P«tfL®
Pell*
1
ILiC
l
n
Ld
l
Do&iH. ikxA mil
\DmiH.ikxAm4
75,le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 21 Februari 1935
Derde Blad
No. 22981
BRIEVEN UIT BERLIJN.
BINNENLAND.
FAILLISSEMENTEN.
(Van onzen correspondent.)
DE DUITSCUE PERS.
BERLIJN. 18 Februari.
In mijn verzameling oude brieven uit
galijn aan mijn lezers in Nederland bla
derend, merk lk eerlijk gezegd eenigs-
jjis tot mijn schrik dat ik u zelden op
it hoogte gehouden heb van een ontwik-
teling, die toch eigenlijk, om het „Derde
jjjjk" goed te kunnen beoordeelen, van
uer groot belang moet genoemd worden.
It bedoel de situatie in de Dultsche pers,
Ut ondanks massa-meetings en vooral
radio-verspreiding nog altijd, zelfs ln het
tegenwoordige Duitschland, een hoofdele
ment ter voorlichting en leiding van de
bevolking gebleven is.
Het régime van 1918—1933 kende, ge-
njk overigens de geheele regeerlngs-pe-
riode van het „Rijk van Bismarck", drie
ieitelijke machten in den staat: de regee
ring en de boven haar staande Rijkspre-
iident (daarvóór de monarch; het parle
ment en de pers als spreektrompet en
machtsfactor der „openbare meening".) In
Hen tijd van Bismarck was de journalist
m Duitschland niet bijzonder gezien, bij
Bismarck zelf niet (ofschoon hij haar
macht kende, zelf nog al wat artikeltjes
ran eigen hand natuurlijk anoniem
teelt laten afdrukken en zeer enkele dag
bladschrijvers in zijn vertrouwen nam) en
bij keizer Wilhelm II nog veel minder. De
Dultsche pers in de lange periode van op
bloei voor den wereldoorlog lag ten deele
a de heftigste vormen met de overheid
overhoop, vluchtte voor een ander deel in
de onpolitieke gedaante der zoogenaamde
.jnkal-Anzeiger" en der „boulevardbla
den", en kenmerkte zich voor het overige
[leinste deel als „officieus", daarmede
:igen invloed opofferend ten bate van hof-
en kabinetsgunst, en vervallend in een
Khakeering, die met het woord „vervelend"
iet best gekenschetst is.
Maar hoe dan ook: deze pers van het
Tweede Rijk, al is de Duitscher zelden een
goed, leesbaar en talentvol type van Jour
nalist geweest, was van beteekenis. Was
leerrijk om de vele knappe en geleerde
medewerkers, was rijk aan stof en afwis
seling, beschikte over vele eminente cor
respondenten in het buitenland, over rei-
sende reporters, die de verste landen be
rechten en vele avonturen te beschrijven
hadden. Onder 's werelds cultuurstaten
mocht Duitschland zich beroemen, tjil-
looze dag- en weekbladen van formaat te
bezitten en mede ln de voorste rij der
journalistieke prestaties te staan.
De oorlogsperiode kunnen we overslaan.
De scherpe censuur drukte haar stempel
op de Dultsche pers, die onder deze
uiterst beperkte vrijheid, in de van alle
lijden omsloten vesting, geen normaal
beeld meer geven kon en nog slechts
teerde van vroegere qualiteiten.
Na de revolutie van 1918 begon een
aieuwe bloeiperiode, zij het dan ook, dat
inflatie en achteruitgang, verminderde
koopkracht en daardoor afnemende lust
adverteeren, en vele andere bekende
oorzaken, die Duitschlands positie in de
wereld bemoeilijkten, natuurijk van in
vloed werden op de ontwikkeling van het
publicistisch element ln de samenleving.
Maar de opbloei van het parlementarisme
bracht toch ook een sterke vermeerde
ring van invloed voor de pers. Het socia-
istisch-democratische bewind stelde den
redacteur meer dan ln het Keizerrijk mo-
jelijk geweest was, in het centrum van het
jalitieke gebeuren. Journalisten werden
sndelijk ook in Duitschland ministers,
staatssecretarissen, leden van den Rijks-
lag en van de landelijke en stedelijke
parlementen. De leiders der groote bladen
openden hun „salons", waar zij regeering
tn diplomatie ontvingen. Het sterk ont
wikkelde partijleven met al zijn onaange
name bijverschijnselen maakte den redac
teur tot een gevreesd en gevleid middel
punt in het politieke leven. De al te groote
vrijheid op cultureel gebied, die al spoedig
in volkomen bandeloosheid moest over
gaan, maakte een bijzonder soort van pers
mogelijk, die alle schaamte van zich af
wierp en ten slotte ook vele „solide" bla
den er toe overhaalde onder elkaar en
jegens anderen toonen aan te slaan, die
den buitenstaander verbluften, den kran
tenlezer in Duitschland amuseerden of
ergerden, en ten slotte een heksenkeuken
tn het leven riepen, die wel een reactie
moesten uitlokken.
Die reactie werd het duidelijkst geboren
m de nationaal-socialistische beweging,
die in Duitschland onafscheidelijk aan
den naam Adolf Hitler verbonden is. Een
der hoofdpunten in het meer of minder
wazig programma dezer beweging werd al
ipredig een totale reorganisatie op pers-
gebiedReeds in de oudste publicaties der
«weging, later in Hitler's boek „Mein
Kampf" kan men een afrekening lezen
met de perstoestanden na 1918 in Duitsch
land en in het algemeen. Het ware intus-
«cnen onjuist en eenzijdig, wilde men in
°at streven naar afrekening alleen zien
een op zichzelf gezonde en te begroeten
reactie op verschijnselen van ontegenzeg
lijk verval. In de geheele wereld, ook
toen het begrip „nationaal-socialisme" of
in ziin tegenwoordige samen
vatting nog onbekend was, hebben ern-
™ge menschen in het algemeen en ern-
™ge journalisten in het bijzonder, ge
waarschuwd tegen excessen op persgebied,
K" vereen'ging van te vele persorganen
"bedrijf, tegen sensatiebladen, die
attractie, de kermisachtige opdiening
de actualiteit van het bericht de voor-
«nr gaven boven de soliditeit en de
aarheidsliefde, die helaas tijd voor on-
trzoek kosten en veel sensatie en dus ver-
woopmogehjkheid kosten; gewaarschuwd
v.rai «Ben toenemende afhankelijkheid
dagbladen van industrieele en poll-
we groepen, die zich niet openlijk tot
5 Mganen bekenden, dus den lezer geen
Wlijkheid gaven, zich van deze bladen
te wenden.
nationaal-socialisme wilde en wil
van m de eerste Plaats een verbetering
n Perstoestanden, maar een onderwer-
rm 00'c van deze politiek-sociale en
macht onder het juk van een
/°«nng, die als eeuwige dictatuur ge-
™nt was en ten slotte ook doorgezet is.
pT onderwerping van den machtsfactor
a minder een macht der journalisten
l der bezitters van de dagbladen be-
om"ri evenzeer tot den politieken strijd
den staatsvorm als de vernietiging van
v' Parlementarisme. Het nationaal-
aUahe van Hitler, evenals trouwens 't
RECLAME-
6256
fascisme van een Mussolini of het bols
jewisme van een Lenin en Stalin, wensch-
te alle macht en het verdwijnen van eiken
vorm van controle. Mogelijk, dat idealisten
in de leiding dezer bewegingen, althans
onder de mannen rondom Hitier, ook aan
een zuiveringsproces in de journalistieke
wereld gedacht hebben en nog denken. Dit
streven was dan echter in geenen deele
primair.
De Hitlerbeweglng heeft zich, en hoe
kon het anders, van den beginne af op het
standpunt gesteld, dat in een „totalen
staat" geen vrije pers denkbaar Is en „cri-
tiek" slechts geoorloofd kan zijn binnen de
zeer enge grenzen van de eigen „wereld
beschouwing." Een en ander bracht met
zich mede, dat men, eenmaal de macht
veroverd hebbende en in de gelegenheid
gesteld, naar goed dunken en zonder een
grondwet en andere wetten als rem achter
zich. door eenvoudig bevel 'n einde maakte
aan alle Duitsche journalistiek, die tot
daartoe beginselen verdedigd had, welke
het Derde Rijk wenschte uit te roeien:
marxisme, liberalisme, vrijdenkerij, vrij
metselarij, kerkelijk politlseeren, „cultuur
bolsjewisme" en wat dies meer zij.
Men maakte korte metten en verbood
deze bladen vele honderden over het
geheele Rijk met één enkel decreet.
Bleven over: de nationaal-socialistische.
nog piepjonge partijbladen, de ..nationale"
(vroeger Duitsch-nationale en dus conser
vatieve) bladen, de groote en kleine orga
nen der democratie en de bladen, die ker
kelijke. in ,t. bijzonder roomsch-katholleke
belangen voorstonden. Om het bij deze
groote groepen nu maar te laten.
De nationaal-socialistische bladen, op
weinige uitzonderingen na technisch en
redactioneel minderwaardig, meestal door
beginnelingen geschreven en vaak in toon
en stül het best met de slechtste sensatie
bladen der „republiek van Weimar" te
vergelijken, werden regeerlngsorganen en
kregen eiken steun, dien zij slechts ver
langen konden. De nog altijd leesbare, goed
geschreven „burgerlijke organen" kregen
een soort overgangstijd toegewezen, wat
men (naar nu blijkt) evengoed: uitstel van
executie, had kunnen noemen. De zuiver-
democratische pers werd ln hoofdzaak niet
verboden, maar „gleichgeschaltet". Men
wierp met zachten of ook wel harden
dwang alle „onbruikbare" elementen (aan
deelhouders. bezitters, uitgevers, directeu
ren. redacteuren) er uit-, zette betrouw
bare partijgenooten of tot de partij over-
geloopenen er voor in de plaats; en speel
de nu naar binnen en naar buiten bewust
den lankmoedige, dus ten slotte „eigenlijk
liberale", die weliswaar alle macht had,
maar daarvan een zoo zuinig en welwillend
gebruik maakte.
De vrije Journalistiek en haar stands-
organisatie werd opgeheven. Waarmede
men met één slag alle ongewenschte jour
nalisten (joden, vrijdenkers, democraten,
enz.) kwijt was De nieuwe organisatie
kreeg staatskarakter. Haar leden werden
halve regeeringsambtenaren. Het lidmaat
schap werd bij de wet verplicht gesteld.
Alleen „Ariërs" werden als nieuwe leden
toegelaten. Tot „niet-Arlërs" werden ook
de journalisten geteld, die met joodsche
vrouwen gehuwd zijn. De uitzondering
voor „frontsoldaten" onder de niet-Ariërs
bleek op den duur een wassen neus. Den
uitgever werd verboden medewerkers aan
te stellen, die niet tot de nieuwe organisatie
behoorden. De leider dezer organisatie
werd. als in alle andere vakgroepen, alleen-
heerscher. die wat het schrappen van jour
nalisten (geheel buiten den uitgever om)
uit den ledenlijsten, en dus uit het beroep,
betreft. En deze leider handelt wederom
op gezag van den minister voor propagan
da. die zelf weer uitsluitend aan het Hoofd
van Staat verantwoording verschuldigd is.
Aldus de nieuwe opvatting van het ele
ment Pers in de staatsgemeenschap.
Onnoodig te zeggen, dat natuurlijk ook
de uitgevers hun dwangorganisatie gekre
gen hebben en als zoodanig tot de „Reichs-
pressekammer,, behooren. die alweer een
dictator tot leider, ook over de journalisten
heeft, en ten slotte door de regeering als
leidster der alles omvattende „Reichskul-
turkammer" gecommandeerd wordt.
Laten we nu ten slotte in het kort de
gevolge schilderen.
De nationaal-socialistische partijbladen,
die onder de beroepsjournalisten slechts
weinige partügenooten van vóór de om
wenteling vinden konden en overigens ook
bewust hun medewerkers liever zochten
onder de fanatici der beweging dan onder
de eerst na de omwenteling „overtuigden"
waren voor 90 pet. op nieuwelingen aan
gewezen. die al spoedig bliik gaven. in.
hoofdzaak minderwaardige bladen samen
te stellen In 1933, onder den invloed van
de geestdrift der overwinning, bleven de
lezers deze slechte bladen trouw; maar
reeds in 1934 begon het overloopen in
massa naar het type der „Lokal Anzeiger"
en der vroeger liberale bladen, die nog een
deel hunner vroegere redacties behouden
hadden en beter de kunst verstonden,
zelfs onder de dictatoriale dwangvoor-
schrlf eenigszins genietbare dagbladen in
stand te houden.
Daar de verminderde koopkracht van de
bevolking de advertentie-kolommen sterk
deed inkrimpen en de lezers wegliepen,
zijn tal van nationaal-socialistische bladen
in het, afgeloopen iaar zoozeer in de ver
drukking geraakt, dat de leider van de
„Reichspressekammer" nu ingegrepen
heeft der partijpers het recht heeft gege
ven. met alle middelen tegen de „burger
lijke" pers in reclame te maken en een
druk op de bevolking uit te oefenen, deze
.burgerlijke" pers op te geven en naar de
partijpers over te toooen. Wat natuurlijk
het gevolg zal hebben, dat de nog eeniszins
genietbare bladen spoedig den verderen
strijd zullen moeten opgeven en alleen de
slecht-geredigeerde bladen der beweging
overblijven.
BEGROOTING
VAN SOCIALE ZAKEN.
MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE
EERSTE KAMER.
Verschenen is de Memorie van Ant
woord aan de Eerste Kamer betreffende
de begrooting van Sociale Zaken. Wij
lezen o.a.:
Het verleenen van kinderbijslag op loo-
nen en salarissen van personeel, in dienst
van de gemeenten, is een onderwerp, dat
in de eerste plaats de gemeenten zelf
raakt en dat overigens bulten het werk
terrein van den minister is gelegen.
Dat het verbod van versch brood vóór
een bepaald uur ln den voormiddag te ver-
koopen en af te leveren, zal moeten wor
den opgeheven, omdat het bedoelde brood
niet van versch te onderscheiden zou zijn,
is een conclusie die de minister niet tot
de zijne kan maken.
De minister beaamt tot op zekere hoog
te, dat maatregelen tot verlaging van de
huren der met overheidssteun gebouwde
woningen niet van rechtstreekschen in
vloed zijn op de huren van particuliere
woningen. Evenwel is er ook ten aanzien
van deze woningen een huurdallng in
gang.
De regeering heeft goede gronden voor
de verwachting, dat binnen niet langen
tijd zal worden begonnen met den bouw
van woningen met lage huren voor arbei
ders met lage loonen.
De minister is bereid wenken te over
wegen die leiden kunnen tot verlaging van
de kosten van bouwrijpen grond.
De Róntgenstralenwet al voorshands
niet worden uitgevoerd, omdat die uitvoe
ring nieuwe kosten zou vorderen.
De minister is het eens met de ziens
wijze van die leden, die den wensch uit
ten, dat, zoo slechts eenigszins mogelijk,
alle werkloozen die steun van de overheid
ontvangen, eenige bezigheid verrichten.
Hoe aantrekkelijk het echter ook is, aan
deze gedachte volledige gestalte te geven,
moet niet uit het oog worden verloren, dat,
afgezien van de vraag of steeds overal ge
schikte werkobjecten voorhanden zijn,
zulks om redenen van financieelen aard
practisch niet mogelijk is.
Met de beschikbaarstelling van goed-
koope groenten is reeds begonnen. De re
geering is voornemens, deze distributie
met kracht te bevorderen.
Door enkele corporaties zijn voorstellen
ingediend om het kampwerk voor jeugdige
werkloozen belangrijk uit te breiden. Het
ligt in de bedoeling van den minister, dit
streven met financieelen steun van het
rijk te helpen verwezenlijken.
Dat de loonen bij de werkverschaffing
in het algemeen te laag zouden zijn, kan
de minister niet als juist erkennen, al is
het hem bekend, dat ten aanzien van de
loonultkomsten in de provincie Groningen
klachten worden geuit, waarin aanleiding
is gevonden, een nauwkeurig onderzoek in
te stellen.
Het ligt in het voornemen van den mi
nister om met het provinciaal bestuur van
Overijssel en het bestuur van het water
schap Vollenhoven öVërleg te plegen over
de wijze, waarop de werkzaamheden in het
land van Vollenhoven kunnen worden
voortgezet.
o
EEN INTERESSANT WERK IN
DEN HAAG.
Hoe een nieuwe stationsoverkapping
wordt aangebracht.
Onze spoorwegmedewerker schrijft ons;
Bij het schilderen van de Stationsover
kapping te Den Haag (H.S.M.) bleek dat
de spanten der overkapping door den tand
des tijds in een zoodanigen toestand wa
ren geraakt dat vernieuwing der overkap
ping noodzakelijk was. Maar nu stuitte
men op een ernstig bezwaar: het station
tijdelijk sluiten ging niet, evenmin als het
drukke treinverkeer stopzetten of omleg
gen. De directie van de Holl. Constructie
werkplaats te Sliedrecht deed toen de toe
zegging een nieuwe overkapping aan te
brengen, zonder dat de treinenloop hier
eer.lge hinder van zou ondervinden. Door
toepassing van de nieuwste vindingen en
't gebruiken van holle stalen steigerbuizen
op wielen, waarvan het eene been rust op
het perron en het andere tusschen de spo
ren, zoodat de steiger verrold kan worden,
wordt nu het werk uitgevoerd, zonder dat
het treinverkeer er eenigen hinder van
ondervindt. Op den dag worden de bogen,
gelijk die uit een groote Mecanodoos, in
elkaar gezet en 's nachts worden deze met
de oude kapspanten omgewisseld. Dit in
teressante werk trekt zeer de aandacht
en het is voor de eerste maal in Nederland
dat zulk een werk op zoodanige wijze
wordt uitgevoerd.
De confessioneele pers was reeds vroe
ger ten doode opgeschreven door het
strenge verbod, zich als zoodanig te be
kennen en kerkelijke belangen te verdedi
gen. Het hoofdorgaan van het bisdom
Berlijn, de „Germania", drukt nog slechts
9000 exemplaren, een andere r.-katholiek
hoofdorgaan in Frankfort zal na 28 Febr.
niet meer verschijnen. Geliik overigens
honderden en honderden groote en kleine
bladen sedert 1933 reeds ter ziele zijn.
Wat strakt zal overblijven, zal niet an
ders zijn dan een collectie staatsbladen,
door onbekwame beroepsjournalisten, te
vens ambtenaren, en door hun gunstelin
gen onder de partügenooten volgeschreven,
noodhjdend ondanks het gedwongen aan
tal lezers, gespeend aan goed-betaalde ad
vertenties. en vroeger genoodzaakt,
straks vrijwillig slechts lectuur en
nieuws brengend, dat den lezer het een
zijdig beeld geeft van een in alle opzichten
gelukkig land. bewoond door geestdriftige
aanhangers van een bepaalde leer, be
stuurd door een vrijwel feillooze regeering,
toegejuicht in het buitenland door altijd
weer dezelfde, zelf fascistische) groepen
en bladen: met weglating van alles, wat
weliswaar in- en buiten Duitschand ge
schiedt. gezegd en geschreven wordt, maar
niet dienstig is voor de eenige ontwikke
ling. die door een enkele man als de
meest gewenschte beschouwd wordt.
Misschien zijn er ook in Nederland
staatsburgers, die hun land zulk een pers
toewenschen. Maar stellig zijn er in
Duitschland millioenen. die dit resultaat
niet met vreugde, maar met ontzetting
waarnemen. Zelfs al hebben zü zich vóór
1933 aan misstanden, die wü niet ontken
nen willen, evenzeer geërgerd als wij.
ROLAND.
DE INNING VAN KLEINE VORDERINGEN
Herhaalde aandrang van de drie
Nederlandsche Middenstandsbonden
om een betere wettelijke regeling.
De Kon. Ned. Middenstandsbond meldt
ons:
Onder de behoeften van het bedrijfs
leven op legislatief gebied, welker vervul
ling nu al jaren stagneert ln een mate, die
met hun belangrijkheid en urgentie en
met het in de huidige omstandigheden
vereischte tempo van oplossing van vraag
stukken van economische beteekenis, inde
meest schrille tegenspraak is, neemt niet
de laatste plaats in: de behoefte aan een
betere methode van gerechtehjke inning
van kleine vorderingen.
In verband met dit punt werd laatstelijk
van de zijde van den Minister van Justitie
de volgende verklaring afgelegd in de ver
gadering van de Tweede Kamer der Staten
Generaal, op 6 December J.I.:
„Op een regeling van dc inning van
kleine vorderingen is even aangedrongen.
Ook deze regeling verkeert in een verge
vorderde staat van voorbereiding. Alleen
moet ik nog overleg plegen omtrent de
financieele consequenties. Indien Finan
cien daartegen bezwaren zou maken, zou ik
die natuurlijk moeilijk voor mün rekening
kunnen nemen".
De drie Nederlandsche Middenstands
bonden hebben hierin aanleiding gevonden
dezer dagen in een gezamenlijk schrijven
aan den Minister de hoop uit te spreken,
dat thans niet langer de behoefte aan een
betere wettelijke regeling op dit gebied aan
discussies en bedenkingen van finaneieele
aard zal worden opgeofferd.
Daargelaten aldus de Middenstands
bonden, dat het aan gerechte twijfel
onderhevig mag worden geacht, of van de
invoering van een meer doelmatige metho
de van gerechtelük incasseeren van kleine
vorderingen schade voor de schatkist zal
zün te duchten, meenen wij er op te mogen
wijzen, dat deze overwegingen van finan
cieelen aard slechts een zeer bescheiden
rol vermogen te spelen tegenover de kren
king van het rechtsbewustzijn en de ver
zwaring van den materieelen nood van tal-
looze handelaren en nijveren, welke wor
de veroorzaakt doordat 't aan zoovelen we
gens de veel te langzame en dure proce
dure onmogelijk is en dat in dezen tijd
van diepe depressie! ook hun best gefun
deerde en voor 100°'» volwaardige kleine
vorderingen geldend te maken.
Met vertrouwen hebben de Midden
standsbonden nogmaals een beroep op den
Minister van Justitie gedaan, zijn mede
werking te willen verleenen om thans bin
nen den kortst mogelijken tijd, door 'n be
tere gerechtelüke inning der kleine vorde
ringen, de functioneering van het bedrijfs
leven in deze ernstige en zware tijden niet
onbelangrijk te verlichten.
RECLAME.
6255
STEUN AAN DE HARINGVISSCHERIJ.
De invoer geregeld.
Bij de Tweede Kamer is een wetsont
werp ingediend tot regeling van den
invoer van haring, als vervolg op de con-
tingenteeringsmaatregelen
In de memorie van toelichting zegt de
minister van Economische Zaken, dat uit
het landbouwcrisisfonds ten behoeve van
de reeders, die georganiseerd waren in de
stichting voor de Nederlandsche haring-
visscherij sedertdien opgenomen ln de
stichting „De Nederlandsche Visscherij-
centrale" een crediet is geopend tot een
bedrag van f. 750.000, ten einde een ge
deelte van de aangevoerde pekel- en steur-
haring uit de markt te nemen en een
tijdlang op te slaan, om langs dien weg
een te sterke prijsdaling, die bü groote
aanvoeren te verwachten was, te voor
komen. In totaal zijn ongeveer 100,000
kantjes pekel- en steurhaiing door de
stichting overgenomen, terwül met de
verstrekking van het voorschot het totale
bedrag van het toegestane crediet gemoeid
was. Bü het vroegtijdig stopzetten der
vlsscherij was de stichting dus eigenares
van genoemde 100.000 kantjes haring,
welke Voor den aanvang van het volgende
seizoen (plm. 1 Juni a s.) moeten zijn ge
ruimd. Deze maatregelen dienden te wor
den gecompleteerd met de onderhavige
contingenteerings-maatregelen. De onge
wenschte concurrentie van buitenlandsche
harig moet onder de gegeven omstandig
heden zoo niet voorkomen worden, dan
toch zooveel mogelijk beperkt.
In verband met het vorenstaande heeft
de minister gemeend, een contingentee-
ring van den invoer en aanvoer van
versche haring en van den invoer van
pekel- en steurharing te moeten afkon
digen voor de periode 1 Januari 193530
April 1935. Het percentage is vastgesteld
op 40 «/o van het gewicht, ingevoerd in
de eerste vier maanden van 1933.
TRANSPORT MET TAPISSIÈRES.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat aan in
Nederland wonende of gevestigde meubel
transportondernemers wordt vergund, per
spoor of schip uit het buitenland aange
brachte, alsmede per spoor of schip naar
het buitenland te verzenden meubelwa
gens (tapissières) met een door hen ge
houden motorrijtuig te vervoeren van het
station of de haven van aankomst naar
de plaats van lossing en (of) naar de ga
rage, alsmede van de garage naar de
plaats van inlading en (of) naar het sta
tion of de haven van vertrek, met vrystel-
ling van de in art. 3, derde en vierde lid,
der wet bedoelde verhooging van motor
rijtuigenbelasting, waartoe dat vervoer
aanleiding zou geven.
I Dit besluit treedt in werking met in
gang van 1 Maart.
ECONOMISCHE ONDERHANDELING»
TUSSCHEN ZU1D-AFRIKA EN
NEDERLAND.
Men meldt uit Kaapstad: Het departe
ment van buitenlandsche zaken heeft aan
het telegraafagentschap „Afrlcopa" mede
gedeeld, dat bü uitwisseling van nota's,
tusschen premier Hertzog, den minister
van buitenlandsche zaken, en den Neder -
landschen gezant in de Unie (hangende
de tot stand koming van het. defenitieve
verdrag) wederzüdsche be' ideling op
den voet van onvoorwaar jke meest-
begunstiging is toegezegd op het gebied
van handel en scheepvaart, met zekere
uitzonderingen.
VERSPREIDE BERICHTEN.
De gewone audiëntie van den minister
van Financiën zal op Maandag 25 Februari
a.s. niet plaats hebben.
UIT NED OOST-INP1E.
DE OPVOLGER VAN PROF. HOESEIN
DJAJADININGRAT.
BUITENZORG, 20 Febr. (Aneta) - Be
noemd is tot hoogleeraar aan de Rechts-
hoogeschool te Batavia voor het onderwijs
in de Javaansche. Soendaneesche en Ma-
leische talen, en de instellingen van den
Islam. dr. G. W. J. Drewes, hoofd-ambte-
naar bü de Volkslectuur.
DE UITBREIDING VAN HET DEP. VAN
ECONOMISCHE ZAKEN.
BATAVIA, 21 Febr. (Aneta). De Volks
raad heeft zonder hoofdelijke stemming
de aanvullende begrooting voor het De
partement van Economische Zaken betref
fende reorganisatie en uitbreiding van dit
Departement aangenomen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Red.),
Copie van de al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggegeven.
VOOR HET ZENDINGSWERK.
Hooggeachte Heer,
Beleefd verzoek ik U het volgende te
willen opnemen in Uw blad.
Het werk der Samenwerkende Zendings
Corporaties verkeert in groote financieele
moeilükheden. Het jaar 1933 liet een tekort
aan Inkomsten achter van f 86.000, het
jaar 1934 een, dat het dubbele van dit
cijfer overschrüdt en de twee ton nabij
komt. De Hoofdbesturen hebben, naar in
dertijd ook door U gemeld is, onder deze
omstandigheden moeten besluiten, om voor
het werk in Indiè en hier te lande alleen
dat beschikbaar te stellen, wat er aan gif
ten en gaven is ingekomen, zoodat de
achterstand niet nog meer kan oploopen.
Door de bekendmaking van dit besluit is
er ook in Leiden. In de kringen die in het
Zendingswerk belang stellen, beweging
ontstaan om een poging te doen de drei
gende schade voor dit werk, dat het gees
telijk en lichamelük belang dient der vol
ken, die in Indië voor de verantwoorde-
lükheid van ons volk gesteld zün, te ver
hoeden.
Daarvoor zal er een collecte langs de hui
zen worden gehouden en het moge mü ver
gund zijn, door dit korte woord een zeer
nadrukkelijke aanbeveling van deze inza
meling tot al de lezers van Uw blad to
doen uitgaan. De collecte wordt gehouden
met lijsten, die door de Zenaingsdirecto-
ren Rauws en ondergeteekende persoonlijk
geteekend en van de vereischte stempels
voorzien zijn.
U, Münheer de Redacteur dankende
voor de plaatsruimte ben ik Hoogachtend
Voor het Zendingsbureau Uw dw.
Dr. K. J. BROUWER
Zendingsdirector,
STEUN VOOR DAKLOOZEN.
Het Nederlandsch Leger des Heils heeft
reeds geruimen tijd in de plaats Leiden
geopend een toevlucht voor Dakloozen
waarin opgenomen worden diegenen die
zonder midelen van bestaan of onderdak
zijn.
Deze worden dan geheel gratis in deze
inrichting verpleegd.
Wü wilden nu door middel dezer een op
roep doen op de ingezetenen dezer plaats
om Uw oud meubilair en oude kleeding
aan deze Inrichting af te willen staan,
waardoor medegewerkt wordt dat velen
geholpen en opgenomen kunnen worden in
deze Inrichting de welke gevestigd is Oude
Vest 181, Telefoon 3187.
Zoo U opbelt naar bovenstaand nummer
of schrüft naar bovengenoemd adres wor
den Uw goederen direct afgehaald.
DE VERPLAATSING VAN DE
BRANDWEER.
Geachte Redactie.
Gezien de zeer belangwekkende proeven
die in het KamerlinghOnnes Laborato
rium en andere in de nabüheid staande
Labatcria worden genomen, zou ik willen
opmerken, zal men daar geen hinder van
trillingen ondervinden, wanneer de zware
brandweerwagen met snelheid daarlangs
rüdt. Dit is een punt. hetgeen wel even
onder de aandacht mag worden gebracht.
Hoogachtend,
OPMERKER.
Uitgesproken:
D. van Driel, weduwe P. Ooms, Hazers-
woude, C. no. 103. R.-c. mr. A. W, J, van
Vrijberghe de Coningh. Cur. mr. J. Span-
jersberg, Leiden.
M. C. Sluis, aannemer, Hoofddorp, Haar
lemmermeer. Prins Hendriklaan 2. R.-c.
mr. E. H. F. W. van Schaeck Mathon. Cur.
mr, dr. A. F. H. Schreurs, Haarlem.