PALMOLIVE J\Q 2Mp d&r^mgd Ijji'e Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 November 1934 Derde Blad No. 22895 )E ECONOMISCHE AANPASSING IN EEN NOTEDOP. LAND- EN TUINBOUW. BURG. STAND VAN LEIDEN. BUSLICHTINGEN. PARLEMENTAIR OVERZICHT De voorzitter der Alg. Rekenkamer over devaluatie. ne heer R. Zuyderhoff, voorzitter van (Alg Rekenkamer, schrijft ons: Reeds kort nadat de huidige economi- k wereldcrisis zich geopenbaard had, n er ln de verschillende landen per- lfn, voor wie het helder voor oogen jncl,' dat deze crisis een geheel ander natter droeg dan haar voorgangsters en it een zeer lange tijd zou verloopen eer a nieuw evenwichtspunt bereikt zou jrden. Voor deze personen, onder wie ook irljver dezes, stonds het aanstonds vast, t als eerste hulp voor dit ongeluk de inenlandsche prijzen dienden te worden ngepast aan de sterk gedaalde goederen- IjMn op de wereldmarkt. En wel alle nnenlandsche prijzen, dus niet alleen de «derenprljzen. de huurprijzen van on- erende goederen (waardoor vanzelve ook koopprijzen zouden dalen), doch even- r de belastingen en de retributlën als schuldvorderingen (waardoor automa- eh de verschuldigde rentebedragen zou- n verminderen). ;k leg den nadruk op de woorden „als ste hulp voor dit ongeluk", omdat met 1 eerste hulp ook in dit geval niet vol- un zou hebben kunnen worden. )e wereldcrisis maakte nog een andere ipassing noodig, en wel eene, welke al- n door een pijnlijke behandeling, t. w. toepassen van een algemeene versobe- (o.a. door belastingverzwaring om fgetalre redenen) mogelijk zou zijn. ntusschen ben ik de meening toegedaan voor het geval in de verschillende lan- aanstonds een algeheele aanpassing de prijzen aan de wereldmarktprijzen plaats gegrepen, de crisis minder jóte afmetingen zou hebben aangeno- IJiteraard behoorde die eerste hulp spoe- te worden verleend en uit een oogpunt n billijkheid, gelijkmatig en gelijktijdig tr de geheele linie te worden toegepast. Ichter bestond er verschil van meening der de voorstanders van het verleenen n die eerste hulp over de wijze, waarop doel diende te worden bereikt, lenigen waren van oordeel, dat die aan- Eing behoorde te geschieden door een rordineerde verlaging van alle prijzen, deren wenschten haar door middel van munt te doen plaats hebben. De eersten ontkenden niet, dat de loop de goudprijzen een verstorenden in- ied op de economische verhoudingen oden gehad hebben, doch waren noch- ts van oordeel, dat de oorzaken van de ■is in hoofdzaak van anderen aard uen. Uit een theoretisch oogpunt be ll achtten dezen het daarom alleen te dedigen, dat de prijzenaanpassing door verlaging van alle binnenlandsche gen geschiedde. Nochtans waren zij zich «n bewust, dat de toepassing van deze ■tode buitengewoon moeilijk was. Fm het loslaten van het goud wilden .rok daarom niets weten, omdat zij dit i gevaarlijk experiment achtten. Over raluatie, d. i. vermindering van de goud- isrde van de munteenheid tot een be- lalde hoeveelheid lieten zij zich destijds nder uit. Eerkt later trad dit middel er op den voorgrond. De devaluatie met een zeker percentage mt intusschen neer op precies hetzelfde een verordineerde prijzenverlaging met lijk percentage. De voor- en nadeelen beide methoden zijn volkomen dezelf- Doch. terwijl verordineerde prijzen ver eng uiterst moeilijk is uit te voeren, :dt door devaluatie het doel langs den 1 van den minsten weerstand, en wel t één slag bereikt. Het bezwaar aan devalutie verbonden t het oog op het crediet van het land, dt evenzeer voor verordineerde prij sverlaging. Personen in het buitenland, vorderingen hebben uitgedrukt in de mt van het land, dat alle schulden met bepaald percentage verlaagt, zouden enveel nadeel ondervinden als voor het val dat land tot vermindering van de inteenheid met een gelijk percentage BlOOt. Er zijn landen, die een eerste hulp aan zieke hebben verleend, en andere welke hebben nagelaten. Deze laatsten heb- a zich op het standpunt gesteld, dat de tuur in hoofdzaak de genezing moest 'ogen en de arts, te weten de Regee- ig, door het geven van goeden raad het 'stel kon bespoedigen. Ik neem aan, dat een nog vrij primitieve maatschappij ze methode succes zou kunnen hebben, eh ik betwijfel of een moderne, inge heide maatschappij uit zichzelf met wip van eenige deskundige aansporing inen den gewenschten tijd genezen kan. Zelfs dient m. i. rekening te worden ge- 'uden met de mogelijkheid van bezwij- b. Wat hiervan echter ook zij, dit staat dat terwijl het land, dat eerste hulp 'leende daarna nog den weg van alge- [ele versobering had af te leggen, op het ud, dat eerste hulp naliet, de plicht 'urn te liggen, behalve in een algemeene 'sobering, ook nog in een algemeene 'Dzenaanpassing te voorzien. De moeilijkheden van een algemeene 'sobering hadden dus alle landen. Die een algemeene prijzenaanpassing wieyens, alleen de landen, die geen ,'te hulp verleenden. «stede van een volledige gelijkmatige 1 gelijktijdige prijzen-aanpassing over de raeele linie, kregen deze laatste landen ■o onvolledige, ongelijkmatige prijzen- opassing en in enkele gevallen zelfs in e»> j ,el ®een aanpassing. Die landen "delden een waren lijdensweg Eau vraag, die zich thans allerwegen in ""den voordoet, is dezemoet op dien lijdensweg worden voortgeschreden, "u wel een andere richting worden uit- "i!h«VZe"s in het Seval dat het mogelijk ih aan dien «eg van smarte spoe- 'doende verbetering aan te brengen, zal mij ertoe beperken do vraag -P te stellen en het licht te laten emuvP die Punten, welke mij voor het inblik ïan het meeste belang t 'U'dt dan' IkbTO voor de economische aanpassing 'Pkening houdend met het heden als met de toekomst, een land blijven voortschrijden op den ingeslagen lijdens weg van gestimuleerde zelfaanpassing, dan wel te gaan in een andere richting? Practlsch komt de vraag hierop neer, of het wenschelijk en mogelijk is, dat een land, hetwelk ln het aangegeven geval verkeert, alsnog tot een gelijkmatige en gelijktijdige aanpassing van de prijzen over de geheele linie overgaat. Vermits: het loslaten van het goud mij nog altijd een gevaarlijk experiment toeschijnt, en aan een verordineerde algemeene prij- zen-verlaging voor dit oogenblik m.i. in geen geval meer te denken valt, kan, wat mij betreft, de vraag nog con creter gesteld worden door haar te doen luiden of het aanbeveling verdient, dat een land als bovenbedoeld alsnog tot de valuatie overgaat. Aan den eenen kant valt op te merken, dat om een goede vergelijking mogelijk te maken van het eene stelsel met het andere, zal dienen te worden nagegaan, welke verbeteringen aan het bestaande stelsel kunnen worden aangebracht, op dat het spoedig veel beter werke dan thans. In het bijzonder is hier te denken aan een gelijktijdige verlaging op korten termijn van alle z.g. vaste lasten (w.o. ook vallen belastingen, retributiën en schuld vorderingen), welke lasten het geheele bedrijfsleven met ondergang bedreigen. Ik moet de aandacht er op vestigen, dat de Regeeringen aldus handelende haar vrij wel passieve houding zouden wijzigen in een actieve. Aan den anderen kant moet ik wijzen op een groote moeilijkheid, welke aan een overstag gaan verbonden is, t.w. het raad weten met de reeds uit zichzelf plaats ge grepen ongelijkmatige aanpassing. Het is misschien mogelijk, dat bij een voort schrijden op den ingeslagen weg de meeste oneffenheden behalve dan die be staande in het niet-verlagen van belas tingen, retributiën en schuldvorderingen binnen afzienbaren tijd vanzelf zullen verdwijnen. Zekerheid bestaat daarom trent echter niet. Evenmin staat het vast in hoeverre bij devaluatie deze ongelijk matige aanpassing, zou dienst kunnen doen als aanpassing aan een soberder le vensstandaard. Want ook na de devaluatie zou het veroberingsproces voortgezet moe ten worden. Om een antwoord op de gestelde vraag te kunnen geven, zullen behalve ten aan zien van de zooeven genoemde punten, de voor- en nadeelen, welke aan beide stelsels verbonden zijn, tegen elkander opgewogen moeten worden. Buiten beschouwing kunnen daarbij ge laten worden voor- en nadeelen, welke zij gemeen hebben, doordat beide beoogen de binnenlandsche prijzen aan die van de goederen op de wereldmarkt te doen aan passen. Het voordeel, dat de uitvoer en de scheepvaart van het land, dat in het be doelde geval verkeert, zullen hebben bij devaluatie kan onbesproken blijven en tevens de strijdvraag opwerpen op hoeveel of op hoe weinig dat voordeel in dezen re- pressaille-tijd moet worden aangeslagen. En wel daarom, doordat ook bij voldoende prijzen-aanpassing hetzelfde voordeel zal worden bereikt- Eveneens kan onbespro ken blijven het nadeel, dat het land bij devaluatie ondervindt door een prijsver- hooging van import-artikelen, omdat ook bij voldoende prijzen aanpassing de aan schaffing van die artikelen bezwarender wordt. Reeds is gezegd, dat de landen die aan zelfaanpassing doen, een waren lijdensweg bewandelen. De te langzame voortgang van het proces en de onbillijkheden leiden tot toenemende spanning, verwarring en verarming. Zeer zeker zullen ook door devaluatie personen en zaken, in binnen- en buiten land, een bijzonder voor- of nadeel onder vinden. Voorzoover deze voor- en nadee len eenigszins herstellen de abnormale wijze, waarop deze personen tot nu toe getroffen of begunstigd zijn, strekken zij tot zegen. Doch overigens vallen zij te betreuren, vooral als zij een gevolg zijn van de omstandigheid, dat eerst thans gedevalueerd wordt. Het algemeen belang zal echter ook in deze den doorslag moe ten geven. Het bezwaar bij uitnemendheid tegen devaluatie is de schok, welke zil aan het geld- en credietwezen van het betrokken land zal toebrengen. In kleinen stijl zou hiertegen b.v. kunnen worden aangevoerd, dat buiteniandsche beleggers met die mo gelijkheid toch wel eenigszins rekening zullen hebben gehouden, en dat de gevol gen van den schok, gelijk alles op aarde, slechts van tijdeliiken aard zullen zijn. Nochtans dient bij het opmaken van de balans over dien schok niet gering ge dacht te worden en het gewicht van zijn eerste uitwerking nauwkeurig bepaald te worden. Intusschen valt de vraag onder oogen te worden gezien of het hiergenoemde ern stige bezwaar niet nog overtroffen wordt door een nadeel dat ontstaat, indien op den weg van gestimii eerde zelfaanpassing wordt voortgegaan. Een zoodanige aan passing kan, in tegenstelling met de va- luatie. nimmer leiden tot algemeene schuldvermindering. Mitsdien blijft bij zelfaanpassing het land met een veel te grooten schuldenlast uit den hausse-tijd bezwaard, terwijl tenlotte een tijd kan komen, waarin, door het omvervallen van vele schuldenaren, ook de buiteniandsche schuldeiseher niet of niet ten volle zul len kunnen worden voldaan. Op de gestelde vraag is, zooals reeds ge zegd werd. moeilijk door mij een beslist antwoord te geven. Zeer zeker heeft de zaak nog heel wat meer kanten dan door mij in dit kleine bestek is aangegeven. De Regeeringen van de landen, die in het ge schetste geval verkeeren. zullen daarom, ondanks eigen kunde, wiis doen, 't vraag stuk, hetzij ieder voor zich dan wel ge zamenlijk voor te leggen aan een commis sie van de bekwaamste mannen op het gebied van de economie en het geheele bedrijfsleven. STEUN AAN DEN TUINBOUW. VOORLOOPIG MET 3 MILLIOEN VERHOOGD. Uitbetaling in vergevorderd stadium van voorbereiding. Uit een ingesteld onderzoek is den Mi nister van Economische Zaken gebleken, dat de economische moeilijkheden, waarin de tuinbouw op het oogenblik verkeert, van dien aard zijn, dat het nog voor 1934 beschikbaar bedrag van f. 4'/i millioen niet voldoende zal zijn om in den ergsten nood te voorzien. De Minister heeft daarom aanleiding gevonden den betrokken Regeeringscom- missaris te machtigen den steun voorloo- pig met f. 3 millioen te verhoogen. Daar mede ontvangen de tuinders nog slechts ongeveer de helft van den richtprijs. De maatregelen om tot uitbetaling van den steun te komen, zijn in een verge vorderd stadium van voorbereiding. CONTINGENTEERING VAN VEEKOEKEN Steun aan oliefabrieken en last voor veehouders- In een nota naar aanleiding van het verslag der Tweede Kamer, betreffende het wetsontwerp tot regeling van den in voer van veekoeken, deelt de Minister van Economische Zaken mede zich te moeten onthouden van positieve mededeelingen omtrent de hoogte van het bedrag, dat gemoeid is met den last, welken de con- tingenteering van veekoeken op de vee houders zou leggen. Wel staat a priori vast, dat dit bedrag aanzienlijk beneden het genoemde cijfer van 6 millioen zal blijken te liggen en dat een gedeelte daar van wederom aan de veehouders ten goede zal komen door storting als heffing op den import in het landbouwcrisisfonds. De mogelijkheid, om de oliefabrieken op minder kostbare wijze te ondersteunen, lijkt den Minister, voorshands zeer gering. De meening, dat onderscheid zou moeten worden gemaakt tusschen de fabrieken voor lijnolie en die van andere oliën, kan de Minister niet zonder meer aanvaarden. Wel kan worden toegegeven, dat prac tlsch de mogelijkheid bestaat, dat tenge volge van contingenteering en heffing industrieën, welke andere dan lijnolie ver vaardigen, een grootere ondersteuning vinden dan aanvankelijk in de bedoeling lag. In dit verband kan de Minister me- dedeelen, dat de gang van zaken door hem nauwkeurig gevolgd wordt. INVOER VAN STIKSTOFHOUDENDE MESTSTOFFEN. In een nota, naar aanleidng van het verslag der Tweede Kamer, nopens het wetsontwerp tot contingenteering vain den invoer van stikstofhoudende meststoffen, deelt de Minister van Economische Zaken mede. dat voor eenige vrees voor noemens waardige prijsverhoogimgen ten gevolge van deze contingenteering geen aanleiding bestaat. De Minister heeft op het prijs verloop volledige controle. RECLAME. 935 30 an ÖOd pe- GEBOREN. Klaas Frederik, zoon van H. Zandvoort en H. A. Mulder Jacobus, zoon van A. Pison en J. v. d. Weijden Elisabeth Hubertina, dr. van W. G. de Rooij en J. Wiggers- ONDERTROUWD W. F. Vermeer, jm., en M. Gijsman, jd. 0 OVERLEDEN. E. v. d. Blomv. d. Sluis, Vr., 62 jaar H. J. v. d. Bosch, Wedn, 69 jaar W, Vink M40 jaar. Stationsplein en Perron H. S. DL Op werkdagen: Amsterdam 3.—* 10.30 13.30 15.20 16.15 17.40 22.— 22.45 Richting: Rotterdam 3.—* 7.10 10.30 13.30 14.30 16.15 16.50 18.25 19.15 22.45 Utrecht 3.—* 15.40 16.40 20.40 Des Maandags en daags na een feestdag niet. Op Zon- en Feestdagen: 3.— 22.56 3— 22.— De buslichting van 22 uur 45 geeft aan sluiting op de nachtpostterreinen. Station Heerensingel. Bus aan den trein niet op perron Vertrek der posttreinen op werkdagen te 12.35 16,27 18.44 RECLAME. 706T TWEEDE KAMER. ALGEMEEN DEBAT RIJKSBEGROOTING. De derde dag. Aanvangende met een revolutionair-socialistische rede van den heer Sneevliet. Vermindering van straf voor de men- schen van „De Zeven Provinciën". Protest tegen de houding van Nederland inzake toelating van Rusland tot den Volken bond. Onderzoek naar de bewapenings industrie in Nederland. Scherpe critiek op de Regeering. inzonderheid op dr. Colijn, omschreven als „de oude en sterke toove- naar uit den stam der Bataven". Waarom riep de spreker waarom kabbelt het hier in het parlement zoo rustig, terwijl het in het volk brandt van onrust? Het kabinet schiet tekort in zijn taak, omdat het de nooden des volks niet lenigt, en daarom verliest het meer en meer ver trouwen. De revolutionair-socialisten scharen zich niet achter de Regeering, maar wenschen het kabinet ten val te brengen. Met deze duistere boodschap begon de De groote hoeveelheden olijf- en palmoliën, in elk stuk Palmolive zeep verwerkt, zijn van onschat bare waarde voor het behoud van een frissche, soepele huid. ,t (2 stuks voor 25 et) volgens het Werkfonds achtte hij te hoog. De afgevaardigde heeft critiek geoefend op de beslissing onzer Regeering. om te stemmen tegen Ruslands toetreding tot den Volkenbond. Immers: het kan meende hij niet onze taak zijn in dien Bond als censor morum op te treden. Overigens was hij, in het algemeen, van overtuiging dat de Regeering te veel af wacht: we moeten sneller maatregelen nemen van aanpassing. De voorzitter der anti-revolutionaire fractie, de heer Schouten, sprak eveneens. Hij oordeelde zeer pessimistisch over den financieelen toestand: ook hij meende, dat het tekort feitelijk veel hooger zal zijn dan de raming. Daarom moet er spoed worden betracht met het groote bezuinigingsplan, opdat er een sluitende begrooting kan ko men zond#r verschuiving van lasten naar de toekomst en de bestaande lasten kun nen worden verlicht. Met aandrang vroeg hij spoedige indiening van dat ontwerp. En in aansluiting hieraan oefende hij scherpe critiek op de actie der sociaal democraten in het land. In het algemeen verklaarde hij zich eensgezind met de regeerings-politiek, ook wat de steun der v/erkloozen betreft. Wel oefende hij ster ken aandrang om in overheids-betrekkin- gen vrouwen door mannen te vervangen. En wat de concentratie van scholen be treft meende hij, dat het bijzonder onder wijs nu eenmaal in een andere positie verkeert; er mag in geen geval aan de vrijheid van onderwijs worden geraakt. Tenslotte heeft de heer Aalberse, de lei der der katholieken, gesproken, in hoofd zaak over het crisis-beleid der regeering, in verband met de werkloosheid. Het was echter duidelijk, dat hij, na de publicatie van het groote stuk der Katho lieke Staatspartij, niet veel nieuws meer zeggen kon. Evenals de heer de Geer hield hij een betoog tegen devaluatie en stelde de nadeelen daarvan in het licht. Wat de aanpassings-politiek der Regeering be treft: deze moet niet alleen geschieden wat de salarissen en het komen op een lager kostenpeil betreft, maar ook inzake de veranderde economische structuur. En deze wijziging acht mr. Aalberse te meer noodig, waar inderdaad ons land veel meer van de crisis te lijden heeft gehad dan andere landen, o.a. met het oog op onzen land- en tuinbouw. Daarom moet de re constructie komen op economisch gebied: de industrie moet zich naar onze eigen, Dr. Bierema derde dag maar het kabinet bleef er nog al onbewogen onder. De revolutionair-socialistische rede van den heer Sneevliet ging vooraf aan de liberale piano-partij van den heer Bie rema. De spreker hield economische be schouwingen, waarbij hij waarschuwde tegen een al te protectionistische politiek. Hij achtte den steun aan den landbouw nog onmisbaar, al gaf hij toe dat er een druk door op de centimenten wordt ge legd. Van bedrijfs-ordening door de Over heid wilde dr. Bierema niet weten: de Regeering dient het bedrijfsleven te steu nen, ook om het zich aan de nieuwe om standigheden te doen aanpassen, maar zij mag geen ordeningen van boven af opleg gen. Ook bleek hij niets te gevoelen voor het kunstmatig in het leven roepen van industrieën en het hieraan verleenen van credieten door middel van een centrale industriebank. Men zou op deze wijze nooit sterke ondernemingen kunnen krijgen. In verband met den financieelen toestand, betoogde dr. Bierema, dat de kosten van het publieke huishouden nog aanzienlijk naar beneden moeten; in het algemeen achtte hij de bezuinigings-resultaten nog niet erg schitterend, en waar de inkom sten blijven dalen verwachtte hij, dat het tekort nog wel vrij belangrijk hooger zou worden, dan het geraamd is. Uitdrukke lijk vereenigde hij zich met het gevoelen, dat verhooging van belastingen niet meer mogelijk is. De Regeering streve echter met groote kracht het voorgenomen be- zuinigings-doel na. Maar de bezuiniging op onderwijs (concentratie en opheffing) had zoo verklaarde dr. Bierema ook bij de liberalen ontstemming verwekt, om dat zij tot dusver feitelijk alleen het open baar onderwijs betrof: mocht het bijzon- De heer Schouten der onderwijs blijven weigeren, dan zou het daartoe door wettelijke maatregelen gedwongen moeten worden. Met verdere bezuinigingen op de militaire uitgaven zij men echter uiterst voorzichtig. De loonen ln sommige bedrijven en bij de werken Mr. Aalberse nationale behoeften gaan richten; de landbouw moet zijn verhouding tot de in dustrie beter afbakenen. Zoo moet de productie worden geregeld. In één woord de heer Aalberse er moet afscheid worden genomen van oude en verouderde begrippen. Hij trok uit .de Memorie van Antwoord de conclusie, dat de Regeering in dezelfde richting wil gaan. Daarnaast moet er krachtig worden gestreefd naar werkverruiming, en dient er in de steun regeling eenige verbetering te worden ge bracht. Ook in dit opzicht stemde de rede van den heer Aalberse geheel overeen met de publicatie zijner partij. Zijn conclusie ten aanzien van de Re geering was, dat de katholieke fractie een afwachtende houding zal aannemen. Het geen practisch beteekent: voor het oogen blik steun. DE NIEUWE CLEARING-WET. Met zeer grooten spoed heeft de Kamer het wetsontwerp behandeld inzake „nieuwe regelen tot afweer van nadeelige gevolgen van beperkende bepalingen inzake het in ternationale betalings-verkeer", anders gezegd de nieuwe Clearing-wet. Dit ontwerp, noodzakelijk geworden door de wijze waarop Duitschland de bestaande overeenkomsten toepaste, of niet toepaste, noodzakelijk om te zorgen dat vorderingen, uit uitvoer van Nederlandsche goederen voortvloeiend, ook werkelijk zullen worden betaald, en daarom aan de Regeering grootere bevoegdheden verleenend, heeft natuurlijk debat uitgelokt, maar de rede voeringen waren zeer kort. Terecht. De Kamer begreep, dat er niets anders op zat, dan dit (gewijzigde) ontwerp te aan vaarden Niettemin betuigde minister Steenberghe namens de Regeering zijn waardeering voor de snelheid, waarmee de Kamer het ontwerp afdeed. Hij gaf nog eenige nadere inlichtingen. En daarna ging het ontwerp er zonder hoofdelijke stemming door. HAGENAAR.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9