PALMOLIVE
J\Q 2Mp d&r^mgd
Ijji'e Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 9 November 1934
Derde Blad
No. 22895
)E ECONOMISCHE AANPASSING IN
EEN NOTEDOP.
LAND- EN TUINBOUW.
BURG. STAND VAN LEIDEN.
BUSLICHTINGEN.
PARLEMENTAIR OVERZICHT
De voorzitter der Alg. Rekenkamer over devaluatie.
ne heer R. Zuyderhoff, voorzitter van
(Alg Rekenkamer, schrijft ons:
Reeds kort nadat de huidige economi-
k wereldcrisis zich geopenbaard had,
n er ln de verschillende landen per-
lfn, voor wie het helder voor oogen
jncl,' dat deze crisis een geheel ander
natter droeg dan haar voorgangsters en
it een zeer lange tijd zou verloopen eer
a nieuw evenwichtspunt bereikt zou
jrden.
Voor deze personen, onder wie ook
irljver dezes, stonds het aanstonds vast,
t als eerste hulp voor dit ongeluk de
inenlandsche prijzen dienden te worden
ngepast aan de sterk gedaalde goederen-
IjMn op de wereldmarkt. En wel alle
nnenlandsche prijzen, dus niet alleen de
«derenprljzen. de huurprijzen van on-
erende goederen (waardoor vanzelve ook
koopprijzen zouden dalen), doch even-
r de belastingen en de retributlën als
schuldvorderingen (waardoor automa-
eh de verschuldigde rentebedragen zou-
n verminderen).
;k leg den nadruk op de woorden „als
ste hulp voor dit ongeluk", omdat met
1 eerste hulp ook in dit geval niet vol-
un zou hebben kunnen worden.
)e wereldcrisis maakte nog een andere
ipassing noodig, en wel eene, welke al-
n door een pijnlijke behandeling, t. w.
toepassen van een algemeene versobe-
(o.a. door belastingverzwaring om
fgetalre redenen) mogelijk zou zijn.
ntusschen ben ik de meening toegedaan
voor het geval in de verschillende lan-
aanstonds een algeheele aanpassing
de prijzen aan de wereldmarktprijzen
plaats gegrepen, de crisis minder
jóte afmetingen zou hebben aangeno-
IJiteraard behoorde die eerste hulp spoe-
te worden verleend en uit een oogpunt
n billijkheid, gelijkmatig en gelijktijdig
tr de geheele linie te worden toegepast.
Ichter bestond er verschil van meening
der de voorstanders van het verleenen
n die eerste hulp over de wijze, waarop
doel diende te worden bereikt,
lenigen waren van oordeel, dat die aan-
Eing behoorde te geschieden door een
rordineerde verlaging van alle prijzen,
deren wenschten haar door middel van
munt te doen plaats hebben.
De eersten ontkenden niet, dat de loop
de goudprijzen een verstorenden in-
ied op de economische verhoudingen
oden gehad hebben, doch waren noch-
ts van oordeel, dat de oorzaken van de
■is in hoofdzaak van anderen aard
uen. Uit een theoretisch oogpunt be
ll achtten dezen het daarom alleen te
dedigen, dat de prijzenaanpassing door
verlaging van alle binnenlandsche
gen geschiedde. Nochtans waren zij zich
«n bewust, dat de toepassing van deze
■tode buitengewoon moeilijk was.
Fm het loslaten van het goud wilden
.rok daarom niets weten, omdat zij dit
i gevaarlijk experiment achtten. Over
raluatie, d. i. vermindering van de goud-
isrde van de munteenheid tot een be-
lalde hoeveelheid lieten zij zich destijds
nder uit. Eerkt later trad dit middel
er op den voorgrond.
De devaluatie met een zeker percentage
mt intusschen neer op precies hetzelfde
een verordineerde prijzenverlaging met
lijk percentage. De voor- en nadeelen
beide methoden zijn volkomen dezelf-
Doch. terwijl verordineerde prijzen ver
eng uiterst moeilijk is uit te voeren,
:dt door devaluatie het doel langs den
1 van den minsten weerstand, en wel
t één slag bereikt.
Het bezwaar aan devalutie verbonden
t het oog op het crediet van het land,
dt evenzeer voor verordineerde prij
sverlaging. Personen in het buitenland,
vorderingen hebben uitgedrukt in de
mt van het land, dat alle schulden met
bepaald percentage verlaagt, zouden
enveel nadeel ondervinden als voor het
val dat land tot vermindering van de
inteenheid met een gelijk percentage
BlOOt.
Er zijn landen, die een eerste hulp aan
zieke hebben verleend, en andere welke
hebben nagelaten. Deze laatsten heb-
a zich op het standpunt gesteld, dat de
tuur in hoofdzaak de genezing moest
'ogen en de arts, te weten de Regee-
ig, door het geven van goeden raad het
'stel kon bespoedigen. Ik neem aan, dat
een nog vrij primitieve maatschappij
ze methode succes zou kunnen hebben,
eh ik betwijfel of een moderne, inge
heide maatschappij uit zichzelf met
wip van eenige deskundige aansporing
inen den gewenschten tijd genezen kan.
Zelfs dient m. i. rekening te worden ge-
'uden met de mogelijkheid van bezwij-
b.
Wat hiervan echter ook zij, dit staat
dat terwijl het land, dat eerste hulp
'leende daarna nog den weg van alge-
[ele versobering had af te leggen, op het
ud, dat eerste hulp naliet, de plicht
'urn te liggen, behalve in een algemeene
'sobering, ook nog in een algemeene
'Dzenaanpassing te voorzien.
De moeilijkheden van een algemeene
'sobering hadden dus alle landen. Die
een algemeene prijzenaanpassing
wieyens, alleen de landen, die geen
,'te hulp verleenden.
«stede van een volledige gelijkmatige
1 gelijktijdige prijzen-aanpassing over de
raeele linie, kregen deze laatste landen
■o onvolledige, ongelijkmatige prijzen-
opassing en in enkele gevallen zelfs in
e»> j ,el ®een aanpassing. Die landen
"delden een waren lijdensweg
Eau vraag, die zich thans allerwegen in
""den voordoet, is dezemoet op dien
lijdensweg worden voortgeschreden,
"u wel een andere richting worden uit-
"i!h«VZe"s in het Seval dat het mogelijk
ih aan dien «eg van smarte spoe-
'doende verbetering aan te brengen,
zal mij ertoe beperken do vraag
-P te stellen en het licht te laten
emuvP die Punten, welke mij voor het
inblik ïan het meeste
belang
t 'U'dt dan'
IkbTO voor de economische aanpassing
'Pkening houdend met het heden
als met de toekomst, een land blijven
voortschrijden op den ingeslagen lijdens
weg van gestimuleerde zelfaanpassing,
dan wel te gaan in een andere richting?
Practlsch komt de vraag hierop neer,
of het wenschelijk en mogelijk is, dat een
land, hetwelk ln het aangegeven geval
verkeert, alsnog tot een gelijkmatige en
gelijktijdige aanpassing van de prijzen
over de geheele linie overgaat.
Vermits:
het loslaten van het goud mij nog altijd
een gevaarlijk experiment toeschijnt, en
aan een verordineerde algemeene prij-
zen-verlaging voor dit oogenblik m.i. in
geen geval meer te denken valt,
kan, wat mij betreft, de vraag nog con
creter gesteld worden door haar te doen
luiden of het aanbeveling verdient, dat
een land als bovenbedoeld alsnog tot de
valuatie overgaat.
Aan den eenen kant valt op te merken,
dat om een goede vergelijking mogelijk
te maken van het eene stelsel met het
andere, zal dienen te worden nagegaan,
welke verbeteringen aan het bestaande
stelsel kunnen worden aangebracht, op
dat het spoedig veel beter werke dan
thans. In het bijzonder is hier te denken
aan een gelijktijdige verlaging op korten
termijn van alle z.g. vaste lasten (w.o. ook
vallen belastingen, retributiën en schuld
vorderingen), welke lasten het geheele
bedrijfsleven met ondergang bedreigen. Ik
moet de aandacht er op vestigen, dat de
Regeeringen aldus handelende haar vrij
wel passieve houding zouden wijzigen in
een actieve.
Aan den anderen kant moet ik wijzen
op een groote moeilijkheid, welke aan een
overstag gaan verbonden is, t.w. het raad
weten met de reeds uit zichzelf plaats ge
grepen ongelijkmatige aanpassing. Het is
misschien mogelijk, dat bij een voort
schrijden op den ingeslagen weg de meeste
oneffenheden behalve dan die be
staande in het niet-verlagen van belas
tingen, retributiën en schuldvorderingen
binnen afzienbaren tijd vanzelf zullen
verdwijnen. Zekerheid bestaat daarom
trent echter niet. Evenmin staat het vast
in hoeverre bij devaluatie deze ongelijk
matige aanpassing, zou dienst kunnen
doen als aanpassing aan een soberder le
vensstandaard. Want ook na de devaluatie
zou het veroberingsproces voortgezet moe
ten worden.
Om een antwoord op de gestelde vraag
te kunnen geven, zullen behalve ten aan
zien van de zooeven genoemde punten, de
voor- en nadeelen, welke aan beide stelsels
verbonden zijn, tegen elkander opgewogen
moeten worden.
Buiten beschouwing kunnen daarbij ge
laten worden voor- en nadeelen, welke zij
gemeen hebben, doordat beide beoogen de
binnenlandsche prijzen aan die van de
goederen op de wereldmarkt te doen aan
passen.
Het voordeel, dat de uitvoer en de
scheepvaart van het land, dat in het be
doelde geval verkeert, zullen hebben bij
devaluatie kan onbesproken blijven en
tevens de strijdvraag opwerpen op hoeveel
of op hoe weinig dat voordeel in dezen re-
pressaille-tijd moet worden aangeslagen.
En wel daarom, doordat ook bij voldoende
prijzen-aanpassing hetzelfde voordeel zal
worden bereikt- Eveneens kan onbespro
ken blijven het nadeel, dat het land bij
devaluatie ondervindt door een prijsver-
hooging van import-artikelen, omdat ook
bij voldoende prijzen aanpassing de aan
schaffing van die artikelen bezwarender
wordt.
Reeds is gezegd, dat de landen die aan
zelfaanpassing doen, een waren lijdensweg
bewandelen. De te langzame voortgang
van het proces en de onbillijkheden leiden
tot toenemende spanning, verwarring en
verarming.
Zeer zeker zullen ook door devaluatie
personen en zaken, in binnen- en buiten
land, een bijzonder voor- of nadeel onder
vinden. Voorzoover deze voor- en nadee
len eenigszins herstellen de abnormale
wijze, waarop deze personen tot nu toe
getroffen of begunstigd zijn, strekken zij
tot zegen. Doch overigens vallen zij te
betreuren, vooral als zij een gevolg zijn
van de omstandigheid, dat eerst thans
gedevalueerd wordt. Het algemeen belang
zal echter ook in deze den doorslag moe
ten geven.
Het bezwaar bij uitnemendheid tegen
devaluatie is de schok, welke zil aan het
geld- en credietwezen van het betrokken
land zal toebrengen. In kleinen stijl zou
hiertegen b.v. kunnen worden aangevoerd,
dat buiteniandsche beleggers met die mo
gelijkheid toch wel eenigszins rekening
zullen hebben gehouden, en dat de gevol
gen van den schok, gelijk alles op aarde,
slechts van tijdeliiken aard zullen zijn.
Nochtans dient bij het opmaken van de
balans over dien schok niet gering ge
dacht te worden en het gewicht van zijn
eerste uitwerking nauwkeurig bepaald te
worden.
Intusschen valt de vraag onder oogen te
worden gezien of het hiergenoemde ern
stige bezwaar niet nog overtroffen wordt
door een nadeel dat ontstaat, indien op
den weg van gestimii eerde zelfaanpassing
wordt voortgegaan. Een zoodanige aan
passing kan, in tegenstelling met de va-
luatie. nimmer leiden tot algemeene
schuldvermindering. Mitsdien blijft bij
zelfaanpassing het land met een veel te
grooten schuldenlast uit den hausse-tijd
bezwaard, terwijl tenlotte een tijd kan
komen, waarin, door het omvervallen van
vele schuldenaren, ook de buiteniandsche
schuldeiseher niet of niet ten volle zul
len kunnen worden voldaan.
Op de gestelde vraag is, zooals reeds ge
zegd werd. moeilijk door mij een beslist
antwoord te geven. Zeer zeker heeft de
zaak nog heel wat meer kanten dan door
mij in dit kleine bestek is aangegeven. De
Regeeringen van de landen, die in het ge
schetste geval verkeeren. zullen daarom,
ondanks eigen kunde, wiis doen, 't vraag
stuk, hetzij ieder voor zich dan wel ge
zamenlijk voor te leggen aan een commis
sie van de bekwaamste mannen op het
gebied van de economie en het geheele
bedrijfsleven.
STEUN AAN DEN TUINBOUW.
VOORLOOPIG MET 3 MILLIOEN
VERHOOGD.
Uitbetaling in vergevorderd stadium
van voorbereiding.
Uit een ingesteld onderzoek is den Mi
nister van Economische Zaken gebleken,
dat de economische moeilijkheden, waarin
de tuinbouw op het oogenblik verkeert,
van dien aard zijn, dat het nog voor 1934
beschikbaar bedrag van f. 4'/i millioen niet
voldoende zal zijn om in den ergsten nood
te voorzien.
De Minister heeft daarom aanleiding
gevonden den betrokken Regeeringscom-
missaris te machtigen den steun voorloo-
pig met f. 3 millioen te verhoogen. Daar
mede ontvangen de tuinders nog slechts
ongeveer de helft van den richtprijs.
De maatregelen om tot uitbetaling van
den steun te komen, zijn in een verge
vorderd stadium van voorbereiding.
CONTINGENTEERING VAN VEEKOEKEN
Steun aan oliefabrieken en last voor
veehouders-
In een nota naar aanleiding van het
verslag der Tweede Kamer, betreffende
het wetsontwerp tot regeling van den in
voer van veekoeken, deelt de Minister van
Economische Zaken mede zich te moeten
onthouden van positieve mededeelingen
omtrent de hoogte van het bedrag, dat
gemoeid is met den last, welken de con-
tingenteering van veekoeken op de vee
houders zou leggen. Wel staat a priori
vast, dat dit bedrag aanzienlijk beneden
het genoemde cijfer van 6 millioen zal
blijken te liggen en dat een gedeelte daar
van wederom aan de veehouders ten goede
zal komen door storting als heffing op
den import in het landbouwcrisisfonds.
De mogelijkheid, om de oliefabrieken op
minder kostbare wijze te ondersteunen,
lijkt den Minister, voorshands zeer gering.
De meening, dat onderscheid zou moeten
worden gemaakt tusschen de fabrieken
voor lijnolie en die van andere oliën, kan
de Minister niet zonder meer aanvaarden.
Wel kan worden toegegeven, dat prac
tlsch de mogelijkheid bestaat, dat tenge
volge van contingenteering en heffing
industrieën, welke andere dan lijnolie ver
vaardigen, een grootere ondersteuning
vinden dan aanvankelijk in de bedoeling
lag. In dit verband kan de Minister me-
dedeelen, dat de gang van zaken door hem
nauwkeurig gevolgd wordt.
INVOER VAN STIKSTOFHOUDENDE
MESTSTOFFEN.
In een nota, naar aanleidng van het
verslag der Tweede Kamer, nopens het
wetsontwerp tot contingenteering vain den
invoer van stikstofhoudende meststoffen,
deelt de Minister van Economische Zaken
mede. dat voor eenige vrees voor noemens
waardige prijsverhoogimgen ten gevolge
van deze contingenteering geen aanleiding
bestaat. De Minister heeft op het prijs
verloop volledige controle.
RECLAME.
935
30 an ÖOd pe-
GEBOREN.
Klaas Frederik, zoon van H. Zandvoort
en H. A. Mulder Jacobus, zoon van A.
Pison en J. v. d. Weijden Elisabeth
Hubertina, dr. van W. G. de Rooij en J.
Wiggers-
ONDERTROUWD
W. F. Vermeer, jm., en M. Gijsman, jd.
0
OVERLEDEN.
E. v. d. Blomv. d. Sluis, Vr., 62 jaar
H. J. v. d. Bosch, Wedn, 69 jaar W, Vink
M40 jaar.
Stationsplein en Perron H. S. DL
Op werkdagen:
Amsterdam
3.—*
10.30
13.30
15.20
16.15
17.40
22.—
22.45
Richting:
Rotterdam
3.—*
7.10
10.30
13.30
14.30
16.15
16.50
18.25
19.15
22.45
Utrecht
3.—*
15.40
16.40
20.40
Des Maandags en daags na een
feestdag niet.
Op Zon- en Feestdagen:
3.—
22.56
3—
22.—
De buslichting van 22 uur 45 geeft aan
sluiting op de nachtpostterreinen.
Station Heerensingel.
Bus aan den trein niet op perron
Vertrek der posttreinen op werkdagen te
12.35 16,27 18.44
RECLAME.
706T
TWEEDE KAMER.
ALGEMEEN DEBAT
RIJKSBEGROOTING.
De derde dag. Aanvangende met een
revolutionair-socialistische rede van den
heer Sneevliet.
Vermindering van straf voor de men-
schen van „De Zeven Provinciën". Protest
tegen de houding van Nederland inzake
toelating van Rusland tot den Volken
bond. Onderzoek naar de bewapenings
industrie in Nederland. Scherpe critiek op
de Regeering. inzonderheid op dr. Colijn,
omschreven als „de oude en sterke toove-
naar uit den stam der Bataven". Waarom
riep de spreker waarom kabbelt het
hier in het parlement zoo rustig, terwijl
het in het volk brandt van onrust? Het
kabinet schiet tekort in zijn taak, omdat
het de nooden des volks niet lenigt, en
daarom verliest het meer en meer ver
trouwen.
De revolutionair-socialisten scharen zich
niet achter de Regeering, maar wenschen
het kabinet ten val te brengen.
Met deze duistere boodschap begon de
De groote hoeveelheden olijf- en
palmoliën, in elk stuk Palmolive
zeep verwerkt, zijn van onschat
bare waarde voor het behoud van
een frissche, soepele huid.
,t (2 stuks voor 25 et)
volgens het Werkfonds achtte hij te hoog.
De afgevaardigde heeft critiek geoefend
op de beslissing onzer Regeering. om te
stemmen tegen Ruslands toetreding tot
den Volkenbond.
Immers:
het kan meende hij niet onze taak
zijn in dien Bond als censor morum op
te treden.
Overigens was hij, in het algemeen, van
overtuiging dat de Regeering te veel af
wacht: we moeten sneller maatregelen
nemen van aanpassing.
De voorzitter der anti-revolutionaire
fractie, de heer Schouten, sprak eveneens.
Hij oordeelde zeer pessimistisch over den
financieelen toestand: ook hij meende, dat
het tekort feitelijk veel hooger zal zijn dan
de raming. Daarom moet er spoed worden
betracht met het groote bezuinigingsplan,
opdat er een sluitende begrooting kan ko
men zond#r verschuiving van lasten naar
de toekomst en de bestaande lasten kun
nen worden verlicht. Met aandrang vroeg
hij spoedige indiening van dat ontwerp.
En in aansluiting hieraan oefende hij
scherpe critiek op de actie der sociaal
democraten in het land. In het algemeen
verklaarde hij zich eensgezind met de
regeerings-politiek, ook wat de steun der
v/erkloozen betreft. Wel oefende hij ster
ken aandrang om in overheids-betrekkin-
gen vrouwen door mannen te vervangen.
En wat de concentratie van scholen be
treft meende hij, dat het bijzonder onder
wijs nu eenmaal in een andere positie
verkeert; er mag in geen geval aan de
vrijheid van onderwijs worden geraakt.
Tenslotte heeft de heer Aalberse, de lei
der der katholieken, gesproken, in hoofd
zaak over het crisis-beleid der regeering,
in verband met de werkloosheid.
Het was echter duidelijk, dat hij, na de
publicatie van het groote stuk der Katho
lieke Staatspartij, niet veel nieuws meer
zeggen kon. Evenals de heer de Geer hield
hij een betoog tegen devaluatie en stelde
de nadeelen daarvan in het licht. Wat de
aanpassings-politiek der Regeering be
treft: deze moet niet alleen geschieden
wat de salarissen en het komen op een
lager kostenpeil betreft, maar ook inzake
de veranderde economische structuur. En
deze wijziging acht mr. Aalberse te meer
noodig, waar inderdaad ons land veel meer
van de crisis te lijden heeft gehad dan
andere landen, o.a. met het oog op onzen
land- en tuinbouw. Daarom moet de re
constructie komen op economisch gebied:
de industrie moet zich naar onze eigen,
Dr. Bierema
derde dag maar het kabinet bleef er
nog al onbewogen onder.
De revolutionair-socialistische rede van
den heer Sneevliet ging vooraf aan de
liberale piano-partij van den heer Bie
rema. De spreker hield economische be
schouwingen, waarbij hij waarschuwde
tegen een al te protectionistische politiek.
Hij achtte den steun aan den landbouw
nog onmisbaar, al gaf hij toe dat er een
druk door op de centimenten wordt ge
legd. Van bedrijfs-ordening door de Over
heid wilde dr. Bierema niet weten: de
Regeering dient het bedrijfsleven te steu
nen, ook om het zich aan de nieuwe om
standigheden te doen aanpassen, maar zij
mag geen ordeningen van boven af opleg
gen. Ook bleek hij niets te gevoelen voor
het kunstmatig in het leven roepen van
industrieën en het hieraan verleenen van
credieten door middel van een centrale
industriebank. Men zou op deze wijze nooit
sterke ondernemingen kunnen krijgen. In
verband met den financieelen toestand,
betoogde dr. Bierema, dat de kosten van
het publieke huishouden nog aanzienlijk
naar beneden moeten; in het algemeen
achtte hij de bezuinigings-resultaten nog
niet erg schitterend, en waar de inkom
sten blijven dalen verwachtte hij, dat het
tekort nog wel vrij belangrijk hooger zou
worden, dan het geraamd is. Uitdrukke
lijk vereenigde hij zich met het gevoelen,
dat verhooging van belastingen niet meer
mogelijk is. De Regeering streve echter
met groote kracht het voorgenomen be-
zuinigings-doel na. Maar de bezuiniging
op onderwijs (concentratie en opheffing)
had zoo verklaarde dr. Bierema ook
bij de liberalen ontstemming verwekt, om
dat zij tot dusver feitelijk alleen het open
baar onderwijs betrof: mocht het bijzon-
De heer Schouten
der onderwijs blijven weigeren, dan zou
het daartoe door wettelijke maatregelen
gedwongen moeten worden. Met verdere
bezuinigingen op de militaire uitgaven zij
men echter uiterst voorzichtig. De loonen
ln sommige bedrijven en bij de werken
Mr. Aalberse
nationale behoeften gaan richten; de
landbouw moet zijn verhouding tot de in
dustrie beter afbakenen. Zoo moet de
productie worden geregeld. In één woord
de heer Aalberse er moet afscheid
worden genomen van oude en verouderde
begrippen. Hij trok uit .de Memorie van
Antwoord de conclusie, dat de Regeering
in dezelfde richting wil gaan. Daarnaast
moet er krachtig worden gestreefd naar
werkverruiming, en dient er in de steun
regeling eenige verbetering te worden ge
bracht. Ook in dit opzicht stemde de rede
van den heer Aalberse geheel overeen met
de publicatie zijner partij.
Zijn conclusie ten aanzien van de Re
geering was, dat de katholieke fractie een
afwachtende houding zal aannemen. Het
geen practisch beteekent: voor het oogen
blik steun.
DE NIEUWE
CLEARING-WET.
Met zeer grooten spoed heeft de Kamer
het wetsontwerp behandeld inzake „nieuwe
regelen tot afweer van nadeelige gevolgen
van beperkende bepalingen inzake het in
ternationale betalings-verkeer", anders
gezegd de nieuwe Clearing-wet.
Dit ontwerp, noodzakelijk geworden door
de wijze waarop Duitschland de bestaande
overeenkomsten toepaste, of niet toepaste,
noodzakelijk om te zorgen dat vorderingen,
uit uitvoer van Nederlandsche goederen
voortvloeiend, ook werkelijk zullen worden
betaald, en daarom aan de Regeering
grootere bevoegdheden verleenend, heeft
natuurlijk debat uitgelokt, maar de rede
voeringen waren zeer kort. Terecht. De
Kamer begreep, dat er niets anders op
zat, dan dit (gewijzigde) ontwerp te aan
vaarden Niettemin betuigde minister
Steenberghe namens de Regeering zijn
waardeering voor de snelheid, waarmee de
Kamer het ontwerp afdeed. Hij gaf nog
eenige nadere inlichtingen.
En daarna ging het ontwerp er zonder
hoofdelijke stemming door.
HAGENAAR.