LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad Vrijdag 21 December 1934 DE LIVER. J. TH. KORT t DE OVERLEDENE WOONDE TE OEGSTGEEST. De heer J. Th. Kort, wonende te Oegst- geest werd 21 Augustus 1886 geboren te Lelden en ls dus 48 jaren oud. Aanvan kelijk was hij als eerste stuurman bij de R'damsche Lloyd werkzaam, waarna hij na zijn ontslagaanvrage met een zaken vriend in 1922 de dakpannenfabriek „Ka- rang Pilang" te Soerabaja oprichtte, en tot grooten bloei bracht en later een bouw onderneming aldaar stichtte. Sinds 1 Jan '30 woonde hij te Oegstgeest en onderhield van daar uit nog steeds relaties met de Indi sche zakenwereld, waarmee hij groote be langen had en waarvoor hij nu ook ter regeling van diverse zaken per „Uiver" naar Indië reisde. PROF. DR. E. W. WALCH t HOOGLEERAAR TE BATAVIA. Prof. dr. E. W Walch werd geboren 9 Augustus 1896 te Schiedam. Na voltooiing zijner medische studie werd hij 8 Septem ber 1925 ter beschikking gesteld van den gouverneur-generaal van Ned.-Indlë om voor 6 Jaar werkzaam te worden gesteld als gouvernements-arts der le klasse bij den dienst der volksgezondheid. Met een aanstelling bij het geneeskun dig laboratorium te Weltevreden, vertrok dr. Walch dezelfde maand met „de Konin gin der Nederlanden" naar Indlë. In 1927 werd hij belast met de waarneming der betrekking van super-visor over de mala- rla-bestrljdlng voor den du,ur van het ver lof van prof. dr. E. R. K. Rodenwald. In 1929 nam hij de functie van prof. Roden wald voor goed over*4ta ^Augustus 1929 ls dr. Walch benoemd "bij de geneeskundige Hoogeschool te Batavia tot buitengewoon hoogleeraar ln de gezondheidsleer, afdee- llng Bacteriologie en Serologle. In Juni 1930 ls hij belast met de waar neming van de betrekking van directeur van het Centraal Geneeskundig Laborato rium tijdens het verlof van dr. S. L. Brug In April 1931 volgde prof Walch's benoe ming als gewoon-hoogleer aar aan de Universiteit te Batavia Wegens 6 Jarigen dienst ging hij ln 1933 met verlof naar Europa voor 8 maanden met de bepaling dat hij zijn hoogleeraarschap neer zou leggen. Prof. Walch zou als afgevaardigde van het Nederlandsch-Indisch Gouvernement deel nemen aan het Tropicale Medicine con gres dat te Amsterdam gehouden zou worden. Toen prof. Walch van zijn verlof terug keerde is hij wederom tot hoogleeraar te Batavia benoemd. Hij was o.a. lid van de voedingsmidde len commissie en lid van den gewestelijken Raad van West-Java. Bovendien was hij lid tevens voorzitter van de Landsgebouwen commissie voor de gemeente Batavia. D. W. BERETTY t DIRECTEUR VAN HET PERSBUREAU 1 ANETA: Een merkwaardige figuur ls met den heer Beretty op éénmaal op tragische Wijze van het Indisch levenstooneel ver dwenen, waarop hl) een rol heeft gespeeld, die gedurende een lange reeks van Jaren in de publieke belangstelling heeft ge staan. Zijn uitzonderlijk organisatie-ver mogen en zijn groote werkkracht hebben alle andere eigenschappen van deze krach tige persoonlijkheid in de schaduw ge steld. Beretty. „Indische Jongen met Ita- llaansch bloed", werd te Batavia geboren. Na zijn schooljaren was hij twee Jaar klerk bij den Postdienst te Batavia. Van dezen dienst ging hij over naar hetkran- tenbedrljf, aanvankelijk als corrector, later als reporter bij het ..Batavlasch Nieuws blad". Van dit blad ging hij over naar de „Javabode" als telegram-redacteur. De oorlogsjaren gaven Beretty de groote kans van zijn leven, welke hij schitterend heeft benut. Te Batavia werd hij benoemd tot redacteur voor deze stad van het „Soerabaja'sch Handelsblad". Toen kort voor het uitbreken van den oorls^ een Britsch-Indlsch regiment te Singapore aan het muiten sloeg, kreeg hij van vele bladen opdracht zich onverwijld naar Singapore te begeven De wijze, waarop hli zich van die opdracht kweet, vestigde in geheel Indlë de aandacht op zijn Journalistieke gaven. Kort daarna richtte hij op zeer bescheiden voet een Indisch pers- en knip selbureau op, „Aneta, altijd nummer één trots alles", begon op 1 April 1917 zijn werkzaamheid. De telegrammenblokkade van Indië door de Engelsche regeering werd voor hem een prikkel Indlë op andere wltze van nieuws te voorzien, waarin hij volkomen slaagde. Door zijn uitgebrelden telegrammendlenst ln deze bewogen oor logsjaren heeft h!1 de Indische dagblad directies en het Indische publiek ten zeerste aan zich verplicht Geleidelijk breidde Aneta zich uit. In Den Haag werd een kantoor opgericht voor „de Indische berichtgeving" in Nederland 4 December 1920 werd het monumentale gebouw van Aneta ln Batavia opgericht. Dit was het groote moment ln het leven van den toen nauwelijks 30-jarlgen stichter. De Regeering betoonde zich erkentelijk voor de snelle en betrouwbaren berlcht- gevingsdienst. De laatste jaren maakte Beretty herhaaldelijk korte bezoeken aan ons land. In September was hij met de „Kwartel" naar Holland gekomen en hij wilde vóór Kerstmis weer met de ..Uiver" in Indië terug zijn. Beretty was officier in de orde van Oranje-Nassau, terwijl ook vreemde regeeringen zijn verdiensten met een rid derorde hadden beloond. Een dag en een nacht gingen voorbij. Zoo zijn in angstige spanning een dag en een nacht verstreken. Directie en piloten der KLM. poogden in interviews met persvertegenwoordigers hun ongerustheid nog eenigermate te ver- heelen. „Beekman," zoo zeide Sillevis, die met Geyssendorfer in de .Leeuwerik" ter hulp snellen zou. „ls een bekwaam bestuurder, die ook in de oogenbllkken van 't grootste gevaar snel en doortastend weet te han delen" Bovendien bestond de mogelijk heid dat de „Uiver" van de route was af geraakt en ergens neergekomen was op een vliegveld, waar telefoon noch radio was om de buitenwereld van de situatie op de hoogte te bréngen. Op afstanden van ongeveer 50 KM. van elkaar vindt men daar Immers meerdere van deze landingsterreinen! Daarenboven had de „Uiver" een noodrantsoen aan boord, zoodat voor voedselgebrek niet ge vreesd behoefde te worden. Inmiddels was op Schiphol de .Leeuwe rik", die pas gistermiddag uit Egypte was aangekomen, in gereedheid gebracht om te vertrekken naar Cairo. Hedenmorgen in de vroegte zou de start plaats hebben. Zij moest echter bijna 2 uur worden uitgesteld in verband met 6lechte weersomstandigheden. De Leeuwerik vertrokken. Het was halfacht toen de Leeuwerik startte. Dat zij weinig dienst meer zal kunnen bewijzen wist men op dat moment nog niet. Als piloten zijn aan boord twee der oudste KL.M.-bestuurders, Sillevis en Geijsendorffer. Werktuigkundigen zijn Biesheuvel en van Weststrate, marconist is Van der Smagt, De heer Sillevis 'trad den 22sten Maart 1922 in dienst van de KL.M. en heeft reeds meer dan 10.000 uren voor haar ge vlogen. De heer Geijsendorffer is in April 1921 bij de K.LM. gekomen doch was ge durende enkele jaren in dienst van den heer van Lear Black. Als dienstpassagiers gingen mee de heeren Behage plaatsvervangend chef van den technischen dienst der K.L.M., en Moes, inspecteur der Indië-route De „Leeuwerik" is geheel volgeladen met reserve-onderdeelen. Het opsporingswerk ingezet. Nauwelijks kwam het bericht van den etart van de Leeuwerik of telegrammen uit Cairo enz meldden dat 24 vliegtuigen der Royal Air Force, benevens toestellen van de Air France in den vroegen morgen vruchteloos naar de Uiver hadden gezocht Het te onderzoeken terrein, de woestein rondom Gaza en Rutbah Wells bestrijkt een enorme oppervlakte (ongeveer ter grootte van Duitschland) zoodat het aan vankelijk negatieve resultaat geen ver wondering behoefde te wekken. De Uiver verbrand. Een nader bericht van de K.L.M. maakte helaas aan alle spanning een tragisch einde! De KMJ4.-vertegenwoordiger te Bagdad, de heer Peters, meldde het vol gende: „Een toestel van de Royal Air Force heeft de „Uiver" verongelukt gezien op 16 K..M. ten Zuiden van Rutbah. Het toestel werd gezien door den luit.-vlieger Stone. Het was uitgebrand en er is geen hoop op het nog levend aantreffen van de zeven inzittenden." Een dokter is per politle-auto naar de plaats van het ongeluk vertrokken Ook de vertegenwoordiger van de K.L.M. te Bagdad, de heer Peters, ls er met een toe stel van de Imperial Airways heen, terwijl een medicus van de Royal Air Force even eens derwaarts ls verftrokken. Toestel omlaag gestort? Een ander bericht uit Cairo zegt dat de Uiver omlaag zou zijn gestort en bij de K.L.M. schijnt men deze lezing vrij waar schijnlijk te achten. Waar de Uiver verongelukte Een medewerker van het Hbld. vertelt om. het volgende over het woestijngebied, waar de Uiver is veongelukt: Direct na Cairo begint de woestijn. Urenlang bruin zand. Vrij vlak lijkt de bodem uit de hoogte: eigenaardige stre pen die aan oogedrnrv»-)» rivierbeddingen doen denken en die zich <n het niet ver liezen geven er eeniee teeVentng aan Bruin zand, bruin zand eindeloos Dan zien wl) Gaza: een oase en een teleurstelling; want een oase zooals wij ons die in onze verbeeling voorstellen ls een paradijsje met weelderig groen en wuivende palmen, doch het groen* is hiér schaarsch en stoffig. Bij het vliegveld lig gen een paar schamele rechthoekige ak kertjes. maar het lijkt onbegrijpelijk dat iemand uit dien dorren grond iets te voorschijn kan brengen, dat groen is en groeit Vroeger was Gaza een stopplaats van de Imperial Airways, nu wordt het al sinds een paar laar niet meer gebruikt. Er is uit dien tijd nog een soort restaurant op het vliegveld achtergebleven. Dat ls alles wat Gaza den luchtreiziger te bieden heeft behalve zijn temperatuur, die wer kelijk heerlijk is. Dan gaat de route over Palestina. De woestijn is daar op sommige plaatsen een weinig bedekt met een dun groen waas. maar onherbergzaam en onvruchtbaar zien toch de betrekkelijk hooge heuvels er uit. Na de Doode Zee gaat het weer over de woestijn, die soms geheel vlak dan weer heuvelachtig is. maar steeds bruin en steeds zand. Het eenige wat er te zien valt is de eindelooze eeuwenoude karavaanweg van Cairo naar Bagdad die een lange dunne lijn trekt door de eindeloosheid. Ook thans wordt die weg nog gebruikt voor het verkeer met zware transportauto's en de KLM. piloten volgen hem overdag dikwijls omdat hij het vliegen vergemak kelijkt. Midden in de woestijn ligt het fort Rutbah Wells. Er ls een vliegveld, dat weinig gebruikt wordt 61echts zij die met de verraderlijke zandstormen te kampen hebben strijken er neer. Een hangar ls er niet maar men kan er benzine innemen en ln de confortabele lounge brengt een Arabier een zeer behoorlijken maaltijd op tafel. De Engelsche ofllcieren begroeten hun easten hartelijk en stellen hun komst op prijs. Er komen er zoo weinig De woestijn rondom Rutbah Wells ls vlak en steenachtig. Aan den horizon rij zen bruine bergen oo Vlak bij het fort staan eenige vuile tenten gemaakt van oude zakken en benzlnebllkken Daar wo nen Arabieren. Ze zien er weinig vertrou wenwekkend uit. de eenige oosterlingen waarbij ik me niet op m'n gemak gevoeld heb Wie er aan boord waren. Gelijk bekend bestond de bemanning van de Uiver uit: Beekman, commandant; Steenbergen. 2e bestuurder; Waalewijn, mecanicien en van Zadelhoff, marconist. Passagiers waren de heeren prof. Walch, te Batavia: Beretti, directeur van het Pers bureau Aneta. te Batavia en 1. Th. Kort, uit Oegstgeest. Reuter bevestigt dat zij allen om het leven zijn gekomen! Toestel door den bliksem getroffen? Te Cairo veronderstelt men dat de Uiver door den bliksem ls getroffen. De plek waar het overschot van het toestel ls ge vonden ligt, gelijk gezegd 16 K.M. ten Zuiden van Rutbah ln een woeste streek met puntige rotsen, waar een landing een zekere dood be teekent De piloten kennen de verschrikkingen van deze streek met zijn plotseling opko mende onweders, welker wervelwinden kolommen zand doen ontstaan van groote hoogte. De Uiver heden niet te bereiken. De plaats van de ramp ligt binnen het bereik van de pantserauto's, welke te Rutbah gestationneerd zijn, doch tenge volge van de hevige regens kan waar schijnlijk geen enkel automobielconvooi in de woestijn doordringen. Radio-uitzendingen gestaakt. In verband met de Uiver-ramp hebben de omroepvereenigingen welke heden zou den uitzenden, deze uitzending gestaakt. Diepe verslagenheid bij de K. L. M. Een stroom van bezoekers betoonde he den in het hoofdkantoor der K.L.M. te Den Haag, waar men geheel verslagen is, z'n medeleven. Minister Kalft bezocht spoedig den heer Plesman en uitte zijn diep meegevoel met de nabestaanden. Hij zelde, als ieder ander, den grooten slag, welke onze nationale luchtvaart heeft ge troffen, te beseffen. Voorts kwamen daar nog ir. Wurfbain, de Oostenrijksche Zaak gelastigde de heer Alexis en ir de Vogel, de voorzitter van de Koninklijke Vereen, voor de Luchtvaart. De chef der K.LM. op Schiphol de heer Thomson, was evenals alle andere offi cials diep onder den indruk van het ge beurde; maar onder alle droefenis laaide de energie weer op om niet bij de pakken neer te zitten, maar moedig voorwaarts te zien. De heer Thomson deelde nog mede, dat de „Leeuwerik" in leder geval de reis zal voortzetten. Levensbeschrijving van de leden der bemanning. Wij laten hier een korte levensbeschrij ving volgen van de leden der bemanning. De gezagvoerder W. H. O. H. Beekman, werd 15 Maart 1895 te Brouwershaven ge boren. HIJ was een der bekwaamste pilo ten, die de K.L.M. had. Zooals met zoovele van zijn collega's kwam ook hU via de Luchtvaartafdeeling Soesterberg in April 1924 bU de KLM. en maakte ruim 9500 vlieguren en tot nu toe achttien retour vluchten op Indië. Hij was voorzitter van de Vereeniging van Verkeersvliegers. J. Steenbergen (tweede piloot), was een der jongsten bij de K.L.M. Ook hU kwam via Soesterberg bU de Luchtvaartmaat- scbappU, en begon daar als mecanicien. Na eenige jaren van hard werken werd hU ln het vllegereorps opgenomen en maakte reeds 13 retourvluchten op Indië. Op 18 April 1926 trad hij bij de K.L.M. ln dienst; hl) werd op 15 April 1895 te Lelden gebo ren, waar zUn ouders nog wonen en hU o.m. bediende is geweest bij de Nationale Bankvereenlglng (thans Rott. Bankveree- nlglng) op het Rapenburg. De marconist G. van Zadelhoff werd 3 Mei 1908 te Baarn geboren. HU was in dienst van de Radio-Holland, de Maat- schappU die aan de KL.M. de marconis ten verschaft. In 1931 deed hU voor het eerst dienst en maakte zeven vluchten op Indlë. HU was de eenige overlevende van het ongeluk met de „Ooievaar", dat, zoo als men zich herinneren zal, ln Decem ber 1931 bU Bangkok plaats vond. Op uit zondering van den heer Zadelhoff, die zwaar gewond uit het toestel gehaald kon worden, kwamen toen alle Inzittenden om het leven. Thans ls hij met het nieuwste toestel van de K.L.M. het slachtoffer van zUn beroep geworden De mecanicien n. A. Walewijn, werd 12 Februari 1908 te Rotterdam geboren. In 1931 kwam hU by de K.LM. in dienst en maakte tien reizen naar Indlë. HU was een der bekwaamste monteurs der K.L.M. De indruk in het buitenland. In offlcieele kringen te Londen en voor al by het Engelsche Luchtvaartministerie, waar reeds hedenmorgen vroeg het be richt van het vinden van de „Uiver" door een vliegtuig van de Royal Air Force werd ontvangen, heeft het bericht van de ramp grooten Indruk gemaakt. De Royal Air Force heeft opdracht gekregen alle moge- lUke medewerking te verleenen tot ber ging van het wrak van de „Uiver". Herinnering aan de „Ooievaar". GelUk hiervoor reeds werd opgemerkt heeft de marconist Van Zadelhoff deel uitgemaakt van de bemanning van de Ooievaar, welk toestel bU Bangkok ver ongelukte. Dat geschiedde ln 1931. De pi loten Wiersma en Jan van Onlangs von den daarbU den dood. Bijzonderheden over de Uiver De „Uiver" is gebouwd in de Douglas- fabrlek te Santa Monica bU Los Angeles ln Callfornlë (VB Fokker heeft de bouw en verkoopsllcentle voor geheel Europa van dit vliegtuigtype verworven. Met zUn twee luchtgekoelde motoren van 700 F.K. kon de „Douglas" op 2100 Meter hoogte een snelheid van 338 K.M. per uur bereiken. terwUl de landingssnel heid door gebruikmaking van landings- klappen tot slechts 98 K.M. per uur was teruggebracht. De cabine voor 14 passagiers was zooda nig geïsoleerd, dat by kruissnelheid het lawaai der motoren en schroeven daarin biütengewoon zwak doordrong. Het over blijvende geraas was veel minder luid dan ln een trein. Het landingsgestel was Intrekbaar. De wielen verdwenen echter niet geheel ln den romp, waardoor ér bij opgetrokken stand geen gevaar bestond voor over den kop slaan by een landing. De romp en de vleugels waren geheel van alluminium ge bouwd. Onderhoud met den heer Plesman. Hedenmiddag hadden wU een onder houd met den heer Plesman, die ons nog eenige bijzonderheden mededeelde over 't tragische einde van de „Uiver". Gisteren heb ik gezegd aldus de heer Plesman dat er geen reden tot optimisme was en dat is wel zeer spoedig bewaarheid ge worden. Hoewel de gegevens nog zeer be perkt zijn, hebben wij ons een voorstel ling gemaakt van hetgeen gebeurd kan zijn. Daarbij was van zeer veel belang het bericht, dat om 3 uur plaatselijke tijd de radio van de Douglas voor 't laatst ls ge hoord. Dit heeft de vraag doen rijzen of het stoppen van de radio ook het einde van den Uiver was of dat het toestel met de fecte radio nog ls doorgevlogen. Dit bleek het geval, want 35 min. later ls de Uiver boven 't pompstation H III gehoord. Zoo als men weet zijn langs de pijpleiding der Irak petroleum maatschappij 24 vliegvel den voor lnspectledoeleinden aangelegd. De H III ligt op ongeveer 50 K.M. van Rutbah Dat de Uiver daar is gehoord ls officieel uit Gaza gemeld. Uit een en ander moet dus geconclu deerd worden, dat, nadat de radio opge houden had, het toestel nog eenlgen tijd door ls gevlogen omdat het 16 K.M. ten zuiden van Rutbah is gevonden. Nu ligt H 3 ten Westen van Rutbah en daaruit volgt dat de Uiver naar Rutbah heeft ge zocht en om Rutbah heen heeft gecirkeld om te trachten het vliegveld te vinden. De piloot is daar niet in geslaagd. De reden daarvan zal wel gelegen zijn in het noodweer storm en regen. In dit verband herinnerde de heer Plesman aan de uit drukking „abnormal lightning" welke gisteren ln een van de wiegrammen voor kwam. Uit dit alles blijkt, dat Beekman, toen hij zich boven het vlakke land bevond, door het noodweer overvallen is en zich slechts enkele kilometers van Rutbah wetende alles in het werk gesteld zal heb ben het vliegveld te vinden, doch dat de weersomstandigheden hem noodlottig zijn geworden. De K.L.M. heeft aan haar vertegenwoor diger ln Bagdad opdracht gegeven om niets aan de situatie te veranderen voor dat het onderzoek, dat door de Engelsche autoriteiten ter hand is genomen, zal hebben plaats gehad. Ook de bemanning van de Leeuwerik zal aan dit onderzoek deelnemen en men hoopt dat uit verschil lende bijzonderheden zioals de stand van de contacten, van de kranen, van den toestand waarin het landingsgeste) aan getroffen wordt, een beeld gevormd zal kunnen worden van de ware toedracht van de ramp. Voorts heeft de minister van Waterstaat dr. van der Maas van den Rljksstudle- dlenst voor de luchtvaart opdracht ge geven naar Rutbah te vertrekken tenein de aan het onderzoek deel te nemen. De heer Plesman was in den loop van den ochtend opgebeld door den ordonnans- officier 1ste luitenant Romer, die namens H.M. nadere Inlichtingen omtrent de ramp van de Uiver Inwon. Herdenking In de Tweede Kamer. Bij den aanvang van de Tweede Kamer vergadering van hedenmiddag hield de voorzitter jhr. mr. Ch. Ruys de Beeren- brouck naar aanleiding van de ramp aan de „Uiver" overkomen, de volgende rede: „De vrees, sinds gisteren 't gansche land beroerend, bleek helaas gegrond. De „Uiver", tot symbool geworden haast van Neerland's durf en kunnen, is neer gevallen en verwoest. Zeven levens vloden heen, der dappere bemanning en van hen, die 't vliegtuig kozen voor hun reis. Deernis allereerst is hetgeen wij voelen, met hen, die diep ln rouw geslagen zijn. Droefheid daarna om den slag, die onze nationale luchtvaart trof. ZIJ zal dien slag te boven komen, maar hij trof haar hard. Volharding, kennis, energie en durf, zij leidden tot Iets groots. Toch bleek het menschenwerk opnieuw te klein. De eeuwige waarheid spreekt ook hier, dat God alleen beschikt. Die waarheid schenke allen, die verloren de kracht om te berusten." De Minister van Waterstaat, ir. Kal" sloot zich namens de Regeering bij deze woorden aan. H. M. de Koningin laat zich op de hoogte stellen. Een adjudant van H. M. de Koningin, le luitenant Róhmer, stelde zich namens H. M. bij de K.L M. op de hoogte van de toedrach t van den ramp teneinde H. M- de Koningin te kunnen inlichten. l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 2