y LEIDSCH DAGBLAD 1 Jaargang Donderdag 28 Februari 1935 No. 9 w WEE GETROUWEN. KATJES. 1EUCB li. (Slot) Verboog had het dien dag ,d en voelde zich nu vermoeid, treeide ze Laura langs het haar, een fijn glimlachje om haar teelde. Ook al had Laura nog tgd, moeder begreep best waarom sje kwam. begon Laura aarzelend, „moes wat ik aan moet doen op Hilda's ste jurk natuurlijk, kindje. Ik eens nazien." die jurk heb ik al twee winters k Zou van de zomer toch een an u krijgen. Mag ik die nu al- hebben? De andere meisjes zul- zoo keurig zijn. En u weet wel, ragt me toch altijd, omdat ik niet >oie dingen heb als zij en Hilda." ara, dat weet ik wel. Maar jij weet ik al zoo dikwijls gezegd heb. Ik liets tegen, dat je zoo druk met Tllnt omgaat, als je er maar niet en door wordt. Hilda is rijk en het niet en daarom kan zij veel jgen dan jij. Maar je weet ook ze daarom niet gelukkiger is, hè sprong op en gaf haar moeder „Dat weet ik wel moesje, en lk emaal niet jaloersch op Hilda." kind, ga da nu maar naar boven som niet van de nieuwe jurkjes ijgt" i doet het?" juichte Laura, terwijl noeder opnieuw om den hals vloog, oor ditmaal zal ik mijn oudste ns haar zin geven" beloofde olgenden middag kwam moeder t school halen. Samen zouden ze gaan om een nieuwe jurk te gaan Toen ze in den winkel waren en de steeds meer beeldige stofjjes voor rlei, wist Laura werkelijk niet, wat n moest. Maar moeder hielp haar rig licht gebloemd mousselientje ezen. 't Zou haar wat goed staan, den moeder en de juffrouw belden ikkig kwam Laura met het pakje fn arm thuis. De volgende dagen :der het heel druk. Want behalve indere werk dat ze te doen had, e nu ook Laura's jurk nog naaien, aura reeds lang sliep, zat moeder ter de machine en offerde menig ïachtrust voor haar dochtertje op. kwam op tijd klaar, hem maar eens even aan Laura", ier, „dan kan ik zien of er nu wer- lets meer aan mankeert." uriyk mankeert er niets aan" ver- Laura, toen ze even later in de urk beneden kwam. „Moeder kan veel te prachtig naaien!" gende avond stapte Laura in haar Jeedje om half zeven de deur uit. n uur zou het feest beginnen. Ge- rd had ze Hilda natuurlijk op il. Maar 't cadeautje nam ze nu Was een heel fijn doosje bonbons, ze het geld ervoor opgespaard en In mijn kamer heb ik katjes, Katjes zonder kop of staart. Nooit heb 'k voor die vreemde katjes Nog een schotel melk bewaard. En toch zijn ze flink gegroeid, hoor! Nimmer zeggen ze „miauw!" Ken je soms die kleine katjes? Noem ze mij dan maar heel gauw! "(usJtlb-ijs jo uauiooq uce sotieji '.Y.auy i (Nadruk verboden! dat ging heusch zoo vlug niet, want Laura's zakgeld was niet groot. „Om tien uur komt vader je halen, Laura" zei moeder toen ze haar dochtertje goe den dag kuste. „Veel genoegen, m'n kind." Laura was, zooals Hilda haar verzocht had, een van de eerste gasten. „Ah, daar is onze Laura", zei mevrouw Verlint, toen het-dienstmeisje, keurig in 't zwart, haar in de deftige salon liet. Laura kreeg een kleur van blijdschap bij die vriendelijke begroeting. Eenigszins verlegen, wenschte ze Hilda's ouders ge luk en gaf haar cadeautje aan de jarige over. Hilda was er blij mee en bedankte Laura hartelijk. „Kom nog vlug even naar mijn cadeautjes kijken", zei ze tot Laura en trok haar mee naar een tafel in een hoekje van het salon. Opgewekt en vroolijk was Laura naar het feestje toegegaan, maar toen ze daar bij die tafel stond, verdween haar vroo- lijkheid opeens. Wat een prachtige ge schenken! Groote luxe dooze bonbons, kostbare bloemen in dure vazen, ach, het was teveel om op te noemen. Wat zonk daarbij haar doosje bonbons in 't niet! Hilda merkte het niet, dat haar vrien dinnetje opeens veel stiller werd. Langzamerhand kwamen er meer meis jes binnen en Hilda moest hen allen be groeten. Laura geraakte wat op den ach tergrond en dat maakte haar niet vroo- lijker. Maar al spoedig werd haar aandacht afgeleid 't Feest begon. Men deed aller lei spelletjes, droeg wat leuke stukjes voor en nog aardige, vroolijke liedjes. Met Hilda had Laura van de begroeting niet meer gesproken. Nu eens zag men de jarige hier dan weer daar, maar toevallig kwam ze geen enkele maal bij Laura. In een pauze, die er tusschen een paar spelletjes ontstaan was, bevond Laura zich in een hoek van de salon achter een groepje palmen, die daar neergezet waren Op een paar stoelen die daarbij stonden, namen juist een paar meisjes plaats. Een van de twee was Hetty Boorsma. „Zeg", zei ze zachtjes tegen Clara van Dillen, die naast haar zat, „zeg, heb Je ge zien wat een gekke jurk dat kind van Ver boog aan heeft? Je kan goed zien, dat ze het „arme kind" uit de klas is hoor. Wij hebben allemaal een zijden jurk aan en zij maar een gewone wollen, 'k Zal moeder eens vragen, misschien kan ze nog wel een „afleggertje" van mij krijgen." Een zacht gegichel klonk „Je kan ook goed zien dat Hilda zich gnig Hetty toen weer iele voor haar schaamt", voort. „Ze heeft de geheele avond nog niet met haar gesproken. Ze had veel beter gedaan met dat kind thuis te laten. Ze hoort nu eenmaal niet op zoo'n deftige partij." Arm in arm en samen nog lachend gin gen de twee meisjes verder. Laura stond met een doodsbleek gezicht achter de palmen. Dus dat was het, Hilda schaamde zich voor haar. Daarom hield ze zich den geheelen avond al zoo op een afstand. O, maar als dat waar was, dan wilde Laura hier ook niet langer biyven. Geen oogenblik! Terwyl de andere meisjes zich verzamelden liep Laura woest de te genovergestelde deur uit. Niemand merkte het In de gang greep ze vlug haar hoed en mantel. Gelukkig had ze haar goed zelf opgehangen, zoodat ze nu niet behoefde te zoeken. Met bevende vingers opende ze de deur en sloot die zachtjes achter zich toe. En nu naar huls! Op een draf vloog Laura de straten door. Eerst toen ze bui ten de stad was, stond ze even stil om adem te halen. En toen weer zoo gauw mogelük verder. Ha, daar zag ze de lichten van de duiventil reeds! Even later trok ze veel harder dan noo- dlg was aan de bel. Vader zelf kwam op dat ongewone bellen opendoen. „Maar Laura toch?" vroeg vader ver wonderd, toen hy zijn dochtertje zag. Doch zonder antwoord te geven snelde Laura hem voorby, de hulskamer binnen. Moeder keek al even verbaasd, maar voor ze nog tyd had om iets te vragen, was 't meisje hevig snikkend voor haar moeder neergevallen, terwyl ze het hoofd in moe ders schoot verborg Moeder zette de hoed, die Laura nog steeds op had, af en streelde haar toen kalmeerend het haar uit het gezicht. Vader was ook weer binnen gekomen en trok zyn groote meisje overeind. „Kom kind", zei hy vriendeiyk „je hebt ons doen schrikken. Vertel nu wai er ge beurd is." En zoo met vaders arm om haar heen geslagen, kwam het heele verhaal er uit. „En ben je zóómaar weggegaan zonder groeten?" vroeg vader verbaasd, toen Laura aan het slot was gekomen. „Ja vader! Als Hilda zich voor mij schaamt, dan wil ik er niet langer blyven". „Maar Laura toch", zei moeder afkeu rend. „Dat is toch heel onbeleefd van je. Bovendien weet je niet eens of het waar is, wat die meisjes gezegd hebben." Vader was de gang Ingegaan en kwam even later met hoed en jas weer binnen. „Waar ga je heen, man?" vroeg moeder. „Naar de familie Verlint. 'k Ga even excuus maken over het gedrag van myn oudste dochter. En 'k zal meteen zeggen dat ze het morgen zelf komt doen." „Ja, dat is het beste" vond moeder. Laura zei niets. Ze had opgehouden met schreien doch met een boos gezicht keek ze voor zich uit. Dat ontbrak er nog maar aan, dat vader en moeder haar in 't ongeiyk stelden. Moeder zag wel dat haar meisje nog niet overtuigd was. „Laura" zei ze, „kom hier nu eens by me zitten kind." Half onwillig deed Laura wat haar ge zegd werd. „Zie je nu zelf niet Laura", begon moe der, „dat je je heel onbehooriyk hebt ge dragen? Mijnheer en mevrouw Verllnt weten niets van wat er gebeurd M. Ze

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 13