LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Vrijdag 1 Februari 1935 BRIEVEN UIT BERLIJN. BINNENLAND. CRISIS-BERICHTEN. CULTUll K - STRIJD (Van onzen correspondent). Berlijn, 28 Januari. Met letterlijk alles, wat met het volks leven te maken heelt, bemoeit zich de nieuwe Duitsche natlonaal-soclalistlsche staat. „Kunst ls geen regeerlngszaak", was en ls nog een In vele landen heerschena beginsel. In het Derde Rijk ls letterlijk al les regeerlngszaak. Ook de kerk was het in den beginne, toen Hitler het wenschelljk vond den nobelen voorlooplgen Rijksbis schop von Bodelschwingk te doen vervan gen door den thans in zielige isolatie troo nenden oud-marlne-dominee Ludwlg Mul ler, die, meer zeerob dan politiek vérziend zielenherder, zoo'n beetje captaln-ln-nood speelt en zich vast heelt voorgenomen, als laatste man op de commandobrug te blij ven. En zoo was het geen wonder, dat de be moeizieke staat zich ook met alle kunst uitingen ging bezig houden. Een nieuw ministerie werd opgericht, dat zich Depar tement voor Volksvoorlichting en Propa ganda noemde en feitelijk zijn geboorte aan de persoonlijke eigenschappen van den nationaal-socialistischen. thans algemeen met weinig sympathie begroeten, fanatle- ken strijder dr. Josef Gobbels, uit het Beneden-Rijnsche stadje Gladbach Rheydt geboortig te danken heeft gehad. De naam van dit ministerie was niet erg gelukkig gekozen. Het woord „propagan da" alleen reeds heeft in vele andere sta ten, in het bijzonder in het Britsche Im perium en ln de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, geen goeden klank. En in het algemeen gesproken is het meer eerlijk dan handig, propagandistisch werk met het ondubbelzinnig étiquet „propaganda" overal kenbaar te maken. Als zooveel, wat het Duitsche volk, als lid van de nu een maal bestaande veelheid van volken, doet, was ook dit nieuwe gedaan: egocentrisch, van zich uit gedacht, in de naïeve veron derstelling, dat de wereld ls, gelijk men ze zich in de studeerkamer voorstelt Daar kwam in dit bijzondere geval nog bij, dat het natlonaal-soclalisme, als reactie op een zeker, zeer merkwaardig gevoel-van-min- derwaardlgheld. niet beter meende te kun nen doen dan ln het andere uiterste: een koppige zichzelf voorgehuichelde onver schilligheid voor elk buitenlandsch oor deel, over te slaan. Maar het zij toegegeven, dat het nieuwe departement met den ongelukklgen naam voor het eigen cultuurleven, het eigen volk, den eigen staat, en pas ln de tweede plaats voor internationale Interpretatie van de Hitleriaansche „wereldbeschou wing" gedacht was. Nu het nieuwe ministerie er was met aan het hoofd een zoo energieke, Jonge man, die getoond had, voor alles en nog wat be langstelling te bezitten, kon het natuur lijk niet uitblijven, dat links en rechts naar competeties gezocht werd. Daartoe moest bij tal van collega's-ministers niet de noo- dlge „Rücksichtsloslgkeit" gegrasduind worden. En het uiteindelijk resultaat bleekwelletjes! Minister Göbbels nam van het ministerie van onderwijs, eere- dienst enz. (gelijk wij het zouden noemen) vrij wel alles weg behalve de schoolzaken, van het postministerie de radio, van bui- tenlandsche zaken het verkeer met de bui- tenlandsche pers, van schoone kunsten de muziek het tooneel. de film, de schilder kunst, de beeldhouwkunst, de literatuur, dus zoo ongeveer alles. En ziedaar: een departement was geboren, waarin dr. Gob bels' veelzijdigheid naar hartelust rond zwemmen kon. Bijna twee volle Jaren is dit merkwaar dige departement, dat zich ook nog met den afweer van bultenlandsche „anti-pro- paganda". met de voorbereiding en door voering van alle staatsfeestelijkheden, ten toonstellingen. vernietiging van pornogra- phle e d. belast zag, nu koortsachtig werk zaam geweest Zijn minister ging persoon lijk nog ver buiten deze vage competentie- grenzen uit en bleef een soort rijksrede- naar. uitdenker van duizend-en-één ideeen die zich ook over de organisatie van tal- looze collectes, het groote liefdadigheids werk en wat al niet meer, uitstrekte en ook voor de cultureele en de bultenlandsche politiek niet halt maakte. De geleerden zijn het ook over deze vraag oneens n.l. of het Derde Rijk zich, met wel willende medewerking vooral van de hee- ren Josef Göbbels en Alfred Rosenberg, al dan niet reeds in een vollen cultuurstrijd bevindt. De nationaal-socialisten ontken nen dat natuurlijk ten stelligste. Maar niet alle Duitschers zijn „nazi's". En daarom kan men ook andere stemmen hooren. die verkondigen, dat bet Duitsche volk zich al midden in dien vermaledijden cultuurstrijd bevindt. Nu het zij toegegeven, dat deze pessimis- ten de noodlge krasse bewijzen kunnen brengen, waarop de optimisten niets an ders kunnen antwoorden, dan dat inder daad enkele dreigende symptomen te con- stateeren zijn, welke echter voor het heer- schend régime een waarschuwing beteeke- nen. Zulke bewijzen zijn de wrijvingen tus- schen den Staat en de belde groote Kerken, de botsingen tusschen den Staat en de vrijdenkende elementen onder de groote kunstenaars, tooneel- spelers. dirigenten, dichters, met zeer re cente, hier reeds vroeger toegelichte voor beelden en vooral de met den dag aan scherpte toenemende actie van de Room- schen en de Lutheranen tegen de „Dultsch geloovigen" van prof. Hauer, en het „nieu we Christendom'' van den officieelen cul- tureelen leider der nat. soc. partij Alfred Rosenberg en diens veelvuldig gehate, in derdaad nog al gevaarlijk-dilettantisch op gezette philosophische werk „Der Mythus des XXten Jahrhundert". En het zal met lang meer duren, of de Rijksbisschop zal zich tot het Hoofd van Staat wenden ten einde diens beslissing uit te lokken of een man met omverwerpende anti-clerlcale Ideeën als Alfred Rosenberg, wiens boek bovendien door Rome onmiddellijk op den index geplaatst was, nog langer, en nog wel in officieele opdracht. Invloed mag uitoefenen op de rijksjeugdbeweging, op het onderwijs, de theologie en het leven der kerkgemeenten. De nationaal-socialistische staat, die al les en allen met zijn ideologieën doordrin gen wil die zeker het beste nastreeft, maar in vele'opzichten aan hooee doelen voor bijschiet. beeft zich met ziin bemoeiingen op cultureel eet-ied wel on het allertrevaar- UJk-.te van ziin verschillende .+ri:-eterrei- nen hegevpn. En het ls don ook en logisch gevolg, dat hier zijn echecs het grootst INKRIMPING BEDRIJF KON. HOLL. LLOYD. ONTSLAG VAN HET GROOTSTE DEEL VAN HET VAREND EN KANTOOR PERSONEEL. Ongeveer 200 man er door getroffen. Naar wij vernemen ls binnenkort een belangrijke inkrimping van het bedrijf van den Kon. Hollandschen Lioyd te ver wachten. Zooals bekend ls het passagiers vervoer reeds eenigen tijd stop gezet, zoo dat deze maatschappij thans aüeen nog vrachtschepen in de vaart heeft. Gisteren is aan het geheele personeel van den Kon. Hol], Lioyd bij rondschrijven medegedeeld, dat de directie tot haar leedwezen door omstandigheden gedwon gen is, het bedrijf zeer aanzienlijk ln te krimpen en als gevolg daarvan het over- groote deel van het varend en kantoor personeel in de naaste toekomst te ont slaan. Het besluit daartoe ls genomen in over leg en na besprekingen met de bevoegde autoriteiten ln Den Haag. Nog Woensdag heeft te Den Haag een bespreking plaats gehad, welke tot direct gevolg heeft gehad het besluit van de directie van den Kon. Holl. Lioyd om het reeds vermelde schrij ven aan het personeel te richten. Het ligt ln de bedoeling, dat tusschen Amsterdam en Zuld-Amerlka op beschei den schaal een vrachtdlenst zal worden gehandhaafd, waarvoor concentratie en reorganisatie van het bedrijf van den Kon HoU. Lloyd noodig is. De regeerLng wenscht, dat handhaving van den dienst en inkrimping van het bedrijf op zoo danige wijze aal geschieden, dat er samen werking bestaat tusschen Rotterdam en Amsterdam. Ten slotte vernemen wij nog. dat door het aangekondigde ontslag waarschijnlijk ongeveer 200 leden van het personeel van den Kon. Holl. Lioyd zullen worden ge troffen. RECLAME- 5572 X/optlnnninn of moeilijke en onre- »«r»TOppmg gelmatige stoelgang regelt men vlug zonder kramp of pijn met Mijnhardt's Laxeertabletten Prijs p. doos 60 ct. BIJ Apoth. en Drogisten. geworden zijn. Al dadelijk zien we de fu neste uitwerking van het beginsel, dat ln cultureele dingen de persoon van den schepper ln het bijzonder de kunstenaar primair, het kunstwerk, het gewrochte secundair ls. Dit beginsel ls geen „graue theorie" ln Dultschland, maar brute wer kelijkheid. Het geval Hlndemlth-Fiirt- wangler ls er een zeer kras bewijs voor ge weest. Men beweert hier nu wel, dat men den scheppenden -kunstenaar ln zijn werk vrij wil laten gelijk men ook voor den journalist „vrijheid" eischt maar het ls een vrijheid-onder-voorbehoud. Practlsch komt het hierop neer, dat men streeft naar kunst, publiciteit, cultureel leven, uitgaan de van.nationaal-socialistische levens beschouwing. En waar men van werkelijk groote, unlverseele en daarom in de volle en reine beteekenis van het woord: inter nationale kunstenaars nauwelijks een eer lijk hyper-natlonallsme van Hitleriaan- schen Inhoud verwachten kan, schakelt men deze groote kunstenaars feitelijk automatisch uit. (Waarbij we van uitslui ting van alle joodsche elementen ln de kunst nog niet eens spreken willen). Kunstenaars, die bereid zijn, vroegere, eerlijke beginselen prijs te geven om in het Derde Rijk hun broodje te verdienen, kun nen slechts middelmatigheden zijn. En eveneens middelmatigheden zijn zij, die in de eerste plaats Hitlerianen zijn en uit dien hoofde nu eens kans krijgen, met hun zwakke talenten op den voorgrond td ko men, als belooning voor de der regeering sympathieke „wereldbeschouwing" en. bij gebrek aan betere krachten. Het gevolg van een en ander ls bedroe vend. Het Duitsche en speciaal het Berlljnsche tooneel ls slechts een schaduw van wat het nog drie of vier Jaren geleden geweest ls. Weinige grooten zijn gebleven. Eigen dra matische productie is van meestal laag allooi. Zoowel op de planken als op het filmdoek. Het concertleven kan bij vroeger niet meer halen. De literatuur heeft meer dan de helft van de helft van haar meest interessante krachten naar het buitenland de wijk zien nemen. In de plaats van de vroegere grooten is een stelletje middel matigheden naar voren gekomen, dat gelijk dat ook in de politiek en in t ambte naarswereldje het geval is gebrek aan begaafdheid door ijver en demonstratief nationalisme poogt goed te maken. Even middelmatig zijn ook de kranten geworden, die met den dag aan lezers verliezen, ter wijl de weinige oude, die nog met talent geschreven worden, voortdurend op sprin gen staan. Op filmgebied heeft de staat reeds een volledig fiasco moeten toegeven en zich tot censuur van de productie, waarop zij geen of nauwelijks invloed meer uitoefent, moe ten bepalen. Op de planken hebben alleen klassieken en vertaalde bultenlandsche stukken werkelijk succes. De eigen produc tie trekt slechts, waar het om kluchten zonder eenlge literaire waarde gaat. De radio geeft over het algemeen hoogst on interessante programma's. De amuse mentsmuziek is meestal van middelmatig koffiehuisallooi. wordt onverschillig afge draaid en biedt geen afwisseling meer. Uit wanhoop heeft men vele principes reeds overboord gegooid en ls vol berouw tot de een jaar geleden nog verboden „nlgger- muzlek" teruggekeerd. Maar ook de volksfeesten trekken niet meer als in den beginne. De techniek dezer eens zoo indrukwekkende massale mee tings herhaalt zich te zeer. De beroemde sprekers kunnen geen nieuwe geluiden meer vinden en raken afgezaagd. Een openbare toespraak van Hitler, van wlen men mompelt, dat het vele spreken hem ernstige keelaandoeningen bezorgd heeft, behoort tot de zeldzaamheden. En reeds zien we het oogenhllk naderen, waaroo de onv-rmneibare Josef Göbbels zelf het gevoel zal hebben, dat hij het Derde Rijk niets meer te bieden heeft.... ROLAND- DOODELIJKE ONGEVALLEN IN DE MIJNEN. NEDERLAND STREKT ZEER GUNSTIG BIJ ANDERE LANDEN AF. Het jaar 1954 een laagterecord. (Van oneen retsredacteur). Zoo nu en dan bevatten de bladen een simpel berichtje, meldende dat een mijn werker aan de kwade kansen van zijn be roep ls ten offer gevallen. Dezer dagen viel wederom een doodelijk mijnongeval te melden. Dergelijke ongevallen zijn vrij zeldzaam vooral ln de Nederlandsche mij nen Het beroep van mijnwerker is ge vaarlijk, doch door allerlei veiligheids maatregelen worden de arbeiders zooveel als mogelijk ls, beschermd en het is een verblijdend verschijnsel, dat Nederland daarbij vooraan staat. De veiligheid wordt er niet opgeofferd aan het streven om de productie te vergrooten. Integendeel: niet tegenstaande de totale productie der Ne- derlandsohe mijnindustrie steeg van 8.8 mlllloen ton ln 1928 tot 12.5 mlllloen ton ln 1953. daalde het aantal doodelljke on gevallen ondergronds van 50 ln 1926 tot 23 ln 1933. Vergelijking met andere landen geeft een voor Nederland zeer gunstig beeld te zien. Per 1000 arbeiders bedroeg het aan tal ondergrondsche doodelljke ongevallen over 1933 in Nederland 0.95, ln Pruisen 2.28. ln België 1.18, ln Frankrijk 0.88, ln Groot-Brittannlë 1.21 en ln de Vereenigde Staten 1.98. Daarbij moet men ln het oog houden, dat ln België en Frankrijk de kolenlagen meerendeels veel gunstiger liggen dan ln Limburg en dat daar veel oudere mijnen zijn. waarin een geroutineerde bevolking reeds van ouder op ouder werk vindt. In Nederland daarentegen dateert alhoe wel men aanneemt, dat bi) Kerkrade de oudste kolenmijn van Europa gevonden wordt, die reeds omstreeks het jaar 1100 door kloosterlingen in exploitatie werd gebracht het eigenlijke moderne mijn bedrijf eerst van omstreeks 1900, WIJ hebben ook de beschikking gekre gen over de nog niet gepubliceerde cijfers van 1934, die natuurlijk wegens gebrek aan gegevens niet met het buitenland verge lijkbaar zijn. Daaruit blijkt dat het afge- loopen Jaar een laagterecord te zien geeft. Men kan dan ook gerust zeggen, dat in de Nederlandsche mijnen een grooter veilig heid bestaat, dan waar ook ter wereld. Het volgende staatje laat het aantal doo delljke ondergrondsche ongevallen zien over de jaren 1932, 1933, en 1934 ln de verschillende staats- en particuliere mijnen: Staatsmijn Wühelrrrtna 3 1 3 Staatsmijn Emma 1 8 Staatsmijn Hendrjk'1; 2 1 3 Staatsmijn Maurits Po)5 2 1 Oranje Nassaumijh P 2 Oranje Nassaumljn II - 3 Oranje Nassaumljn III 1" 3 1 Oranje Nassaumljn IV 2 3 Mijn Laura - 1 1 Mijn Julia 1 1 1 Domanlale mijn 1 - 3 Mijn Willem Sophia 1' - Tegenover een totaal van 19 ln 1932 en 23 in 1933, staat dus een totaal van 16 ln 1934. Er werkten ln totaal op 31 Decem ber 1934 ln de mijnen 30.062 arbeiders, hetgeen 2709 minder ls dan het Jaar daar voor. Per 1000,arbeiders daalde het aan tal doodelljke ongevallen van 0.95 ln 1933 tot 0.53 ln 1934, een cijfer dat nog nergens bereikt is. Natuurlijk is. het streven er op gericht in dezen het absolute nulpunt te bereiken. Sommige ongevallen zijn echter aan eigen of anderer onvoorzichtigheid te wijten. Daartegen vermogen de beste veiligheids maatregelen weinig. Het beroep van mijn werker blijft ondanks alles gevaarlijk. ALGEMEENE NEDERLANDSCHE DROGI8TENBOND. In „KrasnapoLsky" te Amsterdam werd de algemeene wintervergadering gehouden van den Algemeenen Nederlandschen Dro- glstenbond. De voorzitter, de heer Zon te Woerden, memoreerde in zijn openings rede den zeer slechten toestand waarin het droglstbedrljf zich bevindt, deels ten gevolge van de economische omstandig heden, anderzijds door de import van ver pakte droglstartlkelen uit landen met ge- deprecieerde valuta. Het jaarverslag van den secretaris geeft aan, dat, niettegenstaande verschillende vereenlglngen in ledental achteruitgaan, bij den Bond een goede stijging van het ledental ln 1934 is aan te wijzen. Besloten werd aan den minister van Justitie een adres te zenden, inzake goed keuring der Statuten. Medegedeeld werd, dat een Federatie van de bestaande Drogistenbonden tot stand gekomen is. De oprichting van pharmaceutische fa briekjes in 1934 door buitenlanders baart zorg, daar deze fabrikanten geen nieuwe artikelen aan de markt brengen, doch een soort namaak van de reeds bestaande ar tikelen, waaraan werkelijk geen behoefte is. In vereenlging met andere corporaties zal getracht worden een wet te verkrijgen, waarbij strafbaar wordt gesteld het schen den van verpakkingen der merk-artikelen. Op tien verschillende plaatsen ln ons land wordt vakonderwijs verstrekt en wel aan 180 leerlingen, verdeeld over 22 cur sussen. 55°/o van de candidaten, die na een cursus van bijna drie Jaren examen deden ter verkrijging van het diploma drogist, slaagden bij dat examen. De cur sussen worden gegeven geheel voor re kening van den Bond, zonder eenlge Rijks- of Gemeente-subsidie. Ter vergadering werd opgericht een reservefonds. ONDERZOEK NAAR DE UITVERKOOPEN. DOOR HET ECONOMISCH INSTITUUT VOOR DEN MIDDENSTAND. Op verzoek van den Minister van Eco nomische Zaken stelde het Economisch Instituut voor den Middenstand ln het tijdvak November 1933 tot en met Febr. 1934 een onderzoek ln naar de ultverkoo- pen, dat zich uitstrekte over ruim 2000 winkels in de gemeenten Amsterdam, Arn hem, Breda, Den Haag, Groningen, Maas tricht, Rotterdam en Utrecht. Men be perkte zich daarbij tot een 7-tal takken van kleinhandel in bepaalde stadswijken en verkreeg zoodoende blijkens het dezer dagen onder den titel: „Onderzoek naar de ultverkoopen" verschenen'verslag, on derstaand beeld (ultverkoopen ln pCt. van het totaal aantal winkels): le week van het onderzoek (5—11 Nov. 1933) 9.6 pCt. lie week van het onderzoek (1420 Januari 1934) 63.6 pCt. Laatste week (1824 October 1934) 26.2 pCt. Het verloop vertoont ln alle steden en branches groote overeenstemming. Na een geleidelijke toeneming van het aantal ultverkoopen gedurende de maan den November en December volgde een sprongsgewijze vermeerdering ln de eerste weken van Januari en werd overal het hoogtepunt ln de periode 1420 Januari bereikt. Als algemeene indruk drong zich tij dens het onderzoek meer en meer op, dat het aankondigen van ultverkoopen en op ruimingen in de eerste plaats geschiedt ter vergrooting van den omzet en dat het opheffen of verplaatsen van de winkel nering. alsmede het opruimen van incou rante of beschadigde goederen een onder geschikte rol speelt. Zoo verklaarden b.v. 55.7 pCt. der winkeliers dat zij het ult verkoopen uitsluitend toepassen als een reclamemiddel of als afweer en navolging van concurrenten; de Invloed van groot bedrijf en „vliegenden winkel" bleek ln laatstbedoeld opzicht sterk te zijn. In slechts 20.4 pCt. der gevallen werd de seizoen- en mode-Invloed als reden ge noemd. Het meerendeel der winkeliers gaf voorts toe, dat de werkelijke gronden en bedoelingen veelal niet overeenstemden met de publieke aankondiging. De merkwaardige „bloemlezing" van op schriften alsook de andere attracties met betrekking tot het ultverkoopen, welke ln hoofdstuk in van het rapport zijn weer gegeven, komen ln verband met een en ander dan ook ln een bijzonder licht te staan. Ook de duur der ultverkoopen en oprui mingen wijst op eigenaardige gewoonten. Gedurende de vier maanden van het on derzoek bleek nl. 14.1 pCt. der ultvgr koopen zich over een tijdsbestek van 2 maanden of langer uit te strekken. De gemiddelde duur van alle geconsta teerde ultverkoopen bedroeg in de periode van het onderzoek- niet minder dan, 47 dageh. Het behoeft, gelet op het boven staande, geen verwondering te wekken, dat 80 pCt. der winkeliers zich onom wonden uitsprak voor een wettelijke rege ling dezer materie. Een desbetreffend wets ontwerp is, gelijk bekend, bi) de Tweede Kamer aanhangig gemaakt. K. XVni TE RIO DE JANEIRO. Gisterochtend 9 uur is de K XVIII in Rio de Janeiro aangekomen. Alles wel aan boord. WIJZIGING VAN DE DRANKWET. Geen verdere verzwaring van lasten. Verschenen ls de Memorie van Antwoord op het voorlooplg verslag der Tweede Ka mer over het wetsontwerp tot wijziging van de Drankwet. Hieraan is het volgende ont leend: De Minister acht de wijziging urgent, omdat zich met betrekking tot de ver pachtingen zij het op een beperkt ter rein een practljk ontwikkelt, welke de bedoeling van den wetgever miskent en de wet in een harer voorname grondslagen aantast. De minister definieert nader den om vang van het begrip „slijtvergunning" en wel zoodanig dat voor den vervolge boven twijfel komt te staan, dat de houder van zoodanige vergunning andere dan sterken drank mag slijten. Ten aanzien van het bezwaar, dat wordt geopperd inzake art. 23 lid 2, is de mi nister in beginsel van gevoelen, dat tegen over het arrest van den Hoogen Raad van 18 Mei 1932 W. 12.451, ook argumenten zijn aan te voeren om de verkoop van alle dranken als grondslag voor de bepaling van het vergunningsrecht aan te nemen. Intusschen erkent de minister, dat de voorgestelde wijzigingen, na het genoemde arrest een feitelijke verzwaring van lasten zouden beteekenen, een verzwaring, die zijnerzijds niet werd beoogd. Aan het ge opperde bezwaar komt hij daarom tege moet door een wijziging, alsnog van ar tikel 23, lid 2 der wet ln dien zin, dat de uitspraak, vervat in het meerbedoelde ar rest van 18 Mei 1932, tot wettelijke norm wordt verheven. De Minister kan niet voldoen aan het verlangen van sommige leden om deze gelegenheid te benutten nog andere on derwerpen aan te snijden Hij is echter gaarne bereid de desiderata bij de eerst volgende wijziging van de wet in beraad te nemen. HANDEL IN GEDROOGDE ZUID VRUCHTEN. Plannen tot ordening en saneering. Naar het Ned. Weekblad voor kruide nierswaren verneemt, heeft het bestuur van de Ned. Vereeniglng voor den handel ln gedroogde zuldvrvuchten bij haar leden voorstellen aanhangig gemaakt, om te komen tot saneering en bedrljfsordening. Krachtens deze voorstellen worden de leden der vereeniglng gesplitst in impor teurs-grossiers eenerzijds en agenten anedrzijds. Leden-importeurs zullen alleen mogen koopen van leden-agenten en omgekeerd mogen de leden-agenten uit sluitend zaken doen met leden-importeurs. Alle Importeurs worden verplicht hun eigen bultenlandsche relaties prijs te geven. Is dit bereikt, dan zal worden ge tracht met medewerking van de regeering tot saneering te komen door de vaststel ling van minimum-winstmarges. TEELTREGELING VAN AARDAPPEL», In aansluiting aan een vorig bericht inzake de teeltregeling voor aardappelen oogst 1935. meldt de Nederlandsche Akker- bouw-Centrale dat het ln de bedoeling Ugt om bij eventueele denaturatle, oogst 1935, hiervoor ln aanmerking te doen komen alle partijen, voor zoover deze voldoen aan voor voederdoelelnden te stellen redelijke elschen, mits uit deze partijen zijn verwij. derd de aardappelen, die kunnen vallen door een nader vast te stellen maat. Niet ln aanmerking zullen komen dt partijen, die door onoordeelkundige bewa ring of verwaarloozlng, grootendeels verrot zijn of voor zoover deze door bepaalde ziekten ongeschikt mochten blijken te zijn voor voederdoelelnden. RECLAME. 5568 NIJVERHEIDJSRAAD. Samenstelling van den raad en zijne commissies. Tot gewoon lid van den Nijverheidsraid heeft het Verbond van Nederlandsche Werkgevers inplaats van den heer G. van der Muelen, die als zoodanig heeft bedankt aangewezen den heer H. B. Peterl, firmant van de firma P. J. Blom te Enschedé. Bo vendien heeft het Verbond tot plaatsver vangend lid van den Raad benoemd den heer J. A. Dekker, firmant der firma Jan Dekker te Wormerveer. Door het aftreden van den heer van der Muelen is ook in de samenstelling van de Volkenbonds-, Statistiek- en Indische aan- gelegenhedencommissie uit den Nijver- heldsraad wijziging gebracht. Tot voorzit ter dier commissies heeft de Raad ln zijne laatste vergadering resp. de heeren mr. A. N. Molenaar, mr. J. Blerens de Haan Jr. en dr. L. G. Kortenhorst gekozen, terwijl tot lid van de eerste en laatstgenoemd! commissies is aangewezen de heer H. B, Peteri en tot lid van de andere commissi! de heer J. A. Dekker. De vertegenwoordigers van de industrie waarmede de commissie inzake Waterver ontreiniging overleg pleegt, hebben den Raad verslag uitgebracht over hun in die functie verrichte werkzaamheden. Daar bij is over verschillende punten ultvoerii van gedachten gewisseld. Uit een en an der is het nut voor de industrie van een vertegenwoordiging in genoemde commis sie duidelijk komen vast te staan. Voorts heeft de Raad den Minister van Economische Zaken van advies gediend over een ontwerp voor een eventueel door de tot het z.g. „Goudblok" toegetreden landen te sluiten conventie aangaande handelspropaganda. Voor dit ontwerp heeft als basis gediend een Volkenbond!- ontwerp over dezelfde aangelegenheid waarover de Raad de Regeering reeds In 1931 had geadviseerd. De Raad heeft zich met den inhoud van het nieuwe ontwerp kunnen vereenigen, te meer, daar ls ge bleken, dat op verschillende punten re kening ls gehouden met destijds van Ne derlandsche zijde gemaakte opmerkingen, CONTINGENTEERING VAN HAARDEN, In de afgeloopen periode was er grooter werkgelegenheid. Ingediend is een wetsontwerp houdende regeling van den invoer van haarden, kachels en haardkachels (verlenging.) De toelichting zegt o.a.: De afgeloopen periode der contingenteering bracht voor de werkgelegenheid in de betrokken bin- nenlandsche industrie reeds eenige ver betering, welke zich, naar de minister ver wacht, ln de onderhavige periode zal voortzetten. Aangezien de vrees bestond, dat door den invoer van kachels, niet voorzien vin een vuurvaste binnenbekleeding, een on toelaatbare vergTooting van den invoer zou plaats hebben werd het wenschelijh geacht bedoelde vuurvaste steenen med! ln den Contlngenteeringsmaatregel te In trekken. VERSLAG STAND ZIEKTEVERZEKERING De heer Kuiper heeft aan den Minister van Sociale Zaken de volgende vragen gesteld: 1..W11 de Minister mededeelen, waarom het krachtens artikel 137 der Ziektewtt uit te brengen verslag van den stand der ziekteverzekering over de jaren 1932 e» 1933 nog niet ls verschenen? 2. Wil de Minister, om te voorkomen dat het nog slechts alleen historische waarde heeft, bevorderen, dat de verschijning van het ln de eerste vraag bedoelde verslag tljdlger en regelmatiger zal plaats heb ben? VERSPREIDE BERICHTEN. Bij K.B. zijn benoemd tot lid van Pharmacopie-commissieProf. Dr. W. de Graaff, hoogleeraar aan de Rijks-Univer siteit te Utrecht; Dr. J J. L. Zwlkker, ge meente-apotheker te Rotterdam en Pro'- Dr. P. Ruitinga, hoogleeraar aan de Universiteit te Amsterdam. De Minister van Defensie heeft op de lijst van verboden geschriften voor tuB- tairen doen opnemen het wekelijksch ver schijnend „Liga-Signaal" en het weekblad van de Internationale Soc. anti-oorlogs liga. 2-5

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 10