Buitenlandsche Arbeidskrachten in
Nederland.
75,fe Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Januari 1935
Derde Blad
No. 22953
Buitenl. Weekoverzicht.
BINNENLAND.
Hoe de nieuwe wet wordt uitgevoerd.
ALPHEN'S NIEUWE
GEMEENTE-SECRETARIS
VRAGENRUBRIEK.
GROOTE ONTSPANNING.
In het Saargebled heeft de stem des
bloeds duidelijk gesproken: 90'/!% ruim
voor Duitschland, het spreekt te duidelijk
om er nog verder iets over te zeggen. Na
15 Jaren te hebben geleefd onder vreemde
heerschappij hoe weinig heeft het ge
scheeld of grooter onrecht was der Saar
gedaan door inlijving bij Frankrijk, het
geen president Wilson althans wist te
voorkomen deed zich de Dultsche fa
milieband des te strakker voelen en de
vraag voor of tegen Hitler heeft slechts
weinig invloed kunnen oefenen. Als men
bedenkt, dat bij de laatste verkiezingen
voor den Saarlandschen Landdag meer
dan 30 procent der stemmen werden
uitgebracht op socialisten en communis
ten en men voegt daarbij den tegenzin,
die bij de R. K. tot uiting kwam. dan is
het geen wonder, dat feitelijk ieder stom
verwonderd stond, dat met zulke cijfers
de stemming ten gunste van Duitschland
uitviel. De bekende Engelsche leuze „right
or wrong, my country" (terecht of ten
onrechte, mijn vaderland gaat voor), heeft
het beslissende woord gesproken!
Doch naast de algemeene verbazing over
dit resultaat staat vrijwel algemeene
vreugde over de toewijzing der Saar
aan Duitschland. Hier kon geen sprake
zijn van deeling of wat ook; de Saar bleek
Duitsch met bijkans de volle 100"/o, want
dn dit opzicht mochten de status-quo-
stemmen worden meegeteld ten voordeele
van Duitschland! En zoodoende moest een
der grofste onbillijkheden van het vredes
verdrag vEfti Versailles wel worden goed
gemaakt!
En het stemt tot groote vreugde, dat de
Volkenbondsraad grooten spoed heeft ge
zet achter de definitieve toewijzing aan
Duitschland, waartoe zelfs Frankrijk heeft
meegewerkt zonder te veel moeilijkheden
op te werpen.
Slechts heeft Frankrijk gewezen op de
verplichting om de Saar op te nemen
onder het begrip der demilitariseering van
den linker-Rijnoever, al probeerde de
generale staf dezen eisch nog uit te bui
ten door het stellen van bijzondere ver
plichtingen. Duitschland heeft den hoofd-
eisch terstond aanvaard, hetgeen trouwens
volkomen logisch was, doch weigerde dc
bijkomstige eischen, althans in hun ge
heel. Eén dag heeft dit de beslissing kun
nen tegenhouden, doch meer niet! De
Saar is toen aan Duitschland toegewezen
en tegelijk is de overdracht bepaald op
1 Maart, wanneer voor 15 Februari tus-
schen Duitschland en Frankrijk alle te
regelen kwesties tot een bevredigend slot
zijn gebracht!
Opmerkenswaardig is in dit verband
ongetwijfeld, dat Duitschland nooit heeft
trachten te tornen aan deze demilitari
seering van den linker-Rijnoever, die
trouwens ook is vastgelegd in het ver
drag van Locarno, zoodat overtreding
direct Engeland achter Frankrijk zou doen
plaats nemen. Onwillekeurig denkt men
hierbij aan Baldwin's uitlating: Enge-
land's grens ligt aan den Rijn
Dank zij de bemiddeling van den Vol
kenbond is een der gevaarlijkste strijd
punten in ons werelddeel tot een alleszins
bevredigende oplossing gebracht en heeft
een „brandende kwestie" een einde gevon
den.
Dit einde kan echter tevens het begin
van grootere dingen beteekenen en daar
op hoopt thans ieder, die het goed meent
met den vrede. Direct na de groote over
winning heeft Hitier nog eens verklaard,
dat nu geen enkele territoriale aange
legenheid belde rivalen meer scheidt, het
geen impleciet nog eens den afstand van
Elzas-Lotharingen bevestigde. Dit betee-
kent, dat Hitier erkent, dat de toestand
rijp is voor regeling van alle kwesties, die
momenteel nog hangen. Laval heeft laar-
op in even verzoenenden geest te Geneve
geantwoord, maar iieeft tegelijkertijd
herhaald, dat een regeling slechts moge
lijk ls voor het forum van den Volken-
bond
Om verder te komen, zal Duitschland
dus naar Genève hebben terug te keeren,
dat het in een opwelling van het oogen-
blik zoo onverwacht den rug toekeerde.
Zal het dien terugweg weten te vinden en
zal het mogelijk zijn dien weg af te leg
gen met overeind-houden van het prestige
Dit is o.i. d-e brandendste vraag geworden,
waarbij de kwestie der „rechtsgelijkheid
opgeld zal doen. De atmosfeer is gunstig
en wanneer ernstig het voornemen voor
zit om Duitschland den terugkeer mogelijk
te maken, zal zeker die mogelijkheid wer
kelijkheid worden! Aan den anderen kant
zal Duitshcland er wat voor over moeten
hebben om weer te Genève aan de groene
tafel te kunnen plaats nemen; het zal tol
moeten betalen voor zijn overijld besluit
heen te gaan, waartoe niemand het
dwongt
Die tol zou wel eens kunnen bestaan uit
onderteekening van het Oost-Locarno-
pact! Van Fransche zijde wordt daarop
zeer veel prijs gesteld, zoodat pas daarover
een nota aan Berlijn is gericht en boven
dien, doet Duitschland niet mee, dan
dringt Sovjet-Rusland aan op uitbreiding
van het pact tot een nauwer bondgenoot
schap met Frankrijk en dat kan slechts
in het nadeel van Duitschland zijn! Nog
maals, het wegloopen uit Genève zal
opoffering kosten, al zal inzake de
rechtsgelijkheid misschien een papieren
overwinning als compensatie daartegen
over kunnen worden gesteld.
Engeland schijnt vast besloten om zijn
rol van bemiddelaar hierbij te spelen en
speciaal in dit licht dient bezien het aan
staande bezoek der Fransche ministers
Flandin en Laval aan Londen.
Het pact van Rome schijnt zelfs eenigs-
zins op den achtergrond gedrongen ten
gevolge van de mogelijkheden, die een
Fransch-Duitsche toenadering in zich
bergt en te verbazen is dat niet! Komt die
toenadering tot stand, dan rijzen er
immers aan den horizon allerlei aspecten
over succes op ontwapeningsgebled. Te
meer, waar de kentering in de Vereenigde
Staten aanhoudt, zooals blijkt uit het feit,
dat Roosevelt het voorstel tot toetreding
tot het permanente Hof van Internationale
Justitie bij het Congres heeft ingediend,
'hetgeen zoo goed als zeker zal worden
aangenomen.
GEHUWDE VROUWEN IN OVERHEIDS
DIENST.
Dc Minister van Binnenl. Zaken dringt
aan op maatregelen van de provincies.
Dc Minister van BlnnenJarodsche Zaken
heeft een rondschrijven tot de Colleges
van Gedep. Staten gericht van ongeveer
den volgenden inhoud:
Naar aanleiding van de ln November
A.P. in de Tweede Kamer gevoerde debat-
l ten over de gehuwde ambtenares, moge lk
nogmaals uw aandacht op deze aange
legenheid vestigen
Voor zoover na mijn aanschrijvingen
van 30 December 1933 en van 19 Maart
1934, in de ambtenarenreglementen van
uw provincie en van de tot uw provincie
behoorende gemeenten, naast het dezer
zijds noodzakelijk geoordeelde voarscihrift
van ontslag der huwende ambtenares, die
in concubinaat gaat leven, nog geen be
palingen zijn opgenomen aangaande den
voorrang bij ontslag van de gehuwde
ambtenares niet kostwinster en aan
gaande het niet benoemen van gehuwde
vrouwen, heb lk de eer u te verzoeken te
willen bevorderen, dat bij eerstvolgende
wijziging van deze reglementen bedoelde
voorschriften alsnog daarin worden opge
nomen.
Deze voorschriften zullen van ten min
ste even verre strekking moeten zijn als
de desbetreffende bepalingen in de artike
len 96. tweede lid sub 6 en 7. vierde lid
van het Algemeen Rijksambtenarenregle
ment.
Zooals in mijn brief van 19 Maart 1934
reeds vermeld, bestaat tegen een meer
dringende redactie der bepalingen geen
bezwaar en dient in afwachting van de
opneming van deze bepalingen in de des
betreffende ambtenarenreglementen, in
voorkomende gevallen daarmede reeds
rekening te worden gehouden.
Vad.
o
STATISTIEK DER OVERTREDINGEN.
Het aantal voorwaardelijk veroordeelden
toegenomen.
Blijkens de door het Centraal Bureau
voor de Statistiek bewerkte en gepubli
ceerde Justitieele Statistiek over 1933 wer
den bij den Hoogen Raad. de Gerechts
hoven, de Arrondissements-Rechtbanken
en de Kantongerechten in dat jaar meer
strafzaken aangebracht en afgedaan dan
in 1932.
Het aantal cassatieberoepen in straf
zaken nam toe van 925 tot 1098; het aan
tal door den Hoogen Raad bij arrest afge
dane zaken steeg in vrijwel gelijke mate
(1932 931, 1933 1076). Het aantal gevallen,
waarin een vonnis of arrest vernietigd
werd, was nog geringer dan in vorige
jaren, nl. 103 of 9,6 pCt, van het totaal
aantal afgedane cassatieberoepen (1932
11,8 pCt.). Bij de Gerechtshoven werden
2656 strafzaken in hooger beroep aange
bracht (1932 2247), het aantal arresten
in hooger beroep (2546) was 378 hooger
dan ln 1932.
Zeer belangrijk steeg het aantal straf
zaken in eersten aanleg, aangebracht bij
de Arrondissements-Rechtbanken, nl. van
28.625 in 1932 tot 34.023 in 1933 (stijging
van bijna 19 pCt.). Het aantal eindvon
nissen vermeerderde bijna even sterk
(stijging van bijna 18 pCt.). Vooral dooi
den politierechter werden meer zaken af
gedaan dan in 1932; het aantal door dezen
rechter gewezen eindvonnissen was 21,2
pCt. hooger. Voor meervoudige kamer en
kinderrechter zijn de overeenkomstige per
centages resp. 13,7 en 5,6. De Kantonge
rechten deden in 1933 220.020 strafzaken
af tegen 188.477 in 1932.
De statistiek bevat tal van bijzonder
heden betreffende de strafrechtspraak.
O a. blijkt, dat voorwaardelijke veroordee
ling t.a.v. de geheele straf in de laatste
jaren in steeds ruimer mate toepassing
vond: per 100 veroordeelden door meer
voudige kamer en politierechter bedroeg
het aanta lvoorwaardelijk veroordeelden
in 1929 6,4, in 1933 9,1. Ook de oplegging
van een deels voorwaardelijke, deels on
voorwaardelijke straf nam in 1933 toe
(1932 657 maal. 1933 845 maal).
Het aantal verzoeken om schadevergoe
ding voor ondergane voorloopige hechte
nis. waarop definitief werd beslist, bedroeg
in 1933 29 (1932 23). Slechts ln 2 gevallen
werd schadevergoeding toegekend.
De cassatierechtspraak in burgerlijke
zaken, die in de laatste jaren minder om
vangrijk geworden was, nam ln 1933 een
weinig toe, door den Hoogen Raad werden
120 burgerlijke zaken bij arrest afgedaan
tegen 113 in 1932. Door de Gerechtshoven,
Rechtbanken en Kantongerechten werden
respectievelijk 1079, 23 013 en 51.625
burgerlijke zaken afgedaan (1932 respec
tievelijk 1078, 23.660 en 51.098) Het aantal
zaken op 31 December 1933 onafgedaan,
bedroeg voor Gerechtshoven, Rechtbanken
en Kantongerechten resp. 1963, 15.292 en
9974.
Voor de gegevens der rechtspraak in
zake de Ongevallenwet. Land- en Tuin-
bouwongevallenwet, Invaliditeits- en
Ouderdomswet, inzake de directe belastin
gen en voor de voor het eerst opgenomen
gegevens betreffende de rechtspraak in
ambtenarenzaken zij verwezen naar de
publicatie.
NIEUWE REGELING VAN DE
SURSÉANCE VAN BETALING.
In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer inzake het bovengenoemde
wetsontwerp wordt ten aanzien van den
twijfel, in het voorloopig verslag geuit, of
een bepaalde, ingevolge de faillissements-
wet gegeven beslissing al dan niet moet
worden aangemerkt als een vonnis, het
volgende medegedeeld: De vraag kan bij
de nieuwe regeling met name worden ge
steld met betrekking tot de beslissingen
omtrent de definitieve verleening van
surséance en die omtrent de homologatie
van een accoord. Ten aanzien van deze
beslissingen is in 't algemeen uitdrukkelijk
bepaald, dat zij moeten zijn met redenen
omkleed. Voor de beslissing in hooger
beroep omtrent de definitieve verleening
der surséance is, al wordt dit in de wet
niet met, zooveel woorden gezegd, hetzelfde
aan te nemen; de eisch der motivecring,
voor een eerste instantie uitdrukkelijk ge
steld, geldt ook voor het hooger beroep.
Jhr. WITTERT'S RECORD VASTGESTELD
OP 10.180 METER.
Volgens wetenschappelijke berekening.
De resultaten van de hoogtevlucht van
luit. jhr. R. Wlttert van Hoogland, welke
gisteren werd uitgevoerd, zojn door de
goede zorgen van dr. H, C. Cannegieter
van het Kon. Ned. Meteorologisch Insti
tuut te De Bilt met bekwamen spoed uit
gerekend. Voor dit soort berekeningen zijn
kortelings in een vergadering van de Fé-
dération Aeronautique Internationale in
een rapport van dr. Cannegieter en dr.
Berger te Zürich nieuwe wegen aange
geven, waardoor betere waarden worden
verkregen dan bij de methode, welke tot
dusverre werd gevolgd. Bij het nieuwe
stelsel wordt n.l. rekening gehouden met
de temperaturen op de verschillende hoog.
ten en niet uitsluitend met de drukver
schillen.
Uitgaande van den bestaanden atmos-
ferischen toestand van den winter is voor
deze vlucht een hoogte berekend van
10.180 M. Voor een zomersche atmosfeer
zou men gekomen zijn tot 10.420 M. De
rapporten van den heer Cannegieter en
van de sportcommissarissen zullen aan
het hoofdbestuur der Kon. Ned. Ver. v:or
Luchtvaart worden" aangeboden voor de
erkenning van deze vlucht als Neder-
landsch hoogterecord. Het bestaande
record is nl. ruim overschreden.
Uiteraard is dit grootendeels te danken
aan het materieel en het is verheugend,
dat met den vooruitgang van het mili
taire vliegtuig de militaire vliegers de
mogelijke prestaties ook toonen. Voor de
Fokker D. 17 met Hispano Suiza ls nog
wel meer te bereiken en wij verwachten
ook wel, dat zulks binnenkort zal geschie
den.
m
Het laatste gehomologeerde wereld-
hoogterecord voor vliegtuigen staat op
naam van commandant R. Donatty. Deze
steeg den llden April 1934 te Rome met
een Caproni-eendekker op, die voorzien
was van een 600 P.K. Pegasus motor. Hij
bracht het record op 11433 Meter. Het
wereld-hoogterecord werd gevestigd door
de Amerikaansche ballonvaarders luit.
C. T. G. W. Settle en majoor Chester L.
Fordmy. Zij bereikten op 20 Nov. 1933
een hoogte van 18.665 M. Zooals men ziet
blijft het hoogte-record voor vliegtuigen
nog ver bij het wereld-hoogterecord voor
ballons ten achter. „Tel."
HANDELSBESPREKINGEN
UITGESTELD.
In den loop van deze maand zou een
Nederlandsche delegatie, onder leiding van
den heer A. Th. Lamping, directeur van
de handelsaccoorden van het departement
van Economische Zaken, zich naar Ame
rika begeven om besprekingen te voeren
betreffende een nieuw te sluiten handels
verdrag met de regeering der Ver. Staten.
Het vertrek is echter tot April uitgesteld
aangezien de regeering der V. S. niet eer
der in de gelegenheid is, haar desideratie
kenbaar te maken. Tot de delegatie zullen
medebehooren de heeren dr. W. M. F.
Mansvelt namens Koloniën, de heer Ch. J.
I. M. Weiter, voorzitter van den onderne-
mersraad voor Ned.-Indië, alsmede ver
tegenwoordigers van het Nederlandsche
bedrijfsleven. (Tel.)
o
AFSCHAFFING TWEEDE KLASSE IN
GOEDKOOPE TREINEN.
Zooais men weet, is in verband met het
verminderde vervoer in de eerste klasse,
reeds op eenige lijnen, zooals Utrecht
Leiden, die klasse in de treinen afgeschaft
Thans zullen, naar het ,,U. D." ver
neemt, in verband met het verminderde
gebruik, den komenden zomer, in de goed-
koope treinen, die tot dusverre bestonden
uit tweede en derde kl. rijtuigen, de 2de
kl. rijtuigen niet meer loopen. Er zullen
dus voor die treinen ook geen tweede kl.
plaatsbewijzen meer worden uitgegeven.
DE TOESTAND VAN MGR. SCHIOPPA
ONVERANDERD.
De toestand van den Pauselijken Inter
nuntius Mgr. Schioppa te Den Haag was
gisteravond nog onveranderd.
DE POSTVLUCHTEN.
De Oehoe is gisteren te Bandoeng aan
gekomen.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Te Arnhem is, 69 jaar oud, overleden
de heer T. Anema, notaris te Streefkerk.
Te Nijmegen is op 67-jarigen leeftijd
overleden de heer Chr. G. Leopold, nota
ris aldaar.
Bij Kon besl. is aan G. Stevens, met
ingang van 12 Januari j.l., ontslag ver
leend als burgemeester van Overslag.
Door het gerechtshof te 's-Hertogen-
bosch is ter vervulling van een vacature
van Raadsheer in haar College opgemaakt
de navolgende alphabetische lijst van aan
beveling: Mr. B. J. A. M. van der Grinten,
rechter in de arrondissements-rechtbank
te Roermond; jhr. mr. G. E. F. J. de Kuy-
per, griffier van het gerechtshof te Den
Bosch; mr. F. J. W. M. de Nerée tot Bab-
berich rechter in de arr.-rechtbank te
Maastricht.
Bij K. B. is met ingang van 1 Ja
nuari j.l. de Rijkslandbouwconsulent ir. F.
P. Mesu bij het departement van Sociale
Zaken, tijdelijk belast met de functie van
Landbouwkunde. Adviseur in Algemeenen
Dienst en tevens belast met de leiding van
de Rijksinspectie voor de Werkverschaf
fing in de provincie Drenthe.
UIT NED. OOST-INDIE.
MUTATIES BINNENLANDSCH BESTUUR.
BUITENZORG. 18 Jan. (Anëta). In
verband met de inkrimping van het be-
stuurcorps is eervol ontslag verleend aan
den assistent-resident van Ketapang G. B.
van Atsté: verder aan den assistent-resi
dent van Ogan en Komeringoeloe E. J.
van Ebbenhnrst Tengbergen; en aan den
assritent-resident van Sintang L. C. Hey-
tine. Deze ontslagen gaan in met 31 Jan.
1935
Verder is op verzoek eervol ontslag ver
leend met ingang van 31 Maart 1935 aan
den assistent-resident titulair N. A.
Monsjou.
EEN SOEPELE TOEPASSING, DIE
MET ALLERLEI OMSTANDIG
HEDEN REKENING HOUDT.
HET DIENSTBODENVRAAGSTUK.
(Van onzen relsredacteur)
Er is geen kwestie, waar zoozeer iedereen
over meepraat en die in zulk een mate in
het brandpunt van ieders belangstelling
staat, als het vraagstuk der buitenland
sche arbeidskrachten. Aan den eenen
kant is er een groote werkloosheid onder
de Nederlandsche arbeiders in eigen
land en aan den anderen kant een
overigens in veler beschouwingen sterk
overdreven aantal buitenlandsche
krachten dat hier werk vindt, hetwelk
misschien even goed door Nederlanders
gedaan zou kunnen worden. Daar komt
nog bij, dat onder de Nederlanders in het
buitenland eveneens een groote werkloos
heid heerscht, welke meestal het gevolg is
van maatregelen, die hun het vinden of
behouden van werk uitermate moeilijk,
zoo niet onmogelijk maken.
Dat er hier wat gedaan moest worden,
heeft ook de regeering ingezien. De wet
van 16 Mei 1934. welke het verrichten van
arbeid door vreemdelingen regelt, verleent
aan de Kroon de bevoegdheid te bepalen,
dat werkgevers, bij Kon. besluit aan te
wijzen arbeid niet door vreemdelingen
mogen doen verrichten, zonder toestem
ming van of vanwege den minister van
sociale zaken. Bij Kon. besluit van 14 Sep
tember 1934 is toen een aantal beroepen
vastgesteld, waarin vreemdelingen zonder
toestemming niet mogen werken. Sedert
1 Januari van dit jaar is nu dit vergun
ningsstelsel voor buitenlandsche arbeids
krachten practisch in werking getreden.
Het publiek ontevreden.
Wie zijn oor hier en daar te luisteren
legt, kan nog niet veel vernemen van
tevredenheid over de getroffen maatrege
len. Dat komt wel in de eerste plaats, door
dat men geen inzicht heeft in de moei
lijkheden, die aan deze materie zijn ver
bonden.
Het zou zonder twijfel het gemakkelijkst
zijn, om door ruw ingrijpen het aantal
buitenlandsche arbeidskrachten rigoureus
te beperken, maar het is juist van het
grootste belang, dat het bedrijfsleven zelf
er zoo weinig mogelijk nadeelen van on
dervindt. Het publiek komt overigens ten
aanzien van deze kwestie het meest in
aanraking met buitenlandsche dienst
meisjes en vreemdelingen, werkzaam in
he.t kappersbedrijf, welke beide categorieën
van werknemers buiten het vergunnings
stelsel vallen. Over werkgevers en z.g.
„eigen bazen" wordt heelemaal niet ge
sproken; het betreft hier alleen degenen,
die in dienstbetrekking zijn.
Dan zijn er anderszijds de gevallen, die
genoemd worden (of die men meestal van
hooren zeggen kent), waarbij buitenlan
ders, die hier jaren lang een rustig be
staan als werknemer hebben geleid, plot
seling uit hun werk gestooten worden, om
dat zij geen vergunning kunnen deelachtig
worden. Of ook de gevallen van personen,
die hier nauwe relaties hebben met Ne
derlanders door verloving of zelfs huwe
lijk, en die hun heele toekomst zien ver
nietigd door een afwijzende beschikking op
een aanvrage tot werkvergunning.
Wel grijpen, ondanks het feit. dat de
betrokken autoriteiten zich alle moeite
geven om de nieuwe regeling zoo soepel
mogelijk toe te passen, de regeeringsmaat-
regelen soms nog diep in het bedrijfsleven
in en bezorgen ze ook den Nederlandschen
werkgevers wel eens last. Een werkvergun
ning staat namelijk ook op naam van een
bepaalden werkgever en ons zijn gevallen
bekend, dat een buitenlandsche arbeids
kracht, die een vergunning voor 6 maan
den had gekregen, geen werk had, omdat
de oorspronkelijke patroon het bijltje erbij
had neergelegd, terwijl een andere werk
gever in dezelfde branche volop werk had,
maar een tekort aan arbeidskrachten.
Voor al die gevallen moeten de betrokke
nen terecht komen bij den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbe
middeling in Den Haag, die elk geval af
zonderlijk nagaat en niet dan na nauw
gezette overweging zijn beslissing neemt.
Het bureau in Den Haag.
Tot dezen dienst hebben wij ons gewend
om nadere inlichtingen, welke ons wel
willend werden verstrekt door den direc
teur, ir. R. A. Verweij, die door den mi
nister van sociale zaken is aangewezen om
de betreffende werkvergunningen aan bui
tenlanders te verleenen.
De nieuwe wettelijke maatregelen heb
ben aan dezen dienst handen vol werk ver
schaft. Reeds meer dan 15.000 aanvragen
zijn in het korte tijdsbestek, dat de maat
regelen gelden, ingekomen. Men past er
de bepalingen zoo soepel mogelijk toe en
houdt met allerlei omstandigheden reke
ning. Een punt van overweging is steeds
de mate van werkloosheid in het betref
fende vak, een ander punt de bedrijfsbe
langen, weer een ander (en zeer belang
rijk) punt de persoonlijke omstandigheden
van den aanvrager. Zoo vinden de meeste
gevallen van belangrijke dupeeringen hun
oorzaak in het feit, dat de aanvrage niet
voldoende schriftelijk is toegelicht. En
waar dit maar mogelijk is, worden de
plooien weer glad gestreken.
De toepassing is niet iets geheel nieuws.
Zij sluit zich aan bij de practljk ten aan
zien van de toepassing der visumbepalin
gen. Voor sommige landen bestaat nog
steeds een visum-dwang en ook in vroeger
dagen werd bij het verleenen van zulk een
paspoortvisum met de belangen der ar
beidsmarkt rekening gehouden. Zoo is aan
Nederlandsche musici werk verschaft,
doordat aan enkele Hongaarsche en Roe-
meensche strijkjes slechts een visum en
thans ook een werkvergunning werd ge
geven. op voorwaarde dat Nederlandsche
krachten erin werden opgenomen.
Kappersbedienden en
dienstmeisjes.
Veel bedrijven, die met buitenlandsche
arbeidskrachten werken, vallen nog bui
ten de bestaande regeling. Niettemin is de
regeering bevoegd om de regeling uit te
breiden en ten aanzien van sommige be
drijfsgroepen is dit dan ook wel degelijk
ln overweging. Speciaal bij het kappersbe
drijf is dit het geval, doch vooral hieraan
zitten verschillende kanten, die nog nader
dienen te worden bekeken.
De Duitsche dienstmeisjes vormen ook
nog een moeilijk probleem. Wel is de toe
loop daarvan zeer merkbaar aan het af
nemen. maar men kan het aantal toch nog
wel veilig op een 25 a 30 duizend schatten.
Die plaatsen zouden door landgenooten
kunnen worden vervuld, indiener
meer animo voor bestond! Cursussen in
het dienen zijn voor werklooze meisjes in
gesteld, maar in het algemeen kan men
op dit gebied niet van een éclatant succes
spreken. De proef, die burgemeester Buis
kool in samenwerking met den directeur
van de arbeidsbeurs te Winschoten heeft
genomen, verdient zeker navolging.
In het mijnbedrijf (dat ook buiten de
regeling valt) is de overvloed van buiten
landsche arbeidskrachten wat verminderd,
doordat bij de vele ontslagen een groot
percentage niet-Nederlanders is betrokken.
Nederlanders in het buitenland.
Men moet evenwel bij al deze maat
regelen ook rekening houden met de bui
tenlandsche betrekkingen. Zoo kan de
nieuwe wet echter ook dienen als instru
ment om betere toestanden voor Neder
landers in het buitenland te verkrijgen
Want gelukkig zijn er ook nog steeds
Nederlanders, die elders werkzaam zijn.
Voor Duitschland zijn de verhoudingscij-
fers wat ongunstig, speciaal door het
dienstbodenvraagstuk, maar ten aanzien
van België bestaat er ongeveer een even
wicht. Door al te krasse maatregelen kun
nen daarbij groote moeilijkheden ont
staan. Slechts door bezadigd optreden
kunnen deze worden vermeden.
Mr. F. A. HELMSTRIJD.
in de gisteravond gehouaen raads
zitting van Alphen is tot secretaris dezer
gemeente benoemd mr. F. A. Helmstrijd,
geboren 10 Juli 1899 te Zevenhoven Hij
bezocht aldaar de lagere school en ver
volgens het stedelijk gymnasium te Gouda
Daarna studeerde hij aan de Rijksuni
versiteit te Utrecht, waar hij in Juni van
het jaar 1923 het doctoraal examen in
de Rechtswetenschap aflegde. Toen was
hij, ter oriënteering in de gemeente
administratie, werkzaam ter secretarie van
Reeuwfjk en werd, met ingang van 15 De
cember 1923 tot secretaris en ontvanger
van Zevenhoven IZ.H.) benoemd. In 192S
werd hij tevens benoemd tot secretaris
van de intercommunale waterleiding „De
Tien Gemeenten".
Mr, Helmstrijd verwisselde op 16 Maart
1931 het secretaris-ambt van Zevenhoven
voor dat van de gemeente Boskoop. Mr.
Helmstrijd heeft veel gepubliceerd over
administratief-rechterlijke onderwerpen,
Verscheidene artikelen van zijn hand ver
schenen in het Weekblad voor Gemeente
belangen, het maandschrift Gemeente
bestuur en in het weekblad van den Ned.
Bond van Gemeente-ambtenaren.
V., te L. Wij geven u in overweging
u te wenden tot een der Leidsche Schil
ders. Met een paar lessen slechts kan deze
u practisch op de hoogte stellen, wat altijd
meer waarde heeft dan een schriftelijk
advies.
A. B„ te L. Het Adresboek voor Lei
den vermeldt verschillende adressen, doch
er zijn sinds de verschijning van dit boek
eenige vereenigingen bijgekomen.
D. de G., te L. De door u bedoelde
planeet is de iGsela. welke 12 Januari 1893
door prof Wolf uit Heidelberg werd ont
dekt. De Gisela behoort tot de Flora-
groep.
J .J. te K.-Z. - Dat zult U een veearts
moeten vragen.