LEIDSCH DAGBLAD - Eerste Blad
Vrijdag 30 November 1934
MUZIEK.
BIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN.
I
leting ran prof. dr. Emü Kriiger.
Prof. dr. Emil Kriiger uit Trier heeft
gisteravond andermaal een lezing gehou
den. ditmaal over ,De ontwikkeling van de
Gallische godencultus".
Voor de kennis van den godsdienst van
het oude Galllë staat ons een groot aan
tal monumenten ten dienste Een der be
langrijkste is wel de groote Jupiterzuil te
Mainz, die aan een groot aantal goden is
gewyd. Van een dergelijk monument wer
den ook te Parijs in 1701 de fragmenten
onder het hoofdaltaar van de Notre Dame
gevonden. Deze zullen zijn aan een groot
aantal goden tegelijk gewijd, in wezen alle
inheemsehe godheden, die echter gedeelte
lijk. onder Romeinschen invloed, met Ro-
meinsche namen genoemd worden
In den oudsten tijd vindt men m Gailië
ook nog godheden in diervorm of in half-
diervorm
Ook ln de tweede en derde eeuw blijft
men nog steeds aan allerlei attributen op
de monumenten de geromanlreerde goden
als in wezen inheemsehe godheden her
kennen.
Op den duur krijgt het inheemsehe
element zelfs de overhand. Zoo zien wij in
de tweede eeuw. dat de oorspronkelijke
tronende Jupiter, de Romainsche god, door
een rijdenden Germaanschen Jupiter ver
drongen wordt.
Als tenslotte het christendom zegeviert
vinden wij in de steden de heidensche
tempels en altaren vernield, maar op het
platteland blijven monumenten, die van
het heidendom getuigen, nog langen tijd
voortduren.
o
PROEFNEMINGEN MET RAKETTEN.
Ten behoeve van het postvervoer en
het reddingswezen.
In de Vuurwerkfabriek der firma A. J.
Kat alhier, worden thans ln opdracht van
de Ned. Vereeniging voor Rakettenbouw
proefnemingen gedaan om te komen tot
een voor postvervoer geschikt raket. Gelijk
bekend sijn in het buitenland reeds soort
gelijke proefnemingen genomen, welke
echter nóg geen gunstig resultaat oplever
den. Gelijk de directeur, de heer A. J. Kat
ons mededeelde, zijn deze proefnemingen,
die overigens niet uitgaan van de Ned
Posterijen, ook van groot belang voor het
redden van schipbreukelingen. Zouden de
gebruikte vuurpijlen krachtiger kunnen
worden gemaakt, dan zou een grootere af
stand b.v van 1 kilometer kunnen
worden afgelegd en zouden zij- of tegen
wind minder invloed hebben op de tref
kans; te grooter wordt deze natuurlijk als
de pijlen van het schip af naar de kust
toe geschoten worden.
Reeds thans is men er ln geslaagd een
raket van 30 c.M. grootte te construeeren
met het vermogen 1000 M. te stijgen en
gezien de laboratorium proeven mag van
de 1' M. groote raketten, waarmede waar
schijnlijk in den loop der VtEgende week
proefnemingen genomen zullen worden en
die het vermogen hebben bij een eigen
gewicht van 10 KG in den neus 2'/».K.G.
post mede te nemen, een gunstig resultaat
verwacht worden Zou het plan om de
raketten voor het postvervoer b.v. van en
naar eilanden als Ameland te benutten,
geen doorgang vinden, dan toch zal er van
de ervaringen bij de constructie van vuur
pijlen voor het redden van drenkelingen
veel profijt getrokken kunnen worden.
GEOLOGIE IN MAROKKO.
Voordracht van Prof. J. Bourcart.
Voor de Leldsche Geologische Vereeni
ging heeft prof. J Bourcart, hoofd van
den FTanschen geologlschen dienst in
Marokko, gisteravond een lezing gehouden
over de Geologie van Marokko
Spr. wees allereerst op de overeenkomst,
die het gebied, vooral het Rifgebergte in
het noorden, in vele opzichten vertoont
met verschillende streken van Europa. Het
Rifgebergte behoort 'dan ook tot het al-
pinê-plooiingsgebled, waartoe in Europa
o.a. de Alpen behooren.
De stratigrafie van het gebied is zeer
uitgebreid: door herhaalde transgressies
kreeg de zee telkens weer gelegenheid om
op de oudere afzettingen weer jongere te
deponeeren. Afzettingen uit de beide oud
ste" perloden der aardgeschiedenis, het
Archaeicum en het Algonkium. komen er
voor. De granieten in het centrtle gedeelte
van hel Atlasgebergte behooren hiertoe.
Ook gesteenten uit de drie tijdvakken van
de Cambrische periode zijn bekend, even
ais uit de beide tendvakken, het Ordovi-
cien en het Gothlandien, van het Siluur.
In het Devoon echter komen groote stra-
tigrafische hiaten voor. zoo ontbreekt het
Boven-Devoon geheel. Lagen uit het Car
boon (Westphalien en Stephanien) tref
fen we daarentegen wel weer aan De drie
secundaire perloden, Trias, Jura eu Kryt,
komen alle. zij het natuurlijk onvolledig,
in Marokko voor. De verschillende ter
tiaire étages zijn hier, evenals in zoovele
andere gebieden, nog moeilijk te scheider..
Men is bezig een önderverdeciing op te
stellen, op grond van het voorkomen van
Lepidocyclinasoorten (een geslacht van
de Foramlnlferen). Van het kwartiir ko
men zoowel pleistocene als recente afzet
tingen voor.
Uit economisch oogpunt kan het ge
bied op den duur nog van groote betee-
kenis worden; ten noorden van de Hooge
Atlas en ten westen van de Midden-Atlas
komen uitgestrekte fosfaatlagen voor, ter
wijl hier tevens aardolie voor den dag is
getreden.
De tektoniek van Marokko is zeer in
gewikkeld. Het Atlasgebergte werd ln het
jong-tertlalr geplooid, dus ongeveer in
denzelfden tijd als de jonge Europeesche
gebergten. Het Rifgebergte is een oud-
geosyncllnaal gebied en we nemen dus
ook hier waar, dat juist die gebieden, die
eertijds diepe zeebekkens waren, later tot
gebergten werden opgeploold.
LELDSCHE BELASTING OPHAALDIENST
Genoemde dienst heeft ln de afgeloopen
maand f. 13.403.87 aan de Rijksontvan
gers afgedragen, benevens f. 1.460.77 aan
den Gemeente-Ontvanger
De aandacht wordt er op gevestigd, dat
aanslagen en beschikkingen zoo spoedig
mogelijk, doch uiterlijk 4 weken na de
dagteekenlng, ten kantore van den dienst
Nieuwe Rijn 22 moeten worden Ingeschre
ven.
OPENB. SCHOOL
VROUWEN KERKSTEEG A.
Ouderavond.
In het gymnastieklokaal van bovenge
noemde school is een ouderayond gehou
den, die zeer goed bezocht was Het hoofd
•der school sprak dan ook zijn voldoening
uit over de groote belangstelling en wees
in dit verband op het nut van dergelijke
avonden De band tusschen school en huis
wordt daardoor verstevigd en dit zal ten
goede komen aan het onderwijs, dat de
kinderen ontvangen. Vooral in deze tijden
kunnen de ouders hun jongens en meisjes
niet geven, wat ze wel zouden willen en
daarom is het gelukkig, dat deze bi) het
veriaten der school dan toch een flinke
dosis ontwikkeling mee kunnen nemen het
leven ln. De mededeeling, dat Sint Nlco-
laas misschien in hoogst eigen persoon de
school zal komen bezoeken, vond aller in
stemming. Aangespoord werd om naar
vermogen bij te dragen, het kinderfeestje
op 5 Dec. te doen slagen
De gymnastiekleeraar, de heer Kukler,
heeft de aanwezigen daarna vergast op
eenlge keurig uitgevoerde oefeningen,
door de jongens van klasse V en VI. Alles
ging voortreffelijk. Een hartelijk applaus
was de belooning en de voorzitter kon dan
ook namens alle aanwezigen een woord
van harteliJken dank brengen aan den
heer Kukler. voor de vele moeite en tijd
die hij zich heeft getroost.
In de pauze werd een kopje thee ge
bruikt en maakten alle ouders gebruik van
de gelegenheid om met de betrokken leer
krachten te spreken over het werk en de
vorderingen der leerlingen
Na de pauze hield de heer Boerstra een
aardige causerie over Veilig Verkeer Na
een interessante inleiding liet hij aan de
hand van vele lantaarnplaatjes wel
willend voor dezen avond afgestaan door
de politie zien, hoe we op straat wel of
niet behooren te doen. Opletten is de
boodschap!
Ook aan spreker werd een woord van
harteliJken dank gebracht. Het was bijna
elf uur, toen de heer Riks dezen geslaag
den ouderavond sloot.
COLLEGIUM THEOLOGICUM C.S. F.F.F,
Het achtste lustrum.
Het Collegium Theologicum c.s. F.FF.
bestond gisteren veertig jaar
Ter gelegenheid van dit achtste lustrum
is gistermiddag in Maison Bruyns aan het
Rapenburg een plechtige bijeenkomst ge
houden, waarin dit feit is herdacht. Van te
voren had op het Stationsplein de ont
vangst der reünisten plaats. Het bestuur
had zich hiertoe in een rijtuig naar het
station begeven.
Omstreeks halfdrie hadden zich vele
reünisten uit alle oorden des lands op het
Stationsplein verzameld. Na de begroeting
nadat het clublied was gezongen ging
men groepsgewijze naar Maison Bruyns.
De praeses van de Lustrum-Commissie
de heer G. J. Hoenderdaal heette hier
allen welkom om voorts er op te wijzen,
dat de theologie den geheelen inzet van
onze persoonlijkheid vraagt en voorts
ernst en verantwoordelijkheid voor de
taak die wacht
Het studentenleven, aldus spr., met zijn
jolijt en soms iet wat onverantwoordelijke
levensstijl schept zichzelf een maatschap
pij waarin zij het spel student-zijn speelt
volgens haar eigen regels. Toch is het dit
spel, dat de uiterlijke persoonlijkheid-
vormende kracht is.
Het is niet goed óf theoloog óf student
te zijn. maar theologisch student. Dit is
echter alleen mogelijk, wanneer men zich
gedragen weet door een kring van men-
schen die dezelfde moeilijkheden kent en
van dezelfde stemming vervuld is. In zoo'n
vriendenkring is het mogelijk dat de ernst
van ons persoonlijk leven ook daar gezien
blijft, waar het student-zijn ons voert tot
spel en jolijt en andersom gezien wordt,
dat onze jeugd ook in ons denken over de
ernstigste dingen steeds zal geneigd zijn
haar vitaliteit te uiten in het omslaan
van den theoloog tot student.
Vervolgens wees de heer Hoenderdaal
erop, dat F.F.F. in Lelden steeds bekend is
geweest om den vasten en hechten
vriendschapsband onder zijn leden.
Spr. eindigde met den wensch uit te
spreken dat bij dit jubileum de juiste
synthese van ernst en vroolljkheld moge
gevonden worden, gedragen door den
waren F.FF.-geest van vriendschap en
vertrouwen.
Na deze toespraak heeft de praeses van
het jubileerende collegium de heer W H.
Beekenkamp de lustrum-rede uitgespro
ken waaraan wij het volgende ontieenen:
De namen van de beide pauselijke En
cyclieken uit de jaren 1891 en 1931. „Rerum
novarum" en „Quadragesimo Anno", zijn
zeer aantrekkelijk om de beteekenis van
de 8e Lustrumviering van een Collegium
als „F.F.F." aan te geven De oprichting
van dit dispuut, hoewel schijnbaar onbe
duidend, is 't beginpunt geweest van een
periode van 40 jaar, die rijk aan beslissen
de overwinningen en veroveringen als zij
was, een tijdvak van „res novae" geworden
is en zelfs zonder overdreven dispuut-
trots kan boven de verantwoording over
't zelfstandig bestaan van dit dispuut ge
schreven worden: „Quadragesimo Anno".
Als uitgangspunt voor die verantwoor
ding kan voortreffelijk dienst doen de
formuleering van een artikel uit de dis
puut-wet, waarin sprake is van 't „ver
werven van theologische kennis". De diep
zinnige werkelijkheid van wereld en leven
met haar veelheid van lijnen en wegen
noodigt uit tot beschouwen en beoordee-
ien. Oppervlakkige waarneming der
uiterlijke feitelljlheid bevredigt niet. De
aard en de zin van alle verschijnen en
verdwijnen leeren kennen is onontkoom
bare opdracht. En wordt die opdracht
vervuld, dan is er als vanzelf de drang om
uitdrukking te geven aan en te getuigen
van al datgene, dat ons ln beslag neemt
en dat menigeen zoo vervult, dat zwijgen
onrecht en schade is.
In de theologische dispuutsamenleving
komt 't getuigend karakter van het weten
schappelijk werken overduidelijk naar
voren. Daar valt waar te nemen „het
worstelend ontwikkelen der godsdienstige
persoonlijkheid binnen 't kader van 'weten
schappelijke doordenking".
't Hinderlijke en gewilde van menig ge
tuigen is afkeurenswaardig. De grens van
academische vorming is daarbij ook over
schreden. Gezonde critiek brandt zulk ge-
tulgen uit, want de academische geestes
houding dringt tot 'n voorzichtige bescheL
denheld. waarmee zij staan moeten tegen
over a] 't gegevene van het wonderbaar
lijk menschelfjk bestaan, 't Getuigenis in
het dispuut wil expansie en synthese.
Schlelermacher heeft ons n.l, voorgehou
den. dat wU, staande in de sfeer der In-
tellectueele wisselwerking, niet anders
kunnen en mogen dan de onwederstande-
lljke indrukken van het Universum aan
andereu meedeelen. om er deelnemers .in
te vinden.
Hoogmoedlg-menschelijke bedenksels
vallen dan voorgoed weg Zij verstoren
wederzijdsch verstaan. Maar 't bewustzijn
van solidariteit en secialltelt schept een
voortreffelijke sfeer voor harden, moedigen
gemeenschappelij-ken arbeid, waarbij 't
woord van Luther „Tota nostra operatlo
confessio est(al ons arbeiden is getui
gen) In vervulling gaat.
Met het uitspreken van de wensch. dat
het dispuut zich hiervan bewust blijve,
werd de 8e Lustrumviering van „F.F.F."
voor geopend verklaard.
Na deze rede heeft ds. G. L. L. Post,
Herv. pred te Rijswijk namen» de oud
leden het bestuur van F.F.F. hartelijk ge-
lukgewenscht met dit achtste lustrum.
In aansluiting op deze samenkomst
werd een druk bezochte receptie gehou
den.
Onder de vele aanwezigen, die hun ge-
lukwenschen kwamen aanbieden, merkten
wij o.a. op de professoren B. D Eerdmans,
J de Zwaan, G. J. Heerlng; F. W. A Korff
en G. Stevensster en voorts de predikanten
J. de Wit van Lelden, S. H. Spanjaard van
Vlaardingen en G. Westmijze van Rotter
dam en den heer J. N. Pattist inspecteur
van het L.O. te Den Haag Ook véle afge
vaardigden van bevriende disputen merk
ten wij op w.o. van het dispuut Qulsque
Suis Virlbus. Jahwe Nissé. Concordia
Nemo Solus Satis Sapi.x Per Andua ad
Astra. Kaap de Goede Hoop, Chrysosto-
mus en Forum. Voorts zagen wij nog af
gevaardigden van de Theol. Ver. Tua Res
Agitur en van het Kerk-historisch Gezel
schap „SB.S."
Voorts waren bij het bestuur vele schrif
telijke gelukwenschen ontvangen w.o. ook
een van prof. J. N. Bakhuyzen van der
Brink.
Na afloop van deze receptie vereenigde
zich het dispuut aan een gemeenschap-
pelijken maaltijd, waarna 's avonds in den
Burcht een besloten vergadering werd
gehouden, waarop enkele referaten zijn
behandeld.
Vandaag heeft men een bezoek gebracht
aan een tentoonstelling van Curiosa, die
in verband met dit achtste lustrum was
ingericht, terwijl men hedenavond de
feestviering met een diner ln Maison
Bruyns zal besluiten.
o
VER. TOT BEVORDERING DER
BOUWKUNST.
Lezing van den heer Jonker.
Aan de 255e vergadering gipg vooraf een
kunstbeschouwing van het plaatwerk „Alter
Schlösser in Norddeutschland". welwillend
afgestaan door het antiquariaat van den
heer Max Swerls. De voorzitter de heer C.
Klljan opende met een gassend woord deze
vergadering. De notulen werden goedge
keurd. Als spreker trad in deze vergadering
op. de heer J. Jonker, chef der afd. Plant
soenen alhier, die tot onderwerp had ge
kozen; „De waarde van beplantingen voor
de gemeenschap". De heer Fred. A. Wempe
schrijft ons daarover;
Wij leven in een zeer moeilijken tijd,
aldus spr Velen beschouwen ln dezen tijd
van bezuiniging de beplanting als luxe,
omdat ze ook geen directe voordeden af
werpt. Vooral wanneer huizerrbewoners
enz. mede moeten betalen aan zulk een
aanleg, vinden zij het een overdadige luxe.
Dg hoofdreden is wel. dat wanneer er een
stuk grond gekocht is, men liefst een smal
straatje maakt en het zóó uitrekent dat
er de meeste huizen op gebouwd kunnen
worden, teneinde er zooveel mogelijk voor
deel van te trekken. Bij diegenen is het
nog niet doorgedrongen, dat een stad aller
minst alleen van steen kan opgetrokken
worden.
En toch wil het er niet altijd in. dat
beplantingen in de samenleving allerminst
gemist kunnen worden. Die beplantingen
van steden en dorpen zijn al zeer oud.
Spr. wees hierbij op de z.g. „Brink", een
pleintje in het midden van het dorp. Deze
Brink was het algemeen bezit van de be
woners en in den regel met lindeboomen
beplant. Die Brink was de plaats waar de
jongemenschen elkaar vonden, waar het
middelpunt van de samenleving voor de
bevolking was.
Altijd hebben boomen en planten een rol
ln het volksleven gespeeld. Daarom be
plantten onze voorouders de grachten met
boomen: op iedere oude teekening zijn ze
te vinden en toch waren er toen nog geen
plantsoendiensten. De linde was wel de
meest geliefde boom vroeger, doch de iep
verdrong ze en deze wordt nu alweer door
de linde verdrongen, als gevolg van de
voortwoekerende iepziekte. die ontstaan is,
door te drukke beplanting met iepen,
waardoor de bekende rups een gretigen
voedselbodem vond.
Een stad moet ademen. Daarvoor zijn
pleinen en plantsoenen noodig Wordt
daarvoor niet gezorgd, dan verlaat men de
stad en dit kunnen de beter gesitueerden
doen. doch de arbeider heeft ook behoefte
aan een stuk natuur. De stad moet er dus
voor waken dat ze niet leeggepompt wordt
en dit is voor een groot deel te bereiken
door een mooie doelmatige beplanting
waar zulks maar mogellik is.
Wat is er hier ter stede al opgeofferd
aan de bouwwoede en het verkeer. Ziet
naar het eens zoo schoonen „Buitenrust"
waar zich nu een troostelooze huizenchaos
bevindt. Die buitens waren oasen ln de
hulzenwoestijn en wat waren ze toch ook
noodig uit een oogpunt van volksgezond
heid. Stel u voor, dat onze mooie stads
rand. waar eertijd6 de wallen en bolwer
ken waren, ook bebouwd waren geworden.
Gelukkig zijn we nog in 't gezit van die
groene rand. die vooral van bulten Leiden
zoo goed zichtbaar is. Doch er is kente
ring gekomen, en gelukkig dat de overheid
hierin medehelpt Ziet de nieuwe woning-
wijken. 't Is zomers een lust om te zien,
hoe door die woningbouw wordt opgeluis
terd door boom en plantsoenbeplanting.
Hoe mooi komt een bouwwerk uit tegen
over het hemelgewelf, wanneer de con
touren verdoezeld worden door de fijne
vertakkingen van een mooie beplanting.
Zoo werkt de beplantingsdienst mede hot
RESIDENTIE-ORKEST.
SOLISTE: JO VINCENT.
Jo Vincent,
De twee contrasteerende figuren uit de
18e eeuw: HSndel en Bach, wier namen
men slechts met den dlepsten eerbied uit
spreekt, beheerschten het eerste deel van
het Residentieorkest-programma.
De opening was aan de krachtfiguur
van dikwijls grootschen stijl, van glans en
veelal uiterlijke, doch steeds indrukwek-
kend-imponeerende pracht, den bewonde-
renswaardigen Georg Frledrich, wiens
kunst men weliswaar verschillend kan be-
oordeelen, doch wiens geniaal talent toch
zeer sterk tot uiting komt in het Concerto
Grosso No. 7 in C een van Handei's
vele voor strijkorkest, aangevuld met
hobo's en cembalo, dat dr. Van Anrooy
ln eerste uitvoering bracht.
Deze klassieke „noviteit" dus, waarmee
de kennismaking buitengewoon aange
naam werd en waarvoor wij den dirigent
dankbaar zijn, is door Max Seiffert naar
de Chrysanderultgave bewerkt en tenslot
te door Van Anrooy ten behoeve der uit
voering nog herzien. Wij kunnen dus niet
beoordeelen, wat hier precies van Handel
is, maar met een variatie op het „vele
handen maken licht werk", mogen wij
hier zeggen „verschillende handen maak
ten een belangrijk werk", waarnaar het
luisteren tal van prettige gewaarwordin
gen gaf.
Het monumentale, het waardlg-voor-
name, dat Handel zoo bij uitstek eigen
is, komt in dit opus typisch tot uitdruk
king, vooral wanneer men de partituur zóó
met kennis van zaken in klanken hoort
uitgebeeld, als gisteravond het geval was.
De prachtige bouw der deelen, het licht--
gracieuse beweeg van kleur en lijn en
rythme, de bekoorlijke zwevingen in wel
doordachte klankverhoudingen, de homo
geniteit der strijkers; het werd alles een
streeling voor het oor, dat zich verwach
tingsvol voorbereidt op het belangrijke
Handeljaar 1935,
Van Anrooy kent den Handelstijl en
wist dus de Interpretatie tot een genot
te maken, waarin het Concertino, bestaan
de uit de heeren Swaap. De Ruyter en
Van Isterdael, die hier zulk een lntregee-
rend muzikaal onderdeel vertolken, in
volkomen harmonie opbloeide. Dit be
schaafd spelende trio, waarin ons spe
ciaal de ons tot nu toe onbekende toon
van De Ruyter opviel, droeg niet weinig
tot het gelukkige resultaat bij. Niet mo-
fen wij vergeten, den ongenoemden cem-
alist. die een verzorgde ondersteuning
aan dit nobele, van geestesadel doortrok
ken werk gaf
Beloofde dus de inzet véél, in stijgende
lijn ging hel verder: één jubel werd de
reine, blanke en open zang ,van onze
meesterzangeres Jo Vincent, die de door
haar prachtig gekozen 51ste Cantate
„Jauchzet Gott in allen Landen", van
Bach heeft voorgedragen op een wijze,
die ons opnieuw sterk onder den indruk
bracht van haar fenomenale zangtech
niek en steeds rijper wordend geestelijk
uitbeeldingsvermogen.
Ziet: wanneer ge dergelijk moeiteloos
zingen hoort, wanneer ge volgt dit vau,
dig en feilloos beheerschen der onnojjj.
lijk zware coloraturen, dit geciseleerd!
toongeven ln alle liggingen, beseft men
dan wel voldoende de elschen, cüe
dergelijke solo stelt: qua omvang van da
stem (hoe wonderwel lukte zelfs de hier
gevreesde hooge C!) qua adembeheer
schlng, qua uitspraak en daarbij saam
geweven de inleving in den verinnerlijk,
ten geest Het gaat bij haar zóó glad til
vanzelfsprekend, zóó soepel en steeds vol
maakt van klank, dat ge niet meer ie*
gen kunt. wanneer natuur in technlsci
kunnen overgaat. Een zeldzame herlnne
ring: speciaal bij het neerschrijven dezei
regelen aan de vloeiende stroom van zll.
veren klanken op het donkere fond dei
golvingen van celll en cembalo In he
„Höehster, mache delne Giite". Gave on
belemmerde vreugde brengt zoodanig zin
gen: Innig, zuiver genot. De dankbaarheli
kon drieërlei zijn: voor het auditoriun
zulk een zangeres te beluisteren, voor J
Vincent die zóó superieur begeleid wen
voor orkest en dirigent een dergelijke ln,
telllgente, volkomen boven haar part)
staande zangeres te mogen aceompag
neeren. De opgetogenheid na deze sublie
me prestatie was algemeen: dit werd oo
„met bloemen gezegd"!
Een speciaal eere-saluut voor de trom
petsolo van den heer De Beer
Na de pauze: Mahler's Vierde, „popu
lair" men vergeve ons voor een wer
als dit deze uitdrukking! als geen an
dere der Mahler-symphonleën, veelge
hoord maar steeds weer nieuw en noo
dend tot het voor de zóóveelste maal ont
dekken van treffende schoonheldsopenba
ringen.
Na de uitvoerige beschouwing, die eer
tijds reeds hierover in ons blad verscheet
kunnen wij ditmaal kort zijn. Een lede
moge zijn eigen Interpretatie geven aai
de symphonieën van dezen universeels
diep-gevoeligen geest, die in deze vierd
zijn groot geloof zoo kinderlijk naïe
uitte, van dezen smartelijken mensch, d!
hier zonnig en blij kon zijn,'n tot zichzel
komen tusschen de dikwijls felschrljnen
de monumentale uitbarstingen in ander
werken
Niemand meer dan Mahler zélf haatt
de programmatische toelichting, die veela
de Juiste bedoeling miskendeWa
doet het er toe. wat w ij er van denken
Laat leder op z ij n wijze dp rijkdom vu
dit „Lied vom himmllschen Leben" on
dergaan en er zich door opgeheven ge
voelen
Men kan het van zoovele zijden be
lichten
„Hier spreekt iemand, die de liefde ont
dekt heeft, die in het slot der derde has
geheim vertelde: een, die zichzelf en zijl
innerlijke wereld gevonden heeft en ni
in staat is, van de uiterlijke afstand t
doen", zegt Richard Specht in zijn uitvoe
rige Mahlerbiografie, waarnaar wij iedei
die zich in Mahler's wereld en wezen ver
doepen wil. verwijzen.
In de „vierde" vond Mahler den we
naar het kinderland terug: met het een
voudlge Beiersche volksliedje uit „De
Knaben Wunderhorn" voert hij ons mtt
ver boven het aardsche uit, naar onbe
kende sferen, waar het, ondanks allef
goed zal zijn....
De „droommensch" Mahier: men
verde hem ons voor in al zijn oprecht ei
onschuldig geloof, zeldzaam door afflnlteli
aan den schepper van deze wonderbaar!
lijke partituur, welker verwezenlijking
door Mahler zélf in uiterste precisie staal
aangegeven, welke voorschriften Van An|
rooy met een welhaast ononderbroken
nauwkeurigheid navolgt, hier en daal
door subjectief juist Inzicht zelfs nog ver!
hoogend
Het werd een uiterst verzorgde lnteri
pretatie, die in de doorzichtige instrumen!
tatle, begin van kamërmuzikale orkest!
behandeling der latere generaties, dooi
haar helderheid én duldélijkhéid ver!
rastte. I
Jo Vincent overtrof zoo mogelijk zich!
zelve: kent iemand een zangeres, wlei
onschuldig klankkarakter en beminnelijk!
eenvoudige voordracht zóó de sfeer en df
bedoeling van dit lied der hemelen nabil
komt?
De stampvolle zaal dankte zangeres)
dirigent en orkest dat natuurlijk tot op!
staan verzocht werd, vele, vele malei
geestdriftig en warmgestemd voor dezd
waarlijk aan zeer hooge elschen beant|
woordende weergave!
de algemeene ontwikkeling van de men-
schen en bevordert bovendien den vogel
stand. Gelukkig, zoo eindigde spr., bloeit
in de laatste jaren de liefde voor bloe
men en planten weer op in de harten yan
velen, ook van hen, die vroeger blind waren
voor wat rondom hen aan schoons leefde
en groeide. Met een opwekkend woord om
propaganda te maken voor de bevordering
van natuurlijke schoonheid in onze woon
stad, sloot spr. dit eerste gedeelte van zijn
voordracht Tot slot van den avond ver
toonde spr. op het witte doek een groot
aantal natuuropnamen, w.o. een fraaie
serie opnamen van onze mooie Singels; het
plantsoen, de Hortus en de beplantingen
in Lindestraat, Accaciastraat. Meidoorn
straat enz. Kortom de geheele Tuinstad-
wijk. De dank van den voorzitter was op
zijn plaats. De heer Jonker beantwoordde
nog eenlge technische vragen
DE VERSTERKING VAN HET
KORT-RAFENBURG.
Een moeilijk werk volbracht.
Het zeer moeilijk werk, de versterking
van de overwelving van het Kort-Rapen-
burg door het aanbrengen van 157 platen
van zwaar gewapend beton, elk wegende
plm. 2000 K.G., is gisteravond 7 uur tot
stand gekomen, zoodat hedenmorgen het
verkeer weer normaal was.
De groote moeilijkheid o.a. om het tram
verkeer door te laten gaan, zijn door het
gunstige weer, de goede samenwerking
tusschen aannemers, gemeente-, tram-,
telefoon- en telegraaf-personeel en de
maatregelen der verkeerspolitie in het
kortst mogelijke tijdsbestek en zonder
ongelukken overwonnen. Waar zoo menig
maal aanmerkingen worden gemaakt, past
hier zeker een woord van waardeering
voor allen, die hun krachten in denken en
uitvoering hebben gegeven, opdat dit werk
tot een goed einde kon komen.
WELDADIGHEIDS-POSTZEGELS.
Verkrijgbaar van 10 December tot
9 Januari.
Gisteren vergaderde in 't Huiszittenhuis
op den Oude Rijn het comité van deal
verkoop der Weldadigheids-Postzegels, die|
zal plaats hebben van 10 December totl
9 Januari. Gelijk nu wel algemeen bekend!
zal zijn, worden dan aan alle postkan-j
toren en bijkantoren postzegels verkocnH
van l'/z, 5, 6 en 12'/i cent voor 3, 8, 10 e"
16 cent, waarvan de overwaarde bestemd
wordt voor den arbeid onder ongelukkige!
of verwaarloosde kinderen, die gehuisvestj
worden in verschillende inrichtingen van
alle gezindten.
De voorzitter, ds. Groot Enzerink. zeth
voor de comité-leden het plan de campag
ne uiteen en deelde mede dat, behalve de
postzegels, dit Jaar 4 prentbriefkaarten
ontworpen door Nic. Bulder 4 f, 0-25 "I
een gekleurde Kerstkaart en een dito|
Nieuwjaarskaart tegen 7 cent (ontworpen
door Edz. Koning) zullen worden verkoelt.
Voor t eerst wordt uitgegeven een Kalen-I
der voor het Kind, ontworpen door «diuop
Bodenhelm. Deze smaakvolle 4
kalender kost 60 cent en zal voor vele'l|
een welkom Sint-Nicolaas-cadeau zijn. I
Men kan deze bestellen bij de secretaresse-
mevrouw Smits, Rapenburg 82. In de 'ja'^
van het postkantoor zal weer een tem)
geplaatst worden, waarbij de dames-s'u' I
denten hun gewaardeerde medewerkinsi
zullen verleenen bij den verkoop. I
De wijze van propaganda werd bespr l
ken, waarvoor de verschillende leden nu
medewerking toezegden. De namen„we.|!
comité-leden worden binnenkort meaeg
deeld.
DE ARBEIDSBEURS.
Op den 29sten November 1934 waren I
4027 (v.j. 3238) werkzoekenden ingest
ven. ,_J