ft" Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 21 November 1934
Vierde Blad
No. 2290$
BINNENLAND.
Prinses Juliana naar Engeland
Het Binnenvaartrecht.
De vrijheid van 't luchtruim
D^BBELM^N
KUNST EN LETTEREN.
UT EN OVER PLANKENLAND
GISTEREN MET DE BATAVIER II
VERTROKKEN.
Gisteravond is Prinses Juliana met de
«Aller II van Rotterdam naar Engeland
Kókken, ten einde het huwelijk van
Hns George bij te wonen
Dt prinses kwam per auto uit Den Haag
mr de Jobskade, de legplaats der „Bata-
«rbootendlenst"
jp het afgezette „Jobs-terrein" waren
honderdtal belangstellenden aanwezig,
de Prinses met een hartelijk hoera
jëgroetten.
Op de kade merkten wij o.m. op den
joofd-commissaris van politie, mr. I. Ent
ten en den heer Waller, een der direc
teuren van de Batavierlijn.
Aan boord van den steiger werd H.K.H.
(eiwelkomd door den kapitein, den heer
[jart die dezen avond juist zijn laatste
«s Botterdam—Engeland v.v. aanving.
Kort voor het vertrek verscheen de
linses op het promenadedek, waarna de
jlangstellenden op de kade het Wllhel-
rjj Inzetten. Om vijf minuten over zeven
«r de Batavier n af. Op de rivier was het
mi mistig.
Het gevolg van de Prinses bestaat uit
teule Bentinck, hofdame, en E. D. Jucke-
a van Burmania. Baron Rengers, dienst
eend grootmeester.
o
WIJZIGING DER DRANKWET
Meening der Tweede Kamer.
Aan het voorlooplg verslag der Tweede
lamer over het ontwerp tot wijziging van
enige artikelen der Drankwet, wordt het
tigende ontleend:
Voor zoover het wetsontwerp strekt om
uiten twijfel te stellen, dat ook degene.
op grond van een vergunning het ver
fbedrijf uitoefent, gehouden is, dat be-
kijf uitsluitend op zijn naam en voor
Ja rekening uit te oefenen, konden eeni-
I leden zich daarmede niet vereenigen.
Ij zagen geen enkele reden om een toe-
assing van de Drankwet, welke door den
roven. Raad was gesanctlonneerd, voor
it vervolg onmogelijk te maken. Boven-
!en wezen zij er op, dat het wetsontwerp,
etwelk bestrijding van verpachtigen be-
ggt, tengevolge zal hebben, dat reëele
ranging, welke de regeering voor het
iheele bedrijf wenscht, voor het over
rode deel der betrokken gevallen niet
Itvoerbaar zal zijn, waardoor vroeg of
at tal van neringdoenden ten onder zul-
0 moeten gaan.
Vele andere leden konden zich met de
Jzkklng van het ontwerp zeer wel ver-
nigen
lenige leden drongen aan op een zoo
alge wijziging van de overgangsbepa-
g, dat daardoor niet, zooals in hetwets-
iwerp geschiedt, degenen, die aan de
znkwet een toepassing hebben gegeven,
Jke thans onmogelijk gemaakt wordt,
l Juli 1936 in een bevoorrechte positie
ïden geplaatst tegenover hen, die de
van den beginne af naar haar bedoe-
1 hebben toegepast.
o
DE SCHOENENFABRIEK
TE BUNSCHOTEN.
Trigen aan de ministers door den heer
fan der Putt, lid der Tweede Kamer.
Dt heer Van der Putt heeft aan de Mi
sers van Waterstaat en van Economi
se Zaken de volgende vragen gesteld
Kannen de ministers bevestigen, dat
ildra te Bunschoten (Spakenburg) met
lancieelen steun van Rijk en Gemeente
s schoenenfabriek zal verrijzen teneinde
vklooze Zuiderzeevisschers aan werk te
ipen?
Zijn de ministers niet van oordeel, dat
i bestaande fabrieken in meer dan vol
lende mate aan de vraag naar goed en
üdkoop schoeisel kunnen voldoen en dat
ft bevorderen van de oprichting van een
wwe fabriek geen werkverruiming be
ekent, doch slechts verplaatsing van
ttkgelegenheid?
Willen de ministers mededeelen of af-
lende waarborgen zijn verkregen, dat
nieuwe schoenfabriek geen concur-
atie zal aandoen aan de reeds bestaande
Merlandsche fabrieken?
DE MEMORIE VAN TOELICHTING OP
HET WETSONTWERP TOT EEN NIEUWE
WETTELIJKE REGELING.
Ingediend is een wetsontwerp tot nieuwe
wettelijke regeling van het binnenvaart
recht.
In de Memorie van Toelichting wijst de
minister van Justitie erop, dat de wette
lijke bepalingen, welke het recht van de
binnenvaart regelen, reeds sedert lang
niet meer aan redelijke eischen beant
woorden.
Op wijziging van het binnenscheep-
vaartrecht, hetzij in zijn geheel, hetzij
in zekere onderdeelen, is herhaaldelijk
aangedrongen.
De herziening van het recht van de
binnenvaart kan langs verschillende wegen
worden bereikt. In de eerste plaats door
regeling in het Wetboek van Koophandel
in aansluiting bij het zeerecht. Een andere
weg is het regelen van de stof in een af
zonderlijke wet, een „Btnnenscheepvaart-
wet". zooals ook in Duitschland is geschied
door de wet van 15 Juli 1895, regelende
.die privatrechtlichen Verhaltnisse der
Binnenschlffahrt und der Flösserei". Daar
naast bestaat een derde oplossing,
welke is neergelegd in het ontwerp van
een wetsvoorstel betreffende de vracht
vervoerders en expediteurs (1890) van de
Staatscommissie tot herziening van het
Wetboek van Koophandel, ingesteld bij
Koninklijk Besluit van 22 November 1879,
De nieuwe wettelijke regeling is te be
perken tot de binnenvaart. Dit beteekent
niet, dat de wenschelijkheid wordt ont
kend, ook het vervoer te land, anders dan
per spoorweg, te zijner tijd opnieuw te
regelen.
Het ontwerp geeft niet, zooals aanvan
kelijk in de bedoeling lag, een doorloopen-
de verwijzing naar het zeerecht, maar een
afgerond geheel, waarin de voor de bin
nenvaart bruikbare bepalingen van het
zeerecht voor zooveel noodig speciaal met
het oog op de binnenvaart zijn geredigeerd
en waarin van verwijzingen nauwelijks
sprake is.
Een regeling van de reederij is in dit
wetsontwerp niet opgenomen. Deze komt
in de binnenvaart, voor zoo ver den
minister bekend is, niet meer voor.
In het wetsontwerp is uitdrukkelijk be
paald, dat de binnenschepen, in het
Nederlandsche scheepsregister thuisbehoo-
rende, daarin moeten worden te boek ge
steld. Een strafbepaling waarborgt dit
gebod.
Het beginsel is gehandhaafd, dat de
vervoerder voor het behoud der door hem
ten vervoer aangenomen goederen verant
woordelijk is.
Verder wordt in beginsel de eigenaar
gebonden door den rechtshandelingen van
den schipper en aansprakelijk gesteld voor
de schade, door de schuld van schipper of
schepelingen aan derden toegebracht
Voorts bevat de memorie van toelich
ting uiteenzettingen inzake laad- en
lostijd en overliggeld, averij-grosse, hulp
en berging en de conventie van Genève.
In kringen van scheepshypotheekhou-
ders in twijfel gerezen omtrent de vTaag of
de voortbewegingswerktuigen, met name
de motor van het schip, onder het scheeps-
toebehooren zijn begrepen, dan wel deel
uitmaken van het schip. De minister acht
het in het belang van het scheepskrediet,
dat aan allen twijfel een eind woTdt ge
maakt door te bepalen, dat de voortbewe
gingswerktuigen deel uitmaken van het
schip.
o
HARING NAAR DUITSCHLAND.
Inzake den export van versche haring
van IJmuiden naar Duitschland door de
haringreeders, vernemen wij, dat het niet
onmogelijk is, dat dezen handel gefinan
cierd wordt met een eigen soort clearing.
De Hamburgsche haringimporteurs zul
len b.v. bevorderen dat Duitsche indu-
strieele producten als ijzer en andere ar
tikelen naar ons land worden uitgevoerd,
waarvoor dan compensatie zal worden
toegestaan door invoer van versche ha
ring. Een groot deel van de betaling zal
kunnen geschieden door uitvoer van Duit
sche artikelen.
Toch hebben de reeders gisteren blijk
baar niet alle 3500 kisten haring, die in
den afslag werden opgehouden, durven
Uitvoeren, daar zij in den afslag van 5 uur
's middags een deel dezer haring weer in
de veiling hebben gebracht en verkocht.
ER MOETEN MEER LUCHTRACES
KOMEN ALDUS DE HEER
PLESMAN.
Geen concurrentie van luchtschepen?
De Amerikaansche dagbladen bevatten
aldus de Maasbode een onderhoud,
dat de Amsterdamsche correspondent van
de „United Press" heeft gehad met den
heer Albert Plesman, den directeur van de
K.L.M.
In dit interview doet de heer Plesman,
we zouden willen zeggen een hartstoch
telijk beroep, op alle landen ter wereld
om op de bres te blijven staan voor de
vrijheid van het luchtruim.
„Vrijheid van het luchtruim", aldus de
heer Plesman. „dat moet het wachtwoord
van de wereld worden. De burgerlucht
vaart is van een absoluut internationaal
karakter. Zii is het eigendom van de gan-
sche wereld en behoort aan het geheeie
menschdom. De slagboomen van bekrom
pen chauvinisme zullen er door omlaag
gehaald worden, het zal de volkeren ver
broederen en vooroordeel zal worden te
niet gedaan".
Voortgaande zeide hij: „Ik geloof, cat
de Melbourne-race heel veel heeft gedaan
om de volkeren nader tot elkaar te bren
gen. Er moeten meer van zulke races ko
men. maar dan verbeterd en wat gema
tigder. Zij moeten inderdaad den grooten
vooruitgang demonstreeren, dien de bur
gerluchtvaart over een bepaald tijdperk
gemaakt heeft Ik hoop. dat de ..Airrace
ParijsHanoi", die de „Petit Parisien"
gaat organiseeren In 1935. dat nog weer
veel beter zal doen zien, dan de Mel-
bourne-race reeds deed"
De heer Plesman doet dan verder nog
een hoogst belangrijke en actueele uit
spraak wat betreft de Zeppelins.
Hij zeide. niet te gelooven. dat die ooit
een ernstige concurrent van de vliegma
chines zouden worden.
„Persoonlijk geloof ik", zeide hij. „dat de
Zeppelin, hoewel een schitterend lucht
schip. slechts een phase ir. het moderne
luchtverkeer vertegenwoordigt. Die Zeppe
lins zijn te samengesteld met hun groote
gaszakken. te omvangrijk en te langzaam".
„Neen", aldus de heer Plesman met
groote beslistheid, „wat we noodig hebben,
zijn steeds grootere. betere cn snellere
vliegmachines".
Mediteerend zegt de heer Plesman dan:
„Als ik slechts denk aan hoe wij met de
KL.M. begonnen, vijftien jaren geleden.
We hadden een paar oude Engeische oor
logsvliegmachines gekocht, die wij om
bouwden tot „Airliner" Er konden maar
een paar passagiers in vervoerd worden en
dan zonder eenig comfort. En nu binnen
kort zullen we ons „Vliegend Hotel" de
F. XXXVI. in dienst stellen op de Am
sterdamBatavia-lijn".
„En zal dat uw laatste woord zijn in
comfort en snelheid, meneer Plesman?",
aldus de correspondent.
De heer Plesman glimlacht „Slechts een
begin. Er is, practisch gesproken, geen
grens aan de grootte van de vliegmachi
nes, noch aan het comfort voor de passa
giers of zelfs aan de snelheid. Het eenige
is dat zei de heer Plesman met nadruk
dat er geleidelijke ontwikkeling moet
zijn. Voor het oogenblik is onze F. XXXVI
met zijn 32 zitplaatsen, zijn Pullman-bed
den enzoovoorts, inderdaad een grootsche
schepping".
Dan zegt de heer Plesman nog iets heel
belangrijks.
„Het is natuurlijk niet onmogelijk, dat
we later de snelheid van de F. XXXVI nog
eens opvoeren, b.v. door de vier 700 PK.
motoren te verwisselen voor vier van 1000
P.K. elk.
Intusschen heeft onze Douglas, die
schitterende Amerikaansche machine doen
zien, hoe een passagiersvliegtuig van ma
tige grootte behoort te zijn".
De heer Plesman kwam dan nog eens
terug op de geleidelijke ontwikkeling, die
zoo noodzakelijk is in de luchtvaart.
„Alles in de aviatiek ontwikkelt zich in
derdaad slechts geleidelijk en natuurlijk.
Het mag het groote publiek soms voor
komen, alsof we ineens een grooten sprong
vooruit maken, maar in waarheid is dat
RECLAME.
1625
m
OP GOEDE ZEEP STAAT:
niet zoo. De menschen worden soms zelfs
wel eens ongedurig als de ontwikkeling
wat langzamer schijnt te gaan, dan zij
zouden wenschen. Bijvoorbeeld zooals in
het geval van de luchtlijnen over den At-
lantischen Oceaan en over den Stillen
OceaAn. Toch kunt u er gerust op zijn,
dat de zwaarder-dan-lucht-machines heel
spoedig ook deze oceanen overvliegen,
regelmatig als de klok. met veel comfort
voor de passagiers en met volkomen vei
ligheid"
Bedoelt u. meneer Plesman, aldus de
correspondent bijvoorbeeld een luchtlijn
tusschen Europa en de Vereenigde Staten?
„Bijvoorbeeld", zegt de heer Plesman
glimlachend. ..en.wij hopen daar ook
aan mee te doen".
Verder wil de heer Plesman zich echter
niet uitlaten, alleen zegt hij nog. dat die
vliegmachines van de toekomst geen zee
luchthavens noodig zullen hebben, noch
drijvende eilanden of wat al niet De mo
derne vliegmachines zijn voortdurend in
staat, grootere afstanden aan één stuk af
te leggen en zullen geen kunstmatige hulp
behoeven bij het vliegen over de wereld
zeeën.
meeningsverschil bij de
vrijz. democraten.
Afdeeling Purmerend scheidt
zich af.
De afdeeling Purmerend van den V. D.
Bond heeft de volgende circulaire gericht
aan de andere afdeelingen:
Partijgenooten,
„De afdeeling Purmerend van den Vrij
zinnig Democratischen Bond kan zich niet
langer vereenigen met de wijze, waarop
onze partijgenooten en de ministers van
Onderwijs en Financiën onze Vrijzinnig-
Democratische beginselen verzaken.
„In de laatste algemeene ledenvergade
ring van onze afdeeling is de volgende
motie aangenomen:
„De afd. Purmerend van den Vrijz. Dem.
Bond op Donderdag 15 November 1934 in
algemeene vergadering bijeen:
„Constateert, dat de besluiten, welke
door de regeering op initiatief en (of)
met verantwoordelijkheid van de in deze
regeering zitting hebbende „Vrijzinnig De
mocraten" mrs. Marchant en Oud geno
men worden, zoozeer indruischen tegen
onze beginselen, in democratischen als in
vrijzinnigen zin dat deze gedragslijn voor
onze afdeeling niet langer aanvaard
baar is;
„draagt dientengevolge het bestuur op
die maatregelen te treffen, welke noodig
zijn om als afdeeling van den Bond uit
te treden;
„besluit deze motie ter kennis te bren
gen van het Partijbestuur en van alle bij
den Bond aangesloten afdeelingen."
PRINS KAREL VAN ZWEDEN
OP SCHIPHOL.
Kort oponthoud op doorreis naar Londen.
Met het K.L.M.-toestel, dat tegen den
middag op Schiphol aankomt, arriveerde
gistermiddag prins Karei van Zweden,
eenige zoon van den gelijknamingen broer
van den koning van Zweden, in de Am
sterdamsche luchthaven.
Het bezoek van den prins was niet aan
gekondigd. zoodat geen speciale maat
regelen waren genomen. Niettemin werd
de hooge bezoeker verwelkomd door den
stationschef der K.L.M.. den heer Thom
son, die den Drins en zijn adjudant naar
de restauratie der stationswachtkamer
leidde, waarin allerijl een lunchtafel in
gereedheid werd gebracht.
Dé prins onderhield zich met den heer
Thomson over de vlucht van den „Uiver",
van welks aankomst Schiphol reeds alle
sporen toonde, aangezien de laatste hand
aan de voorbereidingen worden gelegd.
Te 1 uur vertrok prins Karei met het
KL.M.-vliegtuig voor Londen, dat be
stuurd werd door den piloot Soer, die voor
het vertrek aan den prins werd voorge
steld.
DE OUDERDOMSWET.
Tijdelijke afwijking van art. 9.
Verschenen is de memorie van antwoord
aan de Tweede Kamer, inzake het wets
ontwerp verdere tijdelijke afwijking van
het bepaalde in art. 9. eerste lid, der
Ouderdomswet 1919 en in art. VIII, tweede
lid, der wet van 13 Juli 1923 tot wijziging
der Ouderdomswet 1919.
Hieraan wordt ontleend, dat over het
tijdvak I Januari 1925—31 December 1929
door het Ouderdomsfonds A werden ont
vangen aan bijdragen van den Staat in
den vorm van annuïteiten 158 mlllioen
gulden, aan vergoeding voor administratie
kosten rond 4 mlllioen en aan verzeke
ringspremies rond 27 inillioen. Het ligt
voor de hand. dat, als bliikt. dat het fonds
aan zijn verplichtingen kan voldoen met
een geringere bijdrage van den Staat, de
r.oodiee maatregelen worden bevorderd tot
verlichting van de desbetreffende Riiks-
1 as ten. Uiteengezet wordt, dat bil aanvaar
ding van het wetsontwerp het fonds bltift
beschikken over de noodige middelen tot
nakoming van zijn verplichtingen, zoodat
men voor verzwakking niet behoeft te
vreezen.
Ook het aangevoerde bezwaar betref
fende de financiering der thans bestaande
wetteliike ouderdoms-voorziening acht de
minister niet klemmend, wat hij nader
toelicht.
o
verspreide berichten.
De gewone audiëntie van den Minis
ter van Binnenlandsche Zaken zal Maan
dag 26 November a s. niet plaats hebben.
tijdschriften.
Van het „Landhuis" verscheen een bin
nenhuisnummer, dat van enkele vooraan
staande binnenhuis-architecten ontwer
pen bevat, welke toegelicht worden met
fraaie foto's. En door druk èn door de
uitstekend geslaagde illustraties maakt dit
tweede „Binnenhuisnummer" een uitste
kenden indruk.
nieuwe uitgaven.
Wij ontvingen het eerste nummer van
het „Algemeen Beursblad", een onafhan
kelijk Nederlandsch Weekblad voor den
goederen-, geld- en fondsenhandel.
Bij de firma J. A. Boom en Zoon te
Meppel is verschenen het maandblad
„Cosmorama", dat een Nederlandsche uit
gave is van het Weensche blad „Die Ga
lerie". Door de uitstekende verzorging der
tekst en de prachtige illustratie zal dit
nieuwe foto-maandblad in ons land zich
spoedig 'n groot aantal abonné's verwer
ven. De abonnementsprijs bedraagt f7.50
per jaar.
Krdenking herman heyermans.
Heyermans in volle fleur.
zal het tien jaar geleden „^n.
ï.w grootste Nederlandsche tooneel-
|<(ïer Herman Heyermans vrij onver-
overleed. Groote voorbereidselen
IJ;:1 getroffen om zijn zestigsten ver-
in 1924 in begin December te
de dood kwam 22 November
*henbeide.
1 Is gestorven de groote dramaturg,
die rijk had kunnen zijn, als Nederland
eerder tot de Berner-conventie ware toe
getreden! Moeizaam heeft hij vol zorgen
zijn bestaan voortgesleept, levend voor 't
tooneel, nadat hij, half contre-coeur zich
daarmede had ingelaten. Eerst als schrij
ver, later als tooneel-directeur.
Hoewel hij de kentering ten goede nog
wel heeft beleefd, toch heeft hij bij zijn
leven nimmer die waardeering gevonden,
waarop hij recht had. Eerst na zijn dood
dat heeft hij met vele groote dooden ge
meen! gewerd hem de alom toegezwaai-
den lof te zijn Nederlands grootste too-
neeischrijver. Beter laat dan nooit gelde
als droeve satire.
Oorzaak van deze miskenning ligt on
getwijfeld in de omstandigheid, dat de
tendenzen, die aan zijn tooneelwerken ten
grondslag liggen, in breeden maatschap-
pelljken kring aanvankelijk maar zeer
matig konden worden gewaardeerd. Men
wist niet voldoende te scheiden het too-
neelstuk op zich zelf en de strekking daar
van. En dat heeft funest gewerkt, al heeft
het publiek meestal, tegen de critiek ervan
in, van zijn ingenomenheid getuigd.
Meestal, niet altijd
Thans maakt tooneellievend Nederland
zich op om de nagedachtenis te eeren van
dezen echt-Nederlandschen auteur, die
gespeeld is over de gansche aardbol, in
gansch Europa, in Amerika, in Australië
Diverse gezelschappen hebben een zijner
stukken op het repertoire genomen, in le
zingen voor de radio wordt hij herdacht.
En verdiend is het ten volle.
Het is een lange, lange lijst, als we eens
nagaan, wat Herman Heyermans heeft
voortgebracht als schrijver en als toonee-
list. Vermelden wij:
Proza: 18 bundels Falklandschetsen, 2
bundels levensschetsen. Opening Kaiser
Wilhelmkanaal, 'n Jodenstreek, Trinette.
Fleo, Wat niet kon, Sabbath, Diamantstad,
Kamertjeszonde. Joeps wonderlijke avon
turen, De roode Flibustier. Kleine ver
schrikkingen, Gevleugelde daden. Inte
rieurs, Duczika, Biecht eener schuldige,
Wereldstad, Droomkoninkje, Vuurvlin
dertje, Drijvende klompjes, Kleine vertel
sels;
Tooneel: Dora Kremer, Ahasverus,
Ghetto, Het zevende gebod. Op hoop van
zegen, Het pantser, Ora et labora, Het
kind. Het kamerschut, Brand in de Jonge
Jan, Buren, Saltimbanque, De machien,
Schakels, Bloeimaand. Allerzielen, Uit
komst, Vreemde jacht. Beschuit met muis
jes, De meid, De opgaande Zon, De groote
vlucht. De schoone slaapster. Eén Mei,
No. 80, Glück auf. Feest. Eva Bonheur De
wijze kater, Dageraad, Brief in schemer.
Buikspreker, Heerenhuis te koop, De vlie
gende Hollander, Van ouds de Morgenster,
Robert en Bertram.
Dora Kremer was zijn eersteling in 1893.
Het werd door de critiek slecht ontvangen,
doch Heyermans nam wraak! Onder Rus-
sischen schuilnaam volgde zijn „Ahas
verus" en dat ging er in bij de critiek als
koek
Het was toen de Nederl. Tooneelvereeni-
ging onder directie van Temooy Apel en
Adr. v. d. Horst, die hem aanzette tot
verder werk en vrij geregeld met Kerstmis
een nieuw stuk van Heyermans voor het
voetlicht bracht. De meeste titels spreken
voor zichzelf. Op Hoop van Zegen haalde
over de 1000 voorstellingen alleen hier te
lande; Schakels misschien wel zijn
zuiverste werk bracht het tot over de
500 en Zoo zouden we kunnen voortgaan.
Een van schrijver's lievelingsstukken, en
zeker een van zijn dichterlijkste. „Uit
komst" bracht de grootste desillusie werd
bij de première zelfs uitgefloten. Het lief
hebberij-tooneel merkwaardig overi
gens! heeft het tenslotte toch naar
voren weten te brengen. „Allerzielen" werd
in vele plaatsen verboden, o.a. te Lelden
doch genoot juist daardoor een bijzondere
belangstelling, zooals zoo vaak pleegt voor
te komen
Uit het gansche. rijke leven zijn zijn
typen, die hij wist te puren lilt zuivere
aanschouwing, gegrepen. Met vaste hand
werden zij tot tooneelleven omgezet en
ieder zijner stukken bergt bijkans een
figuur, die spreekwoordelijk is geworden
voor de tooneelwereld.
Van enkele kleinere werken had hij zelf
heel weinig verwachting, doch de fei
ten logenstrafte dit pessimisme. Neem b.v.
„De meid"! geschreven als tegemoetko
ming voor een kleine roi-vervulling door
Esther de Boer—van Rijk werd het voor
deze actrice een waar succes, nog heden
ten dage. En hoevele van zijn een-acters
keeren geregeld terug op het repertoire
van onze liefhebberij-vereenigingen.
Aan eenige onzer acteurs en actrices
heeft zijn uitgebreid oeuvre onverwelkbare
roem gebracht. Denk b.v. eens aan onze
nog steeds met jeugdig vuur bezielde
Esther de Boervan Rijk als Kniertje in
Op Hoop van Zegen, daarmede als vereen
zelvigd, aan Adr. v. d. Horst als de oude
Kobus in hetzelfde stuk, aan Henri de
Vries in „De Brand in de Jonge Jan", aan
Louis Bouwmeester en Louis de Vries als
Pancras Duif in Schakels, aan Jan Musch
als de Kater in „De Wijze Kater". En hoe-
vele creaties zullen onze tooneelliefheb-
bers nog niet meer in gedachten flitsen,
wanneer zij de lijst van zijn uitgebreid
tooneel-repertoire nagaan.
Neen, hem is nooit de eer die hem toe
kwam bewezen bij zijn leven!
En al blijft niet al zijn werk even friseti,
al is er veel „achterhaald", ook veel blijft
leven voor het Hollandsche hart. Nu nog
en ook nog in de toekomst.
In den Amsterdamschen Stadsschouw
burg is een Heyermans-tentoonstellling
geopend. Deze getuigt van de waarde van
dezen echt-Hollandschen auteur, die niet
temin in het buitenland ook zoo werd ge
waardeerd. doch tevens van zijn zorgen,
vooral ais tooneel-directeur, toen de
Nederl. Tooneelvereeniging failliet was ge
gaan en als simpel Tooneelvereeniging
onder zijn directie herleefde, 63 aanvra
gen tot zijn faillissement verzame'de hij in
één band met het opschrift „De Gruwel
kamer". En toch werkte hij door ook des
nachts, vooral des nachts
Aan Heyermans, die eens bij de Holland
sche klassieken zal worden ingedeeld, zal
bij deze herdenking recht worden gedaan.
een leidsch stuk te londen.
Te Londen zal- hedenavond voor het
eerst worden opgevoerd „Anna van Uyten-
broek", spelende te Leiden, tooneelspel van
den heer J. van Ingen.
De opbrengst komt ten bate van het
Kinder-Vacantiehuis „Hollandia".
Over den inhoud het volgende:
Het stuk speelt te Leiden in het jaai
1587 een zeer critiek Jaar in de wordings
geschiedenis van het Nederlandsche volk.
De dood van Prins Willem de Zwijger had
het land zonder een leider gelaten en na
de komst van Leicester was er een groote
en sterke Leicester partij gevormd die
het bestuur van het land in de handen der
Engelschen wenschten te geven. Een groot
aantal protestanten waren het met Lei-
cester eens en zijn tegenstanders zooals
Oldenbarneveldt en Burgemeester van der
Werff werden verdacht van Paapsche nei
gingen. Inderdaad was het een feit dat de
Koningin van Engeland. Elisabeth met
Parma onderhandelde over vrede met
Spanje en dus Holland in de steek zou
laten. Leicester wilde daarvan partij
trekken en de verschillende Hollandsche
provinciën in een rijk onder zijn soeverei
niteit vereenigen. Verschillende steden in
Holland, Zeeland en Utrecht verklaarden
zich voor den Graaf van Leicester en tegen
Prins Maurits, toen 17 jaar oud. Een aan
slag op Leiden werd door Leicester voor
bereid maar door het krachtig optreden
van Van der Werff werd de overgave van
de stad aan de Engelschgezlnde troepen
voorkomen. De strijd tusschen Leicester-
en de Oranje-partij wordt in dit stuk
weereegeven.