KUSTTRAWLER KATWIJKERS LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad Zaterdag 19 Januari 1935 UIT DE OMSTREKEN. LEGPOTERS ADVERTEERT IN HET LEIDSCH DAGBLAD W. VAN BEELEN Cz GENEESKUNDIGE BRIEYEN. LAND- EN TUINBOUW. OEGSTGEEST. GEMEENTERAAD De Gemeentebegrooting. Ter verdere behandeling der gemeente begrooting kwam de voltallige Raad gis teravond onder leiding van burgemeester A. J. van Gerrevink in openbare vergade ring bijeen. De mededeelingen. waaronder missiven van Ged. Staten houdende goed keuring van verschillende Raadbesluiten. werden voor kennisgeving aangenomen. De heer Paardekooper kwam terug op den reeds lang in de gemeente gekoester- den wensch het vuil niet te verbranden, doch te doen vervoeren. De heer Kortman had de mogelijkheid van den afvoer on derzocht en was bot de conclusie gekomen, dat de opmerkingen van B. en W tegen het verlangen van vuilafvoer onjuist zijn. De gemeente Nieuwkoop garandeert een constante afvoer gedurende een termijn van 20 jaar. Volgens het tarief, waarover thans met Leiden door Nieuwkoop wordt onderhandeld, zou voor de gemeente Oegstgeest de uitgave op ruim f 3000 ko men. De burgem zeide toe. dat B en W. op deze basis zeer zeker met Nieuwkoop nieuwe onderhandelingen zullen aan- knoopen. De heer Paardekooper wees er op, dat dit geheel de bedoeling der commissie was. De heer Bakker betreurde het uit de discussie tot de conclusie te moeten komen, dat B. en W. van deze veranderde condities niets bekend was en drong aan op een zeer ernstig onderzoek, waaronder dan andere eventueele afnemers zullen worden begrepen. De heer Paardekooper herinnerde er aan, dat de tijdelijke opzichter van gemeente werken is aangesteld ln een tijdperk, dat vele groote werken werden uitgevoerd, zJ. is deze beambte thans overbodig. Worden weer groote werken ter hand genomen, dan kan weder een aanstelling volgen. De voorzitter antwoordde, dat B en W. nooit zich zullen verzetten tegen afvloeiing van overbodige ambtenaren Handhaving van dezen ingewerkten ambtenaar moest hij ten sterkste adviseeren. De heer Paarde kooper handhaafde zijn meening, dat wanneer er mogelijkheid is op een half jaar werk dan niet een vol jaar salaris uitgetrokken moet worden. De voorzitter wees er op. dat de practijk leert dat men vaak tijdelijke ambtenaren moet handhaven omdat het werk dusdanig is toegenomen, dat hun afwezigheid zou schaden. Op verzoek van den heer Krui- zinga werd de kwestie tot een besloten vergadering uitgesteld. Nu alle subsidies met 10% zijn verlaagd achtte de heer Paardekooper voor de Leidsche Hout een subsidie van f. 250 per jaar ruim voldoende. De heer van Breda bepleitte algeheele schrapping. Dr. Simon Thomas sloot zich bij de meening van de commissie aan uit overwegingen van financieelen aard, doch niet met de overwegingen der commissie wat de zedelijkheid betreft. Billijk kwam het hem voor hierop even als alle andere subsidies 10% te korten. De heer Kortman bepleitte een geleide lijke vermindering der subsidie. De heer Krulzinga meende, dat de Leidsche Hout beschouwd moet worden als een streek- monument en bepleitte algeheele hand having, hetgeen de heer Bakker onder steunde. De voorzitter wees op de niet in cijfers uit te drukken waarde van den Leidsche Hout, het onderhoud kost jaar lijks ongeveer f. 5000.-. De subsidie van f. 500 is dus niets meer dan een even redig aandeel in het onderhoud en dat, terwijl de bewoners meer en gemakkelij ker van deze instelling kunnen profitee- ren. Elke korting ontried spr. dan ook ten sterkste. Het voorstel van B. en W. werd tenslotte verworpen met de stem men van de heeren Kraan. Kortman Paardekooper, v Breda, Den Ouden, Uiten- boogaard. dr. Simon Thomas en Kuiken tegen. Het voorstel van dr. Simon Thomas werd aangenomen met de stemmen van de heeren Kraan, Paardekooper, v. Breda, pitenboogaard en Kuiken tegen. De heer Paardekooper bepleitte hulp verleening via het Burgerlijk Armbestuur in die gevallen, waarin de ondersteunde werkloozen deze extra-hulp niet missen kunnen. De voorzitter wees er in dit ver band op. dat het Burg Armbestuur een zelfstandig lichaam is, las van den ge meenteraad en herinnerde aan de recente circulaire van den minister van sociale zaken. In antwoord op dr. Simon Thomas deel de de voorzitter mede, dat verwacht mag worden, dat dit jaar weer meer uitge geven zal moeten worden aan steunver- leening via het Burgerlijk Armbestuur en aan steunverleening aan werkloozen De heer Kruizinga wees er op de hooge hu ren in deze gemeente ook voor de onder steunde werkloozen, welke soms meer dan 30% der steun elscht en bepleitte de ver strekking van een huurtoeslag, welke ook door den minister is toegestaan. Het be zwaar, dat wethouder Zandbergen sig naleerde, dat een huurtoeslag een sub sidie aan huiseigenaren is, onderschreef hij volkomen. De voorzitter wees er op, dat van een tekort aan goedkoope woningen geen sprake is. In dit verband wees de heer Kruizinga er op dat zelfs de goed koopste woningen van sommige groepen der ondersteunden 50° der steun eischen. De heer Kruizinga stelde daarom vóór de ondersteunde werkloozen een huurtoeslag van f. 1,- te verleenen. Wethouder van Egmond adviseerde de kwestie in handen van B. en W. te stellen om praeadvies. waarbij de heer Kruizinga zich aansloot, doch de heer Paardekooper zich verzette. Hiertoe werd met de stemmen van de van de heeren Bakker, Kraan Kortman, Paardekooper en Uitenboogaard tegen be sloten. Dr. Simon Thomas informeerde of de werkloosheid zóó is toegenomen, dat thans aan werkverschaffing en steun verleening 200% van het tot nu toe uit trokken bedrag zal moeten worden uitge geven. Wethouder Van Egmond wees er op, dat het het streven van B. en W. is. dit jaar alle werkloozen een bepaalden tijd in gemeentedienst te ne men. Hierdoor is de post productief werk grooter geworden Desondanks zal het aantal werkloozen ten laste der gemeente T( koop, eerste klasse goedgekeurde Klasse B Eigenheimers f.2.50 p. baal Klasse B. Redstar f. 2,60 p baal Tevens puikbeste Eetaardappelen tegen concur reerenden prijs. Te bevragen: 5071 S. BARNH00RN, Vaurtorenstr. 9. Katwijk a.Sae TE KOOP, zeer billijke prijs. Ca. 30 Meter lang, ca. 7 Mtr. breed. Br. Bur. v. d. Blad onder No. 5052. HET BLED T00R KATWIJK IH OMSTREKEN GEEFT UW ADVERTENTIËN EN ABONNEMENTEN OP AAN DEN AGENT DIE ALLE INLICHTINGEN VERSTREKT grooter zijn dan het vorige jaar, toen bulten de gemeente om verschillende groote werken werden uitgevoerd, waarbij werklieden, die anders als werkloozen ten laste der gemeente gekomen zouden zijn, werkten. De invoering van een honden- en ver makelijkheidsbelasting, welke de heer Kortman bepleitte, ontried de voorz. ge zien de zeer geringe opbrengst ten sterk ste. In antwoord op de vraag om de be grooting van het grondbedrijf van een memorie van toelichting vergezeld te doen gaan, stelde de voorzitter den elsch dat de Raad dan den leden hieromtrent ge heimhouding oplegt: waarmede alle leden zich konden vereenigen. Den heer Paarde kooper kwam de aanleg van tegel trottoirs in den vorm als door B. en W bepleit, meer als verfraaiing voor dan als nood zakelijkheid. De voorzitter deelde mede, dat de prijs thans 1/5 van den geraamden prijs is, zoodat het geraamde bedrag on geveer met 1/5 verminderd kan worden. Nu d kostprijs vergeleken bij enkele jaren geleden aanmerkelijk is gedaald, meende het college, dat nu de tijd gekomen Is de aanleg te versnellen, tegenover het rente verlies van het grondkapitaal bij versnelde uitvoering staat de mogelijkheid dat de prijs der tegels weer zal stijgen, waarmede het renteverlies ten volle gedekt zou zijn De heer Paardekooper merkte op, dat sedert het maken der begrooting de prijs nog 1/5 gedaald ls. De heer Uitenboogaard drong er op aan met een gedeeltelijken aanleg te beginnen en zeker niet meer dan een derde uit te voeren, dus het voorstel der commissie. Dit voorstel werd verworpen met de stem men van de heeren Bakker, Kraan, Kort man, Paardekooper, v. Breda en Uiten boogaard voor. Op verzoek van dr. Simon Thomas zullen B en W. onderzoeken of het mogelijk ls de trottoirs iets smaller te maken. In afwijking zijner aanvankelijke mee ning, deelde de voorzitter mede, thans niet meer de zekerheid te hebben dat In deeling der gemeente ln een hoogere klasse voor de personeele belasting niet mogelijk ls. Op verzoek van den heer Paardekooper werd een en ander in be sloten vergadering nader besproken. Na heropening der openbare vergade ring besloot de raad het aantal opcenten op de personeele belasting te bepalen op 149, dus ln afwijking van het voorstel der commissie (140) en dat van B. en W. (155). De gemeente-begrooting werd vervol gens zhst. goedgekeurd, sluitende in den gewonen dienst in ontvangsten en uitgaven op f. 447.061,96 en kapitaaldlenst ontvangsten f. 62.997,80 en uitgaven f, 60.302,80. Bij de rondvraag deelde de voorzitter op een vraag van den heer Kortman mede, dat voor de Dorpsstraat, een gedeelte van de Kempenaerstraat en enkele andere smalle straten een inhaalverbod zal wor den ingsteld voor auto's en motoren. SASSENHEIM. Burgerlijke Stand. Geboren: Paulina Johanna, d. van P. Roelandse en J. M. Hoogervorst Neeltje Maria, d. van J. Bette en A. Verhoef Johannes, z. van M. Tangeman en A. van der Werf. Loop der Bevolking. Gevestigd: A. C. H. van Riet, Hoofd straat 305, van Haarlem C. van der Maden. Menneweg 22, van Haarlemmer meer; A. M. Elstgeest, Fl. Schoutenstraat 24, van Haarlemmermeer; A. Roodenburg, Warmonderdam 25, van Haarlemmermeer; S. C. Doll, St Bernardus, van Zoeterwoude; F. H. Doll, id, id.: P. J. Scholte Hoofdstr. 310, van Leiden; C. Zandbergen, Warmon derdam 25, van Oegstgeest; J. M. van der Voort, Oude Poststraat 9, van Den Haag; J. C. P. Elstgeest en gez., Charbonlaan 21, van Lisse. Vertrokken: A. Th. Elstgeest. Fl Schou tenstraat 24, naar Den Haag; W. v. d. Zwart, Burchtstraat 11, naar Oegstgeest; A. van Duijvenbode. Weltevreden 5. naar Leiden; M J. van Voorbergen, Hoofdstr. 261. naar Alphen a. d. Rijn Gevonden voorwerpen: een hamer, eeff vermoedelijk zilveren broche, een waterproofzell. een auto-nummerbord met stop- en achterlicht, twee belastlngmer- ken 1934-1935, drie parapluies. Inlichtingen worden door de politie ver strekt. HET ZIEKENBRIEFJE. De geneesheer staat bij zijn dagelijksche bezigheden steeds midden ln het woelige leven. Het kan daarom geen verbazing wekken, dat de taak van den arts zich niet beperken kan tot de geneeskundige ver zorging van den zieke zonder meer. Verschillende gebieden van de meer al- gemeene gezondheidszorg staan direct of indict onder leiding van de overheid en daarom is het begrijpelijk, dat een aantal sociaalgeneeskundlge plichten wettelijk zijn voorgeschreven. Reeds bij de eerste vestiging van een geneesheer komt dit tot uiting in den plicht van den arts hiervan kennis te geven aan den inspecteur van de volksgezondheid, binnen wiens ambts gebied de plaats van vestiging is gelegen. Bovendien moet het artsdiploma, waaraan de geneeskundige het recht ontleent prak tijk uit te oefenen, ter teekening aan den burgemeester ter plaatse worden aange boden. Wanneer een dokter bij een bevalling tegenwoordig is geweest, ls hij onder be paalde omstandigheden wettelijk verplicht voor de aangifte van den nieuwen wereld burger zorg te dragen. Na het overlijden van een patiënt is de arts verplicht een akte van overlijden in te vullen en te onderteekenen. Deze akte ls allereerst noodzakelijk om toestemming tot begraven te kunnen verkrijgen. Bovendien wordt hierdoor inzicht in de doodsoorzaken ver kregen. Dit is van groote waarde voor de statistiek en heeft ook practische betee- kenls. Zoo wordt immers voor de verschil lende ziekten bekend of de sterfte aan zulk een ziekte zich ln dalende dan wel in stijgende lijn beweegt. Bij het invullen en verwerken van deze akte van overlijden wordt een aantal voorzorgen ln acht ge nomen ter voorkoming van schending van den medischen ambtseed tot geheimhou ding Wanneer bepaalde gevallen van besmet telijke ziekten worden vastgesteld, heeft de geneeskundige eveneens verschillende wettelijke plichten te vervullen. Deze heb ben alle ten doel zoo goed mogelijk te voorkomen, dat de patiënt een bron zou worden van nieuwe besmettingen. Hier vordert het algemeen belang terecht dat de overheid inlichtingen ver krijgt ter beveiliging van de medeburgers en de geneesheer kan zich ln zulke ge vallen niet achter zijn ambtseed verschui len en weigeren deze Inlichtingen te verstrekken. Bij verschillende ongevallen ls de arts ook verplicht tot aangifte en Invulling van diverse formulieren mede te werken en wel bij die verschillende bedrijfsongevallen, waarbij de staat regelend ls opgetreden en de behandeling dan ook voor rekening van de Rijksverzekeringsbank of van daarmede gelijkgestelde organisaties van particulier initiatief geschiedt. Er zijn nog vele andere omstandigheden op te sommen, waarbij aan den behande- lenden geneesheer een of andere verkla ring over den zieke wordt gevraagd, in de oorlogsjaren vroegen de distributievoor schriften elk oogenblik om den steun van den geneesheer, b.v. ter verkrijging van melk, boter, wit brood of andere min of meer schaars aanwezige voedingsmiddelen. Wanneer een kind de school verzuimen moet wegens ziekte, of niet aan de licha melijke opvoeding mee mag doen wegens lichaamszwakte, wordt meestal een ge neeskundige verklaring verlangd ter be vestiging van de verklaring der ouders. Wanneer een zieke zijn werk wegens ziekte verzuimt, is een ziekenbriefje noodig en na de invoering van de invalidlteits- en ziektewetten zijn de geneeskundige ver klaringen steeds veelvuldlger geworden. Zoo wordt er op den werktijd van den arts steeds weer beslag gelegd voor der- gelijken administratieven rompslomp en het is begrijpelijk, dat de geneeskundigen niet onbeperkt aan al dergelijke verlan gens willen en kunnen voldoen. Een steeds grooter deel vooral van het spreekuur zou hierdoor ln beslag worden genomen ten koste van belangrijker werk. Steeds sterker is dan ook ln de laatste Jaren een streven naar voren gekomen, ln het gemeenschap pelijk belang van de patiënten en den medischen stand, om hierin bepaalde richtlijnen en grenzen te trekken. De noodzakelijkheid van het handhaven van den eed tot geheimhouding is hierbij al evenzeer betrokken als de noodzakelijk heid tot handhaving van een sfeer van onverzwakt vertrouwen tusschen patiënt en dokter. De ambtseed bestaat trouwens ook ter wille van deze sfeer van ver trouwen. De patiënt, die medische hulp noodig heeft, moet de onvoorwaardelijke zeker heid hebben, dat zijn bezoek en mede deelingen door den dokter als volstrekt vertrouwelijk worden beschouwd. Bestond deze zekerheid niet. dan zou menige zieke te zeer geneigd zijn de medische hulp niet onmiddellijk en dus wellicht te laat in te roepen of niet geneigd zijn al die gegevens te verstrekken, welke een geneesheer noo dig heeft ter beoordeeling van den toe stand. Intusschen is een medische verklaring in verschillende sociale omstandigheden noodzakelijk. Dit behoeft niet altijd een uiting van wantrouwen te zijn ten op zichte van wat de persoon, die ln zulk een verklaring genoemd wordt, zelf mededeelt al hangt dit vraagstuk toch ook wel samen met de vrees voor menschelijke zwak heden. Het „leugentje om bestwil" komt hierbij inderdaad vaak wat heel gemak kelijk over de lippen! Maar bovendien kan als regel de uitlating van den patiënt bezwaarlijk als een objectieve maatstaf en beoordeeling van den ziektetoestand gel den. Een medische verklaring kan dan ook als regel niet worden gemist. Het is echter onjuist hiervoor telkens weer den behan- delenden geneesheer in te schakelen. Aan vaardbaar is het, dat deze arts een een voudige verklaring afgeeft, dat 'n patiënt zich od een bepaalden datum onder zijn behandeling heeft gesteld en dat wederom een verklaring wordt afgegeven van den datum van ontslag uit de behandeling. Maar er behoort nauwlettend op te wor den toegezien, dat het ziekenbriefje niet meer vraagt dan redelijkerwijze verlangd kan en mag worden Als sterk waarschuwend voorbeeld dlene b.v. de volgende mogelijkheid, welke helaas aan de praktijk zelve is ontleend! Er bestaat ergens een onderlinge ver- eenlging van een bepaalde groep van per sonen, welke den leden na afloop van het KAMERPLANTEN IN DEN WINTER. De wintertijd is voor onze kamerplan ten een moeilijke tijd. De oorzaak hiervan is gelegen in de omstandigheid, dat door het branden van de kachel de atmosfeer ln de huiskamer droog is, waartegen de meeste planten niet zijn bestand. Deze gedijen niet altijd bepaald ln een hoogere warmte dan dit van de huiskamer, welke gemiddeld 60 gr. F. is. maar wel dient de lucht voldoende vocht te bevatten. Zoo een vochtige lucht treffen we aan bij een bloemist ln de broeikas, waarin bijv. de paden en muren en de grond tusschen de potten dagejljks wordt besproeid. Dit sproeien kunnen we ln de huiskamer niet doen en een eerste gevolg van droge lucht is het ontstaan van stof. Dit stof Vordt wel dagelijks van de kachel bijv. en van de op de piano staande snuiste rijen afgenomen, maar niet van de bla deren van onze planten en toch doet dat stof op deze laatste meer kwaad dan op de foto's op de schoorsteenmantel! Alle bla deren moeten voor een normale groei ademhalen en dit heeft plaats door de huidmondjes. Deze laatste nu raken door het bedoelde stof verstopt en kunnen hun werk niet meer doen. De planten gaan kwijnen, krijgen een gele kleur, laten blaadjes vallen enz. De ontwikkeling gaat stil staan en stilstand beteekent hier vooral achteruitgang. Schimmels doen de wor tels ziek worden, luis en ander ongedierte teisteren de bladeren en stengels. Een ge- vereenigingsjaar ziekengeld uitkeert wan neer het lid ln het afgeloopen jaar min stens drie weken ziek is geweest. Nu komt zulk een lid dus na afloop van het jaar bij zijn hulsarts bedelen om zulk een ver klaring. Maar al te vaak zal de behan delende arts vooral bij zijn fondsleden niet precies uit zijn boeken kunnen na gaan hoeveel ziektedagen zijn patiënt heeft gehad. Vaak ook zullen de volle 21 dagen net niet worden bereikt en kan evenmin volledig worden afgegaan op de door den patiënt verstrekte gegevens. Zoo ontstaat een moeilijk gewetenscon flict! Een dag korter ziek: geen zieken geld! Een dag langer ziek: drie weken ziekengeld! De opzet van zulk een onder linge vereenlglng ls onzedelijk en de po ging om de artsen hierin te betrekken ls dit al evenzeer Terecht verzet de Nederlandsche Maat schappij tot Bevordering der Geneeskunst zich zooveel mogelijk tegen dergelijke ex cessen en strijdt zij voor de aanstelling van controleerende geneeskundigen onder de leuze: Schelding van controle en be handeling. Bij de Invoering van de Onge vallenwet ls dit beginsel ook door de overheid aanvaard. De Rijksverzekerings bank beschikt over een staf van contro leerende aftsen, die geen pratijk uit oefenen, doch zich uitsluitend bemoeien met de beoordeeling van de arbeidsge schiktheid, den vermoedelljken duur der ziekte en met alle andere vraagstukken, die zich op medisch terrein hierbij kun nen voordoen. Bij de invoering van In validiteitswetten en Ziektewet ls dit be ginsel niet zoo volledig doorgevoerd en wordt, naast een aantal volledige ambte naren-artsen, ook medewerking verleend door geneesheeren, die daarnaast nog wel in een of anderen vorm geneeskundige praktijk uitoefenen. Tal van kleinere ziekteverzekeringsmaatschappijen laten controleeren door hulsartsen of specia listen. Wanneer deze medici hun eigen patiënten door anderen laten controleeren kan dit ln beginsel wel worden aanvaard. Echter kan dit vooral in kleinere plaat sen wel gemakkelijk aanleiding geven tot allerlei wrijvingen. In bepaalde afdeellngen van genoemde Maatschappij worden z.g. „bindende be sluiten" genomen, waarin het den leden verboden wordt ziekenbriefjes af te geven. Hier wordt dus absolute geheim houding opgelegd. Wel moeten dan aan de controleerende artsen wanneer dezen eerst den patiënt onderzocht hebben alle gewenschte inlichtingen worden ver strekt. Andere afdeellngen laten den leden meer indlvidueele vrijheid, omdat zij mee- nen dat zulk een absoluut zwijgen te ver gaat of althans binnen het gebied van hun afdeeling niet noodzakelijk of niet doorvoerbaar is. Zulk een bindend be sluit heeft een hoog ideëelen zoowel als een nuchter praetischen ondergrond. De persoonlijke vrijheid van handelen en be slissen wordt er echter door aan banden gelegd en dit is voor iederen rechtgeaar- den Nederlander en dus ook voor den arts een zeer teer punt! De idëele zijde van het absolute verbod in deze, dat de behandelende arts zich uitsluitend wenscht te bemoeien met de behandeling van zijn patiënt en hierbij niets te maken heeft met anderen. De praktische zijde is deze. dat het publiek de meerdere of mindere bereidwilligheid tot het afgeven van allerlei helaas soms ook onware verklaringen als maatstaf gebruikt om den arts op zijn bruikbaar heid en bekwaamheid te beoordeelen. Hij, die nauwkeurig en plichtsgetrouw geval voor geval beoordeelt en dus een aantal verklaringen weigert, ls stroef en onbruik baar. Hij, die uit goedigheid, lichtgeloo- vigheid of andere motleven hierin een groote mate van soepelheid betracht is de gevierde man. Dit is begrijpelijk, want het publiek is nu eenmaal meestal niet in staat de bekwaamheid van den arts te beoordeelen naar zijn werkelijke medische kennis! Deze kan als regel niet door den leek worden nagegaan. Het publiek zoekt dus andere mogelijkheden van beoordee ling en vindt deze ln verschillende, vaak niet medische, daden en gedragingen van den arts. Zoo kan zelfs de geneeskundige verklaring oneerlijke concurrentie in de hand werken en de goede collegiale ver houdingen ter neer drukken, soms zelfs zonder dat de medici hieraan zelf schuld hebben Deze collegiale verhouding moet ln de allereerste plaats in het belang van de aan onze zorgen toevertrouwde zieken hooggehouden worden. Het ligt buiten het bestek van dezen brief hier dieper op in te gaan. maar het is een alom erkende waarheid, dat alles, wat de onderlinge verhouding der geneesheeren schaadt, ooi; onmiddellijk schade dreigt toe te brengen aan de zieken. De strijd tegen het zieken briefje en zijn uitwassen is daarom in alle opzichten van groot sociaal b-lang. P. N. N. volg is dat vele planten in den kaoheltljl ten gronde gaan. BIJ het lezen van bovenstaande blijkt al dadelijk dat gedurende den winter de kamer, waar planten staan veel gelucht moet worden. Hel zachte weer, waardoor deze winter zich kenmerkt tot nog toe, geeft daartoe volop gelegenheid Een lichte plaats dient ln de kamer te worden opge zocht en dat ls dus dicht bij de ramen Om te voorkomen dat de planten éénzijdig worden draaien we ze geregeld eens om. Het stofschoon houden van de bladeren gaat 't best door de plant eens per week buiten te plaatsen en af te broesen met water op kamertemperatuur. Van palmen Aspidistra, Clivia, Aaronskelk e.d. worden de bladeren eens per week aan beide kan ten met een zachte spons afgewasschen. Een groote vraag ls steeds of een plant in den winter veel of weinig water moet ontvangen. Om hierin een goed inzicht te bekomen vrage men zich zelf af in welke periode de bewuste plant gedu rende den wintertijd verkeert. Om hierin duidelijk te zijn, deelen we de planten ln drie groepen ln. lo. De groep, welke we zooveel mogelijk zonder groei den winter willen doorbren gen. Hiertoe behooren vooral die planten, welke gedurende den zomer de tuin of de kamer versieren, maar die ln den winter zoo kalm mogelijk moeten worden gehou den. Hiertoe behooren bijv. Fuchsia, Lau rieren, Hortensia, Agave, e.d. Deze plan ten kunnen desnoods in kelder of in een vorstvrije schuur overblijven en behoeven desnoods weinig licht. In de maanden De cember en Januari mogen ze zoo goed als geen water, van Fuchsia's' en Hortensia mogen bijv. gerust de bladeren afvallen. In het voorjaar, bijv. in Maart geven we geregeld wat meer water en in Mei wor den deze planten bulten gebracht na van nieuwe pot- of kulpaarde te zijn voorzien In den beginne geve men een beschutte standplaats en bescherme deze gewassen voor de late nachtvorsten. 2e. Groep Hiertoe behooren die soor ten, welke den winter binnenshuis door brengen met de bedoeling in den zomer bulten te bloeien, bijv. Geraniums (Pelar goniums) kleine margerieten e.d. Deze planten (oude of jonge) moeten ln den winter een matige temperatuur ontvangen' en genoeg water om in leven te blijven niet meer. Dus in December en Januari ook weinig. Het uitdrogen en dus het gie ten van deze planten kan worden voorko men door de potten ln kistjes te plaatsen en de tusschenruimten op te vullen met vooraf vochtig gemaakte fijne turfmolm. Wanneer deze plantjes veel water krijgen gaan ze sterk groeien, welk gewas meestal in den zomer weer verloren gaat. 3e Groep. Hiertoe behooren die gewas sen, welke zich als echte winter bloeiers kenmerken, en dus veel als kamerplanten worden gebruikt. We noemen Azalea, Aaronskelk, Cineraria, Clivia, wlnter- bloelende Geranium, e. m. a. Al deze ge wassen vragen een zeer matige warmte en vooral een zoo licht mogelijke standplaats Zoolang de planten ln knop staan vTagen ze matige begieting. Gaan de knoppen zichtbaar zwellen of wel ontplooien ze zich tot bloem dan dient geregeld dagelijks ge goten. Bij dit matig gieten dient men er op bedacht te zijn, dat de aarden pot ook gemakkelijk Uitdroogt en heel wat water tot zich trekt. Om het uitdrogen van pot ten tegen te gaan doet men goed de plant af en toe met de pot in lauw water te plaatsen. Men zorge dat geen water in de onder de pot geplaatste schotels blijft staan. Dit veroorzaakt zure grond en zieke wortels. Over sommige soorten een volgende maal uitvoeriger. Vragen op Tuinbouwgebied aan de Redactie onder motto „Tuinbouw." VOOR KLEINE TUINEN. Winter. Een bekend spreekwoord zegt: als de dagen beginnen te lengen begint de koude te strengen. We houden er rekening mede en controleeren of hier of daar nog plan ten onze hulp noodig hebben om door den winter te komen. Nu het zoo lang buiten gewoon zacht weer is geweest zijn tal van vroegbloeiende planten al sterk ontwikkeld en deze loopen daardoor bijzonder gevaar van winterkoude te lijden. Eenige beschut ting van dennenrljs of ander materiaal is daarom voor deze planten wenschelijk. Planten, die we op deze wijze gaarne be schutten zijn o.a. Adonis amurensis, Anchusa myosotififlora, Bellis perennis of dubbel madeliefje, Eranthis hiemalis of winter-aconiet, Aubrietia en Saxifraga- of steenbreeksoorten. Ook zijn er soorten, die beschermd moeten worden tegen te veel vocht. Dit ls o.a. het geval met Edelweiss of Leontopodlum alplnum, Thymsoorten als Thymus lanuginosus, T. Serpyllum, Hütchinsia alpina, Saxifraga cotyledon pyramidalls, S. Longifolia e.a. Gewoonlijk brengen we boven deze soorten eenige stukken glas aan, welke we op een paar steenen of bloempotjes leggen. Natuurlijk zullen we dergelijke gevoelige soorten zoo veel mogelijk op hooge en droge tuinge- deelten planten, maar ook dan moeten we deze voorzorgsmaatregelen niet verzui men. In het algemeen worden rozen tegen woordig niet of weinig gedekt, maar toch moeten we een uitzondering maken voor meer zachte soorten en voor alle rozen die pas geplant zijn. Struikrozen worden aan gehoogd met turfmolm of bij ruimen stand kan men de omringende aarde gebruiken voor aanhooging. Verder kan men er wat dennentakken tusschen leggen. Stamrozen kunnen we Inpakken met dennentakken, welke we er omheen binden, terwijl om de oculatieplaats een weinig houtwol of droog spnagnum kan worden aangebracht. Ook kunnen we de kroontjes op den grond bulgen en met aarde of turfmolm bedek ken. Denk ook aan de bedekking van niet geheel winterharde bolgewassen als hya cinthen, bollrissen en Ixia's. waarover we een laag droge turfmolm aanbrengen. Bij zondere zorg vragen nu onze bakken, waarin niet winterharde planten zijn on dergebracht. We dekken deze bakken eiken avond, ook al verwachten we geen nacht vorst. Het weer kan Immers Ineens omslaan en na een regenachtlgen nacht kan het soms in den ochtend eenige graden vrie zen. Maar ook hebben de planten licht noodig en daarom zullen we, wanneer het weer het toelaat, 's morgens al vroeg afdekken en de ramen afvegen. Bij zacht weer de ramen ook luchten. 4-2

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 8