75«te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 7 Februari 1935 Derde Blad No. 22969 BINNENLAND. PARLEMENTAIR OVERZICHT JMMÉ mmms*. JAARVERGADERING STAATK. GEREF. PARTIJ. REDE VAN Ds. KERSTEN. Ds. Kersten. In de heden in Tivoll te Utrecht ge bonden Jaarvergadering der Staatkundig Kerel. Partij hield ds. G. H. Kersten een ]:tde, waarin hij er op wees dat men over fheel de wereld, van Oost tot West en Noord tot Zuid gezonken is in gion- leloozen modder, waarin men niet staan De geweldige boom van het staatkun- en maatschappelijk leven der volkeren rordt met zulk een kracht geschud, dat Bj dreigt te ontwortelen. Ruslands com- iimlsme is een vuurbrand van ontzaglijk |praar voor geheel de wereld. Het schan- 4jke oproer op onze Nederlandschc vloot |;d in den Jordaan in Amsterdam en in kele buurten in Rotterdam was even- |iens vrucht van de helsche, alle hechte ondslagen van volksleven ondermijnende lommunistische stokerijen. Duitschland wist door krachtig optreden 'et Russisch gevaar tot op heden te kee- d, doch ook aan de regeering van Hitier even ernstige feilen. Die regeering omt- eekt het hechte fundament van de er- inning, dat God is de Koning aller ko- ngen en dat het vorsten en onderdanen ilaamt allereerst Hem te gehoorzamen. bange strijd dier Regeering met de |ierk is een ernstig symptoom. De stemming in het Saargebied bespre- itnde becritiseerde spr. het feit, dat men op den dag des Heeren had gehou- en dat de regeering-Colijn daaraan ;edewerking heeft verleend. Zelfs tal van t-R. en Chr. Hist, burgemeesters leenden Éh gaarne tot de droeve taak de stem- taeaux te leiden. Dat zijn nu de men- ühen, die ons volk nog durven spreken uil eeuwige beginselen! Zij zelf achten 4e beginselen als rotte kool. De N.S3. ter iprake brengende zeide ds. Kersten, dat de «tevredenheid in de beginsel-verzakende tsrtijen bij den dag groeit. Het is geen ronder dat vele honderden overioopen uar Mussert, onder wiens banier wij ons echter niet scharen kunnen om des be- fasels wil. Gods Woord scheidt ons van lem met een diepe kloof. Voortgaande zeide spr. dat de verzeke- ttagsdwang, waardoor fonds op fonds wordt levormd, lijnrecht ingaat tegen het re- loeren naar Gods Woord en het erkennen van de rechten en vrijheden des volks. De flsls-wetgevtng is niet anders dan het ah wapenen in den strijd tegen in plaats tin het bukken onder God. Nog een wel ig en de regeering zal de Bid- en Dank ten verbieden, waarin des Heeren zegen «er het gewas des velds en de vrucht- Matheid der kudden wordt afgesmeekt, ölden zoudt Gij in het regeeringssysteem •joeten om wanoogst. God geeft te veel. Selaas begrijpt men niet dat men alleen tot betere toestanden komen kan als men te crisis-wetten opheft en de bedrijven !«r vrij laat. Vraag en aanbod regelen Mi dan vanzelf weer. Het systeem der Overheid is verkeerd. Steun moet gegeven worden naar behoefte ««er nog dan tot heden geldt dit ook voor "eun aan werkloozen. De last is niet te «ragen. Het tekort op de rijksbegrooting 'an 190 millioen in 't vorige jaar en van 100 millioen dit jaar spreekt boekdeelen. Is dat nu de uitkomst die „de sterke man" Ws brengen moest? Hooge tractementen ra pensioenen, cumulatie van openbare «trekkingen zijn gehandhaafd. In deze Wrarmde tijden is dat niet te verantwoor den, De korting van tractementen moet geschieden van boven af! Werk moet ver- ihaft, doch concurreerend en dat in de «rste plaats door herziening van 't loon- faagstuk. De vakbonden werken helaas op «n duur leven. Zij jagen de loonen op cot Mn peil, waarop geen werk te vinden is. Men ontheffe de bedrijven van den ver- Mceringslast. Vooral ook voor de kleine «drijven der middenstanders zal er dan «dichting komen. Millioenen worden verder aangewend 'ra bate van partijpolitiek. Men denke ™chts aan de bijna tien millioen voor de boosterling-onderwijzers, terwijl tal van ™rgers met hun akte op straat loopen. ?»ar Rome heeft er belang bij, dat de boosters rijke inkomsten hebben, zoo kan iet Protestantisme bestreden worden met °«t belastinggeld der Protestanten. Op «ra nationale zaak als de defensie van ons 'and is, moet echter beknibbeld tot in het onverantwoordelijke toe. En dat'terwijl radere landen zich van top tot teen wa penen. Spreker kwam vervolgens tot het Kies- ™tje van minister De Wilde, dat z. i. niets raider bedoelt dan de uitwerping der J:G -P. De haat der A.-R. treedt dulde- aan het licht. Met de bede dat de band der waarheid «el het Volk binden moge besloot ds. Maten daarna zijn rede. DE RAMP VAN DE UIVER. TE WIJTEN AAN SLECHTE VLIEG- EIGENSCHAPPEN VAN HET TOESTEL. Conclusies van dr. Van der Maas. Naar wij vernemen aldus het Vad. Is dr. Ir. v. d. Maas, de Rijksdeskundige inzake de ramp van de Douglas Uiver, in zijn rapport tot drie conclusies gekomen. Ten eerste sluit hij blikseminslag als oorzaak van de ramp uit. Ten tweede ls hij van meening, dat breuk van het toestel (van staart, roeren of vleugels) niet waarschijnlijk is. Ten derde concludeert hij, dat de oor zaak van het ongeluk toegeschreven moet worden aan slechte vliegeigenschappen van het toestel, die in de luohtgolvlngen rondom de onweersbui bij Rutbah Wells noodlottig zijn geworden. Naar aanleiding van deze conclusies her inneren wij er aan. dat de Rijksstudie dienst voor de luchtvaart voor de Douglas Uiver een voorloopig bewijs van lucht waardigheid afgegeven had, omdat het toestel bij het onderzoek door dr. v. d. Maas niet geheel bleek te voldoen aan de elschen, die men ten onzent stelt. Hier mede stond de reis van dr. Wolff en den heer v. d. Heyden naar Santa Monica In verband. Wij vernemen verder, dat de conclusie van dr. v. d. Maas, naar het zich laat aan zien, de afwikkeling der bestelling van 14 Douglastoestellen zag stagneeren, omdat de Rijksstudiedienst thans bezwaarlijk kan overgaan tot afgifte van nieuwe voor- loopige bewijzen van luchtwaardigheid. De groote vraag schijnt te zijn, In hoe verre de Amerikaansöhe fabriek wil en kan tegemoetkomen aan de elschen, die de Nederlandsohe deskundigen moeten stel len, wil de Douglas naar hun maatstaf vol komen luchtwaardig worden Uit het feit, dat de Rijksstudiedienst overging tot afgifte van een voorloopig be wijs van luchtwaardigheid zou men kun nen afleiden, dat dit toestel niet uitge sproken gevaarlijk moet zijn geweest, maar dat het eerder een van die grensgevallen was, ten aanzien waarvan het uiterst moeilijk ls een definitief antwoord te geven, al schijnt het ongeluk zelf een be vestiging in te houden van de bezwaren, die dr. v. d. Maas kennelijk had. HET RIJK EN DE GEMEENTE. GEEN RENTEVERLAGING BIJ DE RIJKSPOSTSPAARBANK. Ongewenschte elementen in de burgerwachten. Aan de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van Blnnenlandsche Zaken voor 1935, ontlee- nen wij het volgende: bat bij het beramen van maatregelen te weinig op de nooden der gemeenten wordt gelet, meent de minister te moeten ont kennen. In het besef, dat het algemeene overheidsbudget niet wordt verbeterd, in dien de gemeenten zouden worden be zwaard met lasten, die zij niet kunnen dragen, wordt bij het overwegen van maatregelen, welke de financiën der ge meenten beïnvloeden, steeds aandacht be steed aan de mogelijkheden, die nog bij de gemeenten aanwezig zijn. De omstandig heden hebben echter er toe geleid, dat de grens voor hetgeen aanvaardbaar is, voor alle publieke lichamen is verschoven. De minister zal, zooveel in zijn vermogen is, bevorderen, dat de gemeentebesturen intijds worden verwittigd van de totstand koming van maatregelen, welke op de ge meentelijke begrooting van ingrijpenden Invloed beloven te zijn. Inderdaad hebben de 6 pCt. geldleenin- gen, indertijd door verschillende gemeen ten met de Rijksverzekeringsbank geslo ten, reeds geruimen tijd de aandacht van den minister. Of een bevredigende oplos sing tusschen partijen mogelijk is, kan thans nog niet worden gezegd. Verlaging van de rente bij de Rijkspost spaarbank acht minister De Wilde onge- wenscht. De uitkomsten van het bedrijf zullen het, naar het zich laat aanzien, ook indien de rentestand nog verder daalt, toelaten een rente van 2.64 ten honderd aan de inleggers te vergoeden. Zoolang dit het geval is, bestaat er voor verlaging dier rentevergoeding geen aanleiding, om dat de Rijkspostspaarbank geenszins ten doel heeft winst te behalen. Het waken tegen het binnendringen van ongewenschte invloeden in de burger wachten is een punt, waarop de aandacht van de Regeering en de haar ten dienste staande organen voortdurend gevestigd blijft. Hoewel de minister de overtuiging heeft, dat bij de burgerwachten het besef voldoende is doorgedrongen, dat zij alleen iets kunnen beteekenen, wanneer zij geen ongewenschte elementen in zich bergen, blijft hij zich er van bewust, dat een scherp toezien van de overheid een onaf wijsbare eisch is. De minister kan voorshands niet toe juichen het denkbeeld, de mogelijkheid te openen tot benoeming van wethouders ook uit niet-leden van den Raad. Het benoemen van wethouders buiten den Raad zou neerkomen op het scheppen van een specialisten-college, dat elk direct contact met de bevolking mist. Ook is van de Regeering geen voorstel tot wijziging van de Grondwet te ver wachten, ten einde mogelijk te maken het inperken van de bevoegdheid van den Raad tot een louter controleerende taak. NEDERLANDSCH—FRANSCHE ONDERHANDELINGEN. Voorloopige besprekingen te Parijs. De heer A. Th. Lamping, directeur van de handelsaccoorden van het departement van Economische Zaken, heeft op het ministerie van Handel te Parijs, inleidende besprekingen gevoerd in verband met de aanstaande economische onderhandelin gen tusschen Frankrijk en Nederland. MINISTER DECKERS OVER DEFENSIE. MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE EERSTE KAMER. De burgercorveeërs blijven. Aan de Memorie van Antwoord over de Defeneslebegrooting voor 1935 aan de Eer ste Kamer wordt het volgende ontleend: Uit de omstandigheid, dat een aantal leden, die zich als voorstanders van een z.g, veiligheidswacht hadden opgeworpen, aan het begrip „handhaving der neutrali teit" geen practische beteekenls meer toe kennen moet worden afgeleid cn de Minister constateert zulks met verheugenis dat zij het standpunt der Regeering, dat ook bij het lidmaatschap van den Volken bond gevallen van neutraliteit wel degelijk bestaanbaar zijn, thans zouden kunnen onderschrijven. Het verschil immers be treft nu slechts nog de vraag of neutra liteit practisch te verwezenlijken is, wat bedoelde leden meenen te moeten betwij felen, zulks onder meer op dezen grond, dat een neutrale houding van Nederland het ongenoegen van de groote mogend heden zou opwekken en deze alsdan den aanvoer van grondstoffen, benoodigd voor 's lands defensie, niet zouden gedoogen. Deze stelling moet de Minister voor reke ning van de hier aan het woord zijnde leden laten. Met een beroep op de geschie denis met name het verloop van den wereldoorlog 1914'18 kan zijns inziens met meer recht worden betoogd, dat een neutraal Nederland, voorzien van een krachtig weermachtsapparaat, zoowel in Europa als in overzeesche gewesten, in ver schillende ooriogsgevallen voor andere mo gendheden niet een nadeel, doch veeleer een voordeel zal kunnen opleveren. Intusschen merkt hij op, dat, aangeno men al, dat voor een dergelijke houding van de groote mogendheden zou moeten worden gevreesd, dit argument de Regee ring nimmer zou mogen doen be sluiten af te zien van de zelfstandigheids- politiek, zooals deze door haar steeds is na gestreefd De zelfstandigheidspolitiek sluit in, dat de Regeering er niet op mag vertrouwen, dat in geval van een conflict toevoer van grondstoffen op ruime schaal zal kunnen plaatsvinden. Op dien grond heeft zij dan ook reeds zekere maatregelen genomen en andere in voorbereiding. Zoowel door het opleggen van voorraden als door het tref fen van bijzondere schikkingen met be trekking tot de behoeften van de weer macht en die der burgerbevolking (de z.g. „economische verdedigingsvoorbereiding") hoopt de Regeering te bereiken, dat, mocht toevoer uit het buitenland om eenigerlei reden niet kunnen plaats vinden, gedu rende den eersten tijd Nederland „self supporting" zal kunnen zijn. Beschikt Nederland over een goed ge oefend en uitgerust weermachtsapparaat, dan is de kans groot, dat de oorlogvoeren den ons grondgebied in eik opzicht dus ook in de lucht zullen eerbiedigen. In deze geeft niet de sterkte der luchtstrijd krachten en afweermiddelen alléén den doorslag, maar de kracht van het Neder- landsche volk, om het onafhankelijk volksbestaan tot het uiterste te verdedigen. Dat het onderhouden van een weermacht het gevaar zoude medebrengen, dat wij in geval van oorlog practisch gesproken zul len worden ingedeeld bij een van de groote mogendheden, om voor haar te vechten kan de Minister niet inzien. Integendeel, bij gemis van een weermacht zou ons iand ernstig gevaar loopen, als weerloos te wor den bezet door een der oorlogvoerenden en het tooneel van den strijd te worden. Dat de organisatie van het vredesleger onvoldoende zou zijn, kan de Minister niet toegeven, evenmin dat er, in algemeenen zin. een groote achterstand zou bestaan. Quantitatief is de oorlogssterkte vol doende te achten, qualitatief dienen ver beteringen te worden aangebracht. Naar aanleiding van hetgeen tijdens de behandeling van het ontwerp-Defensie- begrooting voor het jaar 1935 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal is naar voren gekomen, heeft de Minister gemeend af te moeten zien van zijn aanvankelijk voor nemen om de diensten van een deel van de burgercorveeërs te doen verrichten door dienstplichtigen en. in verband daarmede, de lichtingsterkte gewone dienstplichtigen te verhoogen met 2000 man, gepaard gaan de met verlenging van den eersten oefe- ningstijd voor een deel der dienstplichti gen met een halve maand. Wel ligt het in het voornemen om in de spoedig aanhangig te maken wijziging van de Dienstplichtwet een voorziening te tref fen, welke het aanzienlijke verlies, dat de lichtingsterkte gewone dienstplichtigen lijdt door de vrijstelling van opkomst in geval van mobilisatie te compenseeren Nu de besparing, welke een gevolg ge weest zou z{jn van afschaffing van een deel der burgercorveeërs en die werd be rekend op een bedrag van f. 377 000 per jaar, niet tot stand zal komen, zal getracht worden op andere wijze een ongeveer gelijk bedrag te bezuinigen. VERBOD VAN AFLEVERING VAN VERSCH BROOD NIET MEER HOUDBAAR. Voorloopig Verslag Eerste Kamer over begrooting voor Sociale Zaken. Enkele leden der Eerste Kamer waren, blijkens het voorloopig verslag der Eerste Kamer inzake de begrooting van sociale zaken, van oordeel dat het verbod, inzake het versch kadetje, opgenomen in art. 35, zesde lid van de Arbeidswet 1919, door de feiten was achterhaald. Zij merkten op, dat na de eerste proef te Rottrdam geno men, kort geleden ook te Amsterdam is onderzocht of brood, door middel van bevriezing, langen tijd kan worden ge houden in een toestand, waarin het niet van versch verschilt. Voorts bleek het geen deskundigen uit het bakkersbedrijf bevestigden bij onderzoek van in be vroren toestand bewaard brood, dat dit niet van versch brood was te onderschei den. Ook heeft een voorloopig onderzoek, ingesteld door den directeur van den gem. keuringsdienst te Amsterdam dr A. van Raalte. de waarschijnlijkheid aangetoond, dat het evenmin langs aiialytischen weg mogelijk is. gekoeld brood van versch te onderscheiden. Op de door hen aange- EERSTE KAMER. ALGEMEEN DEBAT OVER DE RIJKSBEGROOTING. Het feest der algemeene beschouwingen over de rijksbegrooting wordt thans in de Eerste Kamer gevierd. De bruiloft zal wel eenige dagen duren, en daarna komende afzonderlijke hoofdstukken aan de orde. De heer de Savornin Lohman heeft de discussies geopend en begon al dadelijk met een zeer nuttige en verdiende waarschu wing aan het adres van hen, die alle eilende van het oogenblik wijten aan de regeering en het regeeringsbeleid. Daar tegen kwam de leider der ohristelijk-his- torische fractie met kracht op; al had zijn groep ook wel bezwaren tegen de eco nomische politiek van het kabinet, in het algemeen bracht hij er hulde aan, ook omdat zij een voorzichtig karakter draagt en niet in gevaarlijke proefnemingen ver valt. Inzonderheid wat de ordeningsge dachte betreft zij men voorzichtig. De christelijk-historischen kunnen zich zei prof. Lohman geheel vereenigen met hetgeen Minister Colijn in zijn Amster- damsche rede daaromtrent heeft gezegd: zij zijn voorstanders van een organische staats- en maatschappijleer, maar daar tegenover staat dat de overheid niet met den sterken arm allerlei regelingen mag opleggen, die een voor allen dwingend karakter dragen. Inzonderheid dus wat die veelbesproken ordening aangaat, raad de nu. Lohman aan tot de uiterste be hoedzaamheid. Wat de monetaire politiek betreft (de gouden standaard; behoud van den gul den) heeft deze spreker er op gewezen dat steeds meer bekwame personen uit geldwezen en handel de devaluatie be pleiten, maar de christelijk-historischen zijn overtuigd dat het beleid der Regee ring ook op dit stuk juist is, en daarom steunen zij haar, ook in haar aanpassings politiek. Met name moeten de publieke budgetten naar beneden; het wordt dan ook hoog tijd voor een flinke bezuini- gings-politiek. Slaagt de voorgenomen be zuiniging niet, dan wordt de positie van den gulden onhoudbaar. Het parlement moet riep mr. Lohman aan de be zuinigingstaak krachtig meewerken; ook het bijzonder onderwijs zal moeten be zuinigen, en liefst vrijwillig. In het vervolg van zijn rede heeft prof. Lohman verklaard, dat de positie van het kabinet door de omstandigheden zeer sterk is, maar het mag daarvan geen mis bruik maken. De afgevaardigde wilde ook niet beweren, dat het dit deed, behalve wat de spelling betreft, want volgens hem staat het vast, dat de meerderheid van beide Kamers tegen de nieuwe spelling is; toch is ze doorgedreven. De heer Lohman vroeg uitdrukkelijk aan den minister-pre sident, of de Regeering bereid is het be sluit inzake de nieuwe spelling terug te nemen, en aldus een twistappel uit het midden van ons volk te verwijderen. In het vervolg van zijn rede heeft deze afgevaardigde nog verschillende andere zaken besproken; hij bezag het beleid der Regeering tegenover revolutionair optre den van ambtenaren en anderen, en vroeg maatregelen tegen revolutionaire volksvertegenwoordigers. Hij verzette zich tegen eventueele maatregelen inzake het voerde gronden achtten de leden, hier aan het woord, een verbod van afleve ring van versch brood, gelijk 't genoemde wetsvoorschrift inhoudt, niet langer houd baar. Sommige leden drongen er op aan, dat meer aandacht zal worden gewijd aan 't vraagstuk van de beperking van den arbeidsduur. Verscheidene leden spraken hun vol doening er over uit, dat de minister maat regelen heeft genomen ter bevordering van huurverlaging ten aanzien van wonin gen, met overheidssteun gebouwd. Deze leden betreurden evenwel, dat nog is na gelaten, regeling te brengen in de tijdens en In de eerste jaren na den oorlog ver leende rijksvoorschotten en bijdragen voor woningbouw krachtens de Woningwet, Eenige leden hadden met leedwezen kennis genomen van de maatregelen, doof den minister ter zake van de werkloos heidsverzekering genomen. Verscheidene leden vestigden 's ministers aandacht op de, in moreel opzicht, zoo schadelijke werking van het stelsel der steunverlee- ning zonder contra-prestatie. De arbeids- schuwheid neemt hand over hand toe. Eenige leden betreurden 's ministers houding ter zake van 'de steunuitkeering. De thans toegepaste normen achten zij te laag en zij aarzelden vooralsnog hun stem aan deze begrooting te geven. Verscheidene leden waren van oordeel dat de ministers ter zake van de bestrij ding der werkloosheid onder de jeugd niet voldoende diligent is. Bepleit werd de stichting van werkkampen. Enkele leden vestigden de aandacht op de moeilijkheden, waarin vele kleine land bouwers verkeeren. Voor hen werd een af zonderlijke steunregeling bepleit. Men betreurde, dat de regeering niet bereid is tot aankoop van het landgoed De Hooge Veluwe over te gaan. RESTAURANT D. M. VAN VUGT WORDT GESLOTEN. Het bekende café-restaurant D. M. van Vugt aan het Bezuldenhout bij de Rijn straat te Den Haag zal naar de „Avond post" meldt, met incrang van 1 Maart. as. worden gesloten Aan het zeheele personeel is teven dien datum ontslag aangezegd VERSPREIDE BERICHTEN. Op 53-jarigen leeftijd is gisteren te Utrecht overleden de heer W. H. M. J. Smulders, oud-directeur van de N.V. Ma chinefabriek onder directie van Frans Smulders aan de Croeselaan. De gewone audiëntie van den Minis ter van Financiën zal op Maandag 11 Fe bruari a.s. niet plaats hebben. RECLAME- 5667 AUTOMOBIEL-EN i MOTORRIJWIEL TEKTOONSTELUMG; t - aHSTSSDAN' I; I MÓ t;E&S I GEOPEND VAK 10 Y.H.-5 N.n. IK VAK 8 H.My- IOVH. 1 SLUITING ZONDAG 10 FEBR. 5u toelaten van de Princevlag (oranje-blanje bleu). Toen hierop de sociaal-democraat Men- dels aan het woord kwam besefte ieder, dat er een ander geluid zou worden ver nomen. Hij had zich ten doel gesteld aan te toonen. dat de positie van het kabinet hoe langer hoe zwakker is geworden, en somde daartoe allerlei voorbeelden op van zaken en onderwerpen, waaromtrent de partijen, waaruit het kabinet is samenge steld, verschillen. Ook het kabinet zelf is niet homogeen. Maar omdat ten aanzien van verschillende belangrijke zaken de groepen niet alleen onderling verschillen, doch ook beurt voor beurt van het regeeringsbeleid afwijken, is de kracht van het kabinet verzwakt. De afgevaar digde voor zich bestreed in het bijzonder ook de monetaire politiek der Regeering. Door deze politiek is Nederland zei mr. Mendels op een duurte-eiland komen te wonen; de landen, die niet aan het goud hebben vastgehouden, staan er veel beter voor dan wij en omdat onze positie zoo slecht is, worden allereerst de arbei ders er de slachtoffers van. In dit ver band prees hij de houding van burgemees ter De Vlugt, die naar Rusland ging om. werk te verkrijgen. Deze rede was gelijk gezegd zeer critisch tegenover het ka binet, dat zei de heer Mendels van den crisis-nood een reactie-deugd heeft gemaakt. De katholieke woordvoerder, de heer Van Lanschot, heeft in zijn speech onge veer het midden tusschen beide vorige Hij was immers noch geestdriftig pro redevoeringen gehouden, noch geestdriftig contra het regeerings- toeleid, maar toch veel meer pro dan contra. Hij prees de houding van die ministers, die ter wille van de homogeniteit persoon lijke offers brachten (zooals inzake de defensie de ministers Marchant en Oud), maar adviseerde tot voorzichtigheid in zake buiten-parlementaire redevoeringen. In dit verband had hij niettemin een, vriendelijk woord voor Minister Marchant. „Het zijn de slechtste vruchten niet, waar aan de wespen knagen". Inzake de econo mische politiek maakte hij de aardige op merking, dat hier van een systeem weinig sprake kan zijn: de Regeering is genood zaakt tot een economischen eieren-dans, maar zij moet het er op wagen om, de industrie steunend, flink en doortastend op te treden: met opportune regelingen. Ook bij dezen afgevaardigde vond de Regeering een steun voor haar monetaire politiek; hij drong aan op verlaging van vaste lasten, op een krachtige dekkings- politiek, informeerde naar de plannen der Regeering inzake de bezuinigings-plannen en inzonderheid ook naar het standpunt van den minister-president betreffende bedrijfs-ordening; na de Amsterdamsche rede achtte hij eenige nadere toelichting noodig. De rede van den katholieken leider was, op gematigde wijze, een steun voor het kabinet; en bleek over het algemeen van instemming met de regeerings-politlek. Ook de anti-revolutionair prof. Diepen horst bracht aan de Regeering hulde voor haar monetaire politiek. De Regeering heeft den aanslag op den goud-gulden rustig afgeslagen en dit vond hij prach tig, want hij was van oordeel en zette dit nader uiteen dat afval van den gouden standaard voor vele, ook voor de arbeiders, nadeel zou beteekenen. Inzake de ordening maakte hij de geestige op merking, dat ordening van de ordenings gedachte het eerst noodige is, want onder dat begrip wordt heel wat verschillends verstaan. Als zijn eigen meening gaf de hoog leeraar te kennen, dat hij, zeer bevreesd voor staatssocialisme, het meest voelt voor krachtigen steun aan werkgevers en werk nemers, die vrijwillig tot een zekere rege ling komen. Dan kunnen er ordeningen uit het bedrijf zelf opkomen, die met de bedrijfsbehoeften rekening houden. Intus schen constateerde hij, dat er geen prin cipieel verschil is tusschen Colijn en Aal- berse. Dat deze afgevaardigde toch wel wettelijke regelingen wil bewees hij door zich te verklaren voor het wetsontwerp inzake het verbindend-verklaren van col lectieve arbeids-contracten en voor de op richting van locale industriebankenbij levensvatbaarheid van deze zal er dan wel een centrale bank uit groeien. Overigens sloot prof. Diepenhorst zich aan bij den wensch van den heer Lohman, dat de Re geering zou terugkomen op het spelling besluit Aan het slot van den middag heeft prof. Van Embden nog even het woord gevoerd, die op spoed aandrong met de indiening van het bezuinigings-ontwerp; op den plicht van het bijzonder onderwijs wees om mee te bezuinigen en den minister president huldigde voor zijn Amsterdam sche rede. Vandaag gaat de heer Van Embden voort. HAGENAAR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9