Buitenlandsche Arbeidskrachten in Nederland. 75,fe Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Januari 1935 Derde Blad No. 22953 Buitenl. Weekoverzicht. BINNENLAND. Hoe de nieuwe wet wordt uitgevoerd. ALPHEN'S NIEUWE GEMEENTE-SECRETARIS VRAGENRUBRIEK. GROOTE ONTSPANNING. In het Saargebled heeft de stem des bloeds duidelijk gesproken: 90'/!% ruim voor Duitschland, het spreekt te duidelijk om er nog verder iets over te zeggen. Na 15 Jaren te hebben geleefd onder vreemde heerschappij hoe weinig heeft het ge scheeld of grooter onrecht was der Saar gedaan door inlijving bij Frankrijk, het geen president Wilson althans wist te voorkomen deed zich de Dultsche fa milieband des te strakker voelen en de vraag voor of tegen Hitler heeft slechts weinig invloed kunnen oefenen. Als men bedenkt, dat bij de laatste verkiezingen voor den Saarlandschen Landdag meer dan 30 procent der stemmen werden uitgebracht op socialisten en communis ten en men voegt daarbij den tegenzin, die bij de R. K. tot uiting kwam. dan is het geen wonder, dat feitelijk ieder stom verwonderd stond, dat met zulke cijfers de stemming ten gunste van Duitschland uitviel. De bekende Engelsche leuze „right or wrong, my country" (terecht of ten onrechte, mijn vaderland gaat voor), heeft het beslissende woord gesproken! Doch naast de algemeene verbazing over dit resultaat staat vrijwel algemeene vreugde over de toewijzing der Saar aan Duitschland. Hier kon geen sprake zijn van deeling of wat ook; de Saar bleek Duitsch met bijkans de volle 100"/o, want dn dit opzicht mochten de status-quo- stemmen worden meegeteld ten voordeele van Duitschland! En zoodoende moest een der grofste onbillijkheden van het vredes verdrag vEfti Versailles wel worden goed gemaakt! En het stemt tot groote vreugde, dat de Volkenbondsraad grooten spoed heeft ge zet achter de definitieve toewijzing aan Duitschland, waartoe zelfs Frankrijk heeft meegewerkt zonder te veel moeilijkheden op te werpen. Slechts heeft Frankrijk gewezen op de verplichting om de Saar op te nemen onder het begrip der demilitariseering van den linker-Rijnoever, al probeerde de generale staf dezen eisch nog uit te bui ten door het stellen van bijzondere ver plichtingen. Duitschland heeft den hoofd- eisch terstond aanvaard, hetgeen trouwens volkomen logisch was, doch weigerde dc bijkomstige eischen, althans in hun ge heel. Eén dag heeft dit de beslissing kun nen tegenhouden, doch meer niet! De Saar is toen aan Duitschland toegewezen en tegelijk is de overdracht bepaald op 1 Maart, wanneer voor 15 Februari tus- schen Duitschland en Frankrijk alle te regelen kwesties tot een bevredigend slot zijn gebracht! Opmerkenswaardig is in dit verband ongetwijfeld, dat Duitschland nooit heeft trachten te tornen aan deze demilitari seering van den linker-Rijnoever, die trouwens ook is vastgelegd in het ver drag van Locarno, zoodat overtreding direct Engeland achter Frankrijk zou doen plaats nemen. Onwillekeurig denkt men hierbij aan Baldwin's uitlating: Enge- land's grens ligt aan den Rijn Dank zij de bemiddeling van den Vol kenbond is een der gevaarlijkste strijd punten in ons werelddeel tot een alleszins bevredigende oplossing gebracht en heeft een „brandende kwestie" een einde gevon den. Dit einde kan echter tevens het begin van grootere dingen beteekenen en daar op hoopt thans ieder, die het goed meent met den vrede. Direct na de groote over winning heeft Hitier nog eens verklaard, dat nu geen enkele territoriale aange legenheid belde rivalen meer scheidt, het geen impleciet nog eens den afstand van Elzas-Lotharingen bevestigde. Dit betee- kent, dat Hitier erkent, dat de toestand rijp is voor regeling van alle kwesties, die momenteel nog hangen. Laval heeft laar- op in even verzoenenden geest te Geneve geantwoord, maar iieeft tegelijkertijd herhaald, dat een regeling slechts moge lijk ls voor het forum van den Volken- bond Om verder te komen, zal Duitschland dus naar Genève hebben terug te keeren, dat het in een opwelling van het oogen- blik zoo onverwacht den rug toekeerde. Zal het dien terugweg weten te vinden en zal het mogelijk zijn dien weg af te leg gen met overeind-houden van het prestige Dit is o.i. d-e brandendste vraag geworden, waarbij de kwestie der „rechtsgelijkheid opgeld zal doen. De atmosfeer is gunstig en wanneer ernstig het voornemen voor zit om Duitschland den terugkeer mogelijk te maken, zal zeker die mogelijkheid wer kelijkheid worden! Aan den anderen kant zal Duitshcland er wat voor over moeten hebben om weer te Genève aan de groene tafel te kunnen plaats nemen; het zal tol moeten betalen voor zijn overijld besluit heen te gaan, waartoe niemand het dwongt Die tol zou wel eens kunnen bestaan uit onderteekening van het Oost-Locarno- pact! Van Fransche zijde wordt daarop zeer veel prijs gesteld, zoodat pas daarover een nota aan Berlijn is gericht en boven dien, doet Duitschland niet mee, dan dringt Sovjet-Rusland aan op uitbreiding van het pact tot een nauwer bondgenoot schap met Frankrijk en dat kan slechts in het nadeel van Duitschland zijn! Nog maals, het wegloopen uit Genève zal opoffering kosten, al zal inzake de rechtsgelijkheid misschien een papieren overwinning als compensatie daartegen over kunnen worden gesteld. Engeland schijnt vast besloten om zijn rol van bemiddelaar hierbij te spelen en speciaal in dit licht dient bezien het aan staande bezoek der Fransche ministers Flandin en Laval aan Londen. Het pact van Rome schijnt zelfs eenigs- zins op den achtergrond gedrongen ten gevolge van de mogelijkheden, die een Fransch-Duitsche toenadering in zich bergt en te verbazen is dat niet! Komt die toenadering tot stand, dan rijzen er immers aan den horizon allerlei aspecten over succes op ontwapeningsgebled. Te meer, waar de kentering in de Vereenigde Staten aanhoudt, zooals blijkt uit het feit, dat Roosevelt het voorstel tot toetreding tot het permanente Hof van Internationale Justitie bij het Congres heeft ingediend, 'hetgeen zoo goed als zeker zal worden aangenomen. GEHUWDE VROUWEN IN OVERHEIDS DIENST. Dc Minister van Binnenl. Zaken dringt aan op maatregelen van de provincies. Dc Minister van BlnnenJarodsche Zaken heeft een rondschrijven tot de Colleges van Gedep. Staten gericht van ongeveer den volgenden inhoud: Naar aanleiding van de ln November A.P. in de Tweede Kamer gevoerde debat- l ten over de gehuwde ambtenares, moge lk nogmaals uw aandacht op deze aange legenheid vestigen Voor zoover na mijn aanschrijvingen van 30 December 1933 en van 19 Maart 1934, in de ambtenarenreglementen van uw provincie en van de tot uw provincie behoorende gemeenten, naast het dezer zijds noodzakelijk geoordeelde voarscihrift van ontslag der huwende ambtenares, die in concubinaat gaat leven, nog geen be palingen zijn opgenomen aangaande den voorrang bij ontslag van de gehuwde ambtenares niet kostwinster en aan gaande het niet benoemen van gehuwde vrouwen, heb lk de eer u te verzoeken te willen bevorderen, dat bij eerstvolgende wijziging van deze reglementen bedoelde voorschriften alsnog daarin worden opge nomen. Deze voorschriften zullen van ten min ste even verre strekking moeten zijn als de desbetreffende bepalingen in de artike len 96. tweede lid sub 6 en 7. vierde lid van het Algemeen Rijksambtenarenregle ment. Zooals in mijn brief van 19 Maart 1934 reeds vermeld, bestaat tegen een meer dringende redactie der bepalingen geen bezwaar en dient in afwachting van de opneming van deze bepalingen in de des betreffende ambtenarenreglementen, in voorkomende gevallen daarmede reeds rekening te worden gehouden. Vad. o STATISTIEK DER OVERTREDINGEN. Het aantal voorwaardelijk veroordeelden toegenomen. Blijkens de door het Centraal Bureau voor de Statistiek bewerkte en gepubli ceerde Justitieele Statistiek over 1933 wer den bij den Hoogen Raad. de Gerechts hoven, de Arrondissements-Rechtbanken en de Kantongerechten in dat jaar meer strafzaken aangebracht en afgedaan dan in 1932. Het aantal cassatieberoepen in straf zaken nam toe van 925 tot 1098; het aan tal door den Hoogen Raad bij arrest afge dane zaken steeg in vrijwel gelijke mate (1932 931, 1933 1076). Het aantal gevallen, waarin een vonnis of arrest vernietigd werd, was nog geringer dan in vorige jaren, nl. 103 of 9,6 pCt, van het totaal aantal afgedane cassatieberoepen (1932 11,8 pCt.). Bij de Gerechtshoven werden 2656 strafzaken in hooger beroep aange bracht (1932 2247), het aantal arresten in hooger beroep (2546) was 378 hooger dan ln 1932. Zeer belangrijk steeg het aantal straf zaken in eersten aanleg, aangebracht bij de Arrondissements-Rechtbanken, nl. van 28.625 in 1932 tot 34.023 in 1933 (stijging van bijna 19 pCt.). Het aantal eindvon nissen vermeerderde bijna even sterk (stijging van bijna 18 pCt.). Vooral dooi den politierechter werden meer zaken af gedaan dan in 1932; het aantal door dezen rechter gewezen eindvonnissen was 21,2 pCt. hooger. Voor meervoudige kamer en kinderrechter zijn de overeenkomstige per centages resp. 13,7 en 5,6. De Kantonge rechten deden in 1933 220.020 strafzaken af tegen 188.477 in 1932. De statistiek bevat tal van bijzonder heden betreffende de strafrechtspraak. O a. blijkt, dat voorwaardelijke veroordee ling t.a.v. de geheele straf in de laatste jaren in steeds ruimer mate toepassing vond: per 100 veroordeelden door meer voudige kamer en politierechter bedroeg het aanta lvoorwaardelijk veroordeelden in 1929 6,4, in 1933 9,1. Ook de oplegging van een deels voorwaardelijke, deels on voorwaardelijke straf nam in 1933 toe (1932 657 maal. 1933 845 maal). Het aantal verzoeken om schadevergoe ding voor ondergane voorloopige hechte nis. waarop definitief werd beslist, bedroeg in 1933 29 (1932 23). Slechts ln 2 gevallen werd schadevergoeding toegekend. De cassatierechtspraak in burgerlijke zaken, die in de laatste jaren minder om vangrijk geworden was, nam ln 1933 een weinig toe, door den Hoogen Raad werden 120 burgerlijke zaken bij arrest afgedaan tegen 113 in 1932. Door de Gerechtshoven, Rechtbanken en Kantongerechten werden respectievelijk 1079, 23 013 en 51.625 burgerlijke zaken afgedaan (1932 respec tievelijk 1078, 23.660 en 51.098) Het aantal zaken op 31 December 1933 onafgedaan, bedroeg voor Gerechtshoven, Rechtbanken en Kantongerechten resp. 1963, 15.292 en 9974. Voor de gegevens der rechtspraak in zake de Ongevallenwet. Land- en Tuin- bouwongevallenwet, Invaliditeits- en Ouderdomswet, inzake de directe belastin gen en voor de voor het eerst opgenomen gegevens betreffende de rechtspraak in ambtenarenzaken zij verwezen naar de publicatie. NIEUWE REGELING VAN DE SURSÉANCE VAN BETALING. In de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer inzake het bovengenoemde wetsontwerp wordt ten aanzien van den twijfel, in het voorloopig verslag geuit, of een bepaalde, ingevolge de faillissements- wet gegeven beslissing al dan niet moet worden aangemerkt als een vonnis, het volgende medegedeeld: De vraag kan bij de nieuwe regeling met name worden ge steld met betrekking tot de beslissingen omtrent de definitieve verleening van surséance en die omtrent de homologatie van een accoord. Ten aanzien van deze beslissingen is in 't algemeen uitdrukkelijk bepaald, dat zij moeten zijn met redenen omkleed. Voor de beslissing in hooger beroep omtrent de definitieve verleening der surséance is, al wordt dit in de wet niet met, zooveel woorden gezegd, hetzelfde aan te nemen; de eisch der motivecring, voor een eerste instantie uitdrukkelijk ge steld, geldt ook voor het hooger beroep. Jhr. WITTERT'S RECORD VASTGESTELD OP 10.180 METER. Volgens wetenschappelijke berekening. De resultaten van de hoogtevlucht van luit. jhr. R. Wlttert van Hoogland, welke gisteren werd uitgevoerd, zojn door de goede zorgen van dr. H, C. Cannegieter van het Kon. Ned. Meteorologisch Insti tuut te De Bilt met bekwamen spoed uit gerekend. Voor dit soort berekeningen zijn kortelings in een vergadering van de Fé- dération Aeronautique Internationale in een rapport van dr. Cannegieter en dr. Berger te Zürich nieuwe wegen aange geven, waardoor betere waarden worden verkregen dan bij de methode, welke tot dusverre werd gevolgd. Bij het nieuwe stelsel wordt n.l. rekening gehouden met de temperaturen op de verschillende hoog. ten en niet uitsluitend met de drukver schillen. Uitgaande van den bestaanden atmos- ferischen toestand van den winter is voor deze vlucht een hoogte berekend van 10.180 M. Voor een zomersche atmosfeer zou men gekomen zijn tot 10.420 M. De rapporten van den heer Cannegieter en van de sportcommissarissen zullen aan het hoofdbestuur der Kon. Ned. Ver. v:or Luchtvaart worden" aangeboden voor de erkenning van deze vlucht als Neder- landsch hoogterecord. Het bestaande record is nl. ruim overschreden. Uiteraard is dit grootendeels te danken aan het materieel en het is verheugend, dat met den vooruitgang van het mili taire vliegtuig de militaire vliegers de mogelijke prestaties ook toonen. Voor de Fokker D. 17 met Hispano Suiza ls nog wel meer te bereiken en wij verwachten ook wel, dat zulks binnenkort zal geschie den. m Het laatste gehomologeerde wereld- hoogterecord voor vliegtuigen staat op naam van commandant R. Donatty. Deze steeg den llden April 1934 te Rome met een Caproni-eendekker op, die voorzien was van een 600 P.K. Pegasus motor. Hij bracht het record op 11433 Meter. Het wereld-hoogterecord werd gevestigd door de Amerikaansche ballonvaarders luit. C. T. G. W. Settle en majoor Chester L. Fordmy. Zij bereikten op 20 Nov. 1933 een hoogte van 18.665 M. Zooals men ziet blijft het hoogte-record voor vliegtuigen nog ver bij het wereld-hoogterecord voor ballons ten achter. „Tel." HANDELSBESPREKINGEN UITGESTELD. In den loop van deze maand zou een Nederlandsche delegatie, onder leiding van den heer A. Th. Lamping, directeur van de handelsaccoorden van het departement van Economische Zaken, zich naar Ame rika begeven om besprekingen te voeren betreffende een nieuw te sluiten handels verdrag met de regeering der Ver. Staten. Het vertrek is echter tot April uitgesteld aangezien de regeering der V. S. niet eer der in de gelegenheid is, haar desideratie kenbaar te maken. Tot de delegatie zullen medebehooren de heeren dr. W. M. F. Mansvelt namens Koloniën, de heer Ch. J. I. M. Weiter, voorzitter van den onderne- mersraad voor Ned.-Indië, alsmede ver tegenwoordigers van het Nederlandsche bedrijfsleven. (Tel.) o AFSCHAFFING TWEEDE KLASSE IN GOEDKOOPE TREINEN. Zooais men weet, is in verband met het verminderde vervoer in de eerste klasse, reeds op eenige lijnen, zooals Utrecht Leiden, die klasse in de treinen afgeschaft Thans zullen, naar het ,,U. D." ver neemt, in verband met het verminderde gebruik, den komenden zomer, in de goed- koope treinen, die tot dusverre bestonden uit tweede en derde kl. rijtuigen, de 2de kl. rijtuigen niet meer loopen. Er zullen dus voor die treinen ook geen tweede kl. plaatsbewijzen meer worden uitgegeven. DE TOESTAND VAN MGR. SCHIOPPA ONVERANDERD. De toestand van den Pauselijken Inter nuntius Mgr. Schioppa te Den Haag was gisteravond nog onveranderd. DE POSTVLUCHTEN. De Oehoe is gisteren te Bandoeng aan gekomen. o VERSPREIDE BERICHTEN. Te Arnhem is, 69 jaar oud, overleden de heer T. Anema, notaris te Streefkerk. Te Nijmegen is op 67-jarigen leeftijd overleden de heer Chr. G. Leopold, nota ris aldaar. Bij Kon besl. is aan G. Stevens, met ingang van 12 Januari j.l., ontslag ver leend als burgemeester van Overslag. Door het gerechtshof te 's-Hertogen- bosch is ter vervulling van een vacature van Raadsheer in haar College opgemaakt de navolgende alphabetische lijst van aan beveling: Mr. B. J. A. M. van der Grinten, rechter in de arrondissements-rechtbank te Roermond; jhr. mr. G. E. F. J. de Kuy- per, griffier van het gerechtshof te Den Bosch; mr. F. J. W. M. de Nerée tot Bab- berich rechter in de arr.-rechtbank te Maastricht. Bij K. B. is met ingang van 1 Ja nuari j.l. de Rijkslandbouwconsulent ir. F. P. Mesu bij het departement van Sociale Zaken, tijdelijk belast met de functie van Landbouwkunde. Adviseur in Algemeenen Dienst en tevens belast met de leiding van de Rijksinspectie voor de Werkverschaf fing in de provincie Drenthe. UIT NED. OOST-INDIE. MUTATIES BINNENLANDSCH BESTUUR. BUITENZORG. 18 Jan. (Anëta). In verband met de inkrimping van het be- stuurcorps is eervol ontslag verleend aan den assistent-resident van Ketapang G. B. van Atsté: verder aan den assistent-resi dent van Ogan en Komeringoeloe E. J. van Ebbenhnrst Tengbergen; en aan den assritent-resident van Sintang L. C. Hey- tine. Deze ontslagen gaan in met 31 Jan. 1935 Verder is op verzoek eervol ontslag ver leend met ingang van 31 Maart 1935 aan den assistent-resident titulair N. A. Monsjou. EEN SOEPELE TOEPASSING, DIE MET ALLERLEI OMSTANDIG HEDEN REKENING HOUDT. HET DIENSTBODENVRAAGSTUK. (Van onzen relsredacteur) Er is geen kwestie, waar zoozeer iedereen over meepraat en die in zulk een mate in het brandpunt van ieders belangstelling staat, als het vraagstuk der buitenland sche arbeidskrachten. Aan den eenen kant is er een groote werkloosheid onder de Nederlandsche arbeiders in eigen land en aan den anderen kant een overigens in veler beschouwingen sterk overdreven aantal buitenlandsche krachten dat hier werk vindt, hetwelk misschien even goed door Nederlanders gedaan zou kunnen worden. Daar komt nog bij, dat onder de Nederlanders in het buitenland eveneens een groote werkloos heid heerscht, welke meestal het gevolg is van maatregelen, die hun het vinden of behouden van werk uitermate moeilijk, zoo niet onmogelijk maken. Dat er hier wat gedaan moest worden, heeft ook de regeering ingezien. De wet van 16 Mei 1934. welke het verrichten van arbeid door vreemdelingen regelt, verleent aan de Kroon de bevoegdheid te bepalen, dat werkgevers, bij Kon. besluit aan te wijzen arbeid niet door vreemdelingen mogen doen verrichten, zonder toestem ming van of vanwege den minister van sociale zaken. Bij Kon. besluit van 14 Sep tember 1934 is toen een aantal beroepen vastgesteld, waarin vreemdelingen zonder toestemming niet mogen werken. Sedert 1 Januari van dit jaar is nu dit vergun ningsstelsel voor buitenlandsche arbeids krachten practisch in werking getreden. Het publiek ontevreden. Wie zijn oor hier en daar te luisteren legt, kan nog niet veel vernemen van tevredenheid over de getroffen maatrege len. Dat komt wel in de eerste plaats, door dat men geen inzicht heeft in de moei lijkheden, die aan deze materie zijn ver bonden. Het zou zonder twijfel het gemakkelijkst zijn, om door ruw ingrijpen het aantal buitenlandsche arbeidskrachten rigoureus te beperken, maar het is juist van het grootste belang, dat het bedrijfsleven zelf er zoo weinig mogelijk nadeelen van on dervindt. Het publiek komt overigens ten aanzien van deze kwestie het meest in aanraking met buitenlandsche dienst meisjes en vreemdelingen, werkzaam in he.t kappersbedrijf, welke beide categorieën van werknemers buiten het vergunnings stelsel vallen. Over werkgevers en z.g. „eigen bazen" wordt heelemaal niet ge sproken; het betreft hier alleen degenen, die in dienstbetrekking zijn. Dan zijn er anderszijds de gevallen, die genoemd worden (of die men meestal van hooren zeggen kent), waarbij buitenlan ders, die hier jaren lang een rustig be staan als werknemer hebben geleid, plot seling uit hun werk gestooten worden, om dat zij geen vergunning kunnen deelachtig worden. Of ook de gevallen van personen, die hier nauwe relaties hebben met Ne derlanders door verloving of zelfs huwe lijk, en die hun heele toekomst zien ver nietigd door een afwijzende beschikking op een aanvrage tot werkvergunning. Wel grijpen, ondanks het feit. dat de betrokken autoriteiten zich alle moeite geven om de nieuwe regeling zoo soepel mogelijk toe te passen, de regeeringsmaat- regelen soms nog diep in het bedrijfsleven in en bezorgen ze ook den Nederlandschen werkgevers wel eens last. Een werkvergun ning staat namelijk ook op naam van een bepaalden werkgever en ons zijn gevallen bekend, dat een buitenlandsche arbeids kracht, die een vergunning voor 6 maan den had gekregen, geen werk had, omdat de oorspronkelijke patroon het bijltje erbij had neergelegd, terwijl een andere werk gever in dezelfde branche volop werk had, maar een tekort aan arbeidskrachten. Voor al die gevallen moeten de betrokke nen terecht komen bij den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbe middeling in Den Haag, die elk geval af zonderlijk nagaat en niet dan na nauw gezette overweging zijn beslissing neemt. Het bureau in Den Haag. Tot dezen dienst hebben wij ons gewend om nadere inlichtingen, welke ons wel willend werden verstrekt door den direc teur, ir. R. A. Verweij, die door den mi nister van sociale zaken is aangewezen om de betreffende werkvergunningen aan bui tenlanders te verleenen. De nieuwe wettelijke maatregelen heb ben aan dezen dienst handen vol werk ver schaft. Reeds meer dan 15.000 aanvragen zijn in het korte tijdsbestek, dat de maat regelen gelden, ingekomen. Men past er de bepalingen zoo soepel mogelijk toe en houdt met allerlei omstandigheden reke ning. Een punt van overweging is steeds de mate van werkloosheid in het betref fende vak, een ander punt de bedrijfsbe langen, weer een ander (en zeer belang rijk) punt de persoonlijke omstandigheden van den aanvrager. Zoo vinden de meeste gevallen van belangrijke dupeeringen hun oorzaak in het feit, dat de aanvrage niet voldoende schriftelijk is toegelicht. En waar dit maar mogelijk is, worden de plooien weer glad gestreken. De toepassing is niet iets geheel nieuws. Zij sluit zich aan bij de practljk ten aan zien van de toepassing der visumbepalin gen. Voor sommige landen bestaat nog steeds een visum-dwang en ook in vroeger dagen werd bij het verleenen van zulk een paspoortvisum met de belangen der ar beidsmarkt rekening gehouden. Zoo is aan Nederlandsche musici werk verschaft, doordat aan enkele Hongaarsche en Roe- meensche strijkjes slechts een visum en thans ook een werkvergunning werd ge geven. op voorwaarde dat Nederlandsche krachten erin werden opgenomen. Kappersbedienden en dienstmeisjes. Veel bedrijven, die met buitenlandsche arbeidskrachten werken, vallen nog bui ten de bestaande regeling. Niettemin is de regeering bevoegd om de regeling uit te breiden en ten aanzien van sommige be drijfsgroepen is dit dan ook wel degelijk ln overweging. Speciaal bij het kappersbe drijf is dit het geval, doch vooral hieraan zitten verschillende kanten, die nog nader dienen te worden bekeken. De Duitsche dienstmeisjes vormen ook nog een moeilijk probleem. Wel is de toe loop daarvan zeer merkbaar aan het af nemen. maar men kan het aantal toch nog wel veilig op een 25 a 30 duizend schatten. Die plaatsen zouden door landgenooten kunnen worden vervuld, indiener meer animo voor bestond! Cursussen in het dienen zijn voor werklooze meisjes in gesteld, maar in het algemeen kan men op dit gebied niet van een éclatant succes spreken. De proef, die burgemeester Buis kool in samenwerking met den directeur van de arbeidsbeurs te Winschoten heeft genomen, verdient zeker navolging. In het mijnbedrijf (dat ook buiten de regeling valt) is de overvloed van buiten landsche arbeidskrachten wat verminderd, doordat bij de vele ontslagen een groot percentage niet-Nederlanders is betrokken. Nederlanders in het buitenland. Men moet evenwel bij al deze maat regelen ook rekening houden met de bui tenlandsche betrekkingen. Zoo kan de nieuwe wet echter ook dienen als instru ment om betere toestanden voor Neder landers in het buitenland te verkrijgen Want gelukkig zijn er ook nog steeds Nederlanders, die elders werkzaam zijn. Voor Duitschland zijn de verhoudingscij- fers wat ongunstig, speciaal door het dienstbodenvraagstuk, maar ten aanzien van België bestaat er ongeveer een even wicht. Door al te krasse maatregelen kun nen daarbij groote moeilijkheden ont staan. Slechts door bezadigd optreden kunnen deze worden vermeden. Mr. F. A. HELMSTRIJD. in de gisteravond gehouaen raads zitting van Alphen is tot secretaris dezer gemeente benoemd mr. F. A. Helmstrijd, geboren 10 Juli 1899 te Zevenhoven Hij bezocht aldaar de lagere school en ver volgens het stedelijk gymnasium te Gouda Daarna studeerde hij aan de Rijksuni versiteit te Utrecht, waar hij in Juni van het jaar 1923 het doctoraal examen in de Rechtswetenschap aflegde. Toen was hij, ter oriënteering in de gemeente administratie, werkzaam ter secretarie van Reeuwfjk en werd, met ingang van 15 De cember 1923 tot secretaris en ontvanger van Zevenhoven IZ.H.) benoemd. In 192S werd hij tevens benoemd tot secretaris van de intercommunale waterleiding „De Tien Gemeenten". Mr, Helmstrijd verwisselde op 16 Maart 1931 het secretaris-ambt van Zevenhoven voor dat van de gemeente Boskoop. Mr. Helmstrijd heeft veel gepubliceerd over administratief-rechterlijke onderwerpen, Verscheidene artikelen van zijn hand ver schenen in het Weekblad voor Gemeente belangen, het maandschrift Gemeente bestuur en in het weekblad van den Ned. Bond van Gemeente-ambtenaren. V., te L. Wij geven u in overweging u te wenden tot een der Leidsche Schil ders. Met een paar lessen slechts kan deze u practisch op de hoogte stellen, wat altijd meer waarde heeft dan een schriftelijk advies. A. B„ te L. Het Adresboek voor Lei den vermeldt verschillende adressen, doch er zijn sinds de verschijning van dit boek eenige vereenigingen bijgekomen. D. de G., te L. De door u bedoelde planeet is de iGsela. welke 12 Januari 1893 door prof Wolf uit Heidelberg werd ont dekt. De Gisela behoort tot de Flora- groep. J .J. te K.-Z. - Dat zult U een veearts moeten vragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 9