75ste Jaargang
DONDERDAG 3 JANUARI 1935
No. 22939
STADSNIEUWS.
BUITENLAND.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
PRIJS DER ADVERTENTIES:
30 ets. per regel voor advertenties uit Leiden en plaatsen waar
agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere
advertenties 35 ets. per regel. Voor zaïkenadvertenties belangrijk
lager tarief. Kleine advertenties uitsluitend bij vooruitbetaling
Woensdags en Zaterdags 50 ots. bij maximum aantal woorden
van 30. - Incasso volgens poetrecht. Voor opzending van brieven
10 ets. porto te betalen. - Verplicht bewijsnummer 5 ets.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden en gemeenten, waar agentschappen gevestigd zijn:
per 3 maanden f. 2.35
per week f. 0.18
Franco per post f. 2.35 per 3 maanden -f portokosten
(voor binnenland f. 0.80 per 3 mnd.)
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
LUSTRUMVIERING 1935.
De Lustrumcommissie van het Leidsch
Studentencorps deelt ons mede, dat a.s.
Dinsdagavond om halfnegen in „De
Burcht" een bijeenkomst zal worden ge
houden met vertegenwoordigers der buurt
commissies teneinde de plannen te be
spreken voor een passende en met het
onderwerp der Maskerade overeenkomen
de versiering der stad tijdens de komende
lustrumweek
Waar het van het grootste belang is, dat
deze versiering in onderling overleg wordt
ontworpen, vertrouwt de Lustrumcommis
sie, dat alle buurtcommlssies in deze bij
eenkomst vertegenwoordigd zullen zijn.
ZILVEREN JUBILEUM J. J. GULDEMOND
Bij den Gem. Reinigingsdienst.
In tegenwoordigheid van het volledige
ambtenarencorps werd hedenmorgen de
heer J. J. Guldemond, die zijn 25-jarig
jubileum als dieper bij den Relnigings- en
Ontsmettingsdienst mocht vieren, in de
directiekamer gehuldigd.
De directeur, de heer J. H. de Jong,
sprak den jubilaris ln hartelijke bewoor
dingen toe. Hij memoreerde de beteekenis
van dezen dag en zeide vervolgens het een
aangename taak te achten hem hartelijk
te mogen feliciteeren, in de eerste plaats
namens het College van Burgemeester en
Wethouders, meer in het bijzonder na
mens den Wethouder van dezen dienst,
voorts namens ambtenaren en hem zelf.
Spr. stond vervolgens stil bij de onder
deden van den dienst waaraan de jubi
laris in den loop der jaren zijn krachten
gaf en belichtte daarbij zijn eerlijk ka
rakter en groote arbeidslust. Hierbij was
het strafregister van Guldemond van dien
aard, dat Burgemeester en Wethouders
gaarne bij de herdenking van dit jubi
leum de gebruikelijke gratificatie voor 25-
jarige getrouwe dienstvervulling wilden
toekennen.
Namens allen geeft spr. uiting aan den
wensch, dat deze dag voor den jubilaris
er een mag zijn van groote dankbaarheid
en blijdschap. Wij allen, aldus besloot
spr. zijn rede, wenschen u toe, dat gij met
dezelfde opgewektheid als tot heden door
u aan den dag gelegd, uw arbeid nog vele
jaren in goede gezondheid zult mogen
verrichten.
Moge het „Arbeid Adelt" nog lang uw
parool blijven en het „Rust Roest" verre
van u zijn. Vandaag is het natuurlijk voor
u rust. Moogt ge vooral nu herdenken het
aangename in uw 25-jarige loopbaan on
dervonden: het minder prettige, dat na
tuurlijk ook wel eens zal zijn gepasseerd,
weert ge thans uit uw gedachten.
De heer Guldemond dankte getroffen
voor alle tot hem gerichte goede woorden,
daarbij in het bijzonder er zijn voldoening
over uitsprekende, dat zijn arbeid blijkt te
worden gewaardeerd. Door enkele collega's
van de afd. waterwerken was den jubilaris
lntusschen nog een keurige schemerlamp
aangeboden.
HET LEIDSCHE
INSCHAKELINGSPLAN.
VERSCHILLENDE BEZWAREN.
40-JARIG JUBILEUM VAN
MEJ. D. VOLTMAN.
A.s. Zaterdagmiddag om 2 uur zal rmj.
D. Voltman, directrice der Kweekschool
voor Bewaarschoolhouderessen aan het
Rapenburg in de Stadsgehoorzaal worden
gehuldigd in verband met het feit, dat zij I
gedurende 40 jaren aan deze school is ver
bonden.
RIJKSMUSEUM VOOR VOLKENKUNDE.
De Minister van Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen heeft bepaald, dat de
naam van het Rijksmuseum van Ethno-
grafie alhier van 1 Januari 1935 af luidt:
Rijksmuseum voor Volkenkunde.
MILITARIA.
De reserve-luitenants A. van Dop, W. D.
J. Scheepens, J. P. van Kats, W. Haverman,
H. Haagsma, J. J. van der Burg, J. van
Wijk, D. de Jong, C. Roggen, G. J. Bier, G.
Verberg, O Houwen en H. W. J. Bosch,
allen van het 4de regiment infanterie en
J. F. van Hulsteyn, J. Brink, H. J. W. Wes
tenberg, E. J. Uhlenbeek, F. S. van Nierop,
B. J. Maarssen, W. van Dijk, H. A. D. van
den Wall Bake en A. Rullmann, allen van
het 6de regiment veldartillerie zijn met
Ingang van 1 Januari j.l. benoemd tot
reserve-eerste-luitenant.
WAARSCHUWING.
De Secretaris van den Armenraad geeft
in overweging geen relaties aan te knoopen
met de Vereeniging Middenstandsbelangen
alvorens inlichtingen bij hem te hebben
ingewonnen. Deze vereeniging is gevestigd,
Tweede Lombardstraat 19 te Rotterdam;
tot voor kort was het adres Klein Cool-
straat 40 a, Rotterdam.
In het wekelijksche orgaan van het
Verbond van Nederlandsche Werkgevers
„De Nederlandsche Werkgever" treffen wij
het volgende artikel aan over het onlangs
ook door ons beschreven „lnschakellngs-
plan".
„Een subcommissie uit het Leidsche
Crisiscomité, de z.g. inschakelingscommis
sie, heeft eenigen tijd geleden onder lei
ding van haar voorzitter Dr. Brinkgreve
het „Leidsche inschakelingsplan" uitge
werkt, dat beoogt, de productie en de wel
vaart binnen Leiden te doen toenemen en
zoodoende de werkloosheid te doen ver
dwijnen.
In het kort komt het plan hierop neer,
dat men de 3000 werkloozen, die er in Lei
den zijn, van gemeentewege aan een aan
tal met name genoemde openbare werken
te werk stelt en hen betaalt met een
nieuw soort geld, Leidsch gemeentegeld
genoemd, dat door de gemeente wordt ge
creëerd en alleen gangbaar is binnen
Leiden. De Leidsche middenstanders en
anderen, die dit geld van de werkloozen
in betaling ontvangen, kunnen het weer
gebruiken voor betalingen aan de ge
meente en aan hun Leidsche personeel,
evenals voor betalingen aan Leidsche gros
siers en fabrikanten. Hetzelfde geldt voor
deze laatsten. Verschillende van de be
treffende groepen hebben zich reeds bereid
verklaard, zulk geld in betaling aan te
nemen.
De redeneering van de inschakelings
commissie is, dat er in de bedoelde bedrij
ven door de verhoogde inkomens der werk
loozen meer te doen zal zijn, zoodat daar
in meer personen zullen kunnen worden
gebruikt. Dit personeel zal dan niet meer
behoeven te worden aangesteld bij open
bare werken. Zoo ontstaat er een nieuwe
toestand van grooter productie en grooter
welvaart, die zoo vertrouwt de commis
sie op den duur zichzelf zal kunnen
instand houden.
In Het Volk heeft Prof. Dr. J. Tinber
gen een critische bespreking van dit plan
gegeven. Hij wijst op het gevaar voor de
preciatie van het Leidsche geld, wanneer
men niet over voldoende Nederlandsch
geld beschikt om betalingen buiten Lei
den te doen. De commissie wil dit bezwaar
ondervangen door ieder die Nederlandsch
geld noodig heeft en slechts over Leidsch
geld beschikt, in de gelegenheid te stel
len dit te verkrijgen, door bemiddeling van
een gemeentelijken girodienst, van de
menschen, die juist meer Nederlandsch
geld hebben dan strikt noodig is. Eerst
wanneer er zooveel Leidsch geld in om
loop zou zijn, dat niemand meer over
méér Nederlandsch geld zou beschikken
dan hij strikt noodig heeft, zou de moei
lijkheid zich voordoen. lntusschen meent
Prof. Tinbergen, dat waar volgens een
door hem gemaakte ruwe berekening wel
een 40 pet. van wat de Leidsche consu
ment betrekt Leidsche prestaties vertegen
woordigt, de zaak eerst spaak zou loopen,
indien meer dan dit percentage van de
betalingen van consumenten met Leidsch
geld zou moeten geschieden. Maar zoo
betoogt hij verder er zit aan deze
quaestie nog een andere zijde. De ver
hoogde bedrijvigheid in Leiden zal ook
verhoogden „invoer" van Nederlandsche
niet-Leidsche goederen medebrengen,
tegenover welke verhooging voorloopig
geen verhoogde uitvoer van Leidsche pro
ducten naar overig Nederland zal staan.
De kans is dus aanwezig, dat het Neder
landsche geld uit Leiden wegstroomt. Dit
acht hij slechts te vermijden afgezien
van de mogelijkheid van verkoop van
Leidsche vermogensbestanddeelen aan de
overige Nederlanders door een zeker
streven naar lokale autarkie. In welken
omvang dit echter mogelijk is, is niet
zeker. Er is z. i. echter geen bezwaar een
zekere bevoorrechting van Leidsche pro
ducten toe te passen, omdat de winst van
werkgelegenheid veel grooter zou zijn dan
het verlies aan werkgelegenheid elders en
dit verlies z. i. geheel tot het verleden
zou behooren, indien men elders hetzelfde
plan zou gaan volvoeren.
Prof. Tinbergen meent verder, dat in
dien er, om geen moeilijkheden als hier
boven geschetst, te verwekken, slechts een
beperkt bedrag in totaal wordt uitgege
ven, als gevolg van de door de „injecties"
vergroote bedrijvigheid eenerzijds het aan
tal werkloozen zal afnemen, dat bij de
openbare werken moet worden geplaatst,
anderzijds de gemeente-ontvangsten gun
stiger zullen worden. Hij acht het niet on
denkbaar, dat er ten slotte een evenwicht
wordt bereikt, waarbij geen verdere uit
gifte van gemeentegeld noodig zou zijn.
Zeker is dit echter niet. In ieder geval
vermoedt hij op grond van ruwe bereke
ningen, dat in elk geval voor een tijd van
beteekenis, b.v. een jaar of twee jaar, een
zeer aanmerkelijke verbetering van den
toestand zou kunnen worden verkregen.
Veel beter zou hij het tenslotte achten,
Indien een dergelijk program op natio
nale of internationale basis zou worden
uitgevoerd.
Tot zoover Prof. Tinbergen. O. i. is hij
ondanks de bedenkingen, door hem gefor
muleerd, nog te optimistisch omtrent de
werking van dit plan. Er is veel in, dat
ook ons niel voldoende duidelijk is; er
rijzen allerlei vragen.
In de eerste plaats dunkt ons de stimu-
leerende werking, die hiervan zou uitgaan
op de Leidsche bedrijvigheid sterk over
dreven. Deze werkloozen ontyangen thans
steun en consumeeren het totaal van dit
steunbedrag binnen Leiden. De meerdere
„bedrijvigheid" van het Leidsche plan ver
wacht, kan slechts voortvloeien uit de
omstandigheid, dat deze werkloozen
voortaan in den vorm van „Leidsch geld"
méér zullen ontvangen dan hun tegen
woordig steunbedrag. Zeer zeker beteekent
dit vóór alles een stijging van de omzet
ten der winkeliers; maar dat zulks in
belangrijke mate aan de werkgelegenheid
in Leiden zou ten goede komen, betwijfe
len wij sterk. Men kan nu eenmaal on
mogelijk eischen. dat de Leidsche mid
denstand niet anders dan Leidsche pro
ducten zal verkoopen en dat b.v. de Leid
sche kleermakers geen buiten Leiden ge
fabriceerde stof mogen bezigen voor hun
costuums. Kaas en boter komen toch even
min als margarine uit Leiden zelf. In
ieder geval is de verhooging van inkom
sten van deze werkloozen in het wezen
der zaak niet te beschouwen als een uit
vloeien van de creatie van „Leidsch geld",
maar als resultaat van hun tewerkstelling
bij openbare werken.
Maar zal men kunnen zeggen
daartoe zou de gemeente niet kunnen
overgaan, wanneer zulks belangrijke kosten
voor haar medebracht. Door de uitgifte
van dit „Leidsche geld" worden die kosten
tot een minimum voor haar teruggebracht
en worden zelfs de steunuitkeeringen be
spaard.
Hier rijzen nu nieuwe vragen en moei
lijkheden. Het is ons n.l. ook na de uit
eenzetting, hierboven door Prof. Tinber
gen gegeven, niet duidelijk geworden hoe
nu eigenlijk de verhouding is waarin de
gemeente staat tot dit door haar uitgege
ven „geld". Zijn 't eenvoudige bons zonder
waarde, die de gemeente nimmer behoeft
in te lossen? Of vertegenwoordigen deze
papiertjes of munten inderdaad een gelijk
bedrag aan Nederlandsche munt? Uit de
uiteenzetting van Prof. Tinbergen valt op
te maken, dat de gemeentelijke giro ze
alleen inwisselt tegen Nederlandsch geld,
voor zoover er binnen Leiden personen
zijn, die Nederlandsch geld bij die giro
storten om Leidsch geld te verkrijgen
Maar al wisselt de-gemeente zelf dit geld
nooit in, zij neemt het wél in betaling. Dit
wordt uitdrukkelijk medegedeeld. Men
zal er dus belasting, gas, water, electrici-
teit mee kunnen betalen. Maar dan be
teekent zulks, dat de gemeente voortaan
een steeds grooter deel van haar inkom
sten zal ontvangen in een geld, dat buiten
Leiden niet gangbaar is, zoodat zij in
mindere mate dan vroeger aan haar ver
plichtingen zal kunnen voldoen. Hierbij
rijst dan verder de vraag of de gemeente
dit Leidsche geld opnieuw zal mogen uit
geven voor andere doeleinden dan voor
betaling van de loonen der tewerkgestelde
werkloozen. Komt op deze wijze ook het
comptabel beheer der gemeente overeen
komstig de Gemeentewet niet op losse
schroeven te staan?
Vast staat, dat de gemeente de ingezele-
nen niet kan verplichten dit geld in beta- I
ling aan te nemen inplaats van wettige
munt. Maar daaruit volgt, dat dit geid
minder waarde zal moeten hebben dan
gewoon Nederlandsch geld, óók voor de j
gemeente zelf, die het in toenemende j
mate zal ontvangen naarmate de proef
langer duurt en er dus meer van dat geld
zal worden uitgegeven. Is het de bedoe
ling, dat de gemeente uiteindelijk verplicnt
zal zijn het geld in te wisselen legen
Nederlandsch geld. dan komt de heele
zaak in haar wezen hierop neer, dat zij
een soort vlottende schuld creëert tot on
bepaalde bedragen, waardoor er ten slotte
een zware last op de gemeente zal druk
ken, die aan de toekomstige welvaart van
Leiden zeker niet ten goede zal komen.
Uitzetting van den geldvoorraad om
„koopkrachtinjecties" te verrichten, kan
slechts een voorbijgaand effect hebben en
moet na korter of langer tijd tot dieper
inzinking leiden. In het gegeven geval
heeft men feitelijk te doen met een vorm
van inflatie; men zou van stedelijke in
flatie kunnen spreken. Wordt Leiden vol
gepompt met dit geld, dan zal het spoe
diger zijn gedeprecieerd dan Prof. Tin
bergen verwacht, juist omdat het zelfs
binnen de gemeente niet overal in beta
ling zal worden genomen en omdat noch
de inwoners, noch de gemeente zelf, er iets
aan hebben voor betalingen in overig
Nederland. Dit zal ertoe leiden, dat de
prijzen van verbruiksartikelen, de huren
enz. in Leidsoh geld uitgedrukt, omhoog
zullen gaan, waardoor de afzet van ver
bruiksartikelen weer zal terugloopen en de
bedrijvigheid zal afnemen.
Wij vragen ons ook af, wat de Leidsche
fabrikanten, groothandelaren, enz. die
belangrijke bedragen in dit Leidsche geld
van hun Leidsche afnemers ontvangen,
daarmee zullen kunnen uitrichten. Zij
kunnen dat geld niet beleggen en er even
min buiten Leiden iets voor koopen, ter
wijl de kans, dat zij het zullen kunnen
inwisselen tegen Nederlandsch geld voort
durend geringer zal worden. Zóó bekeken,
beteekent het plan een verkapte belasting
van buitengewone zwaarte, op het be
drijfsleven gelegd. Hoe kan men daarvan
in ernst blijvende vergrooting van de wel
vaart in Leiden verwachten?
Eindelijk zijn wij het beslist oneens met
Prof. Tinbergen's meening, dat indien deze
methode meer algemeen werd toegepast,
de voordeelen nog veel grooter zouden
worden. Zelf erkent hij, dat het stelsel de
lokale autarkie in de hand werkt. Nu is
niets noodlottiger voor de algemeene be
drijvigheid dan stedelijk protectionisme.
Maar nationaal toegepast leidt het
evenzeer tot landelijke autarkie en infla
tie van het ruilmiddel."
DE ALGEMEENE TOESTAND.
FranschItaliaansch accoord verzekerd
Nieuwe nota van Abessinië aan den
Volkenbond.
De telegrammen hebben gisteren nog
medegedeeld, dat de Fransche minister
Laval hedenavond naar R-me gaat! Er
is dus plotseling een wijziging ten goede
ingetreden! Volgend program is bekend
gemaakt:
Laval vetrekt hedenavond om 20.20 uur
uit Parijs en komt morgen om 17 uur te
Rome aan. Hij zal worden vergezeld door
den secretaris-generaal van den Qual
d'Orsay, Leger, den onderdirecteur voor
Afrikaansche en Levant-aangelegenheden,
de Saint Quentin en zijn kabinets-chef,
Rochat. Bij zijn aankomst te Rome zal hij
worden ontvangen door Mussolini.
Zaterdag zal worden bestemd voor be
sprekingen tusschen Laval en Mussolini.
Zoo noodig zullen de besprekingen Zondag
wrrden voortgezet. Zaterdagavond geeft
Mussolini ter eere van Laval een diner.
Zondag zal een banket worden aangericht
in de Fransche ambassade.
Hoogstwaarschijnlijk Maandag zal een
bezoek worden gebracht door Laval aan
den Paus. Dinsdagmiddag vertrekt Laval
weer uit Rome en komt dan Woensdag om
9.20 uur weer te Parijs aan. Donderdag zal
hij waarschijnlijk naar Geneve vertrekken
ter deelneming aan de zitting van den
Volkenbandsraad.
Hoe de wijziging ten goede ontstond,
wordt aldus verklaard:
Gedurende den ministerraad, waarin
Laval onbeperkte volmacht werd verleend
voor de voortzetting der onderhandelingen
met Rome, werd Laval aan de telefoon ge.
roepen. Hij ontving onmiddellijk daarna
den Itallaanschen gezant. Na een kort
onderhoud met hem stelde Laval zich
telefonisch in verbinding met den Fran-
schen ambassadeur te Rome.
Kort daarop bracht Pfluegl, de Oosten-
rijksche gezant, een bezoek aan den Quai
d'Orsay. Daar onmiddellijk daarop hiet
vertrek van Laval naar Rome bekend ge
maakt werd, neemt men in welingelichte
kringen aan, dat de bezwaren der Ween-
sche regeering met betrekking tot het
garandeeren van de Oostenrijksche onaf
hankelijkheid door de Kleine Entente in
getrokken, of in ieder geval niet meer in
den tot dusver geldenden omvang ge
handhaafd zijn.
Te Weenen zijn volgende inlichtingen
aan de pers verstrekt:
In de afgeloopen dagen hebben de Oos
tenrijksche vertegenwoordigers te Rome
en te Parijs herhaaldelijk gelegenheid
PRODUCTIE-BEPERKING BIJ
CLOS EN LEEMBRUGGEN.
De directie der N V. Sajetfabrieken P.
Clos en Leembruggen deelt ons mede, dat
zij zich tot haar leedwezen genoodzaakt
ziet haar productie te gaan beperken.
Hoewel de buitenlandsche concurrentie
hier te lande hieraan niet geheel en al
vreemd is, moet de hoofdoorzaak toch ge
zocht worden in een toeneming van de
export-moeilijkheden, waarvan helaas geen
spoedige oplossing te verwachten is.
Als gevolg hiervan zal voorloopig slechts
vier dagen per week worden gewerkt, ter
wijl ook eenig personeel moet worden ont
slagen.
BINNENLAND.
Teraardebestelling M. Adatcl te Den
Haag (Binnenland, 3e Blad).
Het autobusongeluk te Renswoude; één
der slachtoffers overleden (Gemengd, 3e
Blad).
Ernstig ongeluk te Amsterdaméén doode
en eenige gewonden (Gemengd, 3e Blad).
Hotelbrand te Warffura; de hotelhouder
in arrest gesteld. (Laatste Berichten, le
Blad).
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijving:
W. H. J. Zwetsloot, Haarlemmerweg 4,
Leiden. Wol- en veehandel; handel in
schapen. Eigenaar: W. H. J. Zwetsloot,
Leiden.
Wijziging:
F. P. van Dijk, Noordeinde 43, Leiden.
Handel in galanterieën en porselein. Vesti
ging filiaal: Kerkstraat 3, Bodegraven o/d.
naam I.VA
De in het Prentenkabinet der Rijks
universiteit alhier gehouden tentoonstel- I
ling van Nederlandsche teekeningen ver- I
worven in de jaren 1907 tot en met 1934 1
wordt verlengd tot 31 Januari a.s.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën is de inspecteur der directe be
lastingen, enz. A. W. Kamp, toegevoegd aan
het hoofd van de inspectie der dir. bel. te
Leiden, 2de afd., aangewezen als hoofd van
genoemde inspectie.
Met ingang van 15 Januari a.s. wordt
de heer G. C. Heijmans, schrijver bij de
Ned. Spoorwegen aan het station alhier,
overgeplaatst als schrijver bij de Centrale
Controle der Ned. Spoorwegen te Utrecht.
Geslaagd voor het practijk-diploma
Boekhouden Ver van Leeraren der Han-
delswetenscbanDen de dames C. Duindam
en N. S. Ridderikhof en de heeren C.
Diezeraad, H. C. Gottenbos en A. Kloos,
allen leerlingen van de middelbare Han
delsavondschool „Kennis is Macht" alhier.
BUITENEAND.
Lavai's reis naar Rome. Overeenstem
ming heet verzekerd (Buitenland, le Blad)!
Nieuwe nota van Abessinië aan den Vol
kenbond (Buitenland, le Blad).
Het proces Hauptmann in Amerika
(Buitenl. Gemengd 3e Blad en Tel. le BI.),
gehad in contact te treden met de per
sonen, die betrokken zijn bij de Fransch-
Italiaansche onderhandelingen. Bij die
gelegenheden hebben zij de wenschen van
Oosterijk naar voren gebracht. Deze wen
schen, aldus de m/ededeelingen, zouden
thans gehoor hebben gevonden.
Met dit pact van non-interventie heeft
het door de vertegenwoordigers van Oos
tenrijk te Geneve aangevatte wsrk zijn
bekroning gevonden.
De overeenkomst zal berusten op strikte
wederkeerigheid en de wederzijdsche ver
plichting der deelnemers zich niet te
mengen in de politiek van een anderen
staat en geen steun te verleenen aan ge
welddadige revolutionnaire bewegingen,
welke gericht mochten zijn tegen een der
verdragsluitende partijen.
In een zoodanig verdrag kan de pacifi
catie van Midden-Europa worden gezien,
aldus wordt verklaard.
De uitnoodiging aan het pact deel te
nemen zal op zco ruim mogelijke schaal
worden verspreid. Behalve aan Oostenrijk
en zijn buurstaten, zullen waarschijnlijk
ook uitnoodigingen worden gezonden aan
Frankrijk, Engeland, Roemenië en Polen.
Dit laatste bevestigt het toegeven van
Oostenrijk.
Het Italiaansch-Fransch accoord neemt
men thans als zeker aan, daar Laval de
kns van een mislukking niet zou nemen.
Officieel is men echter nog terughoudend.
Het Fransche bezoek aan Engeland
wordt als gevolg van een en ander uitge
steld.
Van Duitsche zijde wordt melding ge
maakt van eenige communistische aan
vallen op leden van het Duitsche front in
het Saargebied. Van veel beteekenis is het
echter niet.
Het secretariaat van den Volkenbond
publiceert een nieuw telegram, dat de re
geering van Abessinië aan den raad en da
leden van den Volkenbond heeft gericht.
Abessinië handhaaft het standpunt, dat
Italië den aanval in Ualuab heeft geopend.
Italië heeft overigens, ook kortgeleden,
weer een punt bezet, dat ongetwijfeld en
zelfs volgens de Italiaansche kaarten tot
het Abessinisehe gebied behoort. Italië
wil blijkbaar steeds verder voorwaarts
dringen.
De Abessinisehe regeering heeft Italië
reeds op 12 December voorgesteld zoo snel
mogelijk de grenzen overeenkomstig het
verdrag van 1903 vast te stellen. Thans
neemt Abessinië kennis van de verkla
ring der Italiaansche regeering volgens
welke deze bereid is daartoe over te gaan,
doch maakt bezwaar tegen de voorwaarde,
dat de Abessinisehe regeering satisfactie
moet geven aan Italië voor de verschil
lende incidenten, alvorens hiertoe kan
worden overgegaan.
De regeering van Abessinië verklaart
zich bereid alle eischen in te willigen, in
dien is gebleken, dat zij inderdaad verant
woordelijk is.
FRANKRIJK.
Nieuwe Fortificaties.
De Matin" meldt uit Nancy, dat de
Fransche generale staf ongeveer vier
maanden geleden heeft besloten, ook te
genover de opening van Monmedy, die
volgens het eerste plan der grensverster-
kingen slechts door gereedliggende mo
biele troepen zou worden beschermd, be
tonnen fortificaties te laten bouwen, die
zich zullen uitstrekken over de streek tus
schen Margut in de Ardennen en Arrancy
in het Maas-departement.
De bouw is reeds voor een bedrag vaa
18 millioen francs aanbesteed.