Jaargang ZATERDAG 12 JANUARI 1935 No. 22947 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD WtGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN PRIJS DER ADVERTENTIES: 80 ots. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertenties 35 ets. per regel. Voor zalkenadvertenties belangrijk lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven 10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 517055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn: per 3 maanden f. 2.35 per week f. 0.18 Franco per poet f. 2.35 per 3 maanden portokoeten Ivoor binnenland f. O.BO per 3 mnd.) Dit nummer bestaat uit VIER biaoen EERSTE BLAD. SCHOOL VOOR BUITENGEWOON LAGER ONDERWIJS. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat gelegen heid zal worden gegeven tot het aangeven van leerlingen voor plaatsing op de school voor Buitengewoon L.O. tot en met 26 Januari e.k. op eiken werkdag, des voor middags 8'/s tot 9 uur en op Maandag, Dinsdag. Donderdag en Vrijdag bovendien des namiddags van l'/s tot 2 uur. bij het Hoofd der School in hét schoolgebouw aan de Caeciliastraat 65 a; dat voor kinderen die thans een open bare lagere school bezoeken de inschrijving op genoemde tijden ook kan plaats heb ben bij het hoofd der school, waar het kiind thans geplaatst is. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 12 Januari 1935. 4691 DE INSTALLATIE DER HERBARIUM-COMMISSIE. Antwoord van Prof. Dr. II. J. Lam. In antwoord op de reeds gisteren door ons gepubliceerde rede van den president- curator bij de installatie der Herbarium- Commissie, sprak de voorz-tler dier com missie, prof. dr. H. J. Lam ongeveer als volgt: Als ik even mag herinneren aan wat gij in het einde van uw installaticrede hebt gezegd, n.l. dat een instelling, die in het belang der samenleving moet werken, slechts dan wat kan presteeren, als die samenleving ook van haar kant voldoende belang in dat werk stelt, dan meen ik in uw welkom vooral een begroeting te mo gen hooren van de herleefde belangstel ling van de buitenwereld in het rijksher barium en wat daar omgaat. Bij het overdenken van de wijze, waar op deze commissie uit die belangstelling Is ontstaan, heb ik vaak moeten denken aan het oude woord: dat op elke actie reactie volgt. Ja, ik zou dit woord een ze kere uitbreiding willen geven en zeggen: op elke actie volgt de reactie, die zij ver dient. Zoo iets. dan moeten wij de ge noemde stelling zien in het licht van een voldoend langen tijd; zij luidt dan: op elke actie volgt de reactie, die zij ver dient, mits men die reactie eerst beoor deelt, nada thaar voldoende tijd is gela ten om te rijpen en te bezinken. Ik ben er van overtuigd, M. de president-curator, dat zij alleen daarom reeds terecht ver trouwen stelt in deze commissie en in het werk. dat gij en het curatorium van de rijksuniversiteit te Leiden van haar ver wacht. Immers, wie zijn beter vertrouwd met, wie dieper overtuigd van de beteeke- nis van dezen factor tijd, dan juist biolo gen en in het bijzonder systematici, die zich. hetzij verdiepen in de oneindigheid van het Leven, hetzij beseffen, dat de tijd wellicht de belangrijkste factor is in de ontwikkeling van de levende wezens op aarde? Gij hebt in uw rede gewaagd van de moreele verantwoordelijkheid, die de zorg voor zoovele academische belangen en in stellingen van inderdaad veelal univer- seele waarde aan het curatorium oplegt. Voor zoover het de door mij geleide instel ling betreft, is het mij een voorrecht hier te mogen verklaren, dat het rijksherba rium, voor zoover ik daarover persoonlijk kan oordeelen voor den tijd, dat ik het beheer voerde, van de zijde van het cura torium een medewerking heeft ondervon den, die mij tot groote erkentelijkheid stemt en mij met vertrouwen in de toe komst vervult. Het zij mij vergund, M. de president-curator, u daarvoor op dit oogen blik mijn dank te betuigen, en gij wilt mij zeker wel veroorloven daaraan een woord van dank en waardeering toe te voegen voor den secretaris van uw college, mr. Idenburg, die door mijn medewerkers en mij zeer wordt hooggeacht om de wijze, waarop hij de schakel weet te vormen tus- schen den directeur van het instituut en het curatorium van de universiteit. De commissie van advies gaat thans haar werkzaamheden aanvangen. Namens haar ■verzoek ik u. M. de president-curator, Z.E. den minister van onderwijs dank te zeggen voor het vertrouwen, dat hij ln haar stelt. Vervolgens gaf prof. Lam een overzicht van de indeeiing van en de werkwijze in het herbarium. Tenslotte werd het herbarium bezich tigd. NED. CHR. PADVINDERSVER. Op veler verzoek heeft de Ned. Christ. Padvindersver. afd. Leiden Troephuis Papengracht 18 een meisje padvindsters- club opgericht. Het bestuur is er in ge slaagd eenige bekwame leidsters aan deze afdeeling te verbinden. MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE LETTERKUNDE. De bouw van Vondel's drama. In de gisteravond gehouden maande- lijksche vergadering van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde heeft de heer dr. Gerard B. Brom een voordracht gehouden over „De bouw van Vondel's drama". Bij het geding over Vondel's dramatiek zijn twee verschillende aspecten aan den dag gekomen: de kant van het middel- eeuwsch mysteriespel raakt meer de stof, de kant van de klassieke tragedie meer den vorm. Naar gelang van het gezichts punt wordt het slot van Lucifer door som migen aanvaard, door anderen verworpen. Toch is het niet zoo gesteld, dat minder speelbare elementen tot één van beide be schouwingen te herleiden zouden zijn, want het mysteriespel levert voor moder ne tooneelhervormers meermalen een ideaal, terwijl het klassieke ons eeuwig verwant blijkt te zijn. De drie eenheden kunnen nog een stuk als Hedda Gabler dragen, waar niet toevallig de gebonden vorm zich op den geest afteekent in den spreekwoordelijk geworden term „drie hoeksverhouding". Spreker verklaart het onderscheid in vormbeginsel bij Vondel en Ibsen, om een beschouwing in te leiden over Vondel's stijl, die door het program van den dichter allerminst gedekt wordt. De meesters van de zeventiende eeuw wa ren immers minder antiek en meer mo dern dan ze wilden weten; evenmin als Rubens was Vondel zich zijn oorspronke lijk barok karakter bewust. Blijven wij onze letterkunde van dien tijd daarom bij de renaissance inlijven, dan geven wij te kennen, dat Holland toen een eeuw bij Europa achter zou geweest zijn, ofschoon Huygens' briefwisseling ten overvloede be vestigt, hoe men hier midden in de bewe ging van de wereld leefde en wel bepaald in de periode, die nu eens met den naam van Marino, dan weer van Gongora of den Euphues wordt gekenmerkt, maar die bij het toonaangevend Italië terecht den al- gemeenen naam „secentismo", kunst van de zeventiende eeuw draagt. Dus moet het oriterium van een overigens op dit punt erg eenzijdigen Croce ook Vondel met heel zijn geslacht treffen. Zelfs de nuchtere Cats probeerde door zijn echt barokke wending „ik en weet niet wat" een waas van atmosfeer te geven aan zijn alledaag- sche gevallen. In het vormvermoven openbaart zich allereerst de scheppingskracht en vandaar dat. Hegei's structuur door bemiddeling van Marx zoo goed het kinderlijke Rus land als den kinderlijken Gorter betoo- vert. Vondel's barok is opvallend zicht baar in het stelsel van verdubbeling, dat Michelangelo en Rubens tot verhooging van den nadruk toepasten. „Haat en Nijd" vormt een enkelvoudig woord, ter wijl ontelbare synoniemen in paren op treden. Dat deze weelde meer beteekent dan breeksprakigheid, bewijst de bouw van zijn tooneelstukken. die ondanks zijn klassiek streven naar eenheid en eenvoud, het getal figuren onweerstaanbaar ver dubbelen. Lucifer begint met het navlie gen van een bode door een ander; en sa men vullen deze beiden dan een tooneel vlak na een dergelijk tooneel van twee geestverwanten, wat Adam in Balling schap ons opnieuw te zien geeft. Jefta be staat uit louter dubbeltallen: het kind is met de „trouwe" rei gezet tusschen vader en moeder, de eerste begeleid door hof meester en slotvoogd, de laatste door hof priester en wetgeleerde. Spreker gaat het verloop van dit drama volgens de ontwik keling der afzonderlijke figuren uitvoerig na, waarbij hij gelegenheid vindt opmer kingen over den vorm van sommige reien te maken. De afwezigheid van de moeder bij de hoofdhandeling, zoo dikwijls als een onbegrijpelijke foüt afgekeurd, komt met het uitsluiten van de vrouwen tijdens de beslissing in Corneille's Horace overeen en schijnt ongeveer een gelijke strekking te hebben Evenmin intiem in zijn monu mentaal werk als Rubens, laat Vondel blijkbaar het spel culmineeren in het groote middenbedrijf, waar de gedachte wisselingen over de openbare zaak de hoogste spanning bedoelen te leveren. Het wezen van zijn dramatiek blijft met dat ai liggen in de poëzie, waaraan het beeld onuitputtelijk wisselend leven geeft. Ze venmaal wordt Jefta's dochter, de ware heldin van het martelaarspel achtereen volgens met een bloem vergeleken. 't Is de moeder, die dit beeld door den eenen persoon van den ander laat over nemen, om den vergankelijken bloei van haar kind te verklaren, tot zij het zelf eindelijk weer en nu met volle bewust zijn en berusting heeft leeren herhalen. Zoo keert ook het beeld van de bruid, een paar keeren treffend gevarieerd, bij moe der terug, evenals zij dat van het offer lam tenslotte komt aanvaarden. Dit zijn leidmotieven in Vondel's woordmuziek, want de toonkunst benadert het best den vloeiend*" aard van de barok. DE BEGROOTING. Nader is bepaald dat de begrooting voor het jaar 1935 aan de orde zal worden ge steld op Maandag 21 Januari a.s., des na middags te 2 uur, voort te zetten op Maan dagavond te 8 uur, Dinsdag 22 Januari des namiddags te 2 uur, Woensdag 23 Januari des namiddags te 2 uur en des avonds te 8 uur, Donderdag 24 Januari des namid dags te 2 uur en des avonds te 8 uur en Vrijdag 25 Januari des namiddags te 2 uur en des avonds te 8 uur. HET NATIONAAL JONGERENVERBOND. Is luchtbescherming mogelijk? In den foyer van „Den Burcht" hield de plaatselijke afdeeling van het Nationaal Jongerenverbond gisteravond een openbare vergadering. waaTin luitenant A. H. J. L. Fiévez sprak over het onderwerp „Is lucht bescherming mogelijk?" De afdeelings-voorzitter. de heer C. W. van Santen, besprak in zijn kort openings woord de actie der defaitistische en paci fistische partijen. De actie van het N.J V. is gericht tegen deze ontwapeningsleuzen en wil de waarheid vermelden en streven voor de oprichting van een luchtbescher mingsdienst. waarin de leden een werk zaam aandeel zullen hebben. Luitenant Fiévez wees op het verblijden de teeken. dat de belangrijkheid der lucht bescherming steeds meer algemeen erkend wordt. Het verschil tu6schen de oorlogen in het verre verleden, het heden en de toekomst is gelegen is de mate, waarin, de burgerbevolking er bij betrokken is. Waren vroeger de legers samengesteld uit huurlingen, thans is het een deel der be volking; de technische medewerking der industrie en daardoor der bevolking is toe genomen en ten slotte is door het lucht- wapen het operatie-terrein niet langer één slagveld, maar nagenoeg onbeperkt, waardoor ook de buiten den strijd levende bevolking meer dan voorheen de verschrik kingen van den oorlog zal zien en voelen. De vraag of in den oorlog luchtaanvallen waarschijnlijk zijn moet bevestigend wor den beantwoord; de aanvallen zullen ge richt zijn op industrie-centra, spoor- en waterwegen en belangrijke waterwerken, doch de krachtens het Volkenrecht ver boden terrorisatie-aanvallen op de burger bevolking zullen uit vrees voor repressaille- maatregelen evenals in den wereldoorlog zeker uitblijven. Daar het moreel der bur gerbevolking van grooten invloed is op het moreel van het leger is het noodzakelijk haar van tevoren volkomen in te lichten. Zeer zeker zal de bevolking bij luchtaan vallen op de industrie-centra gevaar loo- pen, zij zal zich echter vroegtijdig moeten prepareeren. Bij luchtaanvallen kan van drie wapens gebruik 'gemaakt worden a. scherfbommen. b. brandbommen en c. gas bommen. Toen in April '15 het gas als wapen werd gebruikt, was de uitwerking op de onbe schermde troepen enorm, naarmate de bescherming echter geperfectioneerd werd. nam de uitwerking af en was tenslotte minder dan die van andere wapens. De scherfbommen zijn gericht tegen personeel en materieel en tegen voltreffers is slechts met gewapend beton en aardwerken be scherming mogelijk, het aantal dooden is bij een voltreffer echter steeds geringer dan bij een minder juist gerichten aanval. De brandbommen tenslotte zijn geheel ge richt tegen het materieel en dank zij den kleinen omvang der bommen en de lichte ontbrandbaarheid der vulling kan de be manning van één vliegtuig zeer vele, felle vuurhaarden stichten. Van welken aard het luchtbombar dement ook zij: steeds is de uitwerking op een niet beschermde bevolking veel en veel grooter dan op een beschermde. Daarom is het zaak dore bescherming zoo vroegtijdig mogelijk te organiseeren. Zij is te verdeelen in a. de actieve en b. de passieve. De actieve bescherming om vat de luchtverdediging met afweer geschut, jachtvliegtuigen enz. en is dus een onderdeel der militaire activiteit. Het passieve deel is de luchtbescherming en dient te worden uitgevoerd door de ge meentelijke autoriteiten, gelijk hier in Leiden, waar onder leiding van den com missaris van politie die de vergade ring bijwoonde een luchtbeschermings dienst is georganiseerd, en de bevolking zelve. Door stelselmatige oefening, zooals in het Oosten des lands reeds geschiedt moet de bevolking vertrouwd raken met de te nemen veiligheidsmaatregelen en de uit te voeren handelingen gaan leeren toepassen en waardeeren, want al is to tale opheffing der uitwerking niet moge lijk, hun beperking is door een goed georganiseerde bescherming enorm! Mis dadig is het daarom, wetende dat de bevolking aan dergelijke aanvallen kan komen bloot te staan, het nemen van veiligheidsmaatregelen te ontraden. Na de pauze beantwoordde spr. een groot aantal vragen, meerendep]s van technischen aard. HANDELSREGISTER K. v. li Wijziging: Berg en Van der Voort, Hoofd straat 114, Sassenheim, exporthandel bloembollen. Wijziging handelsnaam in: Berg en Zoon. o BEGIN VAN BRAND Gisteravond omstreeks halfelf is tenge volge van kortsluiting een begin van brand ontstaan in de z.g.n. broodkamer van het Diaconessenhuis, onmiddellijk gelegen achter het hoofdschakelbord der electri- sche verlichting. Dank zij het kordaat op treden van de zusters Van Es en Dik, die onmiddellijk een brandslang op de water leiding aansloten en het vuurtje doofden, bleef de schade beperkt tot de isolatie van eenige electrische geleidingen, terwijl het houtwerk van een kast werd geblakerd. De brandweer behoefde geen dienst te doen. DE BIOSCOOPEN. Roxy-Theater. Twee sterk contrastee- rende hoofdfilms, maar die stuk voor stuk de moeite van een bezoek aan het Haar lemmerstraat-theater waard zijn. Beide werden hier ter stede reeds eerder met groot succes vertoond: „Golddiggers" is een vroolijke Amerikaaansche show-film met kostbare revue-scènes, vele schlagers en een prettig tempo, waardoor de film ten einde is voor men het weet. Lionel Atwil en Fay Wray laten het publiek huiveren in „De Man met de Wassen beelden". Het gegeven is reeds oud, maar de mederne techniek de film is geheel in kleuren opgenomen! en de gewijzigde opvattingen omtrent regie e.d. hebben er een geheel andere uitwerking aan gegeven dan we ons van vroeger herinneren. Eén ding is zeker: de spanning is dientengevolge eer toe. dan afgenomen en men moet wel stalen zenuwen bezitten, wil men niet worden aangegrepen door de enerveerende scènes in de onderaardsche gewelven van den waanzinnigen beeldkunstenaar. Wie behoefte gevoelt om eens echt te griezelen, bezoeke deze week het Roxy- Theater. Luxor-theater Met „De Wonderbar" deed de Luxor-dlrectie een goede keus! Warner Brothers laten deze film spelen te Parijs, naar het gelijknamige tooneelstuk maar zij hadden even goed, of misschien nog beter, New York kunnen kiezen. Grootsch opgezette „shows" verwachten wij nu eenmaal meer uit de nieuwe wereld dan uit Parijs. En „De Wonderbar" is een fantastische film, een wonderlijke film, met oogverblindende show-nummers, schitterende danstafreelen (ontworpen door Busby Berkely), rijk gevarieerde voordrachten en prettige „songs" Goede humor verzacht bovendien de tra giek van het verhaal, dat zich afspeelt in de feeërieke wonderbar, waarvan Al Jol- son (bijgenaamd Al Wonder) de eigenaar en de ziel is. Hier gaat de befaamde zan ger avond aan avond zingend en grappen makend langs de dicht bezette tafeltjes van het zich hoogelijk amuseerend publiek Dick Powell's vroolijke stem begeleidt de vlotte wijsjes van de band en als hoofd nummer treedt er op het danspaar: Dolo res del RioRiccardo Cortez, dat ovatie op ovatie oogst met z'n magnifieke evoluties op de spiegelgladde vloer. Het is deze danser, Riccardo Cortez, waarom de ge schiedenis draait. Op den knappen, doch misdadigen jongeman is niet alleen de partnerin, doch ook de vrouw van een bankdirecteur verliefd en laatstgenoemde gaf hem zelfs een kostbaar collier om dat te gelde te maken, teneinde samen te vluchten. Al Wonder lost het drama op, zelfs als de waanzinnig verliefde danseres met een dolk een aanslag pleegt op den gigolo. Het lijk laat hij verdwijnen in de auto van een levensmoeden cabaret-be zoeker, die kort daarna in een afgrond rijdt. Nooit zal de danseres weten dat zij een moord heeft gepleegd Luchtig en vluchtig, maar van zeer sterke spelkwaliteiten is „De Meinacht in Weenen" met Kathe von Nagy, Victor de Kowa en Hans Moser. Die laatste speciaal geeft in z'n aantrekkelijke Weensche dia lect een kostelijke typeering, die orkanen van vreugde verwekt. Luxor geeft tenslotte een korte kleu renfilm met een geestige parodie op het leven van Napoleon. Lido-theater Zooals in de titel „Voort- vluchtigen" reeds ligt opgesloten, is deze film van een angstige gejaagdheid, een voortdurende strijd van een ontsnapten gevangene, Porter, om de politie uit han den te blijven en men kan zich de gan- sche film door niet onttrekken aan een gevoel van sympathie voor dezen flinken kerel, al is hij dan ook aan de gerechtig heid ontkomen, wat in een normaal ge val natuurlijk heelemaal niet in den haak is. Nu moet men bekennen, dat alle om standigheden voor die sympathie aanwe zig zijn. want eerstens speelt Robert Mont gomery zijn rol zonder eenig valsch sen timent en bovendien komt hij na zijn ont snapping terecht in de Los Angeles trans- continentalbus, waar hij de fatsoenlijke Letty Morris in bescherming neemt tegen den opdringerigen en haar voortdurend lastig vallenden gangster „Legs" Caffee. Porter en zijn beschermelinge beginnen zoo iets als liefde op het eerste gezicht voor elkander te voelen. Maar ondertus- schen wordt die arme kerel nog steeds ge zocht en de listige „Legs" zal daar pro fijt van treTcken en zoo moet Porter nood gedwongen vluchten. In een autocar on derneemt hij een geweldige ontvluchtings- tocht, daarbij Letty, die en passant „Legs" in handen van de politie gespeeld heeft, met zich meenemend. De steeds stijgende spanning vormt dan een ongekende cli max wanneer Porter in een hevigen sneeuwstorm een autobus met kinderen van een zekeren ondergang redt en zijn achtervolgers nu de kans krijgen, hem te arresteeren. Gelukkig laten de kinderen en hun ouders hem niet aan zijn lot over en zijn invrijheidstelling volgt spoedig, een aangename verrassing ook voor Letty. De scène's in den sneeuwstorm zijn zóó prach tig van spel en zóó suggestief van opname, dat men zijn bewondering voor deze uit muntende, ver boven het middelmatige uitstekende film niet voor zich behoeft te houden. Met een heel eigen visie heeft de regisseur, Richard Boleslavsky, dit ge beuren „gezien" en afgaande op dit door- BINNENLAND Uit het reisrapport der K. XVIII. (2e BI.)' Verlaging der spoorwegpensioenen; een wetsontwerp ingediend. (4e Bïad). Wijziging der Indische Staatsregeling; vermindering van het aantal leden van het college van gedelegeerden. (Binnenland, 38 Blad). De verlaging van het mengpercentago boter in de margarine gaat morgen in. (Binnenland, 3e Blad). Brandtragedie in een Friesch dorp. (Gemengd, 4e Blad). Groote brand te ZwoUekerspel; het gebouw „SoooldTenk" geheel uitgebrand. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND Aan den vooravond van het Saarplebis- ciet. (3e Blad en Buitenland le Blad). De Kleine Entente en het accoord van Rome. (Buitenland, le Blad). slaand succes, mag men nog veel goeds van hem verwachten. Ook zijn spelers wa ren tot in de kleinste rol keurig getypeerd doch bovenal zijn het toch Madge Evans Robert Montgomery, die dit spel doen leven. Een film, die niet licht uit de her innering zal verdwijnen! Voor de pauze gaat opnieuw een Neder landsche première en wel van „Musik im Blut", waarin de twee markante figuren van Sybille Schmitz en vooral van de jeugdige en talentvolle Hanna Waag, sterk de aandacht trekken. Het muzikale ele ment is hierin sterk en op aangename wijze overheerschend. Trianon-Theater. Het Weenen van 1905: Willy Forst heeft de sfeer daarvan uitnemend uitgebeeld. Carnaval: hoogte punt van het Weensche winterseizoen, ook tegenwoordig nog, ondanks oorlogsstor men en crisismisère. Maskeradetijdwe ken van bals, liefdesemotie's, van geluk of van teleurstelling. Ieder jaar opnieuw, voor iedere generatie steeds weer andere, maar in hoofdzaak toch dezelfde evene menten. Duizenden gevallen, waarvan Willy Forst er één uitkoos, dat zich buitenge woon tot verfilming leende. De geschiede nis is vrij gecompliceerd: hoofdpersonen zijn de gevierde schilder Heideneck, zijn vroegere vriendin en thans verloofde van den hofdirigent Paul Harrandt, diens broeder de chirurg prof. Harrandt en vrouw, tenslotte Leopoldine Dur, vorstelijk gezelschapsdame. En ja! de voornaamste zouden wij haast vergeten: een prachtige Chicilla-mof, de oorzaak van alle verwik kelingen, van veel droefenis, van veel vreugde en van een „happy-end", dat men zich niet bevredigender zou kunnen den ken, al betwijfelen wij 't, of dit verhaal in de werkelijkheid zoo gunstig zal zijn afgeloopen. Heideneck teekent door een toevallige samenloop van omstandigheden tijdens 't nachtelijk Carnavalsfeest op zijn atelier de gemaskerde professorsvrouw „en né gligé" uit, maar mét de fatale mof, die de verloofde van Paul juist dien avond als prijs op het bal gekregen heeft. Onge wild verschijnt deze teekening reeds den volgenden dag in de Carnavalscourant. Nu is Weenen in nood: wié is deze dame?.... De mof doet den achterdochtigen pro fessor denken, dat zij de verloofde van zijn broer is. Hij onderzoekt de zaak gron dig. zóó grondig, dat de complicaties niet ophoudenHeideneck wordt gedwongen den naam van zijn model te noemen: zij heet „Dur" en Leopoldine. maar deze ge fingeerde naam blijkt werkelijk een draag ster te hebben in de charmante lectrice van vorstin M. Zoo wordt ook zij in deze pijnlijke zaak betrokken: het gevolg, de liefde tusschen Heideneck en dit aan alles gansch onschuldige meisje, laat zich be grijpen. Maar zoo gemakkelijk komt het verhaal niet tot een eind: als booze geest is daar nog Heideneck's vriendin uit vroe ger jaren, die wraak neemt en zonder mededoogen den teekenaar neerschiet. Dank zij echter het snelle handelen van Leopoldine en de professor-chirurg die eerst bijna zijn plicht verzaakt, omdat hij tóch ontdekte, dat het zijn eigen vrouw was, die zich in den noodlottigen nacht liet uitteekenen komt alles nog prachtig in orde. Ach., zoo verteld, gelijkt deze bewogen episode in veler menschenlevens op een stuiversromannetje. Maar is het zoo niet dikwijls, terwijl het toch zoo diep-ingrij- pend kan zijn voor hen, die er door ge troffen worden? Men moet deze film zien, om te besef fen dat ook een banaalschijnend gegeven op hoog niveau geplaatst kan worden! Willy Forst heeft met deze film ver diend een naam gemaakt: hij inspireerde ook zijn spelers: ziedaar ln de beroemde actrice Paula Wessely een figuur van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1935 | | pagina 1