St Hubertusjacht te Amsterdam De Zesdaagsche Hel geheimzinnige Landhuis 75,te Jaargang Tweede Blad LEIDSCH DAGBLAD Het jachtseizoen geopend. FEUILLETON. I Bom 0 Robert, dat verdriet! zij I irwl Plotseling op en gingen weg. De I ""burg was op dat oogenblik stik Ll- De Zesdaagsche. Tijdens de neutralisatie. Wals rookt rustig zijn pijpje. Achter hem Guimbretière. CELLOPHAAN-HAAR het nieuw-, ste Amerikaansche kapsel. Een spe ciaal preparaat wordt op het haar, gespoten, waardoor dit dagenlang goed blijft zitten. 6t. Hubertusjacht van 'de Zuid-Hollandsche Jachtvereeniging in de omgeving van de residentie. RENNEN OP DEINDIGT IN DE RESIDENTIE. Moment uit de handicapdraverij le klasse over 2000 meter om den Union-prijs. t't het Engelsen van Hugh Walpole en J. B. Priestley, door H. A. C. S. S) Maar de minuten gingen voorbij. De ■'tppe sukkel (was hij broer, echtgenoot, mend, wat?) zou terugkomen. Met mijn nart in mijn keel vroeg ik haar of zij in Jenden woonde. „Neen", zeide ze, toen Plotseling beseffende, dat ik daar zat, ver goed ik, en, beslist, alsof zij zich terug- vos. Maar ik dook nog eens. „Logeerde zij jnionden? Nu was ze bepaald gesehrok- «n. zy haastig„Neen". Zij ging mor ton met den ochtendtrein uit Easton 1) het Noorden. Toen zij het zei, kon ik ™tken, dat zij niet meer praten wou maar fssujkertijd liet ik mijn verbeelding wer- 'f.n was het krankzinnigheid? Was het verbeelding? Ik heb mij daarna wel vu zend keer gepijnigd met de vraag of zij i S.t s met opzet vertelde, of misschien I ji". bepaald aan mij aan iemand, die j ö||?e nabijheid was, die haar een oogen- I .J* wlde helpen, om niet zoo volkomen I Z™,en hulpeloos te zijn.Goed, een I «fk! 11 'nter kwam de sukkel terug, het I kinS or. ik zag, natuurlijk, niets I M r ,an hei melodrama Ik was alleen I dat r-van bew-3t dat ik naast haar zat. I dat 'in'o haar kleeren aanraakten, I .'ln 113110 vlak hij de hare was. donker. Op het tooneel schoten ze met revolvers. Ik kon de menschen hooren mompelen, gehinderd, toen zij er uit gin gen. Ik had een zwakke neiging om op te staan en hen te volgen. Maar ik liet het oogenblik voorbijgaan. Ik wachtte. Het was te laat. Zoodra de tweede acte voorbij was, ging ik er uit, en naar huis. Ik dacht, dat het een krankzinnigheid van een oogenblik was. Ik zat in mijn kamer en dronk whisky-soda's. Ik keek naar mijn.Segon- zac je kent hem, die, waar hij dien ouden boer op het land schilderde en zei: „Nu, dat is voorbij, oude jongen. Weg aardig meisje! Dat is geweest". Maar dat was het niet. Heelemaal niet. Ik ging naar bed en zoodra het licht uit was, was zij er, stond zij daar naast mijn bed. Haar don kere oogen, haar rustige stem, haar kin derlijke rampzaligheid, en ellende Robert, ik wist toen eindelijk, in die uren, dien nacht, wat liefde was. Ja, lach zoo veel als je wilt. laat dit avontuur het be lachelijkste slot krijgen, hoe je maar wilt, of. wat meer waarschijnlijk is. heelemaal geen slot, ik weet nu wat liefde is. Ik kan nooit weer een onwetende worden. 's Morgens wist ik precies, wat ik moest doen. Ik moest naar Easton gaan om te zien of zij daar was. Ik dacht aan jou en Oxford. Mijn beste oude jongen, jij en Oxford waren millioenen mijlen ver weg. Met een tasch ging ik naar Easton. Ik nam, op goed geluk, een kaartje naar Carlisla terwijl ik den geheelen tijd mij in den blinde bewoog, als een man in een droom, maar met een hardnekkigheid, alsof niets ter wereld mij kon tegenhou den. Ik zond jou een telegram. Ik ging het perron op en keek in iedere coupé. Niets van haar te zien. Vijf minuten voordat de trein moest vertrekken verscheen zij, al leen, in haast, met een kleine grijze bonten muts en in een bontmantel. Zij zag mij niet. Natuurlijk wou ze mij niet herken nen. Zij kwam. in een eerste klas coupé terecht, met drie andere vrouwen; ik in de coupé naast de hare. En zoover zijn wij nu. Wij zijn juist Rugby voorbij en ik zal dezen in Crewe posten. Waarheen zij gaat, ga ik. Ik wil haar kennen en helpen. Zelfs al verlies ik door zoo te doen de heele wereld, de kunst, en alles, waarvoor ik eer zucht had. Niets niets, je hoort het! Robert zal mij tegenhouden. Schrijf naar Jermijn Street; brieven zullen opge zonden worden, wanneer ik een adres weet. Heb geduld met mij! Ik ben einde lijk in het werkelijke leven wakker ge worden. Steeds je MARK. Peartree Lodge Little Hurllford, Oxon. Beste Mark, Het is een wonder, dat ik nog kan schrijven. Want de laatste twee dagen heb ik een leven gehad als van een directeur van een hotel. Ik heb telegrammen gezon den en ontvangen, auto's gecontroleerd, als ze de garage hier in en uit schoven, ik ben de trappen op en af gerend met het een of ander in mijn handen, en heb ge praat zoo hard als ik kon. Als ik in dezen brief nog hard praat, moet je mij ver geven. Ik ben mijzelf niet. „De hersen schim van het Romanticisme", dat, zooals ik wel zoo goed wilt zijn je te herinneren, de titel is van het kritisch meesterstuk, waarvoor ik hier naar toe ging het te schrijven is opgelost in een zwak licht puntje, ergens boven Sirius. Ik kan niet gelooven in het bestaan van de hoofd stukken, die reeds af zijn, of in de schrif ten met aanteekeningen op mijn schrijf tafel. Het behoort tot een ander leven, vóór de zondvloed. Maar ik moet je van den zondvloed vertellen. Laat ik met het begin beginnen. Ik telegrafeerde je naar „den Mijter", gistermorgen, om te zeggen, dat het met onze lunch mis was. Marjorie drong er op aan dat ik hier zou blijven orp gastheer te spelen. Blijkbaar was jij daar niet, want het telegram, dat jij mij zondt, en dat hier aan kwam, nadat het mijne was weg gestuurd, was te Easton opgegeven. Ik was niet verrast, toen het kwam, omdat ik ondertusschen tot de conclusie was geko men, dat de laatste stralen van het ge zond verstand uit de wereld aan het ver dwijnen waren, en dat de chaos terug gekeerd was. Om nauwkeurig te zijn: de chaos kwam hier omstreeks elf uur 's mor gens, toen op ons neerdaalde, uit dien blauwen hemel, die zooveel verschrikkin gen voor ons verbergt, een auto, vol met menschen en bagage. Het was mevrouw Masham en haar gevolg. Ken jij die Mas- ham? Zij is erg rijk, een weduwe van mid delbaren leeftijd, lang en zwaar, met een vierkant gezicht, een soort van bol voor hoofd en dat overeindstaande grijze haar, zooals een ouderwetsch Duitsch pianist dat heeft: en zij schrijft een beetje en praat voortdurend. Zij is een van die vrou wen, wier geest tusschen hemel en aard zweeft, in nevelachtige diepzinnigheden; zij verdiept zich in Hoogere Gedachten en Nieuw Rhytme en het Oneindige Bewust zijn en den Weg Omhoog, en zij doorspekt haar gepraat met de namen van filosofen en dichters, van wie ze nooit iets gelezen heeft, van schilderijen, die ze nooit gezien heeft, en van muziek, die ze nooit ge hoord heeft. Het resultaat is, dat het altijd schijnt, alsof zij de zaken bespreekt van een andere planeet, die heel anders is dan de onze. Je hoort een stem, die dol lijkt, en je stormt er op af, ieder keer, om wat te grijpen, en je ontdekt, dat je in de lucht grijpt. Zij zelf echter is niet nevel achtig, maar massief genoeg. Zij is een soort van kolos van hebzucht, ijdelheid en zelfzucht, daar zij hopeloos bedorven is, door haar geld en door een kring van domme vriendinnen en vereersters. Zoodra haar echtgenoot dood was (hij liet haar da een of andere groote handelszaak of fa briek na), gaf zij zich over aan Hoogere Gedachte en het Nieuwe Rhythme, zooals sommige vrouwen zich in goede werken begeven, en anderen aan bridge en cock tails gaan doen. Daarna produceerde zij een verhandeling van niets, die de Gouden Weg heette, en een zelfs nog vreeslijker ding, een poging van een roman, de Nieuwe Dageraad geheeten, en deze beide werken, waarvoor reclame gemaakt werd, alsof het patent-geneesmiddelen waren, zijn bij tienduizenden gekocht door de half-garen. Sinds dien heeft zij nooit op gehouden met praten. Nu is zij hier aan het praten: haar stem roffelt door het raam mijn studeerkamer binnen. Maar wat doet zij hier? Tusschen ons zullen geen geheimen bestaan! De waarheid is, de pijnlijke waarheid, dat jouw vriendin Marjorie Newlands mijn vrouw, Marjo rie Newlands haar inviteerde. 1) Easton: een der stations van Londen, .(Wordt vervolgd). rrftfr" DE PANDERJAGER OP HET VLIEGVELD TE ALLAHABAD IN BRAND GEVLOGEN. Deze foto is door de Engelsche vliegers Jones en Waller in hun D. H. Co met-machine naar Engeland overgebracht. 10 K.M. LOOP TE DORDRECHT om het wegkampioenschap van Zuid-Holland van do K.N.A.U. De wiQBia.ar, A. Groenewegen aan de finish.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5