75**e Jaargang
WOENSDAG 27 FEBRUARI 1935
No. 22986
STADSNIEUWS.
BUITENLAND.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PfcljS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertentles belangrijk
lager tpjlpf. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ots. bij maximum aantal woorden
vjm 30. - Incasso volgens poetrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT&
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden 1.2.35
per week 1.0.18
Franco per post 1.2.35 per 3 maanden portokosten
(voor binnenland 1.0.80 per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
Dr. P. A. A. BOESER t
Wijlen dr. Boeser.
In den ouderdom van 76 jaar is hier
ter stede overleden de heer dr. P. A. A.
Boeser, oud-lector in de Egyptologie aan
de Leidsche Universiteit, oud-onderdirec
teur van het Rijksmuseum van Oudheden
en grondlegger van de studie in de Egyp
tologie hier te lande.
Dr. Pieter Adriaan Aart Boeser werd 26
Juli 1858 te Schelllnkhout geboren, waar
ïljn vader Ned. Herv. predikant was. Hij
bezocht daar de lagere school. Na het
overlijden van zijn vader in 1869 vertrok
diens gezin naar hier, waar dr. Boeser de
lagere school van den heer Japikse en
vervolgens het gymnasium bezocht.
In 1878 werd hij aan de Leidsche Uni
versiteit als student in de nieuwe letteren
Ingeschreven, waar hij den 12den Juni 1889
werd bevorderd tot doctor in de letteren
en wijsbegeerte op een proefschrift, ge
titeld: Leven en werken van Margaretha
Jacoba de Neufville.
Onder leiding van den toenmaligen
directeur van het Rijks Museum voor Oud
heden, den heer W. Pleyte, legde hij zich
nadien toe op de beoefening van het Egyp
tisch, om daarna nog geruimen tijd onder
leiding van prof. Erman te Berlijn en van
prof. Steindorff te Leipzig zijn studie in
de Egyptologie voort te zetten, waarvoor
destijds ln ons land geen gelegenheid be
stond.
In 1892 werd hij benoemd tot conser
vator aan het Rijks Museum voor Oud
heden voor de Egyptische verzameling,
Raarvan de grondslag reeds bestond in
de 17de eeuw. doch welke belangrijk werd
uitgebreid door aankoop van de collectie-
De lBseluse in 1826. Maria Cimba in
1827 en D'Aanastasy in 1828. Onder zijn
conservatorschap, namelijk in 1902. werd
deze verzameling verrijkt met de schen
king der beroemde Mastabakapel van
Achet-Hetep-Her door mr. A E. H. Goed
koop. in dat jaar werd dr. Boeser toege
laten als privaat-docent in de Egytrtoiogle
aan de Leidsche Universiteit, en in 1910
*erd hij benoemd tot lector. Hi.i aan
vaardde dit ambt den 13den April 1910
toet een rede over: „De Egyptologie en
haar samenhang met andere wetenschap-
Pen". Hij was" de eerste, die in ons land
een leerstoel ln de Egyptologie bezette.
Inmiddels, ln 1904. was hij benoemd tot
ender-directeur van voormeld museum,
"■eer speciaal belast met de zorg voor de
TODtische afdeeling. Na Pleyte's dood
Jeeft hij de Egyptische monumenten in
historische volgorde ingedeeld en gerang
schikt. Zijn belangrijkste werk is de eerste
geïllustreerde catalogus van de Egyptische
verzameling, en verder werkte hij voor
namelijk op het gebied van het Demo-
tlsch en het Koptisch. Wat het Demotisch
betreft vooral door zijn „Transkription
JM Uebersetznng des Paoyrus Inslnger"
jh te Oudheidkundige Mededeellngen van
bfl Rijks Museum van Oudheden (1922).
Zijn colleges over het Koptisch trokken
b°k vele studenten in de theologie.
van de werken, die van zijn hand in
Jen loop der jaren het licht, hebben
afn, vallen, behalve de door hem gepubli
ceerde teksten en afbeeldingen van mum-
•"ekisten, te noemen: Menuserits Cnotes
buMusée des Pavs Bos a Leide: Catalogue
Musée d'Aotiquité's 'Antiquité's Oon-
'evl. Leiden 1900: een catalogus van de
uictnHjpjm volgorde gerangschikte
jhonumenten (1907); voorts een uitgave
hehtdruk van de Egyptische verzame-
'sedert 1905) en verschillende kl»t-
•ire artikelen in het Zeitschrift für
Jbjyptolngie". Ook verscheen van ziin
band „De godsdienst van het oude
«Jute" in de .serie „Groote Godsdien-
lt"1" (Raam),
kan de organisatie van de Egyptische
'bzameling, nadat het Museum van Oud-
ï'ben van de Brpestraat naar het Rapen
de was overgebracht, heeft ds. Boeser
D belangrijk aandeel gehad.
Wegens het bereiken van den 65-jarigen
leeftijd werd hem in 1923 eervol ontslag
verleend als onder-directeur van het
museum, terwijl hij ln 1928 zijn lectoraat
neerlegde.
Dr. Boeser was officier in de Orde van
Oranje-Nassau.
De teraardebestelling van het stoffelijk
overschot zal plaats vinden a.s. Vrijdag
om 2 uur op de begraafplaats „Rhljnhof".
CHR. HIST. UNIE.
Statcnkring Leiden.
De Statenkring Leiden der Chr. Hist.
Unie ls in leden en bestuursvergadering
bijeen geweest onder leiding van den heer
W. Kijne uit Hillegom. In deze beide ver
gaderingen is de aanstaande verkiezing
voor de Provinciale Staten uitvoerig be
sproken en besloten zoo veel mogelijk één
lijn te trekken met den Statenkring Gouda.
Voorts werd besloten liet bestuur van
zeven op ell leden te brengen.
De oud-voorzitter, de heer v. d. Akker,
die zich metterwoon te Baarn vestigde en
de heeren J. C. Meynen en Vroom, die om
gezondheidsredenen ontslag hadden ge
nomen, konden niet voor 'n herbenoeming
in aanmerking komen. Met groote dank
baarheid werd gewag gemaakt van de on
telbare diensten die deze scheidenden den
Statenkring hadden bewezen. Maakten
de heeren v. d. Akker en Vroom sinds 1917
deel uit van het bestuur, de heer Meynen
heeft ln 't bestuur ziting gehad vanaf 1922.
Het tegenwoordig bestuur wordt gevormd
door de heeren B. J. Theyssen te Katwijk
aan Zee; Th. J. Broers, secretaris Leid-
scheweg 78 te Voorschoten; P. H. Deumèr
te Leiderdorp; Jac. Kingma te Lisse; D.
de Jong te Rijnsburg; J. Ulttenbogaard
te Oegstgeest; E. L. de Witt te Noordwijk;
H. P. H. Würiz, alhier; W. Kijne te Hille
gom en A. van Egmond te Koudekerk.
De heer Verschoor te Sassenheim heeft
voor zijn verkiezing als bestuurslid be
dankt.
Dr. J. P. L. HULST 60 JAAR.
Dr. J. P. L. Hulst.
Heden werd de bekende criminoloog te
dezer stede, dr. J. P. L. Hulst 60 jaar. Zoo
als bekend, is dr. Hulst als privaat-docent
aan de Leidsche Universiteit verbonden,
alwaar hij colleges ln de criminalistiek
geeft.
DE A.S. LUSTRUM-FEESTEN.
De commissie voor versiering van de
Steenstraat en Beestenmarkt is samen
gesteld uit de heeren E. J. Cosoer. voor
zitter; S. Garnade, penningmeester; J. M.
Wijnbeek, secretaris en H. J. Reyst, com
missaris.
o
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijving: Firma G. Haasnoot
en Zonen, N.V. in oprichting. Haven 8.
Katwijk aan Zee. kuiperij, fust- en haring-
handel. Vennooten: L. Haasnoot Sr en L.
Haasnoot Jr.. Katwijk a. Zee. Procuratie
houder: L. Haasnoot Jr.
Opheffing: Firma D. Smit. Haarlemmer
straat 158 Leiden, schoenwinkel.
Wijzigingen: N.V Sigarenfabriek Argen
tina (filiaal), Haarlemmerstraat 255. Lel
den. hoofdzetel: Kampen. IJseidi.ik 8 Ves
tiging filiaal: Morschstraat 40: Hooge-
woerd 130. Lelden.
G. W. Proper. Nassaulaan 13. Oegstgeest.
aannemersbedrijf. Bovengenoemd bedrijf ls
ondergebracht bij de zaak: Bouw- en
Woningbureau Proper.
UNITAS STUDIOSORUM LUGDUNO-
BATAVA.
De Senatus Veteranorum der Unitas
Studiosorum Lugduno-Batava heeft zich
voor het jaar 1935/'36 als volgt samen
gesteld:
J. J. van Loon, rector: A. P. Makatlta,
ab-actis; J, G. Wester, fiscus; A. Blaauw,
assessor I; Mej. KT H. van Muylwijk, as
sessor Ila.
AANGEHOUDEN.
De politie alhier heeft aangehouden C.
J. T„ die weigerachtig bleef om in een
civiele procedure als getuige te verschijnen
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd voor het candidaatsetxamen
Wis- en Natuurkunde, letter A de heer J.
Schweers (Rotterdam).
GERMAANSCHE HUIZENBOUW.
Lezing van dr. F. C. Bursch.
Gisteravond heeft dr. F. C. Bursch in
het Rijksmuseum van Oudheden een lezing
gehouden over „Germaansche huizen
bouw", waaraan het volgende is ontleend:
Over het uiterlijk der Germaansche hui
zen uit den tijd onzer urnenvelden was tot
voor korten tijd weinig bekend. Wel waren
huisvormen uit den steentijd en die van
onze terpen eerder reeds gevonden. Ook
uit de tijden der volksverhuizing kenden
wij geen woningtypen in ons land.
De berichten der klassieke auteurs zoo
min als de bewaard gebleven monumenten
geven ons op zichzelf'n duidelijk beeld van
het uiterlijk eener Germaansche woning.
De heer F. Bloemen, correspondent van
het Museum te Wychen, deed in 1932 een
ontdekking in de omgeving van zijn woon
plaats, die leidde tot het vinden van ver
schillende plattegronden van huizen, eerst
door hemzelf, later ook door spr. De over
blijfselen hiervan bestaan uit paalsporen
en een haard in het midden der woning.
Hieruit kan men het ontbrekende recon-
strueeren tot een langwerpig-vierkante
woning met afgeronde hoeken. De wanden
zijn laag en het schuine dak, geschraagd
in den nok door enkele hooge palen, of wel
steunende op een juk van twee staande
palen, waarop een derde rust, steekt aan
de zijden over de wanden uit. Het geheel
bestaat uit houten vlechtwerk, wellicht
met leem bestreken, en riet. Alle huizen
waren ongeveer Oost-West georienteérd
met den ingang aan de smalle Oost-zijde.
Al deze huizen lagen op een heuvelpla
teau, dat op een hoogte van 10 M. boven
A.P. aan de oevers van het Wychensche
Ven, een oude Maasarm, gelegen, ook in
tijden van overstrooming een veilige woon
plaats bood. Enkele kleinere huizen lagen
op de toppen der heuvels tot een hoogte
van 19 M. boven den zeespiegel.
De aanleg van dit Germanendorp was
geenszins regelmatig, van straten was geen
sprake, doch de huizen lagen, evenals dit
bij de tegenwoordige boerderijen in die
streek het geval is, in kleine groepen bij
een. Het omringende land zal waarschijn
lijk bouwland geweest zijn.
In de woningen van de Batavenstad
Ockenburg. van de Batavenburcht, van
onze woerden en terpen treft men een
groote overeenkomst met onze huizen aan.
Andere dergelijke woningen vindt men in
Duitschland en in Scandinavië. Ook de
vondsten van scherven van aardewerk en
van spinschijfjes gelijken op die in
Duitschland.
Een huis, door spr. te Emmen ontgraven,
vertoont reeds een verdere ontwikkeling.
Het bezat palissadewanden, die het in drie
in de lengterichting achter elkaar gelegen
vertrekken verdeelden. Bovendien was er
een soort van voorhal bij den ingang voor
gebouwd en bezat het nog een zijvertrek.
Terzijde lag de primitieve waterput.
Ook onze tegenwoordige boerderijen in
verschillende streken des lands gaan op
deze oude huistypen terug.
Voor den aanvang van de lezing her
dacht Dr W. D. van Wijngaarden met en
kele woorden het verscheiden van dr. P. A.
A. Boeser, die vele jaren als conservator
der Egyptische afdeeling en als onder
directeur aan het Museum verbonden is
geweest.
Onze stadgenoot, de heer A M.
Vreeburg slaagde te Den Haag voor het
machinisten-examen voorloopig diploma.
Aan de Leidsche Universiteit zijn
momenteel 5 studenten in opleiding tot
officier van gezondheid bij de Koninklijke
marine.
Vrijdag 1 Maart a.s. hoopt de heer
J. A. Paes, technicus le klas bij het Hooger-
Onderwijs den dag te herdenken, waarop
hij voor 25 jaar in 's Rijksdienst trad
De bekende spiegel- en Hjstenfabrlek
annex kunsthandel van den heer H, D.
Sala. welke sedert een halve eeuw geves
tigd is geweest op de Breestraat. is met
ingang van gisteren verplaatst naar den
Nieuwe Rijn no. 14, waar zij een huisves
ting kreeg haar goeden, ouden naam
waardig.
Te Den Haag slaagden voor het
examen leerares mej. J. Pouw. mevr R. A.
Soetarto en mevr. M. A. Soedomo.
Het diploma coupeuse werd behaald door
mej. C. van Lieshout mevr. R A. Soetarto
en mevr. M A Soedomo.
Het diploma costumière behaalden de
dames J Volkering C Bliileven, A. Eradus
en Ans Kouw. Allen zijn leerlingen van
mevr. N Kouw- de Roze, hoofd-leerares
der E.N.M.V.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
De Oostenrijksche minister terug naar
Weencn- De reis van sir John Simon.
Sir Robert van Sittart heeft gistermid
dag als vertegenwoordiger van den mi
nister van buitenlandsche zaken de beide
Oostenrijksche ministers, Schuschnigg en
baron v. Berger Waldenegg aan het sta
tion te Londen uitgeleide gedaan, bij hun
vertrek naar Weenen.
Gedurende de twee dagen van hun be
zoek hebben de beide Oostenrijksche mi
nisters de Britsche regeering volledig in
gelicht over den huidlgen toestand in
Oostenrijk en hun besprekingen met de
Fransehe ministers. Eveneens gaven zij
uiting aan hun voldoening over de hulp.
die Groot-Brittannië verleend heeft om de
leening bij den Volkenbond te convertee-
ren.
De Engelsche regeering heeft den beiden
Oostenrijkschen staatslieden ervan verze
kerd, dat zij met sympathie de pogingen
gadeslaat, die Oostenrijk in het werk stelt
om den politieken en economlschen toe
stand ln Centraal-Europa te stabiliseeren.
In een interview met een vertegenwoor
diger van Reuter heeft de minister Ber
ger Waldenegg. met nadruk gewezen op
de noodzakelijkheid van een definitieve
regeling van het Hongaarsch-Joego-Sla-
visch conflict als voorspel van de vol
tooiing van het voorgestelde Donaupact.
Met betrekking tot de restauratie der
Habsburgers herinnerde de minister eraan,
dat hij reeds verschillende malen gezegd
had, dat die kwestie niet actueel is.
In een persinterview gaf bondskanselier,
Schuschnigg, uiting aan zijn dankbaar
heid voor de ontvangst, welke hem te Lon
den ten deel is gevallen.
Het staat buiten twijfel, dat Oostenrijk,
indien het economisch verbonden is met
de rest van de wereld, ook in staat is om
economisch te leven.
Zij. die meenen. dat het bestaan van
Oostenrijk als staat noodzakelijk ls voor
de handhaving van den vrede in het hart
van Europa moeten ook begrijpen, dat
onze politiek steeds allereerst gericht was
en ook gerioht zal blijven op ons zelfbe'
houd.
Hoewel nog niet volledig officieel, schijnt
het bezoek van sir Simon aan Berlijn toch
te zijn bepaald op 6 Maart a.s. Vermoede
lijk zal Eden den Engelschen minister van
buitenl. zaken vergezellen.
De Sovjet-Unie heeft nu ook een offi-
I cieele ultnoodiging gezonden voor een be
zoek van een Brltsch minister aan Mos
kou ter bespreking van het Fransch-En-
gelsche plan voor de organisatie van den
Europeeschen vrede. Volgens „Daily Tele
graph" was te Londen reeds eenige dagen
bekend, dat een dergelijke uitnoodlging
onderweg was. In den heden te houden
kabinetsraad zal deze ultnoodiging ter
sprake komen en de Sovjet Unie schijnt
verzekerd te kunnen zijn van een gunstig
antwoord.
Men verwacht, dat. intusschen ook ult-
noodigingen zullen binnenkomen van de
reeeeringen van Polen en Tsiecho Slowa-
kiie. daar beide regeerlgen besprekingen
willen voeren, overeenkomstig die. welke
de volgende week te Berlijn zullen wor
den gevoerd.
De leden van het kabinet zijn van mee
ning, dat directe besprekingen effect zul
len sorteeren, zoodat het waarschijnlijk
ls, dat bezoeken zullen worden gebracht
aan de genoemde hoofdsteden.
Tijdens het bezoek van de Oostenrijk
sche ministers aan Londen is eveneens
een bezoek van een Britschen minister
aan Weenen ter sprake gekomen, doch
men acht het, niet zeker, dat er reeds zoo
spoedig na de bespreking te Londen op
nieuw een conferentie te Weenen zal kun
nen plaats vinden.
Het Italiaansche contingent heeft op
zijn beurt het Saargebied verlaten. Gis
termiddag zijn de twee bataillons naar
Frankrijk vertrokken, waar zij een bezoek
zullen brengen aan Metz, Verdun en
Reims.
o
JAPAN.
Samenwerking tusschen de
departementen.
In antwoord op een interpellatie, die in
het Hoogerhuis was ingediend, hebben de
min. van oorlog en marine met klem naar
voren gebracht, dat zij op hartelijke wijze
samenwerkten met den minister van bui
tenlandsche zaken. De minister van
marine, Osoemi zette uiteen, dat de admi
raliteit volledig samenwerkte met buiten
landsche zaken, waarbij hij als voorbeeld
de Londensche voorbereidende vloot-
besprekingen aanhaalde, waarbij de harte
lijke samenwerking tusschen beide depar
tementen de betrekkingen tusschen admi
raliteit en buitenlandsche zaken duidelijk
had getoond. Voorts refereerde Osoemi
aan de visscherijkwestie in de Noordelijke
wateren, die eveneens op bevredigende
wijze tot oplossing was gebracht door sa
menwerking tusschen beide departemen
ten. De minister van oorlog Hayasji zette
eveneens uiteen, dat hij voortdurend in
contact stond met den minister van bui
tenlandsche zaken waarbij hij de kwestie
met Rusland noemde, in welke aangele
genheid zijn departement hartelijk
samenwerkte met dat van buitenlandsche
zaken ten behoeve van een vriendschap
pelijke oplossing.
BINNENLAND.
BegTooting van het Verkeersfonds; memo
rie van antwoord aan de Tweede Kamer.
(3e Blad).
De tolheffing op de rivierbruggen;
bezwaren van den Bond van Bedrijfsauto
houders. (Binnenland, 3e Blad).
Ons parlementair overzicht. (3e Blad).
De Contraprestatie te Alphen vervangen
door werkverschaffing; werken voor steun
„officieel" afgeschaft. (Rijnstreek 2e Blad)
Het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam
is veroordeeld alle sinds 1911 geschorste
trekkingen onmiddellijk achter elkaar te
houden. (Rechtzaken, le Blad).
BUITENLAND
De Oostenrijksche ministers uit Londen
naar Weenen terug. (Buitenl., le Blad).
De reis der Engelsche ministers. (Bui
tenland, le Blad).
Besluiten van den Franschen minister
raad (Buitenl. en Tel. le Blad).
Panama weigert gedeprecieerd Ameri-
kaansch geld. (Tel., le Blad).
29 dooden bij een ontploffing te Moskou.
(Tel. le Blad).
ENGELAND.
De Indische wetgeving.
In een onderhoud met een hoogen ver
tegenwoordiger van den Raad van
Indische Vorsten heeft deze in het bijzon
der gewezen op de bepaling, welke den
onder-koning van Indië het recht geeft
de constitutie voor onbepaalden tijd buiten
werking te stellen. Indien dit geval zich
eens zou voordoen, zouden de zelfstandige
Indische staten automatisch onderge
schikt worden aan den onder-koning. De
Indische vorsten kunnen met een derge-
lijken toestand geen genoegen nemen.
De vorsten eischen, dat de souvereine
rechten, in geval van een buiten kracht
verklaring van de grondwet, weer terug
vallen op de vorsten.
Evenmin zijn de Indische vorsten, vol
gens den zegsman bereid zich te plaatsen
onder de autoriteit van den minister van
Indlë en den onder-koning op de wijze,
zooals in het voorstel wordt gestipuleerd.
Sir Samuel Hoare, minister van Indië,
heeft in het Lagerhuis gesproken over de
te Bombay aangenomen resolutie naar
aanleiding van een motie van Churchill
tot verdaging van het debat. Hij ver
klaarde, dat het niet behoeft te verrassen,
dat er een verkeerd begrip bestaat over
dergelijke kwesties daar beide partijen
6000 mijlen van elkander verwijderd zijn.
Hij weigerde de suggesties te aanvaarden,
als zoude de regeertng terug zijn ge
komen op de overeenkomst, welke met de
vertegenwoordigers der Indische vorsten
was gemaakt. Hij heeft geen reden te
veronderstellen, dat de vorsten hun op
vatting hebben gewijzigd over wat de
Indische Federatie zou zijn. Er is volgens
den minister geen reden de discussies uit
te stellen. Tal van punten, waarbij de
vorsten geïnteresseerd zijn, komen in een
later stadium van behandeling aan de
orde.
De resolutie der vorsten is geenszins een
uitspraak tegen het algemeene schema
van de wet. Beide partijen wenschen dat
de toetreding van regeering en vorsten
tot de federatie zou beteekenen een
effectieve deelneming der staten in het
federale organisme. De regeering be
schouwt verdragen tusschen de kfoon en
de Indische staten als onschendbaar.
De motie Churchill werd verworpen met
28389 stemmen.
De krijgsraad heeft met groot ceremo
nieel te Portmouth in de marine-kazerne
zitting gehouden om vonnis te vellen over
schout-bij-nacht Bailey. Deze was be
schuldigd van achteloosheid wegens het
feit, dat hij op 23 Jan. de oorlogsschepen
„Hood" en „Renown" in staat van gevaar
stelde. Deze schepen kwamen bij Gibraltar
met elkaar in botsing tijdens vloot ma
noeuvres, doch de veroorzaakte schade
was gering. De krijgsraad vond geen enkel
bewijs ter ondersteuning van de tenlaste
legging, zoodat Bailey werd vrijgesproken.
Nadat de uitspraak was bekend gemaakt,
gaf de president van den krijgsraad
Bailey zijn sabel terug.