotseling aan een advei-
tentle over de zomerconcerten in het oude
Zomerzorg bij goed weer in den tuin,
bij slecht weer in de zaal onder leiding
van Henri Völlmar, een naam, die ook nü
nog in de muziekwereld een goeden klank
heeft. En wij herinneren ons reeds dik
wijls gehoord te hebben, dat deze con
certen in Zomerzorg gedurende een schier
eindelooze reeks van Jaren tot „de" eve
nementen van ons muziekleven behoorden,
totdat zij eindelijk bij gebrek aan belang
stelling en de veranderde tijdsomstandig
heden moesten opgeheven worden.
Ja. deze zomerconcerten, bij vele tijd-
genooten nog voortlevend in allerbeste,
vreugdevolle herinnering, werden bezocht
door de „elite" der burgerij. Men zat er
genoeglijk bijeen, eerst werd een kopje
thee gepresenteerd, dan een glaasje wijn,
men doste er zich op zijn schoonst voor
uit. de dames prijkten er met de koste
lijkste kanten shawltjes en heur zak
doekjes geurden naar de welriekende la
vendel uit overgrootmoeders toiletkast,
men babbelde er niet altijd volledig
geïnteresseerd in de muzikale prestaties
gezellig over de gebeurlijkheden uit het
niet bijster schokkende leven der 19e eeuw
of over de Leidsche sensatietjes.
Daar speelden niet slechts de kleine
kapel der Grenadiers uit Den Haag, het
corps van het vierde regiment infanterie,
maar ook o.a. dat der dienstdoende schut
terij. dat in 1908 werd opgeheven en waar
uit het in 1933 ontbonden „Stedelijk Mu
ziekcorps" ontstond. Dergelijke concerten
werden ook georganiseerd door de socit-
teiten „Musis Sacrum" en „Amicitia";
namen van bekende directeuren als v. d.
Linde. Vollmar. Gottfried Mann, van Erp
en Joh. C. Geyp, welke laatste wij nog in
ons midden hebben, zijn er onafscheidelijk
aan verbonden!
Maar wij loopen te ver vooruit; de con
certen in dien ouden tijd werden waar
schijnlijk omdat er niet zoo héél veel
waren veelal druk bezocht, vooral wan
neer het een der beide Toonkunstir.aat-
schappijen betrof De bij gebrek aan spe
ciale „blauwe tram" of snelvliegende taxi's
benutte „Karossen" vulden haast de heele
„Breedestraat", wanneer zij bijv. in de
oude Stadsgehoorzaal die in 1889 af
brandde plaats vonden.
Men spoedde er zich reeds vroegtijdig
heen. want de aanvang was bepaald op
't uur, dat de menschen van tegenwoordig
eerst aan de soep vereenigd ziet. Een con
cert, dat bijv. om zes uur of half zeven
begon, was niets bijzonders. „Klein Zo
merzorg" zette de Soirée Musicale al om
half zes in! Onze voorouders huldigden
dan ook de gezonde stelregel om vroeg
tijdig ter ruste te gaan.
In 1860 treffen wij nog een merkwaar-
.ige aankondiging aan, nl die der „ma-
inée musicale" te geven door de familie
hone en ...Buziau, de laatste een ver
maard violist, die in 1858 al bij Sempre
optrad! De naam Buziau had dus toen
ijeeds in de artistenwereld een bekende
klank.
In veel later tijd ontdekken wij nog een
andere advertentie, die het vermelden
waard is. Sam Swaap, in dien tijd solo
violist van 't Concertgebouworkest treedt
op met de „wereldberoemde" droomdanse-
Het oude .Zomerzorg", waaraan voor
herinnering
kleine", die „onder hypnose" over
m zweefde.
de,
power
Maar keeren wij terug tot het gedenk
waardige Jaar 1860. waarin het „Leidsch
Dagblad" het daglicht zag. Een der uit
voeringen was die van het „Groot Vocaal
en Instrumentaal Concert" in den Leid-
schen Schouwburg door de Vereeniging
van Musici, welwillend geassisteerd door
een koorpersoneel van 100 dames en hee-
ren, waarop onder leiding van den be
kenden Toonkunstschooldirecteur A. J.
Wetrens Beethoven's „Meeresstllle und
Gliickliche Fahrt", Ferdinand Hiller's
Cantate „Loreley" en Mendelssohn's „Lob-
gesang" ten uitvoer werd gebracht. Mede
werking daarbij verleende o.a. mej. Le
Lièvre, dochter van den ln 1860 overleden
directeur der muziekschool.
Aan speciale muziekcritlek werd toen ln
ons blad nog niet gedaan, maar het ver
slag omtrent deze uitvoering vermeldt o a.
dat „zij naar het oordeel van deskundigen
onberispelijk was De solopartijen wer
den voorgedragen door kunstenaressen en
liefhebbers op een uitstekende wijze, het
geheel getuigde van een harmonie, die de
fijnste zenuwen aantrok en het hart ver
warmt".
De heer Wetrens kreeg een keurig ver
vaardigde ebbenhouten dirigeerstok, be
nevens drie in rood marocco gebonden
partituren.
Zóó zouden wij U nog véél kunnen ver
tellen van de belangrijke concerten, die
ieder jaar hier plaats vonden. Daar waren
gemiddeld twee maal per jaar die van het
in 1831 opgerichte ..Sempre Crescendo",
o.a. onder leiding van de heeren A. J.
Wetrens, den bekenden dirigent-compo
nist Gottfried Mann en F. E. A. Koeberg,
wiens lustrummuzlek bij „Aleonora" ln
1910 zulk een groot succes boekte, bij
welke concerten wij de schitterendste
namen als solisten zien vermeld, als die
van Wieniawsky, Joseph Cramer, Smetana,
Vieuxtemps, Adellna Patti, Joachim, Wil-
helmy, Anton Rubinstein, Willem Kes,
Wouter Hutsehenruyter, Harold Bauer,
Gerard Hekking, Dirk Schafer, prof.
Scharwenka, mevr. de Haan-Manifarges,
mevr. Noordewier-Reddinglus, Jacques Thi-
baud. Percy Grainger, Hubermann, Carl
Flesch, José Iturbi, Alexander Schmuller
en vele anderen van niet minder uitne
mende reputatie. Wij mogen er trotsch op
zijn, dergelijke illustre persoonlijkheden
binnen de Leidsch muren begroet te heb
ben, gelijk zulks ook het geval was bij de
concerten der Leidsche Maatschappij voor
Toonkunst, die driemaal per jaar haar
concerten gaf, terwijl het Toonkunstkoor
sinds 1875 onder directie van gerenom
meerde musici als Daniël de Lange tot
1911, dr. Johan Wagenaar, Anton Tlerle en
„last not least" Richard Boer steeds zijn
naam als een der beste koren uit den
lande heeft weten hoog te houden.
Wat de paedagogische verzorging der
Leidsche musici betreft, daarvoor zij de
eerepalm gereikt aan de muziekschool der
Maatschappij voor Toonkunst, die in 1834
opgericht, sinds 1860 onder leiding stond
van Fransois Hageman, A. J Wetrens, S.
van Groningen, wiens prestaties als pia
nist, zoowel in Leiden als daarbuiten een
bijzondere renommé hadden en mej. Harry
van der Harst, wier naam eveneens als
oudere stadgenooien menige mueUalj
ls verbonden.
soliste vele malen ln onze kolommen li
vermeld.
Behalve deze instellingen zijn daar de
namen van onnoemlijk veel Instrumentale
ensembles, oratorlumvereentglngeu, lleder-
tafels en wat dies meer ztj, die in ons
veelbewogen muziekleven een meer of
minder voorname rol gespeeld hebben
Telkens duiken ln de kronieken titels op
als .Leidsch Orchest", „Caecllla", „Leid
sche Zangvereen.", „Liedertafel „Arion"
„Musis Sacrum" of dameszangvereenlging
„Renate", ln later Jaren „Sursum Corda",
onder leiding van de heeren Berkeljon'
Louis Robert, Hubert Cuypers en de C.O.V.
„Con Amore" met Aart Smlnk als ener
gieke aanvoerder.
Een volledige opsomming van alle com
binaties, die in de Sleutelstad zongen of
speelden moge men hier niet van ons
verwachten; geen aanhanger van een be-
paalde vereeniging voele zich ten achter
gesteld, wanneer hij de zijne niet ge
noemd ziet. Allen dienden op eigen wijze
ons muziekleven naar beste krachten.
Beroemde componisten zelfs leidden hier
hun werken; ln dit verband herinneren
wij b.v. aan de Toonkunstuitvoeringen van
d'Indy's „Chant de la ClocheGabriel
Plerné's „Croisade des EnfantsKodaly's
„Psalmus Hungarlcus", evenzoovele gebeur
tenissen uit roemrijke gloriejaren.
Deze kleine greep moge den 'ezer vol
doenden indruk geven van ons Intensief
muziekleven. In vogelvlucht bespraken wij
slechts het een en ander, gewaagden niet
eens van de talrijke Fransche en Italiaan-
sche opera-uitvoeringen in den Leidschen
Schouwburg in 1860 hoorde men hier
reeds Rossini's „Barbier de Seville", die
ook dit seizoen werd uitgevoerd noch
van de reeksen solistenrecitals, de periode
der Haarlemsche Orkestvereeniging, het
heilzame werk van de „Kunstkring voor
Allen" of de bezoeken van het Concert
gebouworkest onder dr. Willem Mengel
berg.
Maar het genoemde ls toch zeker vol-,
doende, om te kunnen getuigen, dat ln
al deze 75 jaren Vrouwe Musica in onze
veste geenszins verwaarloosd is!
Wanneer wi] dan tegenwoordig de uit
voerende kunstenaars hooren klagen over
een verminderde belangstelling van het
publiek, willen wij hen gaarne een riem
onder het hart steken! Daartoe zij een
oude critlek in ons blad van de hand van
den ultnemenden van Groningen aange
haald en wel die, waarin deze naar aan
leiding van een slecht bezochten avond
schrijft: „Ik denk, dat er zóó ontzaglijk
veel concerten zijn, dat elk muziekliefheb
ber daarin een reden ziet, om op geen
enkel te verschijnen".
Wanneer wij dan de groote belangstel
ling releveeren, die ondanks invloed van
radio en andere belemmerende factoren
toch nog steeds in onze stad voor de hui
dige concerten in het bijzonder die
van het Residentieorkest en de Kunst
kring „Voor Allen" heerscht, zien wij
voor de Toonkunst, zoowel als voor de
artisten, de toekomst toch niet zóó zwart
in, als velen dit wel doen voorkomen.
Moge dus ook in de komende 75 jaren
de muzikale belangstelling onverflauwd
blijven voortduren; dit is de beste wensch,
die wij lezers bij ons jubileum ter eigener
geestelijke verheffing kunnen meegeven!
EEN FILMPRAATJE.
Als verlofgangers hier in Indië terugkee-
ren en hun wordt gevraagd hoe het ln het
oude land is, dan komt zonder mankeeren
het antwoord, dat men zich daar nog zoo
goed als geheel niet aan de nieuwe toe
standen heeft aangepast. De juistheid van
deze bewering kan van een afstand uit
lastig beoordeeld worden, maar de gelijk
soortigheid van den indruk blijft frappant.
Voor een deel ls zij te verklaren uit het
verschil in maatschappelijk bestel. Hier
zijn snellere evoluties mogelijk omdat zoo
veel instanties ontbreken, die in Nederland
remmende invloeden kunnen doen gelden.
De salarisverlaging over de volle linie van
25 pCt. zal bij schrijver dezes geen ver
dediger vinden, doch zij is mogelijk geble
ken en wel in 3 tempi, van 10, 17 en 25
pCt. en dat in den tijd van nog geen twee
jaar. Zoo iets ware in Holland ondenkbaar
Zelfs een verlaging van enkele procenten
brengt het leven van een minister in ge
vaar. De kwetsbaarheid van de Regeering
in Holland werkt als lood op het door
voeren van krachtige maatregelen.
De onaantastbaarheid hier. zoolang het
opperbestuur zijn steun niet ontzegt, ls
een bron van een groote macht, doch te
vens een niet minder groot gevaar, om
dat zij de kans schept versobering van het
leven eerst bij het publiek te willen door
voeren, in plaats van als overheid het
voorbeeld te geven. Ontslag van personeel
en verlaging van salarissen voert tot be
zuiniging, versobering in de volle beteeke-
nis van het woord behoeft er geen gevolg
van te zijn. En zij is het dan ook in zeer
veel gevallen niet.
Het publiek is gedwongen eenvoudiger
te leven, maar de belastingen zijn schrik
barend hoog, post en telegraaf voor een
veelvuldig gebruik niet te betalen, de ta
rieven van de spoor, behalve voor be
paalde soorten goederen, dwaas, in tal
van plaatsen zitten de menschen des
avonds in zeer matig verlichte huizen,
wegens de electriciteitstarieven, welke
door de concessionarissen zijn vastgesteld
en zelfs ln hausse-tijden protest zouden
uitlokken Dit dwingt tot versobering bij
het publiek en wel in sterkere mate dan
noodig zou zijn, indien de lasten, welke
de overheid van de menschen vraagt de
belastingen nog daar gelaten binnen de
grenzen van het normale gehouden waren.
Hier ligt een van de groote redenen, waar
om tusschen Regeering en inwoners een
verhouding gaat ontstaan als tusschen
bewoner en huisheer als de laatste in
steeds zwaarder wordende tijden weigert
ook maar één cent van de veel te hooge
huur te laten vallen. En dat de Inkomens
terugloopen blijkt telkens Het bezoek aan
de bioscopen ging ondanks verlaging van
de toegangsgelden niet vooruit, wat on
aangenaam wordt voor de exploitanten
omdat hun kosten niet noemenswaard
omlaag gingen en dit is een van de rede
nen, waarom bij importeurs en exploitan
ten van theaters een stijgende ontstem
ming waar te nemen is tegen de wijze,
waarop de keuringscommissie optreedt. Er
bestaat hier slechts één commissie, die
keurt te Batavia, omdat de Invoer van
films alleen in Tandjong Priok of te Tji-
lilltan is toegestaan. Alles wat binnenkomt
wordt gekeurd, zoodat het niet mogelijk ls
in besloten gezelschappen vertooningen te
geven, die voor het algemeene publiek
verboden zouden worden.
Nu heeft de keuring hier met moeilijk
heden te kampen, welke in Europa onbe
kend zijn, omdat er daar slechts één soort
van publiek bestaat tegen hier twee, het
Europeesche en het lnlandsche Wat voor
de eerste rubriek nog wel getolereerd zou
kunnen worden, ls voor inlanders soms
volslagen ongewenscht en aangezien er in
geheel Indië nog geen half dozijn bios
copen zijn, waar alleen Europeanen wor
den toegelaten, moest de keuring zich wel
inschieten op de mentaliteit van het
inlandsche publiek.
In hoofdzaak moet bij de keuring wor
den gedacht aan de bescherming van de
blanke vrouw De ondervinding heeft ge
leerd, dat tafereelen, waarin een beetje
zwaar gezoend enz. wordt bij het inland
sche deel van het publiek een gejoel deden
ontstaan, om hetgeen daarvan een vrouw
te zien werd gegeven. Dit heeft tot gevolg
gehad, dat van 'n zoen met een verleng
stuk. dit verlengstuk zonder pardon ge
knipt werd. vrijen op een bankje is ook
alleen in allereerste instantie geoorloofd.
Alles wat zweemt op verzet tegen de over
heid, gevechten tusschen blanken, vindt
de schaar op zijn weg en zoo moeten films
waarin voor een Europeesch publiek niets
aanstootelij ks zit, dikwijls gemutileerd
worden omdat meer dan 99 pCt van het
aantal bioscopen z.g. gemengde bioscopen
zijn.
Aanvankelijk werden dan ook dozijnen
films afgekeurd, doch wijs geworden door
ondervinding, zenden de kantoren thans
alleen naar Indië, wat volgens Europee
sche opvattingen geen aanstoot zal geven,
zoodat 't aantal, dat hier het veto krijgt
betrekkelijk gering genoemd moet wor
den. Doch dat getal is toch nog zoo groot
dat de importeurs soms belangrijke schade
lijden, want de kosten van keuring zijn
hoog en wat gekeurd is, moet worden be
taald, onafhankelijk van het oordeel van
de commissie. Daarbij bestaat eigenlijk
geen hooger beroep. De keurende commis
sie telt gewoonlijk 4 leden van de 12 welke
de geheele commissie vormen. Wordt nu
een film niet geschikt geacht, dan kan
alleen herkeuring worden gevraagd voor
de commissie in pleno, die ook dat
heeft ondervinding geleerd slechts zel
den tot een andere uitspraak komt!
Daarbij is de samenstelling van de com
missie op wat zonderlingen wijze geschied.
De politieke partijen zijn er in vertegen
woordigd, voor de echtgenoote van het
hoofd van het gevangeniswezen wordt
steeds een plaats gereserveerd al heeft zij
nooit een film gezien, enkele inlanders van
standing en een dame van de admini
stratie van het museum, die nimmer ge
toond heeft meer van de film af te weten
dan de man uit het publiek, die geen film
overslaat, ziedaar de commissie. Het
kunstzinnige, practlsch-politieke, ervaren
element, ontbreekt geheel.
De vertooningen van de te keuren films
zijn diep geheim, zoodat niet naar bui
ten doordringt, welke scène de goedkeu-
rig niet heeft mogen verkrijgen, doch wel
slaan nlet-naieven in den lande soms de
handen ineen van verbazing over het geen
de commissie heeft doorgelaten.
Zij bestaat^ het blijkt meer en meer, uit
zeer brave, gemoedelijke, eenvoudige da
mes en heeren, die een lange zoen eigen
lijk niet netjes vinden en het zien trekken
van een mes gelijkstellen me het opruien
tot revolutie. Doch alles wat raffinement
is gaat onopgemerkt aan hun goedige
oogen voorbij Zoo kan het voorkomen, dat
tooneelen van een uiterst geraffineerde
zwoelheid rustig vertoond worden. De
dames en heeren vinden een vrijage ver
keerd voor den inlander, zij oordeelen al
leen naar het gejoel, doch een beeld van
een enkele beweging, die ver over het
perverse heen gaat, wordt vertoond en de
inlander zwijgt dan, omdat hij, minder
naief dan de keurders en keurderessen,
wel degelijk begrijpt, wat daar soms bij
wijze van flits, te zien wordt gegeven. De
commissie weet nog altijd niet, dat de
erotiek uit het Oosten stamt, daar ge
kweekt is en begrepen wordt.
En zij zal het nimmer leeren ook, ge
lukkig maar, want als het goedige twaalf
tal films op raffinement moesten gaan
keuren, Ja, dan zouden wij zotte dingen
beleven.
Vooral onder de Amerikaansche film
sterren zijn er die in een schijn van eer
waarde onnoozelheid met haast onmerk
bare bewegingen weten te lokken. Dat
merkt bij de keuring niemand op. En
evenmin als het grover gaat. May West
vond in de oogen van de commissie vol
komen genade.
Een ander nadeel van de tegenwoor
dige keuring is, dat films van hooge ar
tistieke waarde, doch met een klein kantje
hier niet kunnen worden vertoond, zelfs
niet in besloten kring. Het bedrag van
de keuring ls daarbij dermate hoog, dat
de kosten van het lidmaatschap van een
besloten vereeniging zoo hoog zouden
worden dat zij, vooral in de tegenwoor
dige tijden, voor velen een bezwaar zouden
zijn zich aan te melden. Er wordt echter
naar een middenweg gezocht, opdat het
toch reeds niet met een te veel aan kunst
uitingen gezegende Indië niet langer ver
stoken zal blijven van films, die bijv. on
der supervisie van den Kunstkring aan
velen voldoening zouden schenken, zonder
dat de groote massa er ook maar eenig
nadeelig gevolg van ondervindt.
De tegenwoordige wijze van werken is
er schuld aan, dat van 'n Indisch jour
naal weinig kan komen. Wordt bijv. t«
Soerabaja in den morgen een gTOot gou
vernementsgebouw geopend, dan is het
niet mogelijk de film daarvan reeds des
avonds te vertoonen, want de keuring
moet in Batavia geschieden. De eerste ver
tooning zou op zijn snelst pas na 3 dagen
kunnen plaats hebben, aangenomen dat
van de k N.I.L.M. gebruik wordt gemaakt,
anders komt er nog een dag bij. Bij het
ontwerpen van de keuringsordonnantie is
aan zulk een journaal niet gedacht en
aangezien een radicale herziening op den
duur niet uit kan blijven, zou het over
weging verdienen in elke groote plaats
enkele personen aan te stellen, voor het
keuren van dergelijke eendagsvliegen
onder de films.
Tegenwoordig heeft de keuringscommis
sie ook een apparaat om het geluid te
hooren. Dit werd noodig, omdat het knip
pen van het beeld alleen, terwijl het ge
luld doorging, tot zotte gevolgen kon leiden
Zoo werd eens een huiselijke twist to-
schen man en vrouw te zien gegeven, die
tamelijk hoog liep. Het scheen dat de man
het patriarchale tuchtrecht wilde gaan
toepassen, maar of dit werkelijk zoo was
weten we niet. Het doek werd plotseling
donker, er klonk uit het geluidsapparaa'
een klap, een schreeuw en toen de beelden
weer zlchbaar werden lag de vrouw op
den grond en wreef de man van pijn au"
eene hand. Niemand van het publiek te-
greep natuurlij(c wat voor tooneel ge
knipt was
Dit ls slechts een voorbeeld uit vele en
hoewel aanvankelijk bezwaar was ge
maakt tegen de kosten van aanschaffing
van een geluidsapparaat, moest ie115'?;'!
toch toestemming worden gegeven. wa'
eigenlijk Jammer is. Het was zoo verma
kelijk zich het beeld, als weerslag op ne
geluid voor te stellen.
In drama's heeft dit dikwijls een ko
mische onderbreking gegeven welke oen
„productiemakers" niet bepaald naar oe"
zin zou zijn.
Keuring op de „sound" werd daaro
noodig.
H