Jaargang
ZATERDAG 12 JANUARI 1935
No. 22947
OFFICIEELE KENNISGEVING
STADSNIEUWS.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
WtGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES:
80 ots. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zalkenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ets. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens postrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 517055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per poet f. 2.35 per 3 maanden portokoeten
Ivoor binnenland f. O.BO per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit VIER biaoen
EERSTE BLAD.
SCHOOL VOOR BUITENGEWOON
LAGER ONDERWIJS.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat gelegen
heid zal worden gegeven tot het aangeven
van leerlingen voor plaatsing op de school
voor Buitengewoon L.O. tot en met 26
Januari e.k. op eiken werkdag, des voor
middags 8'/s tot 9 uur en op Maandag,
Dinsdag. Donderdag en Vrijdag bovendien
des namiddags van l'/s tot 2 uur. bij het
Hoofd der School in hét schoolgebouw aan
de Caeciliastraat 65 a;
dat voor kinderen die thans een open
bare lagere school bezoeken de inschrijving
op genoemde tijden ook kan plaats heb
ben bij het hoofd der school, waar het
kiind thans geplaatst is.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 12 Januari 1935.
4691
DE INSTALLATIE DER
HERBARIUM-COMMISSIE.
Antwoord van Prof. Dr. II. J. Lam.
In antwoord op de reeds gisteren door
ons gepubliceerde rede van den president-
curator bij de installatie der Herbarium-
Commissie, sprak de voorz-tler dier com
missie, prof. dr. H. J. Lam ongeveer als
volgt:
Als ik even mag herinneren aan wat gij
in het einde van uw installaticrede hebt
gezegd, n.l. dat een instelling, die in het
belang der samenleving moet werken,
slechts dan wat kan presteeren, als die
samenleving ook van haar kant voldoende
belang in dat werk stelt, dan meen ik in
uw welkom vooral een begroeting te mo
gen hooren van de herleefde belangstel
ling van de buitenwereld in het rijksher
barium en wat daar omgaat.
Bij het overdenken van de wijze, waar
op deze commissie uit die belangstelling
Is ontstaan, heb ik vaak moeten denken
aan het oude woord: dat op elke actie
reactie volgt. Ja, ik zou dit woord een ze
kere uitbreiding willen geven en zeggen:
op elke actie volgt de reactie, die zij ver
dient. Zoo iets. dan moeten wij de ge
noemde stelling zien in het licht van een
voldoend langen tijd; zij luidt dan: op
elke actie volgt de reactie, die zij ver
dient, mits men die reactie eerst beoor
deelt, nada thaar voldoende tijd is gela
ten om te rijpen en te bezinken. Ik ben er
van overtuigd, M. de president-curator,
dat zij alleen daarom reeds terecht ver
trouwen stelt in deze commissie en in het
werk. dat gij en het curatorium van de
rijksuniversiteit te Leiden van haar ver
wacht. Immers, wie zijn beter vertrouwd
met, wie dieper overtuigd van de beteeke-
nis van dezen factor tijd, dan juist biolo
gen en in het bijzonder systematici, die
zich. hetzij verdiepen in de oneindigheid
van het Leven, hetzij beseffen, dat de tijd
wellicht de belangrijkste factor is in de
ontwikkeling van de levende wezens op
aarde?
Gij hebt in uw rede gewaagd van de
moreele verantwoordelijkheid, die de zorg
voor zoovele academische belangen en in
stellingen van inderdaad veelal univer-
seele waarde aan het curatorium oplegt.
Voor zoover het de door mij geleide instel
ling betreft, is het mij een voorrecht hier
te mogen verklaren, dat het rijksherba
rium, voor zoover ik daarover persoonlijk
kan oordeelen voor den tijd, dat ik het
beheer voerde, van de zijde van het cura
torium een medewerking heeft ondervon
den, die mij tot groote erkentelijkheid
stemt en mij met vertrouwen in de toe
komst vervult. Het zij mij vergund, M. de
president-curator, u daarvoor op dit oogen
blik mijn dank te betuigen, en gij wilt mij
zeker wel veroorloven daaraan een woord
van dank en waardeering toe te voegen
voor den secretaris van uw college, mr.
Idenburg, die door mijn medewerkers en
mij zeer wordt hooggeacht om de wijze,
waarop hij de schakel weet te vormen tus-
schen den directeur van het instituut en
het curatorium van de universiteit. De
commissie van advies gaat thans haar
werkzaamheden aanvangen. Namens haar
■verzoek ik u. M. de president-curator,
Z.E. den minister van onderwijs dank te
zeggen voor het vertrouwen, dat hij ln
haar stelt.
Vervolgens gaf prof. Lam een overzicht
van de indeeiing van en de werkwijze in
het herbarium.
Tenslotte werd het herbarium bezich
tigd.
NED. CHR. PADVINDERSVER.
Op veler verzoek heeft de Ned. Christ.
Padvindersver. afd. Leiden Troephuis
Papengracht 18 een meisje padvindsters-
club opgericht. Het bestuur is er in ge
slaagd eenige bekwame leidsters aan deze
afdeeling te verbinden.
MAATSCHAPPIJ DER NEDERLANDSCHE
LETTERKUNDE.
De bouw van Vondel's drama.
In de gisteravond gehouden maande-
lijksche vergadering van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde heeft de
heer dr. Gerard B. Brom een voordracht
gehouden over „De bouw van Vondel's
drama".
Bij het geding over Vondel's dramatiek
zijn twee verschillende aspecten aan den
dag gekomen: de kant van het middel-
eeuwsch mysteriespel raakt meer de stof,
de kant van de klassieke tragedie meer
den vorm. Naar gelang van het gezichts
punt wordt het slot van Lucifer door som
migen aanvaard, door anderen verworpen.
Toch is het niet zoo gesteld, dat minder
speelbare elementen tot één van beide be
schouwingen te herleiden zouden zijn,
want het mysteriespel levert voor moder
ne tooneelhervormers meermalen een
ideaal, terwijl het klassieke ons eeuwig
verwant blijkt te zijn. De drie eenheden
kunnen nog een stuk als Hedda Gabler
dragen, waar niet toevallig de gebonden
vorm zich op den geest afteekent in den
spreekwoordelijk geworden term „drie
hoeksverhouding". Spreker verklaart het
onderscheid in vormbeginsel bij Vondel en
Ibsen, om een beschouwing in te leiden
over Vondel's stijl, die door het program
van den dichter allerminst gedekt wordt.
De meesters van de zeventiende eeuw wa
ren immers minder antiek en meer mo
dern dan ze wilden weten; evenmin als
Rubens was Vondel zich zijn oorspronke
lijk barok karakter bewust. Blijven wij
onze letterkunde van dien tijd daarom bij
de renaissance inlijven, dan geven wij te
kennen, dat Holland toen een eeuw bij
Europa achter zou geweest zijn, ofschoon
Huygens' briefwisseling ten overvloede be
vestigt, hoe men hier midden in de bewe
ging van de wereld leefde en wel bepaald
in de periode, die nu eens met den naam
van Marino, dan weer van Gongora of den
Euphues wordt gekenmerkt, maar die bij
het toonaangevend Italië terecht den al-
gemeenen naam „secentismo", kunst van
de zeventiende eeuw draagt. Dus moet het
oriterium van een overigens op dit punt
erg eenzijdigen Croce ook Vondel met heel
zijn geslacht treffen. Zelfs de nuchtere
Cats probeerde door zijn echt barokke
wending „ik en weet niet wat" een waas
van atmosfeer te geven aan zijn alledaag-
sche gevallen.
In het vormvermoven openbaart zich
allereerst de scheppingskracht en vandaar
dat. Hegei's structuur door bemiddeling
van Marx zoo goed het kinderlijke Rus
land als den kinderlijken Gorter betoo-
vert. Vondel's barok is opvallend zicht
baar in het stelsel van verdubbeling, dat
Michelangelo en Rubens tot verhooging
van den nadruk toepasten. „Haat en
Nijd" vormt een enkelvoudig woord, ter
wijl ontelbare synoniemen in paren op
treden. Dat deze weelde meer beteekent
dan breeksprakigheid, bewijst de bouw
van zijn tooneelstukken. die ondanks zijn
klassiek streven naar eenheid en eenvoud,
het getal figuren onweerstaanbaar ver
dubbelen. Lucifer begint met het navlie
gen van een bode door een ander; en sa
men vullen deze beiden dan een tooneel
vlak na een dergelijk tooneel van twee
geestverwanten, wat Adam in Balling
schap ons opnieuw te zien geeft. Jefta be
staat uit louter dubbeltallen: het kind is
met de „trouwe" rei gezet tusschen vader
en moeder, de eerste begeleid door hof
meester en slotvoogd, de laatste door hof
priester en wetgeleerde. Spreker gaat het
verloop van dit drama volgens de ontwik
keling der afzonderlijke figuren uitvoerig
na, waarbij hij gelegenheid vindt opmer
kingen over den vorm van sommige reien
te maken. De afwezigheid van de moeder
bij de hoofdhandeling, zoo dikwijls als een
onbegrijpelijke foüt afgekeurd, komt met
het uitsluiten van de vrouwen tijdens de
beslissing in Corneille's Horace overeen en
schijnt ongeveer een gelijke strekking te
hebben Evenmin intiem in zijn monu
mentaal werk als Rubens, laat Vondel
blijkbaar het spel culmineeren in het
groote middenbedrijf, waar de gedachte
wisselingen over de openbare zaak de
hoogste spanning bedoelen te leveren. Het
wezen van zijn dramatiek blijft met dat
ai liggen in de poëzie, waaraan het beeld
onuitputtelijk wisselend leven geeft. Ze
venmaal wordt Jefta's dochter, de ware
heldin van het martelaarspel achtereen
volgens met een bloem vergeleken.
't Is de moeder, die dit beeld door den
eenen persoon van den ander laat over
nemen, om den vergankelijken bloei van
haar kind te verklaren, tot zij het zelf
eindelijk weer en nu met volle bewust
zijn en berusting heeft leeren herhalen.
Zoo keert ook het beeld van de bruid, een
paar keeren treffend gevarieerd, bij moe
der terug, evenals zij dat van het offer
lam tenslotte komt aanvaarden. Dit zijn
leidmotieven in Vondel's woordmuziek,
want de toonkunst benadert het best den
vloeiend*" aard van de barok.
DE BEGROOTING.
Nader is bepaald dat de begrooting voor
het jaar 1935 aan de orde zal worden ge
steld op Maandag 21 Januari a.s., des na
middags te 2 uur, voort te zetten op Maan
dagavond te 8 uur, Dinsdag 22 Januari des
namiddags te 2 uur, Woensdag 23 Januari
des namiddags te 2 uur en des avonds te
8 uur, Donderdag 24 Januari des namid
dags te 2 uur en des avonds te 8 uur en
Vrijdag 25 Januari des namiddags te 2
uur en des avonds te 8 uur.
HET NATIONAAL JONGERENVERBOND.
Is luchtbescherming mogelijk?
In den foyer van „Den Burcht" hield de
plaatselijke afdeeling van het Nationaal
Jongerenverbond gisteravond een openbare
vergadering. waaTin luitenant A. H. J. L.
Fiévez sprak over het onderwerp „Is lucht
bescherming mogelijk?"
De afdeelings-voorzitter. de heer C. W.
van Santen, besprak in zijn kort openings
woord de actie der defaitistische en paci
fistische partijen. De actie van het N.J V.
is gericht tegen deze ontwapeningsleuzen
en wil de waarheid vermelden en streven
voor de oprichting van een luchtbescher
mingsdienst. waarin de leden een werk
zaam aandeel zullen hebben.
Luitenant Fiévez wees op het verblijden
de teeken. dat de belangrijkheid der lucht
bescherming steeds meer algemeen erkend
wordt. Het verschil tu6schen de oorlogen
in het verre verleden, het heden en de
toekomst is gelegen is de mate, waarin,
de burgerbevolking er bij betrokken is.
Waren vroeger de legers samengesteld uit
huurlingen, thans is het een deel der be
volking; de technische medewerking der
industrie en daardoor der bevolking is toe
genomen en ten slotte is door het lucht-
wapen het operatie-terrein niet langer
één slagveld, maar nagenoeg onbeperkt,
waardoor ook de buiten den strijd levende
bevolking meer dan voorheen de verschrik
kingen van den oorlog zal zien en voelen.
De vraag of in den oorlog luchtaanvallen
waarschijnlijk zijn moet bevestigend wor
den beantwoord; de aanvallen zullen ge
richt zijn op industrie-centra, spoor- en
waterwegen en belangrijke waterwerken,
doch de krachtens het Volkenrecht ver
boden terrorisatie-aanvallen op de burger
bevolking zullen uit vrees voor repressaille-
maatregelen evenals in den wereldoorlog
zeker uitblijven. Daar het moreel der bur
gerbevolking van grooten invloed is op het
moreel van het leger is het noodzakelijk
haar van tevoren volkomen in te lichten.
Zeer zeker zal de bevolking bij luchtaan
vallen op de industrie-centra gevaar loo-
pen, zij zal zich echter vroegtijdig moeten
prepareeren. Bij luchtaanvallen kan van
drie wapens gebruik 'gemaakt worden a.
scherfbommen. b. brandbommen en c. gas
bommen.
Toen in April '15 het gas als wapen werd
gebruikt, was de uitwerking op de onbe
schermde troepen enorm, naarmate de
bescherming echter geperfectioneerd werd.
nam de uitwerking af en was tenslotte
minder dan die van andere wapens. De
scherfbommen zijn gericht tegen personeel
en materieel en tegen voltreffers is slechts
met gewapend beton en aardwerken be
scherming mogelijk, het aantal dooden is
bij een voltreffer echter steeds geringer
dan bij een minder juist gerichten aanval.
De brandbommen tenslotte zijn geheel ge
richt tegen het materieel en dank zij den
kleinen omvang der bommen en de lichte
ontbrandbaarheid der vulling kan de be
manning van één vliegtuig zeer vele, felle
vuurhaarden stichten.
Van welken aard het luchtbombar
dement ook zij: steeds is de uitwerking
op een niet beschermde bevolking veel en
veel grooter dan op een beschermde.
Daarom is het zaak dore bescherming
zoo vroegtijdig mogelijk te organiseeren.
Zij is te verdeelen in a. de actieve en b.
de passieve. De actieve bescherming om
vat de luchtverdediging met afweer
geschut, jachtvliegtuigen enz. en is dus
een onderdeel der militaire activiteit. Het
passieve deel is de luchtbescherming en
dient te worden uitgevoerd door de ge
meentelijke autoriteiten, gelijk hier in
Leiden, waar onder leiding van den com
missaris van politie die de vergade
ring bijwoonde een luchtbeschermings
dienst is georganiseerd, en de bevolking
zelve.
Door stelselmatige oefening, zooals in
het Oosten des lands reeds geschiedt
moet de bevolking vertrouwd raken met
de te nemen veiligheidsmaatregelen en
de uit te voeren handelingen gaan leeren
toepassen en waardeeren, want al is to
tale opheffing der uitwerking niet moge
lijk, hun beperking is door een goed
georganiseerde bescherming enorm! Mis
dadig is het daarom, wetende dat de
bevolking aan dergelijke aanvallen kan
komen bloot te staan, het nemen van
veiligheidsmaatregelen te ontraden.
Na de pauze beantwoordde spr. een
groot aantal vragen, meerendep]s van
technischen aard.
HANDELSREGISTER K. v. li
Wijziging: Berg en Van der Voort, Hoofd
straat 114, Sassenheim, exporthandel
bloembollen. Wijziging handelsnaam in:
Berg en Zoon.
o
BEGIN VAN BRAND
Gisteravond omstreeks halfelf is tenge
volge van kortsluiting een begin van brand
ontstaan in de z.g.n. broodkamer van het
Diaconessenhuis, onmiddellijk gelegen
achter het hoofdschakelbord der electri-
sche verlichting. Dank zij het kordaat op
treden van de zusters Van Es en Dik, die
onmiddellijk een brandslang op de water
leiding aansloten en het vuurtje doofden,
bleef de schade beperkt tot de isolatie van
eenige electrische geleidingen, terwijl het
houtwerk van een kast werd geblakerd. De
brandweer behoefde geen dienst te doen.
DE BIOSCOOPEN.
Roxy-Theater. Twee sterk contrastee-
rende hoofdfilms, maar die stuk voor stuk
de moeite van een bezoek aan het Haar
lemmerstraat-theater waard zijn. Beide
werden hier ter stede reeds eerder met
groot succes vertoond: „Golddiggers" is
een vroolijke Amerikaaansche show-film
met kostbare revue-scènes, vele schlagers
en een prettig tempo, waardoor de film
ten einde is voor men het weet.
Lionel Atwil en Fay Wray laten het
publiek huiveren in „De Man met de
Wassen beelden". Het gegeven is reeds
oud, maar de mederne techniek de
film is geheel in kleuren opgenomen!
en de gewijzigde opvattingen omtrent
regie e.d. hebben er een geheel andere
uitwerking aan gegeven dan we ons van
vroeger herinneren. Eén ding is zeker: de
spanning is dientengevolge eer toe. dan
afgenomen en men moet wel stalen
zenuwen bezitten, wil men niet worden
aangegrepen door de enerveerende scènes
in de onderaardsche gewelven van den
waanzinnigen beeldkunstenaar.
Wie behoefte gevoelt om eens echt te
griezelen, bezoeke deze week het Roxy-
Theater.
Luxor-theater Met „De Wonderbar"
deed de Luxor-dlrectie een goede keus!
Warner Brothers laten deze film spelen te
Parijs, naar het gelijknamige tooneelstuk
maar zij hadden even goed, of misschien
nog beter, New York kunnen kiezen.
Grootsch opgezette „shows" verwachten
wij nu eenmaal meer uit de nieuwe wereld
dan uit Parijs. En „De Wonderbar" is een
fantastische film, een wonderlijke film,
met oogverblindende show-nummers,
schitterende danstafreelen (ontworpen
door Busby Berkely), rijk gevarieerde
voordrachten en prettige „songs"
Goede humor verzacht bovendien de tra
giek van het verhaal, dat zich afspeelt in
de feeërieke wonderbar, waarvan Al Jol-
son (bijgenaamd Al Wonder) de eigenaar
en de ziel is. Hier gaat de befaamde zan
ger avond aan avond zingend en grappen
makend langs de dicht bezette tafeltjes
van het zich hoogelijk amuseerend publiek
Dick Powell's vroolijke stem begeleidt de
vlotte wijsjes van de band en als hoofd
nummer treedt er op het danspaar: Dolo
res del RioRiccardo Cortez, dat ovatie op
ovatie oogst met z'n magnifieke evoluties
op de spiegelgladde vloer. Het is deze
danser, Riccardo Cortez, waarom de ge
schiedenis draait. Op den knappen, doch
misdadigen jongeman is niet alleen de
partnerin, doch ook de vrouw van een
bankdirecteur verliefd en laatstgenoemde
gaf hem zelfs een kostbaar collier om dat
te gelde te maken, teneinde samen te
vluchten. Al Wonder lost het drama op,
zelfs als de waanzinnig verliefde danseres
met een dolk een aanslag pleegt op den
gigolo. Het lijk laat hij verdwijnen in de
auto van een levensmoeden cabaret-be
zoeker, die kort daarna in een afgrond
rijdt. Nooit zal de danseres weten dat zij
een moord heeft gepleegd
Luchtig en vluchtig, maar van zeer
sterke spelkwaliteiten is „De Meinacht in
Weenen" met Kathe von Nagy, Victor de
Kowa en Hans Moser. Die laatste speciaal
geeft in z'n aantrekkelijke Weensche dia
lect een kostelijke typeering, die orkanen
van vreugde verwekt.
Luxor geeft tenslotte een korte kleu
renfilm met een geestige parodie op het
leven van Napoleon.
Lido-theater Zooals in de titel „Voort-
vluchtigen" reeds ligt opgesloten, is deze
film van een angstige gejaagdheid, een
voortdurende strijd van een ontsnapten
gevangene, Porter, om de politie uit han
den te blijven en men kan zich de gan-
sche film door niet onttrekken aan een
gevoel van sympathie voor dezen flinken
kerel, al is hij dan ook aan de gerechtig
heid ontkomen, wat in een normaal ge
val natuurlijk heelemaal niet in den haak
is. Nu moet men bekennen, dat alle om
standigheden voor die sympathie aanwe
zig zijn. want eerstens speelt Robert Mont
gomery zijn rol zonder eenig valsch sen
timent en bovendien komt hij na zijn ont
snapping terecht in de Los Angeles trans-
continentalbus, waar hij de fatsoenlijke
Letty Morris in bescherming neemt tegen
den opdringerigen en haar voortdurend
lastig vallenden gangster „Legs" Caffee.
Porter en zijn beschermelinge beginnen
zoo iets als liefde op het eerste gezicht
voor elkander te voelen. Maar ondertus-
schen wordt die arme kerel nog steeds ge
zocht en de listige „Legs" zal daar pro
fijt van treTcken en zoo moet Porter nood
gedwongen vluchten. In een autocar on
derneemt hij een geweldige ontvluchtings-
tocht, daarbij Letty, die en passant „Legs"
in handen van de politie gespeeld heeft,
met zich meenemend. De steeds stijgende
spanning vormt dan een ongekende cli
max wanneer Porter in een hevigen
sneeuwstorm een autobus met kinderen
van een zekeren ondergang redt en zijn
achtervolgers nu de kans krijgen, hem te
arresteeren. Gelukkig laten de kinderen
en hun ouders hem niet aan zijn lot over
en zijn invrijheidstelling volgt spoedig, een
aangename verrassing ook voor Letty. De
scène's in den sneeuwstorm zijn zóó prach
tig van spel en zóó suggestief van opname,
dat men zijn bewondering voor deze uit
muntende, ver boven het middelmatige
uitstekende film niet voor zich behoeft te
houden. Met een heel eigen visie heeft de
regisseur, Richard Boleslavsky, dit ge
beuren „gezien" en afgaande op dit door-
BINNENLAND
Uit het reisrapport der K. XVIII. (2e BI.)'
Verlaging der spoorwegpensioenen; een
wetsontwerp ingediend. (4e Bïad).
Wijziging der Indische Staatsregeling;
vermindering van het aantal leden van het
college van gedelegeerden. (Binnenland, 38
Blad).
De verlaging van het mengpercentago
boter in de margarine gaat morgen in.
(Binnenland, 3e Blad).
Brandtragedie in een Friesch dorp.
(Gemengd, 4e Blad).
Groote brand te ZwoUekerspel; het
gebouw „SoooldTenk" geheel uitgebrand.
(Laatste Berichten, le Blad).
BUITENLAND
Aan den vooravond van het Saarplebis-
ciet. (3e Blad en Buitenland le Blad).
De Kleine Entente en het accoord van
Rome. (Buitenland, le Blad).
slaand succes, mag men nog veel goeds
van hem verwachten. Ook zijn spelers wa
ren tot in de kleinste rol keurig getypeerd
doch bovenal zijn het toch Madge Evans
Robert Montgomery, die dit spel doen
leven. Een film, die niet licht uit de her
innering zal verdwijnen!
Voor de pauze gaat opnieuw een Neder
landsche première en wel van „Musik im
Blut", waarin de twee markante figuren
van Sybille Schmitz en vooral van de
jeugdige en talentvolle Hanna Waag, sterk
de aandacht trekken. Het muzikale ele
ment is hierin sterk en op aangename
wijze overheerschend.
Trianon-Theater. Het Weenen van
1905: Willy Forst heeft de sfeer daarvan
uitnemend uitgebeeld. Carnaval: hoogte
punt van het Weensche winterseizoen, ook
tegenwoordig nog, ondanks oorlogsstor
men en crisismisère. Maskeradetijdwe
ken van bals, liefdesemotie's, van geluk
of van teleurstelling. Ieder jaar opnieuw,
voor iedere generatie steeds weer andere,
maar in hoofdzaak toch dezelfde evene
menten.
Duizenden gevallen, waarvan Willy
Forst er één uitkoos, dat zich buitenge
woon tot verfilming leende. De geschiede
nis is vrij gecompliceerd: hoofdpersonen
zijn de gevierde schilder Heideneck, zijn
vroegere vriendin en thans verloofde van
den hofdirigent Paul Harrandt, diens
broeder de chirurg prof. Harrandt en
vrouw, tenslotte Leopoldine Dur, vorstelijk
gezelschapsdame. En ja! de voornaamste
zouden wij haast vergeten: een prachtige
Chicilla-mof, de oorzaak van alle verwik
kelingen, van veel droefenis, van veel
vreugde en van een „happy-end", dat men
zich niet bevredigender zou kunnen den
ken, al betwijfelen wij 't, of dit verhaal
in de werkelijkheid zoo gunstig zal zijn
afgeloopen.
Heideneck teekent door een toevallige
samenloop van omstandigheden tijdens 't
nachtelijk Carnavalsfeest op zijn atelier
de gemaskerde professorsvrouw „en né
gligé" uit, maar mét de fatale mof, die
de verloofde van Paul juist dien avond
als prijs op het bal gekregen heeft. Onge
wild verschijnt deze teekening reeds den
volgenden dag in de Carnavalscourant. Nu
is Weenen in nood: wié is deze dame?....
De mof doet den achterdochtigen pro
fessor denken, dat zij de verloofde van
zijn broer is. Hij onderzoekt de zaak gron
dig. zóó grondig, dat de complicaties niet
ophoudenHeideneck wordt gedwongen
den naam van zijn model te noemen: zij
heet „Dur" en Leopoldine. maar deze ge
fingeerde naam blijkt werkelijk een draag
ster te hebben in de charmante lectrice
van vorstin M. Zoo wordt ook zij in deze
pijnlijke zaak betrokken: het gevolg, de
liefde tusschen Heideneck en dit aan alles
gansch onschuldige meisje, laat zich be
grijpen. Maar zoo gemakkelijk komt het
verhaal niet tot een eind: als booze geest
is daar nog Heideneck's vriendin uit vroe
ger jaren, die wraak neemt en zonder
mededoogen den teekenaar neerschiet.
Dank zij echter het snelle handelen van
Leopoldine en de professor-chirurg die
eerst bijna zijn plicht verzaakt, omdat hij
tóch ontdekte, dat het zijn eigen vrouw
was, die zich in den noodlottigen nacht
liet uitteekenen komt alles nog prachtig
in orde.
Ach., zoo verteld, gelijkt deze bewogen
episode in veler menschenlevens op een
stuiversromannetje. Maar is het zoo niet
dikwijls, terwijl het toch zoo diep-ingrij-
pend kan zijn voor hen, die er door ge
troffen worden?
Men moet deze film zien, om te besef
fen dat ook een banaalschijnend gegeven
op hoog niveau geplaatst kan worden!
Willy Forst heeft met deze film ver
diend een naam gemaakt: hij inspireerde
ook zijn spelers: ziedaar ln de beroemde
actrice Paula Wessely een figuur van