75ste Jaargang
DONDERDAG 31 JANUARI 1935
No. 22963
dagblad vVOQR leiden en omstreken
Leidsch Crisis-Comité.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Lelden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zakenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ots. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:'
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per post 1.2.35 per 3 maanden portokosten
<voor binnenland f0.80 per 3 mnd.)
Oit nummer bestaat uit VIER blaoen
EERSTE BLAD.
Giro No. 188690.
Beden ontvingen wij per kas: N.N. f. 2.50.
AFSCHEID
VAN MR. A. VAN DER ELST.
ALS AMBTENAAR VAN HET O. M.
BIJ HET KANTONGERECHT.
Mr. A. van tor Hst.
Onder groqte belangstelling vond gis
teren in de strafzitting van het Kanton
gerecht het afscheid plaats van mr. A. v.
d. Eist als ambtenaar bij het O. M., na een
werkzaamheid in onze stad van ongeveer
35 jaren,
In de geheel gevulde zittingkamer van
het Kantongerechtsgebouw aan het Ra
penburg waren o.m. aanwezig de kanton
rechter mr. F, Ligtenberg, de griffier mr.
H. van Oordt, burgemeester mr. A. v. d.
Sande Bakhuyzen, alle plaatsvervangende
kantonrechters, diverse advocaten, de
commissaris van politie de heer Meyer
alsmede hoofdinspecteur Eskens en vele
vrienden, familieleden en belangstellen
den. Ook merkten wij op de leden van het
personeel bij het Parket dat gelijk bekend
met ingang van morgen bij het Kanton
gerecht te Den Haag wordt ondergebracht
(het Leidsch Kantongerecht blijft be
staan!) en het volledig corps Rijks
veldwachters uit het kanton Leiden.
Na behandeling van een kleine zaak
was allereerst het woord aan den kanton
rechter mr. F. Ligtenberg.
Rede van Mr. Ligtenberg.
Aan mr. A. van der Eist is op zijn ver
zoek, aldus spr., met ingang van 1 Fe
bruari a.s., eervol ontslag verleend uit zijn
betrekking van ambtenaar van het Open
baar Ministerie bij het Kantongerecht te
Leiden, onder dankbetuiging voor de door
hem bewezen diensten.
Dit beteekent, dat mr. v. d. Eist heden
zijn laatste zitting als ambt. O. M. bij
woont en hiermede afscheid neemt van
een ambt, dat hij bijna 36 jaren onafge
broken met eere heeft bekleed.
Mr. v.d Eist is op 4 October 1890 ge
promoveerd tot doctor in de rechtsweten
schap, waarna hij eenige jaren als advo
caat werkzaam is geweest, om op 2 Mei
1899 benoemd te worden tot ambt. v. h.
Openb. Ministerie te Alkmaar. Ruim een
Jaar later, 23 Juli 1900 volgde zijn benoe
ming in gelijke functie te Leiden.
Sedert dien is mr. v. d. Eist te Leiden
gebleven. Wat mr. v. d. Eist in die jaren
voor het Leidsche parket heeft gedaan is
moeilijk onder woorden te brengen. Dat
het lang geen gemakkelijke taak is ge
weest staat wel vast.
Het Kanton Leiden toch heeft altijd be
hoort tot een der belangrijkste Kantons
der eerste klasse E, waarin het volgens de
wet van 5 Juli 1920, S. 181, tot regeling
van de samenstelling der rechterlijke col-
legièn en kantongerechten is gerangschikt.
Het aantal processen-verbaal, dat In die
jaren door de handen van Mr. v. d. Eist is
gegaan beloopt enkele honderdduizenden.
Het getal der weeklijstnummers van het
afgeloopen jaar bedroeg ruim 11200.
Ik behoef niet te zeggen dat dit een zeer
groot getai voor één enkelen ambtenaar.
Voor de zaak ter terechtzitting wordt
uitgeroepen is er heel wat administratieven
on toch ook juridischen arbeid verricht.
In vroeger jaren had Mr. v. d. Eist meer
medewerkers ter parkette dan thans.
Naar mate hij in jaren toenam en ook
bet aantal zaken vermeerderde, vermin-
oerde het getal medewerkers.
Toen ik ongeveer 7 jaar geleden te Lei
oen kwam was de eenige hulp van den
neer v. d. Eist zijn getrouwe rijksklerk de
jeel' Rigthart van Gelder, die eenige jaren
i™? Weer werd terzijde gestaan door den
uo-brieadier majoor Spa riikcvoidwachter
mmermans a's tijdelijk schrijver.
ik meen de heeren waarnemend ambte
naren van het Openbaar Ministerie niet te
kort te doen, wanneer ik spreek, dat, on
danks hunne vaak groote gaven en vol
ledige toewijding, de hulp, die de heer v.
d. Eist van hen heeft gehad, betrekkelijk
gering is gebleven.
Dit lag aan den heer v. d. Eist zelf, die
niet gaarne werk uit handen gaf, daar hij
zelf zooveel van werken hield.
Ik zeg dit zonder eenige andere bedoe
ling aan om te doei) uitkomen dat mr
v. d. Eist bij zijn afscheid kan terugzien
op een welbesteed leven.
Waren zijn huiselijke omstandigheden
anders geweest, dan ware mr. v. d. Eist
wellicht niet te Ledden gebleven, doch had
hij ongetwijfeld den meer gebruikelijken
loopbaan van de leden van het Openbaar
Ministerie gevolgd.
Toch heb ik wel eens gedacht, dat de
liefde, die hij in het Kantongerechtswerk
gevoelde, heeft medegewerkt tot zijn be
sluit om Leiden niet te verlaten.
Ik kan hieromtrent1 niet uit eigen er
varing spreken, maar van zeer verdien
stelijke leden van het Openbaar Minis
terie heb ik wel eens gehoord, dat de tijd
ten parkette van het Kantongerecht door
gebracht, voor hen de aangenaamste van
hun ambtelijke loopbaan is geweest., zoo
wel door den aard van het werk. als door
een groote mate van zelfstandigheid, die
zij daar hadden.
De heer v. d. Eist nu heeft die zelf
standigheid nog in meerdere mate kunnen
genieten dan anderen, doordat zijn parket
steeds buiten de Arrondissementshoofd
plaats is gebleven.
Met mr. v. d. Eist gaat thans ook het
Leidsche parket heen. Wij nemen dus
afscheid, niet slechts van den heer v. d.
Eist, doch mede van het Leidsche parket.
Voor den heer Rigthart van Gelder be
teekent dit overplaatsing naar 'sGraven-
hage. Wellicht ook voor den heer Tim
mermans.
Ik wensch hen beiden aldaar een zoo'n
aangenamen werkkring toe als zij onder
den heer v. d. Eist gehad hebben.
Tenslotte moge ik den heer v. d. Eist,
mede namens de heeren mr. Brfët, Cos-
man Vos, Nord Thomson, de Clerq en
Bolsius, Kantonrechters-.plaatsvervangers'
mr. Coebergh. oud-Kantonrechter-plaats-
vervanger, mr. Langemeijer en van Nou-
huys, oud-waarnemend-ambtenaar van
het Openbaar Ministerie, mr. van Oordt,
Griffier mrs. Regensburg en Hovingh,
waarnemend-griffier, ter herinnering aan
dezen dag aanbieden de „War Memoirs"
van David Lloyd George, den bekenden
Engelschen staatsman.
Ik vertrouw, dat u, mijnheer v. d. Eist,
vele aangename uren met dit boekwerk
zult doorbrengen, daar u reeds bijzondere
belangstelling hiervan hebt aan den dag
gelegd.
Thans moge ik u tot afscheid de hand
drukken, na u de verzekering te hebben
gegeven, dat de weinige jaren, die ik met
u heb mogen samenwerken aan de rechts-
bedeeling van het Leidsch Kantongerecht,
bij mij steeds in aangename herinnering
zullen blijven.
Moge het u gegeven zijn om. met me
vrouw uwe echtgenoote en de uwen, nog
vele gelukkige jaren in goede gezondheid
te genieten.
Andere sprekers.
Mr. P. E. Briët voerde het woord namens
de plaatsvervangende kantonrechters.
Deze wees er o.m. op, dat de plaats
vervangende kantonrechters niet zoo
goed op de hoogte zijn van hetgeen door
mr. v. d. Eist is gepresteerd, doch wel weet
spr. dat hij steeds een bezonken oordeel
had, zijn rust en bezadigdheid kwam ook
tot uiting in het gewone leven. Spr. her
innerde er aan, hoe mr. v. d. Eist in 1900
hier gekomen is en Leidsch burger is ge
bleven; greep vervolgens in korte trekken
terug op het proefschrift waarop mr. v.
d. Eist 4 October 1890 promoveerde; een
deel der daarin vervatte wenschen is
intusschen vervuld.
Wijhebben, aldus spr., aan het blijven
van mr. v. d. Eist te Leiden te danken, dat
hij hier een belangrijke rol in het maat
schappelijke leven heeft vervuld, o.a. als
lid van den gemeenteraad en als bestuurs
lid van verschillende vereenigingen. Het
woord „Partir c'est mourir un peu" geldt
ook als men afscheid neemt van het
ambt, dat men in jonge jaren met ambi
tie, later meer plichtgetrouw vervult.
Een deel van het leven valt met dat
afscheid weg. Spr. was er van overtuigd,
dat mr. v. d. Eist nog veel zou terugden
ken aan de jaren bij het parket door
gebracht, zij het dan met weemoed. Spr.
hoopte, dat hij nog vele jaren zou mogen
genieten van het mooie, dat ook de herfst
van het leven nog schenkt.
Mr. E. C. Wiersma, sprekend namens de
Leidsche advocaten wees er op, dat het
een wijd veld is, waarop de ambtenaar van
het O. M. zijn ambt moet uitoefenen. Als
er eens een korte strijd want de zaken
waren niet alle gewichtig ontstond tus-
schen de verdedigers en den ambtenaar
die bij de wet moet stilstaan, terwijl de
advocaten wel eens over oneffenheden
kunnen heenstappen, dan heeft een te
leurstellende beslissing toch in alle 35
jaren geen afbreuk gedaan aan de goede
onderlinge verstandhouding.
De wet wil nu het ontslag van mr. v.
d. Eist en hij heeft het verstandig aange
vraagd. Hier past het woord „berusting",
dat ook in de wet voorkomt.
Er is echter toch ook op geluk te wijzen:
n alle jaren heeft de gezondheid van
:len scheidende nimmer geleden en dank
zij zijn huiselijk geluk kan hij een nieuwe
toekomst beginnen. Spr. hoopte, dat mr.
v. d. Eist nog vele jaren zou mogen genie
ten van een aangenamen levensherfst
en -winter.
De griffier mr. v. Oordt wees er op, dat
het wel ongebruikelijk is een griffier op
een strafzitting het woord te zien nemen.
Hij wilde echter gaarne herinneren aan de
hartelijke onderlinge verhouding tusschen
de gezinnen der Leidsche rechterlijke
ambtenaren, die ook als goede buren bij
elkaar oploopen en waarvoor spr. hartelijk
dank bracht. Spr. hoopte dat mr. v. d. Eist
nog dikwijls zou terugdenken aan den
„goeden oudeh tijd".
Mr. Langemeyer, w. o. ambtenaar bij het
O. M. uit Den Haag merkte op, dat mr. v.
d. Eist steeds belangstelde in de maat
schappelijke vraagstukken en veel be
grip en vooral hart had voor de nooden
en levenswijze van hen, die voor hem ge
bracht werden.
Namens de volontairs bracht spr. mr.
v. d. Eist de beste wenschen voor zijn ver
der leven over.
De heer Rigthart van Gelder, klerk bij
het parket, overhandigde den scheidende
vervolgens namens het personeel, den con
cierge en den deurwaarder onder harte
lijke woorden een mooie foto van het ge
bouw. waarin hij zoovele jaren heeft ge
werkt.
Vervolgens nam mr. v. d. Eist zelf het
woord en dankte voor dc geschenken en
de toespraken. Toen ik hier kwam. aldus
spr., waren er 2200 verbalen Ingeschre
ven. Den laatsten tijd is het veel drukker
geworden, gevolg van den uitbouw der
sociale wetgeving, de uitbreiding der
bevolking, van het verkeer en de crisis
wetgeving, met haar chaos van Kon.
Besluiten enz De hoofdzaak daarvan rust
op de schouders van den kantonrechter;
nu zijn er 10.000 verbalen per jaar. Het
O. M. bereidt voor, de kantonrechter be
slist. Spr. prees de conscientieuse uitoefe
ning van dat werk. evenals dat van de
plaatsvervangers, al is den laatsten tijd de
band met dezen zwakker geworden.
Nog wenschte spr. den jongeren ambte
naren veel succes in hun looohaan toe,
dankte den heer Rigthart van Gelder
voor zijn arbeid en bracht lof aan majoor
Timmermans. Tevens prees hij de veld
wachters voor de uitoefening van hun
taak: zij vormen een keurcorps, waar de
regeering altijd op kan rekenen. Hij heeft
steeds bewondering gehad voor de groote
tact, waarmee zij mét het publiek om
gaan.
Na de aanwezigen dank te hebben ge
zegd voor hun belangstelling sloot mr.
Ligtenberg met een kort woord deze
zitting, waarop men zich naar de feesteHjk
versierde wachtkamer begaf, waar velen
van de gelegenheid gebruik maakten mr.
v. d. Eist. de hand te drukken terwijl
intusschen de thee geserveerd werd.
CHR. JEUGD VER. „NOMATEG".
De Meisjesvereeniging A, onderafd. van
de Chr. Jeugd-Ver. „Nomateg" heeft gister
avond in haar gebouw aan den Middelweg
een oudervergadering gehouden.
Het rijk gevarieerde programma werd
vlot afgewerkt en oogstte een dankbaar
applaus. De stukjes bleken goed ingestu
deerd. Ook het pianospel van mej. Kokke-
dee vond veel bijval.
Den penningmeester werd een verrassing
bereid, doordat namens de meisjes een vol
busje voor het Bouwfonds werd aange
boden.
ALLIANCE FRANsAISE.
Lezing van Maurice Bedel.
Voor de leden van de afdeeling sprak
gisteravond de bekende schrijver Maurice
Bedel over „Fiancailles et marlages mo-
dernes en France".
De conférencier maakt een vergelijking
tusschen een verloving in een noordelijk
land, waar de verloofden jarenlang de
gelegenheid hebben elkaar voor het hu
welijk te leeren kennen, en een verloving
in Frankrijk, bij de rijke burgers omstreeks
1890, die aldus wordt getypeerd: Mama
wijst haar dochter in de kerk op een
voor hen zittend jongmensch en zegt:
„.Kind, dat wordt je man".
Studie en sport hebben thans groote
veranderingen gebracht en verloving en
huwelijk ontstaan uit spontaner gevoelens
dan vroeger.
Het nieuwe verschijnsel, de „camara
derie", ontstaan door het samen studee-
ren aan universiteiten en het moeten
overwinnen van dezelfde moeilijkheden,
vervult sommige ouderen met zorg.
Met de nieuwe zeden verdwijnt evenwel
lets van de vroegere bekoring.
Een vriend van den spreker maakte zijn
huwelijksreis per vliegtuig en uit de
brieven bleek wel, dat de liefde in het
gedrang kwam door de vele zorgen, die
de motor vereischte.
De „sens du foyer" is verloren gegaan.
Toch wanhoopt de schrijver niet. De
meisjes van 20 en de jonge mannen van
25 jaar toonen minder haast en minder
zucht naar avonturen. De „tendresse", die
mengeling van liefde, vriendschap en ver
trouwen bestaat nog en geen dictator zal
die ooit kunnen uitroeien.
De conférencier besluit zijn geestige
causerie met eenige vriendelijke woorden
voor ons land, dat hij niet ziet als een
land van uitsluitend tulpen en Volendam-
mer visschers.
De helaas weinig talrijke aanwezigen ge
tuigden door een hartelijk applaus, hoe
zeer de causerie hen geboeid had
De voorzitter, de heer Bresson richtte
tot den spreker eenige hartelijke woorden
van dank en riep hem een tot weer
ziens toe.
DE HEER M. P. V. HOOIDONK.
Veertig jaar bij het Christelijk Onderwijs.
De heer v. Hooidonk.
Zooals wij reeds eerder hebben mede
gedeeld hoopt op 1 Februari a.s. de heer
M, P. v. Hooidonk, wonende Schelpenkade
alhier, den dag te herdenken, waarop hij
voor 40 jaar zijn loopbaan bij het Chr.
onderwijs begon.
De heer van Hooidonk heeft zijn onder
wijs genoten bij den heer Uytenbroek, in
dertijd hoofd aan de school op de Uiterste
gracht. Op 19-jarigen leeftijd deed hij zijn
eindexamen. Hij werd toen door den
hoofdonderwijzer de Lange voorgesteld
aan Baron Stratenis, die hem aanstelde
als gouverneur over zijn beide zoons. Na
met de familie Stratenis eenige jaren in
Dusseldorf vertoefd te hebben, was de heer
van Hooidonk twee jaar werkzaam aan de
Chr. School te Leiderdorp, om vervolgens
benoemd te worden aan de Middelste-
graohtschool, hoofd de heer de Lange.
Aan deze school heeft hij 12 jaar zijn
arbeid verricht. Hierna verkreeg hij een
plaats aan de Geref. Singelschoöl thans
Lusthoflaanschool. Daaraan is hij thans
reeds meer dan 25 jaar verbonden.
Tijdens de studie voor zijn hoofdacte is
de heer van Hooidonk door een ernstige
ziekte getroffen, die hem verder studeeren
onmogelijk maakte, zoodat hij in dit op
zicht zijn ambitie het zwijgen moest
opleggen.
De jubilaris diende vele jaren de Geref.
Kerk als diaken, terwijl hij thans als ge
committeerde zitting heeft. Ook als be
stuurslid van de Geref. Zondagsschool
„Zaai uw zaad in den morgenstond" is hij
al vele jaren trouw op zijn post geweest.
De heer van Hooidonk is voorts secretaris
van de Geref. Mannenvereeniging.
DE INHOUD DER NATIONALE
GEDACHTE.
Voordracht van prof. Eigeman.
Voor den studentenkring der afd. Lel
den van het Nationaal Jongeren Verbond
hield prof. mr. J. A. Eigeman over boven
staand onderwerp een voordracht.
Spr. begon met er op te wijzen, dat het
verschil in levensbeschouwing leidt tot
partijvorming. Dit neemt niet weg. dat er
eenheid in verscheidenheid moet zijn. Deze
eenheid wordt gevormd door de nationale
gedachte, die door spr. als de componente
van het historische en het vrijheidsbegin
sel gezien wordt. Het historische beginsel
houdt In de erkenning van het christelijk
karakter onzer samenleving', het vrijheids
beginsel berust op de erkenning van de
gewetensvrUheid. Hierop is ons staatkundig
bestel gebouwd. De geest des tijds van
plm. 1900 heeft de nationale gedachte
doen verzwakken. Deze tijdgeest wordt ge
kenmerkt door het intellectualisme (alles
wordt uiteen geredeneerd), het marxisme
(het stoffelijk welzijn is het hoogste) en
het modernisme (het verstand staat boven
het godsdienstig begrip).
Thorbecke is als de drager der liberale,
Groen van Prinsterer als die van de his
torische gedachte te beschouwen. Deze
antithese is door den invloed van den
tijdgeest min of meer geforceerd. Nu al-
lerwege (In wijsbegeerte theologie, staat
kunde enz.) verzet rijst tegen den geest
van plm 1900 komt de synthese van de
gedachten van Thorbecke en Groen als de
verwezenlijking der historische nationale
gedachte, de gedachte van Oranje.
Spr. wees in dit verband op de uitingen
van dr. Colijn in die richting.
o
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Opheffing
Limburg en Co., Voorstraat 17, Voor
schoten. Bloembollenkweekerij en handel
en -broeierij.
Wijzigingen:
Van der Helm's Goedkoope Bazar, Sluis-
weg 3, Katwijk a. Zee. Galanterieën, ijzer
waren, enz. Vestiging filiaal: Haarlem
merstraat 91, Leiden.
J. Slof, Korteraar D. 110, Ter Aar. Zand
en grinthandel. Overleden Eigenaar:
J. Slof, Ter Aar.
o
ACADEMISCHE EXAMENS.
Geslaagd voor het doctoraal examen
Rechtsgeleerdheid de heeren A. W. Udo,
Schevenlngen en H, W. Glerum (A'daml
en mej. B. van Haatten, Den Haag.
BINNENLAND.
De economische politiek der regeering.
(3e Blad).
De Eerste Kamer over de Defensie-
begrooting. (Binnenland, 3e Blad),
Aan den A.N.W.B. is het praedicaat
„Koninklijke" verleend. (Binnenland 3e
Blad).
Toelichting van minister Van Steen-
berghe inzake de zuivelpolitiek. (Land- en
Tuinbouw, 3e Blad).
Wat er te zien zal zijn op de R.A.I. (Sport
3e Blad).
Instellingen van weldadigheid; de Mi
nister van binnenl. zaken over de vraag
of bestuursleden salaris mogen ontvangen.
(Laatste Berichten, le Blad),
BUITENLAND.
De reis der Fransche ministers naar Lon
den. (Buitenl., le Blad).
De herdenking van den 2en verjaardag
der Nazi-revolutie. (Buitenl., le Blad).
De ChineeschJapansche wrijving. (Bui
tenland le Blad.
Poging tot samenzweering in Mexico.
(Buitenl., le Blad).
CRIMINOLOGISCH INSTITUUT.
Voordracht van dr. Wiersma.
Dr. D. Wiersma heeft gisteravond voor
het Criminologisch Instituut gesproken
over „Chronisch alcoholisme."
Dr. Wiersma begon zijn voordracht met
op té merken, dat een statistisch onder
zoek, dat werd verricht met behulp van
de gegevens, die door de herediteits-
enquèle van de Groningsche hoogleeraren
Heymans en Wiersma zijn verkregen, en
kele zeer merkwaardige feiten heeft ge
leerd Een groep van 27 dronkaards werd
met een tweede groep van 312 geregelde,
maar niet onmatige alcoholgebruikers en
met de algemeene enquête-resultaten ver
geleken. Daarbij bleken de dronkaards in
verstandelijke prestaties ver beneden het
gemiddelde te staan, doch dit geldt niet
voor de geregelde gebruikers, die het ge
middelde peil zelfs eerder iets overtreffen.
Daaruit mag, zooals spr. nader betoogde,
worden besloten, dat het slechte intellect
der alcoholisten een gevolg is van het
drankmisbruik. Het is een vergiftigings
verschijnsel, een aanduiding van de be
kende alcoholdementie. Ten aanzien van
karakter en temperament gelden heel
andere verhoudingen. De dronkaards blij
ven in activiteit ver bij het gemiddelde
achter, zij zijn in hooge mate menschen
van het oogenblik en vertoonen allerlei
minderwaardige karaktertrekken. Maar
hier vinden wij, dat de geregelde gebrui
kers juist tusschen de dronkaards en het
algemeene gemiddelde in staan, zij vor
men een overgang tusschen beide. Van
chronische vergiftiging kan bij een gere
geld matig gebruik echter geen sprake zijn
daarom moet worden geconcludeerd, dat
in de gevonden temperaments- en karak
tereigenschappen een constitutie-eigen
aardigheid, die als praedispositie tot alco
holisme is te beschouwen, moet worden
gezien. Deze praedispositie komt echter,
zooals ook wel vanzelf spreekt, alleen tot
uiting, wanneer de uitwendige omstandig
heden daartoe meewerken, b.v. door bij
zonder gemakkelijke bereikbaarheid van
alcoholische dranken of door emotioneele
conflicten. Daar de chronische alcoholis
ten van huis uit minderwaardige persoon
lijkheden zijn, is het geen wonder, dat hun
criminaliteit zoo hoog is. Deze moet na
melijk in de eerste plaats als een gevolg
van hun temperament en van hun min
derwaardige karaktereigenschappen wor
den beschouwd. De werking van den alco
hol (vergiftiging) en de invloed van
slechte economische omstandigheden ko
men eerst in de tweede plaats.
De bestrijding van het alcoholisme valt
uiteen in behandeling van alcoholisten en
alcoholbestrijding. De eerste biedt slechts
kans op succes, wanneer een regime van
geheelonthouding kan worden doorge
voerd. Daarnaast blijven echter opvoe
dende maatregelen noodzakelijk. Uit het
hier meegedeelde mag worden afgeleid,
dat de alcoholbestrijding verkeerd doet
met aan te sturen op prohibitie of plaat
selijke keuze. Voor verreweg de meeste
menschen is n.l. afschaffing van elk al
coholgebruik onnoodig, terwijl het min
derwaardige karakter van de tot alcoho
lisme gepraedisponeerden ertoe zal leiden,
dat juist zij gemakkelijk de verbodsbepa
lingen zullen ontduiken en dus door deze
maatregelen het moeilijkst worden be
reikt, Noodig is een intensieve propagan
da, niet zoozeer tegen het gelegenheidsge-
bruik, als wel tegen den dagelijkschen
borrel en het dagelijksche glas bier. En bij
die propaganda kan positieve volksopvoe
ding (jeugdvereenigingen, arbeidersbewe
ging) van groote beteekenis zijn.