KUSTTRAWLER
KATWIJKERS
LEIDSCH DAGBLAD - Tweede Blad
Zaterdag 19 Januari 1935
UIT DE OMSTREKEN.
LEGPOTERS
ADVERTEERT IN HET
LEIDSCH DAGBLAD
W. VAN BEELEN Cz
GENEESKUNDIGE BRIEYEN.
LAND- EN TUINBOUW.
OEGSTGEEST.
GEMEENTERAAD
De Gemeentebegrooting.
Ter verdere behandeling der gemeente
begrooting kwam de voltallige Raad gis
teravond onder leiding van burgemeester
A. J. van Gerrevink in openbare vergade
ring bijeen. De mededeelingen. waaronder
missiven van Ged. Staten houdende goed
keuring van verschillende Raadbesluiten.
werden voor kennisgeving aangenomen.
De heer Paardekooper kwam terug op
den reeds lang in de gemeente gekoester-
den wensch het vuil niet te verbranden,
doch te doen vervoeren. De heer Kortman
had de mogelijkheid van den afvoer on
derzocht en was bot de conclusie gekomen,
dat de opmerkingen van B. en W tegen
het verlangen van vuilafvoer onjuist zijn.
De gemeente Nieuwkoop garandeert een
constante afvoer gedurende een termijn
van 20 jaar. Volgens het tarief, waarover
thans met Leiden door Nieuwkoop wordt
onderhandeld, zou voor de gemeente
Oegstgeest de uitgave op ruim f 3000 ko
men. De burgem zeide toe. dat B en W. op
deze basis zeer zeker met Nieuwkoop
nieuwe onderhandelingen zullen aan-
knoopen.
De heer Paardekooper wees er op, dat
dit geheel de bedoeling der commissie
was. De heer Bakker betreurde het uit
de discussie tot de conclusie te moeten
komen, dat B. en W. van deze veranderde
condities niets bekend was en drong aan
op een zeer ernstig onderzoek, waaronder
dan andere eventueele afnemers zullen
worden begrepen.
De heer Paardekooper herinnerde er aan,
dat de tijdelijke opzichter van gemeente
werken is aangesteld ln een tijdperk, dat
vele groote werken werden uitgevoerd, zJ.
is deze beambte thans overbodig. Worden
weer groote werken ter hand genomen,
dan kan weder een aanstelling volgen. De
voorzitter antwoordde, dat B en W. nooit
zich zullen verzetten tegen afvloeiing van
overbodige ambtenaren Handhaving van
dezen ingewerkten ambtenaar moest hij
ten sterkste adviseeren. De heer Paarde
kooper handhaafde zijn meening, dat
wanneer er mogelijkheid is op een half
jaar werk dan niet een vol jaar salaris
uitgetrokken moet worden.
De voorzitter wees er op. dat de practijk
leert dat men vaak tijdelijke ambtenaren
moet handhaven omdat het werk dusdanig
is toegenomen, dat hun afwezigheid zou
schaden. Op verzoek van den heer Krui-
zinga werd de kwestie tot een besloten
vergadering uitgesteld.
Nu alle subsidies met 10% zijn verlaagd
achtte de heer Paardekooper voor de
Leidsche Hout een subsidie van f. 250
per jaar ruim voldoende.
De heer van Breda bepleitte algeheele
schrapping. Dr. Simon Thomas sloot zich
bij de meening van de commissie aan uit
overwegingen van financieelen aard, doch
niet met de overwegingen der commissie
wat de zedelijkheid betreft.
Billijk kwam het hem voor hierop even
als alle andere subsidies 10% te korten.
De heer Kortman bepleitte een geleide
lijke vermindering der subsidie. De heer
Krulzinga meende, dat de Leidsche Hout
beschouwd moet worden als een streek-
monument en bepleitte algeheele hand
having, hetgeen de heer Bakker onder
steunde. De voorzitter wees op de niet in
cijfers uit te drukken waarde van den
Leidsche Hout, het onderhoud kost jaar
lijks ongeveer f. 5000.-. De subsidie van
f. 500 is dus niets meer dan een even
redig aandeel in het onderhoud en dat,
terwijl de bewoners meer en gemakkelij
ker van deze instelling kunnen profitee-
ren. Elke korting ontried spr. dan ook
ten sterkste. Het voorstel van B. en W.
werd tenslotte verworpen met de stem
men van de heeren Kraan. Kortman
Paardekooper, v Breda, Den Ouden, Uiten-
boogaard. dr. Simon Thomas en Kuiken
tegen. Het voorstel van dr. Simon Thomas
werd aangenomen met de stemmen van
de heeren Kraan, Paardekooper, v. Breda,
pitenboogaard en Kuiken tegen.
De heer Paardekooper bepleitte hulp
verleening via het Burgerlijk Armbestuur
in die gevallen, waarin de ondersteunde
werkloozen deze extra-hulp niet missen
kunnen. De voorzitter wees er in dit ver
band op. dat het Burg Armbestuur een
zelfstandig lichaam is, las van den ge
meenteraad en herinnerde aan de recente
circulaire van den minister van sociale
zaken.
In antwoord op dr. Simon Thomas deel
de de voorzitter mede, dat verwacht mag
worden, dat dit jaar weer meer uitge
geven zal moeten worden aan steunver-
leening via het Burgerlijk Armbestuur en
aan steunverleening aan werkloozen De
heer Kruizinga wees er op de hooge hu
ren in deze gemeente ook voor de onder
steunde werkloozen, welke soms meer dan
30% der steun elscht en bepleitte de ver
strekking van een huurtoeslag, welke ook
door den minister is toegestaan. Het be
zwaar, dat wethouder Zandbergen sig
naleerde, dat een huurtoeslag een sub
sidie aan huiseigenaren is, onderschreef
hij volkomen. De voorzitter wees er op, dat
van een tekort aan goedkoope woningen
geen sprake is. In dit verband wees de
heer Kruizinga er op dat zelfs de goed
koopste woningen van sommige groepen
der ondersteunden 50° der steun eischen.
De heer Kruizinga stelde daarom vóór de
ondersteunde werkloozen een huurtoeslag
van f. 1,- te verleenen. Wethouder van
Egmond adviseerde de kwestie in handen
van B. en W. te stellen om praeadvies.
waarbij de heer Kruizinga zich aansloot,
doch de heer Paardekooper zich verzette.
Hiertoe werd met de stemmen van de
van de heeren Bakker, Kraan Kortman,
Paardekooper en Uitenboogaard tegen be
sloten. Dr. Simon Thomas informeerde of
de werkloosheid zóó is toegenomen, dat
thans aan werkverschaffing en steun
verleening 200% van het tot nu toe uit
trokken bedrag zal moeten worden uitge
geven. Wethouder Van Egmond wees
er op, dat het het streven van
B. en W. is. dit jaar alle werkloozen een
bepaalden tijd in gemeentedienst te ne
men. Hierdoor is de post productief werk
grooter geworden Desondanks zal het
aantal werkloozen ten laste der gemeente
T( koop, eerste klasse goedgekeurde
Klasse B Eigenheimers f.2.50 p. baal
Klasse B. Redstar f. 2,60 p baal
Tevens puikbeste Eetaardappelen tegen concur
reerenden prijs. Te bevragen: 5071
S. BARNH00RN, Vaurtorenstr. 9. Katwijk a.Sae
TE KOOP, zeer billijke prijs.
Ca. 30 Meter lang, ca. 7 Mtr. breed.
Br. Bur. v. d. Blad onder No. 5052.
HET BLED T00R KATWIJK IH OMSTREKEN
GEEFT UW ADVERTENTIËN EN
ABONNEMENTEN OP AAN DEN AGENT
DIE ALLE INLICHTINGEN VERSTREKT
grooter zijn dan het vorige jaar, toen
bulten de gemeente om verschillende
groote werken werden uitgevoerd, waarbij
werklieden, die anders als werkloozen ten
laste der gemeente gekomen zouden zijn,
werkten.
De invoering van een honden- en ver
makelijkheidsbelasting, welke de heer
Kortman bepleitte, ontried de voorz. ge
zien de zeer geringe opbrengst ten sterk
ste. In antwoord op de vraag om de be
grooting van het grondbedrijf van een
memorie van toelichting vergezeld te doen
gaan, stelde de voorzitter den elsch dat
de Raad dan den leden hieromtrent ge
heimhouding oplegt: waarmede alle leden
zich konden vereenigen. Den heer Paarde
kooper kwam de aanleg van tegel trottoirs
in den vorm als door B. en W bepleit,
meer als verfraaiing voor dan als nood
zakelijkheid. De voorzitter deelde mede,
dat de prijs thans 1/5 van den geraamden
prijs is, zoodat het geraamde bedrag on
geveer met 1/5 verminderd kan worden.
Nu d kostprijs vergeleken bij enkele jaren
geleden aanmerkelijk is gedaald, meende
het college, dat nu de tijd gekomen Is de
aanleg te versnellen, tegenover het rente
verlies van het grondkapitaal bij versnelde
uitvoering staat de mogelijkheid dat de
prijs der tegels weer zal stijgen, waarmede
het renteverlies ten volle gedekt zou zijn
De heer Paardekooper merkte op, dat
sedert het maken der begrooting de prijs
nog 1/5 gedaald ls.
De heer Uitenboogaard drong er op aan
met een gedeeltelijken aanleg te beginnen
en zeker niet meer dan een derde uit te
voeren, dus het voorstel der commissie.
Dit voorstel werd verworpen met de stem
men van de heeren Bakker, Kraan, Kort
man, Paardekooper, v. Breda en Uiten
boogaard voor. Op verzoek van dr. Simon
Thomas zullen B en W. onderzoeken of
het mogelijk ls de trottoirs iets smaller
te maken.
In afwijking zijner aanvankelijke mee
ning, deelde de voorzitter mede, thans
niet meer de zekerheid te hebben dat In
deeling der gemeente ln een hoogere
klasse voor de personeele belasting niet
mogelijk ls. Op verzoek van den heer
Paardekooper werd een en ander in be
sloten vergadering nader besproken.
Na heropening der openbare vergade
ring besloot de raad het aantal opcenten
op de personeele belasting te bepalen op
149, dus ln afwijking van het voorstel der
commissie (140) en dat van B. en W. (155).
De gemeente-begrooting werd vervol
gens zhst. goedgekeurd, sluitende in
den gewonen dienst in ontvangsten en
uitgaven op f. 447.061,96 en kapitaaldlenst
ontvangsten f. 62.997,80 en uitgaven
f, 60.302,80.
Bij de rondvraag deelde de voorzitter
op een vraag van den heer Kortman mede,
dat voor de Dorpsstraat, een gedeelte van
de Kempenaerstraat en enkele andere
smalle straten een inhaalverbod zal wor
den ingsteld voor auto's en motoren.
SASSENHEIM.
Burgerlijke Stand.
Geboren: Paulina Johanna, d. van P.
Roelandse en J. M. Hoogervorst Neeltje
Maria, d. van J. Bette en A. Verhoef
Johannes, z. van M. Tangeman en A.
van der Werf.
Loop der Bevolking.
Gevestigd: A. C. H. van Riet, Hoofd
straat 305, van Haarlem C. van der
Maden. Menneweg 22, van Haarlemmer
meer; A. M. Elstgeest, Fl. Schoutenstraat
24, van Haarlemmermeer; A. Roodenburg,
Warmonderdam 25, van Haarlemmermeer;
S. C. Doll, St Bernardus, van Zoeterwoude;
F. H. Doll, id, id.: P. J. Scholte Hoofdstr.
310, van Leiden; C. Zandbergen, Warmon
derdam 25, van Oegstgeest; J. M. van der
Voort, Oude Poststraat 9, van Den Haag;
J. C. P. Elstgeest en gez., Charbonlaan 21,
van Lisse.
Vertrokken: A. Th. Elstgeest. Fl Schou
tenstraat 24, naar Den Haag; W. v. d.
Zwart, Burchtstraat 11, naar Oegstgeest;
A. van Duijvenbode. Weltevreden 5. naar
Leiden; M J. van Voorbergen, Hoofdstr.
261. naar Alphen a. d. Rijn
Gevonden voorwerpen: een hamer,
eeff vermoedelijk zilveren broche, een
waterproofzell. een auto-nummerbord met
stop- en achterlicht, twee belastlngmer-
ken 1934-1935, drie parapluies.
Inlichtingen worden door de politie ver
strekt.
HET ZIEKENBRIEFJE.
De geneesheer staat bij zijn dagelijksche
bezigheden steeds midden ln het woelige
leven. Het kan daarom geen verbazing
wekken, dat de taak van den arts zich niet
beperken kan tot de geneeskundige ver
zorging van den zieke zonder meer.
Verschillende gebieden van de meer al-
gemeene gezondheidszorg staan direct of
indict onder leiding van de overheid en
daarom is het begrijpelijk, dat een aantal
sociaalgeneeskundlge plichten wettelijk
zijn voorgeschreven. Reeds bij de eerste
vestiging van een geneesheer komt dit tot
uiting in den plicht van den arts hiervan
kennis te geven aan den inspecteur van
de volksgezondheid, binnen wiens ambts
gebied de plaats van vestiging is gelegen.
Bovendien moet het artsdiploma, waaraan
de geneeskundige het recht ontleent prak
tijk uit te oefenen, ter teekening aan den
burgemeester ter plaatse worden aange
boden.
Wanneer een dokter bij een bevalling
tegenwoordig is geweest, ls hij onder be
paalde omstandigheden wettelijk verplicht
voor de aangifte van den nieuwen wereld
burger zorg te dragen. Na het overlijden
van een patiënt is de arts verplicht een
akte van overlijden in te vullen en te
onderteekenen. Deze akte ls allereerst
noodzakelijk om toestemming tot begraven
te kunnen verkrijgen. Bovendien wordt
hierdoor inzicht in de doodsoorzaken ver
kregen. Dit is van groote waarde voor de
statistiek en heeft ook practische betee-
kenls. Zoo wordt immers voor de verschil
lende ziekten bekend of de sterfte aan
zulk een ziekte zich ln dalende dan wel in
stijgende lijn beweegt. Bij het invullen en
verwerken van deze akte van overlijden
wordt een aantal voorzorgen ln acht ge
nomen ter voorkoming van schending van
den medischen ambtseed tot geheimhou
ding
Wanneer bepaalde gevallen van besmet
telijke ziekten worden vastgesteld, heeft
de geneeskundige eveneens verschillende
wettelijke plichten te vervullen. Deze heb
ben alle ten doel zoo goed mogelijk te
voorkomen, dat de patiënt een bron zou
worden van nieuwe besmettingen.
Hier vordert het algemeen belang
terecht dat de overheid inlichtingen ver
krijgt ter beveiliging van de medeburgers
en de geneesheer kan zich ln zulke ge
vallen niet achter zijn ambtseed verschui
len en weigeren deze Inlichtingen te
verstrekken.
Bij verschillende ongevallen ls de arts
ook verplicht tot aangifte en Invulling van
diverse formulieren mede te werken en wel
bij die verschillende bedrijfsongevallen,
waarbij de staat regelend ls opgetreden en
de behandeling dan ook voor rekening van
de Rijksverzekeringsbank of van daarmede
gelijkgestelde organisaties van particulier
initiatief geschiedt.
Er zijn nog vele andere omstandigheden
op te sommen, waarbij aan den behande-
lenden geneesheer een of andere verkla
ring over den zieke wordt gevraagd, in de
oorlogsjaren vroegen de distributievoor
schriften elk oogenblik om den steun van
den geneesheer, b.v. ter verkrijging van
melk, boter, wit brood of andere min of
meer schaars aanwezige voedingsmiddelen.
Wanneer een kind de school verzuimen
moet wegens ziekte, of niet aan de licha
melijke opvoeding mee mag doen wegens
lichaamszwakte, wordt meestal een ge
neeskundige verklaring verlangd ter be
vestiging van de verklaring der ouders.
Wanneer een zieke zijn werk wegens ziekte
verzuimt, is een ziekenbriefje noodig en
na de invoering van de invalidlteits- en
ziektewetten zijn de geneeskundige ver
klaringen steeds veelvuldlger geworden.
Zoo wordt er op den werktijd van den
arts steeds weer beslag gelegd voor der-
gelijken administratieven rompslomp en
het is begrijpelijk, dat de geneeskundigen
niet onbeperkt aan al dergelijke verlan
gens willen en kunnen voldoen. Een steeds
grooter deel vooral van het spreekuur zou
hierdoor ln beslag worden genomen ten
koste van belangrijker werk. Steeds sterker
is dan ook ln de laatste Jaren een streven
naar voren gekomen, ln het gemeenschap
pelijk belang van de patiënten en den
medischen stand, om hierin bepaalde
richtlijnen en grenzen te trekken. De
noodzakelijkheid van het handhaven van
den eed tot geheimhouding is hierbij al
evenzeer betrokken als de noodzakelijk
heid tot handhaving van een sfeer van
onverzwakt vertrouwen tusschen patiënt
en dokter. De ambtseed bestaat trouwens
ook ter wille van deze sfeer van ver
trouwen.
De patiënt, die medische hulp noodig
heeft, moet de onvoorwaardelijke zeker
heid hebben, dat zijn bezoek en mede
deelingen door den dokter als volstrekt
vertrouwelijk worden beschouwd. Bestond
deze zekerheid niet. dan zou menige zieke
te zeer geneigd zijn de medische hulp niet
onmiddellijk en dus wellicht te laat in te
roepen of niet geneigd zijn al die gegevens
te verstrekken, welke een geneesheer noo
dig heeft ter beoordeeling van den toe
stand.
Intusschen is een medische verklaring
in verschillende sociale omstandigheden
noodzakelijk. Dit behoeft niet altijd een
uiting van wantrouwen te zijn ten op
zichte van wat de persoon, die ln zulk een
verklaring genoemd wordt, zelf mededeelt
al hangt dit vraagstuk toch ook wel samen
met de vrees voor menschelijke zwak
heden. Het „leugentje om bestwil" komt
hierbij inderdaad vaak wat heel gemak
kelijk over de lippen! Maar bovendien
kan als regel de uitlating van den patiënt
bezwaarlijk als een objectieve maatstaf en
beoordeeling van den ziektetoestand gel
den. Een medische verklaring kan dan ook
als regel niet worden gemist. Het is echter
onjuist hiervoor telkens weer den behan-
delenden geneesheer in te schakelen. Aan
vaardbaar is het, dat deze arts een een
voudige verklaring afgeeft, dat 'n patiënt
zich od een bepaalden datum onder zijn
behandeling heeft gesteld en dat wederom
een verklaring wordt afgegeven van den
datum van ontslag uit de behandeling.
Maar er behoort nauwlettend op te wor
den toegezien, dat het ziekenbriefje niet
meer vraagt dan redelijkerwijze verlangd
kan en mag worden
Als sterk waarschuwend voorbeeld dlene
b.v. de volgende mogelijkheid, welke
helaas aan de praktijk zelve is ontleend!
Er bestaat ergens een onderlinge ver-
eenlging van een bepaalde groep van per
sonen, welke den leden na afloop van het
KAMERPLANTEN IN DEN WINTER.
De wintertijd is voor onze kamerplan
ten een moeilijke tijd. De oorzaak hiervan
is gelegen in de omstandigheid, dat door
het branden van de kachel de atmosfeer
ln de huiskamer droog is, waartegen de
meeste planten niet zijn bestand. Deze
gedijen niet altijd bepaald ln een hoogere
warmte dan dit van de huiskamer, welke
gemiddeld 60 gr. F. is. maar wel dient de
lucht voldoende vocht te bevatten. Zoo
een vochtige lucht treffen we aan bij een
bloemist ln de broeikas, waarin bijv. de
paden en muren en de grond tusschen de
potten dagejljks wordt besproeid. Dit
sproeien kunnen we ln de huiskamer niet
doen en een eerste gevolg van droge
lucht is het ontstaan van stof. Dit stof
Vordt wel dagelijks van de kachel bijv.
en van de op de piano staande snuiste
rijen afgenomen, maar niet van de bla
deren van onze planten en toch doet dat
stof op deze laatste meer kwaad dan op de
foto's op de schoorsteenmantel! Alle bla
deren moeten voor een normale groei
ademhalen en dit heeft plaats door de
huidmondjes. Deze laatste nu raken door
het bedoelde stof verstopt en kunnen hun
werk niet meer doen. De planten gaan
kwijnen, krijgen een gele kleur, laten
blaadjes vallen enz. De ontwikkeling gaat
stil staan en stilstand beteekent hier vooral
achteruitgang. Schimmels doen de wor
tels ziek worden, luis en ander ongedierte
teisteren de bladeren en stengels. Een ge-
vereenigingsjaar ziekengeld uitkeert wan
neer het lid ln het afgeloopen jaar min
stens drie weken ziek is geweest. Nu komt
zulk een lid dus na afloop van het jaar
bij zijn hulsarts bedelen om zulk een ver
klaring. Maar al te vaak zal de behan
delende arts vooral bij zijn fondsleden
niet precies uit zijn boeken kunnen na
gaan hoeveel ziektedagen zijn patiënt
heeft gehad. Vaak ook zullen de volle 21
dagen net niet worden bereikt en kan
evenmin volledig worden afgegaan op de
door den patiënt verstrekte gegevens.
Zoo ontstaat een moeilijk gewetenscon
flict! Een dag korter ziek: geen zieken
geld! Een dag langer ziek: drie weken
ziekengeld! De opzet van zulk een onder
linge vereenlglng ls onzedelijk en de po
ging om de artsen hierin te betrekken ls
dit al evenzeer
Terecht verzet de Nederlandsche Maat
schappij tot Bevordering der Geneeskunst
zich zooveel mogelijk tegen dergelijke ex
cessen en strijdt zij voor de aanstelling
van controleerende geneeskundigen onder
de leuze: Schelding van controle en be
handeling. Bij de Invoering van de Onge
vallenwet ls dit beginsel ook door de
overheid aanvaard. De Rijksverzekerings
bank beschikt over een staf van contro
leerende aftsen, die geen pratijk uit
oefenen, doch zich uitsluitend bemoeien
met de beoordeeling van de arbeidsge
schiktheid, den vermoedelljken duur der
ziekte en met alle andere vraagstukken,
die zich op medisch terrein hierbij kun
nen voordoen. Bij de invoering van In
validiteitswetten en Ziektewet ls dit be
ginsel niet zoo volledig doorgevoerd en
wordt, naast een aantal volledige ambte
naren-artsen, ook medewerking verleend
door geneesheeren, die daarnaast nog wel
in een of anderen vorm geneeskundige
praktijk uitoefenen. Tal van kleinere
ziekteverzekeringsmaatschappijen laten
controleeren door hulsartsen of specia
listen. Wanneer deze medici hun eigen
patiënten door anderen laten controleeren
kan dit ln beginsel wel worden aanvaard.
Echter kan dit vooral in kleinere plaat
sen wel gemakkelijk aanleiding geven
tot allerlei wrijvingen.
In bepaalde afdeellngen van genoemde
Maatschappij worden z.g. „bindende be
sluiten" genomen, waarin het den leden
verboden wordt ziekenbriefjes af te
geven. Hier wordt dus absolute geheim
houding opgelegd. Wel moeten dan aan
de controleerende artsen wanneer dezen
eerst den patiënt onderzocht hebben
alle gewenschte inlichtingen worden ver
strekt. Andere afdeellngen laten den leden
meer indlvidueele vrijheid, omdat zij mee-
nen dat zulk een absoluut zwijgen te ver
gaat of althans binnen het gebied van
hun afdeeling niet noodzakelijk of niet
doorvoerbaar is. Zulk een bindend be
sluit heeft een hoog ideëelen zoowel als
een nuchter praetischen ondergrond. De
persoonlijke vrijheid van handelen en be
slissen wordt er echter door aan banden
gelegd en dit is voor iederen rechtgeaar-
den Nederlander en dus ook voor den
arts een zeer teer punt!
De idëele zijde van het absolute verbod
in deze, dat de behandelende arts zich
uitsluitend wenscht te bemoeien met de
behandeling van zijn patiënt en hierbij
niets te maken heeft met anderen. De
praktische zijde is deze. dat het publiek de
meerdere of mindere bereidwilligheid tot
het afgeven van allerlei helaas soms
ook onware verklaringen als maatstaf
gebruikt om den arts op zijn bruikbaar
heid en bekwaamheid te beoordeelen. Hij,
die nauwkeurig en plichtsgetrouw geval
voor geval beoordeelt en dus een aantal
verklaringen weigert, ls stroef en onbruik
baar. Hij, die uit goedigheid, lichtgeloo-
vigheid of andere motleven hierin een
groote mate van soepelheid betracht is de
gevierde man. Dit is begrijpelijk, want het
publiek is nu eenmaal meestal niet in
staat de bekwaamheid van den arts te
beoordeelen naar zijn werkelijke medische
kennis! Deze kan als regel niet door den
leek worden nagegaan. Het publiek zoekt
dus andere mogelijkheden van beoordee
ling en vindt deze ln verschillende, vaak
niet medische, daden en gedragingen van
den arts. Zoo kan zelfs de geneeskundige
verklaring oneerlijke concurrentie in de
hand werken en de goede collegiale ver
houdingen ter neer drukken, soms zelfs
zonder dat de medici hieraan zelf schuld
hebben Deze collegiale verhouding moet
ln de allereerste plaats in het belang van
de aan onze zorgen toevertrouwde zieken
hooggehouden worden. Het ligt buiten het
bestek van dezen brief hier dieper op in
te gaan. maar het is een alom erkende
waarheid, dat alles, wat de onderlinge
verhouding der geneesheeren schaadt, ooi;
onmiddellijk schade dreigt toe te brengen
aan de zieken. De strijd tegen het zieken
briefje en zijn uitwassen is daarom in alle
opzichten van groot sociaal b-lang.
P. N. N.
volg is dat vele planten in den kaoheltljl
ten gronde gaan.
BIJ het lezen van bovenstaande blijkt
al dadelijk dat gedurende den winter de
kamer, waar planten staan veel gelucht
moet worden. Hel zachte weer, waardoor
deze winter zich kenmerkt tot nog toe,
geeft daartoe volop gelegenheid Een lichte
plaats dient ln de kamer te worden opge
zocht en dat ls dus dicht bij de ramen
Om te voorkomen dat de planten éénzijdig
worden draaien we ze geregeld eens om.
Het stofschoon houden van de bladeren
gaat 't best door de plant eens per week
buiten te plaatsen en af te broesen met
water op kamertemperatuur. Van palmen
Aspidistra, Clivia, Aaronskelk e.d. worden
de bladeren eens per week aan beide kan
ten met een zachte spons afgewasschen.
Een groote vraag ls steeds of een plant
in den winter veel of weinig water moet
ontvangen. Om hierin een goed inzicht
te bekomen vrage men zich zelf af in
welke periode de bewuste plant gedu
rende den wintertijd verkeert. Om hierin
duidelijk te zijn, deelen we de planten ln
drie groepen ln.
lo. De groep, welke we zooveel mogelijk
zonder groei den winter willen doorbren
gen. Hiertoe behooren vooral die planten,
welke gedurende den zomer de tuin of de
kamer versieren, maar die ln den winter
zoo kalm mogelijk moeten worden gehou
den. Hiertoe behooren bijv. Fuchsia, Lau
rieren, Hortensia, Agave, e.d. Deze plan
ten kunnen desnoods in kelder of in een
vorstvrije schuur overblijven en behoeven
desnoods weinig licht. In de maanden De
cember en Januari mogen ze zoo goed als
geen water, van Fuchsia's' en Hortensia
mogen bijv. gerust de bladeren afvallen.
In het voorjaar, bijv. in Maart geven we
geregeld wat meer water en in Mei wor
den deze planten bulten gebracht na van
nieuwe pot- of kulpaarde te zijn voorzien
In den beginne geve men een beschutte
standplaats en bescherme deze gewassen
voor de late nachtvorsten.
2e. Groep Hiertoe behooren die soor
ten, welke den winter binnenshuis door
brengen met de bedoeling in den zomer
bulten te bloeien, bijv. Geraniums (Pelar
goniums) kleine margerieten e.d. Deze
planten (oude of jonge) moeten ln den
winter een matige temperatuur ontvangen'
en genoeg water om in leven te blijven
niet meer. Dus in December en Januari
ook weinig. Het uitdrogen en dus het gie
ten van deze planten kan worden voorko
men door de potten ln kistjes te plaatsen
en de tusschenruimten op te vullen met
vooraf vochtig gemaakte fijne turfmolm.
Wanneer deze plantjes veel water krijgen
gaan ze sterk groeien, welk gewas meestal
in den zomer weer verloren gaat.
3e Groep. Hiertoe behooren die gewas
sen, welke zich als echte winter bloeiers
kenmerken, en dus veel als kamerplanten
worden gebruikt. We noemen Azalea,
Aaronskelk, Cineraria, Clivia, wlnter-
bloelende Geranium, e. m. a. Al deze ge
wassen vragen een zeer matige warmte en
vooral een zoo licht mogelijke standplaats
Zoolang de planten ln knop staan vTagen
ze matige begieting. Gaan de knoppen
zichtbaar zwellen of wel ontplooien ze zich
tot bloem dan dient geregeld dagelijks ge
goten. Bij dit matig gieten dient men er
op bedacht te zijn, dat de aarden pot ook
gemakkelijk Uitdroogt en heel wat water
tot zich trekt. Om het uitdrogen van pot
ten tegen te gaan doet men goed de plant
af en toe met de pot in lauw water te
plaatsen. Men zorge dat geen water in de
onder de pot geplaatste schotels blijft
staan. Dit veroorzaakt zure grond en zieke
wortels.
Over sommige soorten een volgende
maal uitvoeriger.
Vragen op Tuinbouwgebied aan de
Redactie onder motto „Tuinbouw."
VOOR KLEINE TUINEN.
Winter.
Een bekend spreekwoord zegt: als de
dagen beginnen te lengen begint de koude
te strengen. We houden er rekening mede
en controleeren of hier of daar nog plan
ten onze hulp noodig hebben om door den
winter te komen. Nu het zoo lang buiten
gewoon zacht weer is geweest zijn tal van
vroegbloeiende planten al sterk ontwikkeld
en deze loopen daardoor bijzonder gevaar
van winterkoude te lijden. Eenige beschut
ting van dennenrljs of ander materiaal is
daarom voor deze planten wenschelijk.
Planten, die we op deze wijze gaarne be
schutten zijn o.a. Adonis amurensis,
Anchusa myosotififlora, Bellis perennis of
dubbel madeliefje, Eranthis hiemalis of
winter-aconiet, Aubrietia en Saxifraga- of
steenbreeksoorten. Ook zijn er soorten, die
beschermd moeten worden tegen te veel
vocht. Dit ls o.a. het geval met Edelweiss
of Leontopodlum alplnum, Thymsoorten
als Thymus lanuginosus, T. Serpyllum,
Hütchinsia alpina, Saxifraga cotyledon
pyramidalls, S. Longifolia e.a. Gewoonlijk
brengen we boven deze soorten eenige
stukken glas aan, welke we op een paar
steenen of bloempotjes leggen. Natuurlijk
zullen we dergelijke gevoelige soorten zoo
veel mogelijk op hooge en droge tuinge-
deelten planten, maar ook dan moeten
we deze voorzorgsmaatregelen niet verzui
men. In het algemeen worden rozen tegen
woordig niet of weinig gedekt, maar toch
moeten we een uitzondering maken voor
meer zachte soorten en voor alle rozen die
pas geplant zijn. Struikrozen worden aan
gehoogd met turfmolm of bij ruimen stand
kan men de omringende aarde gebruiken
voor aanhooging. Verder kan men er wat
dennentakken tusschen leggen. Stamrozen
kunnen we Inpakken met dennentakken,
welke we er omheen binden, terwijl om de
oculatieplaats een weinig houtwol of droog
spnagnum kan worden aangebracht. Ook
kunnen we de kroontjes op den grond
bulgen en met aarde of turfmolm bedek
ken. Denk ook aan de bedekking van niet
geheel winterharde bolgewassen als hya
cinthen, bollrissen en Ixia's. waarover we
een laag droge turfmolm aanbrengen. Bij
zondere zorg vragen nu onze bakken,
waarin niet winterharde planten zijn on
dergebracht. We dekken deze bakken eiken
avond, ook al verwachten we geen nacht
vorst. Het weer kan Immers Ineens omslaan
en na een regenachtlgen nacht kan het
soms in den ochtend eenige graden vrie
zen. Maar ook hebben de planten licht
noodig en daarom zullen we, wanneer het
weer het toelaat, 's morgens al vroeg
afdekken en de ramen afvegen. Bij zacht
weer de ramen ook luchten.
4-2