BOUWKUNSTIG SCHOON lEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad ONZE STADSPOORTEN. TELEGRAMMEN. UIT RUSLAND. KUNST EN LETTEREN. Mv inncrvv J)*W DE WITTE POORT. n. OootX' o b'V J »61- Ia ons vorig artikel hebben we de eigen- udige situatie van het geheele samen- der Witte Poort niet besproken. 'Zij daarvan een heel mooie voorstelling ilen zien, vinden in een der beneden- den van de Lakenhal een schildert), die i situatie heel goed en duidelijk aangeeft. Is', is een schilderijtje van den Leidenaar iannes Janson uit 1781 Het geeft dui dlik aan, hoe het stelsel van bochten en tommlngen dat den vijand moest belet- ia onmiddellijk recht tegenover den .oidtoegang tot de stad te komen, hier w consequent is doorgevoerd. Het be at al met den Haagweg, die voor het ivcrk een buiging maakt. Dan volgt de tg eerst van hout, later van een atal gemetselde bogen waar tusschen twee ophaalbruggen. Het merkwaar- ge is dat de brug den vorm van een ikelsegment heeft, zoodat de ophaal- htSgen onderling een stompen hoek vor st Achter de buitenste poort, ligt een ille weg ter weerszijden voorzien van hoogen muur, die precies een kwart del maakt, zoodat de ingang van de Genpoort haaks op die van de buiten st staat. Ten overvloede waren er ter eerszijden nog walbastions. Aan de zijde het Galgewater was dit een zware Ue toren. &x> zag dus dit geheele samenstel van 'Uedlgingswerken er uit. In de nabijheid tnd op het bolwerk de molen van Rem its vader- WIJ hebben er eigenlijk geen flauw ver fden van, hoe interessant onze stad in 'i ouden tijd is geweest. En soms vragen ons in geraoede af, hoe het mogelijk dat wij zonder eenig besef als doode Wn de plaatsen passeeren waar een ÏJ de grootsten onder de grooten, die netland het aanzien heeft gegeven, is topren. Wij denken veel meer aan Rem- "Mt den Amsterdammer, dan aan Rem- ■indt den Leidenaar, terwijl daar toch, den omtrek der voormalige Witte Poort »ïwi 's ontloken, de idealen zijn op- Abloeid, de eerste vonken van het genie HJn geest zijn geslagen. Wij moesten «ijk nimmer Rembrandt's borstbeeld »et plantsoentje voorbijgaan zonder een pooze bij ons zelf te denken „Hij '°ch Leidenaar; Gegroet gij, magl- i!n 7°venaar. die het kleine volk mede ■•glans gaaft onder de volkeren der srrdel Ut binnenste Witte poort, althans het wiste gedeelte, waarvan het schema "eend was aan den Dorlschen tempel, gebouwd in 1650. Wie het gebouw "IPen heeft, is niet bekend, doch in 'ld was Arend van 's-Gravensande Mslabryck". De eerste steen werd ge- op 4 April 1660 door Jan Jansz. van Maersche, zoon van een toenmaals v"rend Burgemeester. We zien twee che kolommen, met architraaf, trig- o. met kroonlijst en fronton, waarin oen het stichtingsjaartal het wapen '■Mm Tusschen de pilasters zien we ^Posten en de boog samengesteld van jjj® zandsteen evenals dat bij Zijl- („i,1® Hoogewoerdspoort het geval was; ■'.n en verto°hde geen acanthusblad, te.gebogen triglyphvorm. Een der ■J. 'ohten was versierd met de wapens ktSL en BurgemeesterenClaes van ■Jib ^an Bieterszvan der Maersche, bj'a,n den Bergh. Cornells Antonisz Vj„vest| van den Schout, mr. Ge- OjUri foogeveen en van den secretaris v.j J J' den bovenbouw schijnt nog al ""ca te zijn geweest- We vinden namelijk een bouwkundige teekening van den toren van mr. Willem van der Helm van 13 Maart 1665. Deze toren werd niet uitgevoerd en de zaak scheen weer een paar jaar te rusten. Althans op 18 Oct. 1886 leverde mr. van der Helm opnieuw een torenontwerp in. Op 21 Oct. 1666 werd door Die van den Gerechte besloten, dat op de Witte Poort een toren zou worden gebouwd voorzien van uurwerk en klok ten dienste van de omwonenden en van de trekschip pers. Op 7 Nov. 1666 leverde Van der Helm opnieuw een teekening ln. De heeren wa ren blijkbaar lastig! We zien op diverse teekeningen telkens een andere koepel- vorm en telkens wordt de koepel iets ran ker geprojecteerd. En eindelijk vinden w» uit 1666 nog twee torenprojecties, waarvan het eene is uitgevoerd. Doch hier komen we voor een moeilijkheid Van Mieris deelt mede, dat er eerst in 1735, en dat IS vol komen juist, een toren op de Witte Poort werd aangebracht en wel die van de Blau- poort. die om haar bouwvalligheid in dat jaar werd afgebroken en die trouwens na het bouwen van Morschpoort en Rljns- burgerpoort ook haar voornaamste stra tegische beteekenis verloren had. We moeten dus wel aannemen, dat het Uitgevoerde torenontwerp van Van der Helm aanvankelijk niet voor de Witte Poort, doch voor de Blaupoort was be stemd en daar ook Is uitgevoerd, om ln 1735 naar het Noordelnde te verhulzen. Omdat de teekeningen op het archief alhaast vanzelf deze oplossing aan de hand doen heb ik mij, ook al wegens tijds gebrek, het moeizame snuffelen ln de fo lianten van het Burgemeesteren Gerechts dagboek uit dien tijd bespaard Eigenaar dig is de koepel met zijn Jonische pilas ters Het uit- en inspringen van het met selwerk met de tamelijk rijke afwisseling van zandsteenblokken doet weer de ge dachte aan de hand, dat klassiclstlsche vormen hier weer geheel eigenlandsch zijn verwerkt, en dat de plctiorale zin „het oog wil ook wat hebben" hierin weer bevrediging zocht Overigens viert het ge heel zich behaaglijk uit in het torentje Alleen moet ik ten opzichte van mijn teekening even opmerken, dat het vaantje geen haantje, doch een leeuw met een zwaard was, nog in de Lakenhal aanwezig. En nu we het toch over een windvaan hebben, zou ik de redactie willen verzoeken bijgaanden brief hier tegellik af te druk ken. waarbij ik den schrijver hartelijk dank zeg voor zijn belangstelling in mijn artikelen en voor zijn mededeellng, waar van de inhoud mij inderdaad niet bekend was, N. J. S. Weled. Heer, Getrouw lezer en bewaarder van uwe interessante beschouwingen over „Bouw kunstig Schoon" in het Leldsch Dagblad, wil 1k hiermede ln verband met de laatste beschrijving van de Koepoort bij U de aandacht op vestigen mogelijk is het u niet bekend dat de vaan indertijd bij den afbraak van dien poort in 1864 door een Leidsche familie (van den slooper!) werd aangekocht en later door wijlen mijn vader, die in opdracht van die familie aan den Zoeterwoudsche Singel, bij de Hee renstraat een aantal heerenhulzen bouwde op een van die werd geplaatst èn waar heden ten dage de oorspronkelijke Koe poort-vaan zich nog bevindt. Hoogachtend, JACQUES VAN DER HEVDEN. Garenmarkt 9. LONDEN IN FEESTROES. LONDEN, 30 Nov. (Reuter). Als gevolg van de koninklijke bruiloft, heerschte ln de regeeringswijk van Londen en in het Westend ook na middernacht nog een le vendig verkeer. Dichte menschenmenlgtfn bewogen zich door de straten, om de feestelijk versierde en verlichte gevels te bewonderen. De theaters en hotels waren veelal gesloten, daar zij geheel bezet waren. Er deden zich talrijke verkeersstoringen voor. WEER EEN „STAATSVIJAND" ONSCHADELIJK GEMAAKT. CHICAGE, 30 Nov. (Reuter). Gisteren reden op verrassend snelle wijze vijf met leden der geheime politie bezette auto's naar een autobus-halte in de beruchte buurt van Chicago, waar de agenten zich wierpen op een man en een vrouw, die aan de halte stonden te wachten. De man bood weerstand, maar werd overweldigd. De politie gelooft dat de ge arresteerde Amerika's jongste „staats vijand No. 1" is, John Hamilton, tevens het laatste lid van de bende Dillinger, die nog niet onschadelijk was gemaakt. De vrouw die bij hem was zou de weduwe zijn van den Woensdag j.l. doodgescho ten misdadiger Nelson, bijgenaamd „Babyface". DE FRAN8CHE WERKLOOSHEID. PARIJS, 30 Nov. (Reuter). De minister van arbeid Jacquier heeft in de nacht zitting der Kamer maatregelen aangekon digd, waardoor de stroom van bulten- landsche arbeidskrachten naar Frankrijk wordt tegengegaan en hun vertrek bevor derd. Bovendien zullen in den strijd tegen de werkloosheid Fransche werkkrachten, die een bepaalde leeftijdsgrens bereikt hebben door jonge krachten worden vervangen, terwijl de arbeid door vrouwen en kinde ren zal worden afgeschaft. STORM BOVEN ARGENTINIË. BUENOS AIRES, 30 Nov. (Reuter). Aan de kust der provincie Buenos Aires heeft een zware storm gewoed, waardoor het spoorweg- en telefoonverkeer werd ge stagneerd. Er zijn twee dóoden De materieele schade is aanzienlijk. Het Grieksche s.s. „Olula" is vergaan. DE ONZEKERHEID IN BOLIVIA. SANTIAGO DE CHILI, 30 Nov. (Reuter). Officieel wordt meegedeeld, dat President Salamanca is afgetreden, en naar officieus wordt gemeld, is hij gearresteerd en per vliegtuig naar Santa Cruz gebracht, om aldaar door den krijgsraad gevonnist te worden. In het nieuwe kabinet heeft o.a. zitting de oud-president Savedra. die in balling schap leefde en thans weer in Santiago vertoeft. DE STAVISKY-ZAAK. PARIJS, 30 Nov. (Reuter). De commissie Stivisky keurde het rapport goed van het Kamerlid Bouilly (Rep. Socialist) over de geheime fondsen, waarin wordt aanbevo len de instelling van een persstatuut, con trole op de flnancieele inkomsten van dag bladen en flnancieele en commercleele pu blicaties, en een verbod voor de regeering om persorganen te subsidieeren, zonder dat dit uit de begrootingsstukken blijkt Het rapport veroordeelt de op de be grooting voorkomende geheime fondsen alsmede die welke particulieren evt ter be schikking van de regeering stellen. LYAUTEY'S STOFFELIJK OVERSCHOT NAAR MAROKKO. RABAT, 30 Nov. (Reuter). De minister van bultenlandsche zaken heeft gunstig beschikt op het denkbeeld van den Resi dent-Generaal van Marokko om het stof felijk overschot van maarschalk Lyautey naar Marokko te doen overbrengen. Op een heuvel die uitziet op Rabat en Salo, zal een mauseleum voor den maar schalk worden gebouwd, waarvoor reeds van alle kanten bijdragen inkomen. EEN ACHTJARIGE VERSTEKELING. NEW-YORK, 30 Nov. (V.Dj. Ten huize van een bewoner van Hamilton op Ber muda verwekte het verdwijnen van het 8-jarig zoontje groote ongerustheid. Men dacht aan ontvoering door bandieten en de politie zocht het geheele eiland af. Thans ontving de politie echter bericht van een uit Bermuda naar New-York ver trokken stoomschip, dat draadloos mede deelde, dat de jongen Woensdag voor het vertrek kans had geeien aan boord te komen en als verstekeling mee uit te varen. Hij verklaarde, dat de school te Hamilton hem aanstond en dat hij een tante in New-York wilde gaan bezoeken. DE STAKING TE CALCUTTA. CALCUTTA. 30 Nov. (V.D.). De sta king der havenarbeiders heeft zich tot «en groot conflict uitgebreid, waardoor het ge heele havenverkeer is verlamd. Weliswaar worden enkele schepen gelost door Chi- neesche of andere lnheemsche werkwilli gen, maar deze door ongeschoolde krach-' ten verrichte arbeid is van weinig beteeke nis. Meer dan 50 schepen liggen in de haven en er komen dagelijks meer schepen bij. De stakers elschen verhooging der dagloonen. vermindering van den werk tijd van 11 tot 8 uur en de Instelling van 2 inplaats van een ploeg per kraan De staking is uitsluitend gericht tegen de stuwadoors-firma's en niet tegen de haven autoriteiten. FRANSCH POLITIE-MAN IN HONGARIJE BOEDAPEST, 30 Nov. (Reuter). Hier is aangekomen de commissaris Berthelet van de Fransche Sureté Générale. Hij heeft zich in verbinding gesteld met de Hon- gaarsche autoriteiten en zal of 2 of 3 dagen blijven. HENDRIKA VAN TUSSENBROEK. Morgen hoopt de componiste Hendrika van Tussenbroek haar tachtigsten ver jaardag te herdenken. Geboren in 1854 te Utrecht ontving zij aldaar haar muzikale opleiding voorna melijk van Richard Hol. Bij haar jonge ren kunstbroeder Joh. Wagenaar zette zij de studie nog eenlgen tijd voort. Als plano- en zangleerares vestigde zij zich te Amsterdam, vanwaar zij later naar hare geboortestad terugkeerde. Van haar hand verschenen cantate's en operette's voor vrouwen- en kinder koor, liederen en duetten, vele kinderlie deren, waaronder verscheiden „speel- lledjes". Van hare kinderliederen zijn er meer dere zoo volkomen in ons volksleven op genomen, dat ieder ze kent, elk kind ze zingt. Wie kent er bijvoorbeeld niet ,,'s Morgens vroeg", „Wordt wakker het zonnetje is al op" of „Lief Lijsje liep in de Lindenlaan"? Ook het „Hollandsche liedje" op den bekenden tekst van S. Abramsz „Holland, ze zeggen je grond is zoo dras" is een echt volkslied geworden. Levendigheid, humor en rake uitbeelding zijn wel de meest kenmerkende eigen schappen der compositie's van Hendrika van Tussenbroek Bij voorkeur koos zij on derwerpen met „handeling" en op de haar eigen puntige wijze dichtte zij dan meestal zélf den tekst. Bovendien ontwierp zij grootendeels ook zèif figuren en teeke ningen voor de vertooning van haar Chi- neesche Schimmen. Zoo ontstonden ineen klein genre: werken van groote artistieke éénheid en van dramatische kracht, die nog altijd hun frischheid behouden heb ben. De .Liedekens blijde, in donkere tij den" (in oorlogstijd ontstaan, doch nog een actueele titel), de „Chineesche Schimmen", waarbij allerlei fantastische beelden en guitige gebeurtenissen op het witte doek vertoond worden, terwijl het koor de handeling zingt, „Van Vogels en Bloemen", „Goeienavond, Speelman" (10 liedjes voor kleine kleuters), „Een oud Sprookje", „Prins Lente". „Vier Fabels van Lafontaine". „Jan Klaassen", „De ge leende Koekenpan" „De drie kaboutertjes" (welke operette werd uitgevoerd op het muziekfeest der Mij. tot bevordering der Toonkunst in 1912 te Amsterdam)ze vormen slechts een greep uit haar niet DE BAKENS ZIJN VERZET. (Nadruk verboden). Elke revolutie begint met alles af te bre ken en eindigt met het scheppen van een nieuwe heerschende klasse, die de plaats van de verdreven, geruïneerde1 en uitge moorde heerschende klasse inneemt. Daar na wordt de storm steeds minder, de uit de oevers getreden rivier, die alles over stroomde en verwoestte, keert in haar oevers terug, het leven hervat zijn gewonen gang. Het verschil met hetgeen vóór de revolutie is geweest, is vaak niet zoo heel erg groot. Prof. Platonow, de bekende Rus sische historicus) heeft eens gezegd; „Er waren eenige verbeteringen van het Rus sische regime noodig en in plaats daarvan hebben ze den boel op den kop gezet". Voor deze uitlating werd de oude geleerde in de gevangenis geworpen en daarna verban nen. Hij eindigde zijn leven -als. een paria, ln een klein leemen hutje, buiten de stad, eenzaam, hulpeloos, door allen gemeden, omdat iedereen bevreesd was, door de overheid eveneens als een vijand van het sovjet-regime beschouwd te wórden. Prof. Platonow had er bij moeten voegen, dat dit niet alleen in Rusland gebeurd is, maar overal tijdens een revolutie. Wat wij nu in Rusland aanschouwen- is het ontstaan van een heerschende klasse, van een soort nieuwe bourgeoisie (men moet dit woord echter niet te letterlijk opvatten, zooals sommige Westerlingen doen, want een echte bourgeoisie is de nieuwe klasse niet). Elk regime moet op een bepaalde groep van de maatschappij steunen. Mist het dezen steun, dan stort het onvermijdelijk in Het tsaristische regime steunde hoofd zakelijk op den adel. De Russische adel had echter tegen het einde van XlXe eeuw zijn positie ln het land verloren, hij deugde niet meer als steun, en het oude regime stortte ineen, als een kaartenhuisje. In het Westen steunt het regime in vele landen, bijv. in Frankrijk, op de kleine burgerij. Het ver dringen van deze klasse door de groote be drijven, de verandering van de kleine bur gers in arbeiders, ondermijnt de positie van de regeering in dergelijke landen. Het sovjet-regime steunde eenigen tijd op de leden van de communistische partij. Deze basis was echter te gering om als fundament te dienen voor een regeering, die zulke ingrijpende veranderingen in de geheele sociale en economische structuur van het land wilde doorvoeren. De regee ring trachtte dus haar basis uit te breiden. Eenlgen tijd waren het alle arbeiders en arme boeren, doch deze basis was te vaag, bestond uit heterogene elementen met te genstrijdige belangen. De sovjet-regeering zag zich daarom genoodzaakt een selectie te houden, om de meest geschikte element ten uit te zoeken. Dit geschiedde gedeelte lijk bewust, gedeeltelijk was het echter een gevolg van de ontwikkeling der maat schappelijke verhoudingen, die op hun beurt een gevolg waren van de maatregelen der sovjet-regeering. Het vijfjarenplan, dat volgens de meening van vele Hollanders tot het ontstaan van een pieuwe Russische maatschappij zou leiden, zonder armoede, met welstand voQr allen, waarbij absolute gelijkheid zou heerschen enz., had volko men andere gevolgen. Zooals wij van het begin af aan voorspeld hadden, liep de be ruchte „pjatiletka" (vijfjarenplan) op een mislukking uit. De beloofde welstand bleef uit, de armoede van de bevolking is even groot als vóór de pjatiletka, het gebrek aan voedsel, de meest onontbeerlijke kleeren, schoeisel enz. is even nijpend. Maar de pja tiletka heeft geleid tot het ontstaan van nieuwe maatschappelijke groepen, die de plaats innemen van de vroegere bour geoisie. De economische positie van deze nieuwe bourgeoisie (om dat woord te gebruiken, hoewel wij het onjuist vinden en niet vol komen in overeenstemming met den waren toestand l is nog vaag, onzeker. Zij beschikt echter nu reeds over betrekkelijk veel mid delen en kan zich de weelde van luxe ver oorloven, terwijl de overweldigende meer derheid van de bevolking gebrek lijdt. Deze nieuwe bevoorrechte klasse bestaat uit de z.g. „roemruchtige lieden", uit de boven laag der „oedarniki" (stormtroepen), de technici e.d. De mannen van deze nieuwe maatschappelijke klasse bezitten betrekke lijk veel geld. In de steden eigenen zij zich de beste woningen toe, verdringen uit de door hen bewoonde wijken de arbeiders en andere voor hen ongewenschte elementen. Zij houden dienstmeisjes, sommigen hun ner hebben zelfs gouvernantes voor hun kinderen, die een andere opvoeding krijgen dan de kinderen van de „gewone men- schen" De overheid doet al het mogelijke om het den nieuwen heeren naar den zin te maken. Voor hen worden restaurants ge opend, die de Russen ..chic" noemen, omdat de bediening er behoorlijk is, omdat de ta fels met schoone tafellakens bedekt zijn, enz. Voor de nieuwe heeren worden groote over-talrijk maar van leven tintelend werk. Als voorwoord bij haar laatste groote werk: het zangspel „De Schoone in het slapende Bosch", schreef de bejaarde com poniste: „Een oude Sproke in de twintigste eeuw! Een tijd, waarin onze stoutste en meest fantastische Jules Verne-droomen overtroffen zijn door de werkelijkheid. Wagens zonder paarden daveren en dreu nen dolzinnig over den aardbodem rond. Monsterlibellen doorkruisen de lucht. Langs ijle draden, ja langs onzichtbare wegen snellen geheimen naar Oost en West. Zoo werden onze droomen werke lijkheid. Ook onze droomen van geluk? Wij weten wel beter. Het met ijver en kennis ontmaskeerde mysterie wreekt zich en brengt ongeluk, een ontwrichte en ziel togende wereld en de dood aan alle poëzie. Hier ligt nog, in al zijn eenvoud een oude Sproke, bewerkt door een oude vete rane, vreemd aan haór tijd. Dat zij er veel jonge harten mee zal kunnen ver warmen, is haar liefste wensch." Hendrika., van Tussenbroek heeft die wensch in 'vervulling zien gaan door een groeiende reeks van uitvoeringen, waar van nu ongeveer tien jaar geleden de eerste plaats vond in den Utrechtschen schouwburg, onder haar persoonlijke lei ding. Met voldoening kan de componiste te rugzien op een rijk artistiek leven, en talloos velen in Nederland, Indië en ook in Vlaamsch-België zullen haar morgen met dank en sympathie geden ken. winkels geopend, waar peperdure goederen verkocht worden. Op het platteland koopen de nieuwe heeren goede meubels, hangen voor hun ramen tulen gordijnen (in Sov jet-Rusland een ongehoorde luxe) op, koopen chroomleeren schoenen, tapijten, bont, kleeren van laken en zelfs van zijde. De nieuwe heeren kunnen zich zelfs de weelde veroorloven, op Jacht te gaan en te hengelen, ln Sovjet-Rusland uiterste kostbare vermaken. Dat het hengelen geen sport voor gewone sovjetburgers is, ziet de lezer uit de volgende prijzen, die in de sovjet-bladen aangekondigd zijn; een hen gelsnoer kost 30 roebel, een toestelletje voor het vangen van snoek e.d. visch kost 70 80 roebel, de vischjes die daarbij als lokaas gebruikt worden kosten 3 roebel per stuk en hooger. Wie zich de weelde wil veroor loven snoek e.d. te vangen, moet pl.m. 100 roebel neerleggen. Voor een gewonen sov jet-burger is dit een ongehoord bedrag, een inkomen van een geheele maand, maar de bevoorrechte menschen uit de nieuwe heer schende klasse kunnen zich die weelde wel veroorloven. Dezelfde mensohen betalen voor een mandje bloemen 100 roebel, pre cies als de rijke bourgeoisie vóór de revo lutie. Een sovjet-blad („Za Indoestrializat- sljoe" van 29 September 1934), vertelt het volgende geval, dat voor de tegenwoordige Russische toestanden typeerend is: De po litie arresteerde een „speculant". Zijn schuld bestond daarin, dat-hij in het ge heim aan de boeren allerlei waren leverde: zout, soda, spijkers, lampeglazen, olielamp jes, kopjes enz. De chef van den coöpera tieven winkel beschuldigde den „speculant" van oneerlijke concurrentie. Uit het ge sprek van de twee mannen bleek, dat er geen sprake van concurrentie was: de coöperatiewinkel verkocht n.l. de volgende waren: cheviotcostuum a 200 roebel, zijden jumpers, eau de cologne, gramofoons, fiet sen, radiotoestellen, naaimachines, samo wars enz., allemaal waren, die de gewone sovjet-boer niet betalen kan, die voor hem onbereikbare luxe zpn. Hieruit blijkt dus, dat de door den sovjet-staat gesteunde en gesubsidieerde winkel de bovenlaag bedien de.'terwijl de „speculant" de arme bevol king van het allernoodzakelijkste voorzag. Daar er in Sovjet-Rusland geen bour geoisie in, de eigenlijke beteekenis van het woord kah ontstaan, omdat de particuliere handel en industrie onderdrukt worden, wordt de heerschende klasse uit andere elementen gerecruteerd. Het zijn ambtena ren, die succes hebben, het zijn ingenieurs met een goede positie, het zijn de „briga diers" en „oedarniki". Daarnaast vindt men onder de nieuwe heeren allerlei ma kelaars, die goederen weten te bemach tigen, welke nergens in den handel te krijgen zijn, omdat zij met Verliès ver kocht moeten worden. Deze groepen van de bevolking hebben nu een- leidende positie verkregen, die door de regeering erkend wordt. Naast, hen staat de jeugd, waarop de regeerders eveneens meenen te kunnen steunen, 18-jarige jongens en meisjes, kin deren dus, die na de revolutie geboren zijn en die van het bestaan van andere toestanden dan die in USSR niets afweten. Bij de verkiezingen voor de sovjets droeg de regeering aan deze elementen de leiding op. Zij treden als leiders ook fn de pro ductie op. De schepping van de nieuwe toonaan gevende klasse vormt een onderdeel van de nieuwe economische politiek, die Stalin invoert. Die politiek bevindt zich voorloo- pig in een beginstadium, het is dus moei lijk te voorspellen, welke vormen zij bij haar verdere ontwikkeling zal aannemen. Misschien zal zij, evenals de NEP van Lenin, leiden tot het ontstaan van een echte bourgeoisie. Deze mogelijkheid ont staat door de nieuwe maatregelen van de sovjet-regeering, die voorloopig nog uiterst vaag en onzeker zijn. De sovjet-regeering is van plan het systeem van distributie van levensmiddelen en allerlei goederen af te schaffen, waarbij rekening gehouden wordt met de sociale positie van den kooper, zoodat hetzelfde voorwerp voor een lid van een bevoorrechte groep veel minder (soms de helft) kost dan voor een lid van een minder bevoorrechte groep. De regeering wil hetzelfde stelsel invoeren als in het „kapitalistische Westen", dat door de bolsjewiki in Rusland en hun talrijke vrienden ln het buitenland (ook hier te lande) bespot en verafschuwd werd, nl. dat de handel voor iedereen open is, da# elk voorwerp een vasten prijs heeft, die onveranderlijk blijft, onverschillig tot welke sociale groep de kooper behoort. Vóór alles zal dit met het brood ge beuren. Daarbij geschiedt in Rusland pre cies het tegenovergestelde van hetgeen in andere landen gewoonte is. In de ..kapi talistische landen" is het gewoonte, dat de regeering ingrijpt en tot distributie alleen dan overgaat, wanneer er tekort is. In Rusland schaft de regeering de distri butie juist nu af, op een oogenblik dus waarop de slechte oogst tot schaarschte heeft geleid, wanneer dus distributie eeor gebiedende noodzakelijkheid is. Op deze wijze hoopt de sovjet-regeering het odium van de hooge broodprijzen en het gebrek aan brood op de verkoopers te werpen en zich zelf schoon te wasschen. De prijzen zullen nu stijgen en het brood zal een luxe worden, die alleen de uitverkorenen zich zullen kunnen permitteeren. Na het brood zullen de overige waren volgen. In plaats van de ongelijkheid, die nu in Rusland bestaat, waarbij voor ver schillende groenen van de bevolking, ver schillende prüzen gelden en zelfs ver schillende winkels bestaan, zal de onge- iiikheid komen, die de geheele wereld kent, nl. tusschen hen. die over voldoende con tanten beschikken om het noodiee te koopen, en hen, die weinig of geen geld hebben. Dr. BORIS RAPTSCHINSKY. DE KANTOREN DER zijn lederen werkdag geopend vanaf half 9 des morgens tot half 6 namiddags. Zaterdags vanaf 8 uur 's morgens tot 4 uur 's middags Zondags den geheelen dag gesloten. 3—4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 15