Feest in de jordaan - Vier onbewoonde huizen te Dieren ingestort
Het geheimzinnige Landhuis
75»le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
DOORDAT DB RESTEN VAN DE AFGEBR ANDE CONSERVENFABRIEK TE MEDEM-
BLIK thans geheel, opgeruimd worden, is het kasteel Radboud geheel vrijgekomen.
ENORME KERSTBOOM door het
Leger des Heils op een terrein aan de
Groote Marktstraat in den Haag ge
plaatst. De Hagenaars kunnen hier hun
cadeaux voor arme kinderen deponeeren.
DE OUDE ZUIDERZEEDIJK TE MEDEMBL1K WORDT AFGEBROKEN.
De groote keien worden met zware hamers stukgeslagen. De brokken
worden voor wegenbouw gebruikt.
uit het Engelsch van Hugh Walpole
en J. B. Priestley, door H. A. C. S.
Nu, om op mijn onderwep, of liever op
Jrt jouwe, terug te komen. Ik kon haar
Wet eerder dan heelemaal aan het eind
J»n mijn bezoek benaderen. Na een langen
•W praten moest Masham op adem komen
10 wij begaven ons allemaal naar een soort
'en kerkhof, wat, naar ik vermoed, een
Won was. Ik sprak een paar woorden met
fwr, toen wij er binnen gingen. „Wel, do-
'-1de ridder!" zei ze, met dat mengsel van
"Wp, spot en toegenegenheid, waarvoor lk
ftr, als je 't mij wilt vergeven, dat ik het
ico zeg: aanbid. „Wat doe jij hier?"
ik, alsof ik niets gehoord had. „O,
1 *1 beetje luiwammesen", antwoordde ze,
1 mijn geest ontwikkelen", voegde zij er
isaardig bij. ,,Hoe maakt Bob het?"
("eg lk luchtig. „O, heel goed", antwoord-
IfW) luchtig, „heb je niets van hem ge-
joord?" „Een paar regels", zei ik, „wanneer
1 2 ta Londen is, heeft hij geen tijd veel te
I Jrojven" Dat trof haar; zij wipte er
I bemaal over heen. „Beste Bob", ant-
I '«wide ze, „hij houdt er van om het
I te hebben, vindt je niet?" Dat waren
Ijle woorden, die wij met elkaar wissel-
I maar ik kon zien, dat zij vreeselijk
1 'Werd was, dat zij behoefte had mij
duizend dingen te vragen, dat zij het heele
gezelschap naar de Noordpool wenschte.
Ik kon ook merken, dat zij veranderd ls,
er is iets met haar gebeurd. Ik geloof niet,
ofschoon dit, natuurlijk heelemaal gissing
ls, dat jij een zoo gemakkelijke taak zult
hebben als je je verbeeldt, maar dat zij
verlangt je weer te zien, daar wil ik eeïi
eed op doen.
Als je hier komt, reken dan niet op mij.
In mijn zaak kan alles gebeuren. Hoe ver
lang ik, dat het gebeurt!
Je je toegenegen MARK.
„De Bruine Stier".
Garrowdale.
Beste Bob,
Dit ls maar een enkel regeltje om je te
waarschuwen, dat ik misschien binnen
vier en twintig uren zal zijn vertrokken.
Vanmorgen speelde zich hier een buiten
gewone scène af. De oudé Rossett stoof
mijn kamer binnen om mij te vragen, wat
ik met zijn zoon gedaan had. Hij was in
een toestand van buitengewone woede en
verwarring; hij scheen mij nauwelijks
goed te zien, maar rond te draaien als een
gek In zijn eigen doolhof. Ik zei, dat lk
niets met zijn zoon gedaan had; waarom
zou ik? Hij stormde door de kamer, stootte
een stoel omver, zwoer, dat hij den jongen
zou doodslaan als hij hem vond, dat hij
voor altijd bij hem afgedaan had, dat hij
hem zou vermoorden en dat ik hem dade
lijk moest zeggen, waar hij heen was ge
gaan.
Ik zei, dat ik hem niet gezien had, sinds
een dag of twee, toen hij hier binnen
gestormd was, twee of drie minuten geble
ven en weer weggestormd was. Waarvoor
was hij hier gekomen? Hij kwam om geld
te leenen. Had ik hem iets geleend? Neen,
ik had het niet gedaan. Hij brak toen los
in een merkwaardige alleenspraak; lk
kan je er geen idee van geven, behalve dat
de godheid in een groot gedeelte er van
voorkwam, dat hij bedrogen was door zijn
kinderen, dat „ze" allen het op hem ge
munt hadden, maar dat hij zich verzetten
zou en hun een paar opstoppers geven, dat
men probeerde hem weg te trekken van
het eenige stukje grond, dat van hem was,
maar dat iedere stok en steen, Iedere
rivier en boom en heuvel hun pogingen
zou weerstaan, dat de maan ln een nieuw
kwartier was, en dat zijn huis om hem
heen afbrokkelde. Heusch, zoo klonk het
ongeveer, en ik had niet het minste be
grip, waar het alles om ging, behalve na
tuurlijk, dat zijn zoon met het duiven-
gezicht er vandoor was. Naar Londen ge
gaan, veronderstelde lk. Wat nu? Ik weet
niets, slechts dat Jean alleen is in dat huis,
met haar gekken papa, en dat lk er mij
mee bemoeien moet en iets doen moet.
Reken dus in geen enkel opzicht op mij;
al wat ik beloof, is, dat als ik hier wegga,
ik aan jou zal seinen.
Je MARK.
Peartree Lodge
Little Hurliford, Oxon.
Beste Mark,
Jouw briefje, dat, wat je mij zondt om
„mijn ongeduld te kalmeeren" (het had
geen succes), kwam hier pas vanmorgen,
daar het opgestuurd moest worden van
uit de club. Er is misschien een andere
brief van je, die mij wezenlijk eenig nieuws
geeft en die er, op het oogenblik, op wacht,
dat de bediende van de club hem in het
oog krijgt. Deze gedachte maakt mij gek,
Echter is het mijn eigen schuld. Ik kwam
tot de conclusie, dat niets erger zijn kon
dan rond te hangen ln Londen. Ik deed
verkeerd (en ik begin te vermoeden, dat
ik voortdurend verkeerd deed, wat geen
prettige ontdekking is). Het is veel erger
nog, om hier om te hangen. In het eerste
begin was ik blij terug te zijn. Hier is ten
minste nog wat zuivere lucht en op het
oogenblik, dat ik haar krachten opsnoof,
realiseerde ik mij, dat ik feitelijk de laat
ste veertien dagen in een automobiel
fabriek geleefd heb. Het was fijn om de
frissche lucht weer te proeven. En dan
'ook: ik kwam terug op mijn eigen plekje.
Maar het is niet mijn eigen plek, zie je.
't Was onze plek, en meer nog van Mar-
jorie dan van mij. De geest van geluk
spookt door deze kamers. Ik geloof niet,
dat ik ooit meer melancholieke twee en
een halven dag hier heb doorgebracht dan
die, sinds ik hier terug kwam. De dagen
zelf, natuurlijk, werkten mee aan deze
stemming. Je hebt nooit melancholieker
weer gezien: drijvende grijze luchten, met
van tijd tot tijd dof gele plekken boven de
Douns in de verte, plotselinge windvlagen,
die de boomen ontbladeren en in eiken
hoek doode bladeren op een hoop waaien
en nu en dan een koude regenvlaag, 't Is
herfst, maar zonder zijn gewone goud. een
droevig bankroet. De tuinman is bezig met
rustig de laatste sporen van den zomer uit
den tuin te verwijderen en laat slechts een
paar knikkende hopelooze rozen over.
Het lijkt, alsof het huis niet hetzelfde
huis is. Ik kan niet precies zeggen wat ver
keerds er aan is, daar ik geen oog heb voor
deze bijzonderheden, maar ik vermoed
werkelijk, dat het is, omdat de meisjes
haar werk nu niet behoorlijk doen, en
honderd en één kleine dingen door ver-
waarloozing lijden. Ik heb alleen een alge-
meenen indruk, maar, als Marjorle hier
was, zou zij weten, wat er verkeerd is. Het
schijnt mij, dat huizen geen nut hebben
als er geen vrouwen zijn, die er koningin
in spelen. Zij zijn te geciviliseerd voor
alleen-loopende mannen. Wij zijn alleen
geschikt voor barakken of seminariën. Ik
kan hier niet blijven zonder vrouw.
Maar dat alles is van weinig of geen be-
teekenls, waar het slechts behoort tot de
zuiver machinale dingen van het leven.
Deze dingen hinderen niet. Maar nu ik
hier weer terug ben is die dwaze twist en
scheiding van ons beiden niet langer
dwaas, 't Is precies of een ander stel lich
ten aangestoken is. Maar de verandering
van achtergrond, die maakt alles anders.
Ik zie nu dezen twist niet tegen den ach
tergrond van Doris en John, en tante
Christina, en clubs vol van gemakzuchtige
ketters, en de nonsensicale lichten van
Piccadilly Circus. Ik zie hem tegen dien
van deze luchten en zwarte nachten en
verder ergens daar achter den ach
tergrond van herinnering.
2) Henry Irving: beroemde tooneelspeler.
(Wordt vervolgd).
ZEVEN EN TWINTIG PERSONEN KWAMEN OM HET LEVEN bij de stranding van
het stoomschip „Poppe" aan do Grieksche kust bij Phaleron. Het schip op de kust
ge-worpen.
BIJ DEN STORM, DIE BOVEN DIEREN WOEDDE zijn vier onbewoonde woningen
ingestort. De ruïne.
FEEST IN DE JORDAAN. In de Boomstraat te Amsterdam, in het
hartje van de Jordaan, js Mark de Groot, die 40 jaar lompenkoning" is,
gehuldigd door zijn buurtgenooten. De koning" op de schouders gedragen.