De stemming in het Saargebied - Brand te Alphen aan den Rijn OVERSTE SAXON 75ste Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad FEUILLETON. Historische Avonturenroman door O. P. BAKKER. 6) „Zoo zeker dat lk uw kop er onder verwed". De zwerver lachte, maar vroeg: „En als u zich toch vergist?" „Uitgesloten, overste, volslagen uitgeslo ten, Ik ga niet over ijs van een nacht. Het beste bewijs is dat ik uw stem herkende, het scherpe commando van Wallenstein's officieren, toen u gisteravond meende dat ik overvallen zou worden. En daarvoor nog mijn oprechten dand. U is een voorzichtig hian ,maar u heeft ons gevecht met die moordenaars gezien. En ik ook zag u meer malen aan het hoofd van uw ruiters, van Saxon's ruiters. Ook heb ik uw intocht In Brandenburg gezien aan het hoofd van uw regiment met Marion, prinses Von Ebertot, voor u in den zadel. De ruiters allen naar Zweedsch gebruik een groene tak op den helm en de muziek speelde: Er is geen beter leven Dan van een ruiter welgemoed Zich in 't gevecht begeven Tot hoogen rang verheven Krijgt eer en roem en goed. Het was mooi, het trof ons allen, want u was :n korten tijd de held geworden van het onderdrukte uitgemoorde' Sticht, waar wij geboren zijn. Overste, er is geen enkele reden uw persoonlijkheid langer te ver bergen". De overste voelde dat deze man de waar heid sprak. Hij stak hem de hand toe en zei: „Ik geef me gewonnen, ik geloof u". „Daar doet u goed aan. Ik durf nog niet vragen uw vriend te zijn, maar ik ben zeker dat we spoedig goede kameraden zullen wezen". Toen vroeg Saxon: „Maar hoe heeft u mij herkend?" „Ik verwachtte u. De oude meester of de wonderdokter, zooals het volk hem noem de, had het reeds voorspeld. Hij zelde: Je zult zien dat mijn vriend de overste een of andere dag weer zal komen opdagen Ik was het met hem eens". „Dat was toch een zeer gewaagde ver- onderstellling". Hij dacht aan zijn ontslag aanvraag. „Toch niet. Het beste middel iemands daden te leeren kennen is zijn verleden te weten en dan je zelf in zijn toestand ver plaatsen. Te vragen: Wat zou ik doen in zoo'n geval? Mag ik vrijuit spreken?" „Niets liever dan dat, U schijnt een men- schenkenner". „Een beetje. Ik heb mijn doctorshoed in de wiskunde en de medicijnen, heb veel in de wereld rond gekeken en was altijd een vriend van den ouden meester, den won derdokter. Ik was zijn eerste bondgenoot. Later zal ik u daar wel eens meer van ver tellen. Maar laat me voortgaan. Ik dacht: prin ses Marion, zoo noemen wij haar allen, en u zijn één. De prinses was heftig tegen de keizerlijken gekant. Zij had vertrouwen in den Zweedschen koning. U trad door haar in zijn dienst. Hij heeft tn een vreemd land behoefte aan voorlichting. Als hij op de hoogte gehouden wordt van de plannen van zijn vijanden, heeft hij, reeds half de zege behaald. Wie kent het land zoo goed als u, eens de agent van Wallenstein, de agent van den grooten veldheer, die de overwinningen van Tilly, nu hij zelf afge dankt is, met leede oogen aanziet, er op wacht weer in zijn rang als opperbevel hebber hersteld te worden en daarom overal zijn vertegenwoordigers heeft. Wie heeft zoo veel vertrouwde vrienden hier als overste Saxon? U bent een dapper man en uw hart gaat uit naar avonturen. Uw rang is te hoog voor inlichttngswerk, maar onder Wallenstein was u ook reeds een be kend overste". „Hoe herkende u mij. Was mijn vermom ming dan zoo armzalig?" „Integendeel. Maar ik had altijd man nen op den uitkijk. U zou natuurlijk eerst trachten de herberg van onzen vriend Ru- dolf te bereiken. Langs dezen weg moest u komen. Ze hadden u dikwijls gezien. Toen ze u bespeurden, dachten ze: Dat kan de overste zijn. U hield ze voor roovers. U gaf ze zelfs de groeten aan den beul". Hij lachte luid, een vroolijken lach. „Ze hebben het grootste plezier dat ze zijn geslaagd". „En u heeft mij in de herberg opge wacht?" „Ja. Ik wou eerst niet gelooven dat u het werkelijk was. Ik zeide immers een paar malen „Niet slecht". Eerst langzaam kwam ik tot de overtuiging, dat u het moest zijn. Een ander zou u niet ontdekt hebben. De eerste aanwijzing was de naam van uw hond Wolf". „Mijn trouwe vriend heeft mij dus ver raden en kijk hoe hij de wacht houdt". En werkelijk met gespitste ooren stond hij het einde van het gesprek af te wachten. „Wij zullen hem een andere kleur en een anderen naam moeten geven, als u deze rol verder wilt spelen. De tweede aanwijzing waren uw oogen. Die kunt u niet veran deren. Ze zijn te jeugdig vooreen grijsaard, te helder. Oude menschen krijgen doffer oogen .Dat weet ik als dokter. Ja overste, paarden kijkt, men in den bek, menschen in de oogen. Het bewijs heb ik u reeds ver teld. Uw tusschenkomst uw houding uw stem. En nu laat ons iets gaan nutti gen. Ik heb honger en de dag is nog lang". „Nog een vraag, dokter?" „Gaarne". „Was die vrouw, die mij later aansprak, ook een der uwen?" „Neen, overste, maar zij zal u uw zelf vertrouwen teruggeven". „Als ik aan haar terug denk", de overste glimlachte, „lijkt me dat zeer twijfel achtig". „En toch is het waar. Zij is geen licht zinnige vrouw. Zij is een spionne van graaf van Mansfeldt, den bevelhebber van de keizerlijken in het sticht Maagdenburg. Ten minste dat mompelt men. Bewijzen heb ik echter niet. In elk geval, zij had niet het minste wantrouwen in u. Als ze eenig vermoeden gehad had wie die oude zwerver was, zou ze wel een reden gevon den hebben met u mee te gaan, ofschoon ik niet zeker weet of ze u zou hebben ver raden. Wie kan lezen in een vrouwenziel". „En nu. overste, eten zonder praten. Na den maaltijd kunnen we verder spreken". De dokter schonk een roemer vol wijn, dien hij den overste reikte na er eerst even van te hebben gedronken". „Ik heb maar één glas. Op uw gezond heid". „Op de uwe, dokter". Wolf had dit bevredigend slot goed be grepen. Toen de beide mannen begonnen te eten zat hij ongeduldig te wachten. Zijn oordeel over den vreemdeling was reeds lang geveld. Natuurlijk, je moet voorzichtig zijn, maar iemand die met den baas lekkere vette ham eet, is altijd een vriend. HOOFDSTUK V. De hond slikte haastig zijn stuk vleesch naar binnen en begon te grommen. Zijn nekharen gingen recht overeind staan. „Stil", zei zijn meester. „Er is iemand in de buurt". De dokter knikte en fluisterde: „Indien we van elkaar moeten gaan, vindt u onge veer vier uur verder een vrij hoogen heuvel met drie eiken en daarachter een bouwval. U kunt niet missen. Wacht mij daar". Hij legde zijn oor tegen den bodem. „Ik hoor zachte, sluipende voetstappen naderen". Toen vervolgde hij met luide stem: „Waarom zou ik niet voor den barmhar- tlgen Samaritaan spelen. Van avond ben lk weer bij de vrouw thuis, daar is geen ge brek en ik heb genoeg om met een ouden zwerver te deelen". De ander antwoordde: „Ik ben u zeer dankbaar. In deze tijden van nood en ontbrering is een lekker stuk ham met wittebrood een koningsmaal. Met mijn luitHij gaf de dokter een wenk. Ze zagen een tengere hand die de dichte takken geluidloos ter zijde schoof. (Wordt vervolgd). EEN GltOOTE LOODS VAN DE DA KPANNENFABRIEK van Oosterkoek te Alphen aan den Rijn brandde geheel uit. De ruïne. VOETBAL-ENTHOUSIASME - in Enge land. Arsenal-supporters op weg naar den wedstrijd Arsenal—Brighton. DE VOETBALWEDSTRIJD AJAXI). 11.C. te Amsterdam eindigde in een 30 overwinning voor Ajax. Moment voor het D. H.C.-doel. HET AFLOSSEN VAN DE WACHT voor het hoofdkwartier der internationale troepen te Saarbrücken. De Zweden lossen de mariniers (rechts) af. DOOR DE GLADHEID VAN DEN WEG reed bij Meppel een auto in een sloot. De bestuurder kwam met den schrik vrij. De andere inzittende werd gewond. De Saarstemming. De stemming in het Saargebied is volkomen rustig verloopen. Links: stemgerechtigden ■wachtend voor het stemlokaal in Saarbrücken. Rechts: de burgemeester van Tilburg als voorzitter van een stembureau.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 5