De clearing met Duitschland
LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad
Zaterdag 6 October 1934
LAND- EN TUINBOUW.
GEMENGD NIEUWS.
INGEZONDEN.
O
Mededeelingen van den Minister van Economische Zaken.
Volgens het verslag van de vaste com
missie voor overleg met de regeering om
trent vraagstukken en maatregelen, be
trekking hebbende op aangelegenheden
,van handelspolitieken aard, heeft de mi
nister van economische zaken in de ver
gadering der commissie hierover Inlich
tingen verstrekt, welke in het kort voor
zoover 's Lands belang publicatie daarvan
gedoogt op het volgende neerkomen:
Ten einde goed te kunnen begrijpen, hoe
de tegenwoordige moeilijkheden met be
trekking tot de Duitsche betalingen ont
staan zijn, moet men teruggaan tot Mei
van dit jaar. Tot zoolang functioneerde
het z.g. Sonderkonto bevredigend. Naar
mate echter de Duitsche regeering in den
loop van het eerste halfjaar van 1934 de
„alllgemeine Devisengenehmigungen" be
perkte, van 50% tot 40% en zoo verder tot
10"/» toe, namens de bedragen, welke op
dat konto gestort worden, voortdurend
toe en ontstonden moeilijkheden met den
verkoop der z.g, Bankmarken. In verband
daarmede stond nu de Reichsbank aan de
Nederlandsche Bank nu en dan toe, de
bankmarken tot een voor elk geval be
paald bedrag op de vrije markt te ver-
koopen, terwijl zij overigens alleen kon
den worden besteed voor betaling van im
port uit Duitschland. Dank zij deze facili
teit kon de Nederlandsche Bank steeds zor
gen, dat 't saldo op het Sonderkonto bin
nen redelijke grenzen bleef. Aangezien nu
echter de export uit of over Nederland
gemakkelijker kon worden betaald dan die
uit of over andere landen gingen expor
teurs uit die andere landen er steeds meer
toe over, de aan hen verschuldigde be
talingen over Nederland te leiden, daarbij
gebruik makende van het Nederlandsche
Sonderkonto. Ten einde te voorkomen,
dat dit konto op deze wijze overbelast
raakte, werd bij aanvullend protocol van
5 Juni voor goederen van niet-Nederland-
schen oorsprong de mogelijkheid om van
het Sonderkonto gebruik te maken sterk
beperkt.
In dezelfde maand Juni zette Duitsch
land de storting op de Sonderkonti van
alle overige landen tijdelijk stop; alleen
het Nederlandsche bleef functionneeren
en ook de faciliteit, bestaande in de be
voegdheid van de Nederlandsche Bank om
de bankmarken op de vrije markt te ver-
fccopen, bleef gehandhaafd. In Juli echter
werd deze faciliteit, waartoe Duitschland
zich niet verplicht had ingetrokken. Van
dat oogenblik af begon het saldo op het
Sonderkonto snel omhoog te loopen. Tege
lijkertijd onstond achterstand bij de beta
ling van de z.g. bewirtsschaftete Waren,
waarvan de voldoening niet over het Son
derkonto liep; voor deze waren werd bij
de dagelijksche toewijzing een onvoldoende
hoeveelheid deviezen toegestaan.
Om het oploopen van het Sonderkonto
tegen te gaan, moest de afzet van bank
marken worden vergroot. De daarvoor
gevoerde propaganda heeft echter onvol
doende resultaat opgeleverd. De achter
stand bleef toenemen, het saldo groeide
steeds. Inmiddels onderhandelde een Ne
derlandsche delegatie te Berlijn om tot
een bevredigende oplossing te komen,
welke evenwel niet werd bereikt. De regee
ring zag zich toen verplicht autonome
clearing in te voeren; deze trad op 15 Au
gustus in werking.
Op dien datum was er reeds een zeer
belangrijke achterstand De regeering ver
wachtte, toen zij tot het instellen van de
autonome clearing overging, dat deze tot
vermindering van den acherstand zou lei
den. Wel is waar gold deze clearing alleen
voor betalingen wegens leveringen, gedaan
ma 15 Augustus; en daar de meeste goede-
verlaging toeslag op rogge
en gerst.
In verband met de oploopende
graanprijzen.
Door den heer Weitkamp waren aan den
ininister van Economische Zaken eenige
vragen gesteld betreffende den verlaag
den toeslag op rogge en gerst en de schade
Welke bepaalde kleine zandbedrijven daar
van ondervinden.
Minister Steenberghe heeft hierop ge
antwoord, dat de steun aan telers van
rogge van f. 3.50 is gesteld op f. 3 per 100
K.G. rogge en de steun aan telers van
gerst van f. 3.50 op f. 2.50 per 100 K.G.
gerst.
Het is den minister bekend, dat van
dezen maatregel de kleine zandbedrijven,
voor zoover deze niet gewoon zijn hun
rogge te verkoopen, schade ondervinden,
terwijl deze bedrijven veelal ook moeilijk
heden ondervinden door de omstandigheid
dat de afname van varkens minder vlot
loopt dan gewenscht is.
De minister is van oordeel, dat de ver
melde omstandigheden hem niet mochten
weerhouden den steun aan rogge en gerst
te verlagen, aangezien tot die verlaging
alle aanleiding bestond in verband met de
oploopende graanprijzen en het niet ver
antwoord zou zijn een zoodanigen maat
regel desniettemin achterwege te laten,
ten einde zoodoende een deel van de
roggeverbouwers door middel van het te
hooge bedrag van den roggesteun voor
een ander product, in casu varkens, tege
moet te komen.
o
nederl. groenten- en fruit-
centrale.
Aan de veilingsvereenigingen is bericht
dat door de Ned. Groenten- en Fruitcen-
trale op de doorgedraaide z.g. pokkige
aardappelen, die tegen een vergoeding van
0.75 per 100 K.G. door de Centrale zijn
overgenomen, nog een toeslag zal worden
betaald van f.2 per 100 kilo voor deze
aardappelen geveild vóór 19 Juli en van
f. 1.50 voor de pokkige aardappelen ge
veild en overgenomen na 18 Juli.
o
ren op krediet geleverd worden, duurde
het geruimen tijd voordat de stortingen op
de clearingrekening een grooten omvang
aannamen, zoodat een vermindering van
den achterstand niet onmiddellijk kon wor
den verwacht; gezien de passiviteit van
onze handelsbalans meende de regeering
evenwel, dat reeds spoedig een daling van
de achterstallige bedragen zou intreden.
Zij is daarin helaas teleurgesteld. Het was
haar bij de instelling van de autonome
clearing bekend, dat deze passiviteit sinds
maanden sterk verminderd was. Echter
meende zij, dat aan die vermindering een
einde zou komen of reeds gekomen zou
zijn, daar zij niet kon veronderstellen, dat
de exporteurs, het risico van uitvoer naar
Duitschland kennende, den export daar
heen nog verder zouden vergrooten. Dit is
onjuist gebleken. In het jaar 1933 bedroeg
het gedeelte van onzen import, dat door
export gedekt werd, ten opzichte van
Duitschland steeds 40 a 45 pet., in Januari
1934 was het nog 40.5 pet.; toen is het
gaan oploopen tot 64.7 pet. in Juni en 74.1
pet. in Juli. Deze in de gegeven omstandig
heden ongunstige ontwikkeling is toe te
schrijven aan een samenloop van verschil
lende factoren. Het laatstgenoemde cijfer
was juist bekend, toen tot de autonome
clearing werd overgegaan. Eerst bijna een
maand later kon de regeering beschikken
over het cijfer van Augustus; dit bleek
toen 85.6 pet. te zijn. De marge, welke noo-
dig is, om den bestaanden achterstand in
te holen, is dus. indien de verhoudingen
blijven zooals deze thans zijn, aanzienlijk
kleiner dan men gemeend had. Toch is de
clearing het eenige middel om te waar
borgen, dat alle Nederlandsche betalingen,
met- uitzondering van het kleine per
centage, dat krachtens de overeenkomst
van 24 September daarbuiten blijft aan
de schuldeischers in Nederland en in de
Overzeesche gewesten ten goede komen.
De regeering heeft gemeend, geen ver
antwoordelijkheid op zich te kunnen
nemen voor het geven van advies om niet
verder te exporteeren. Hoewel zij bij de
instelling van de autonomen clearing den
toestand ernstig achtte, kwam het haar
voor, dat stopzetting van den uitvoer tot
nog ernstiger gevolgen zou leiden. Het zeer
groote nadeel, dat daaraan midden in het
exportseizoen van agrarische producten
verbonden geweest zqu zijn, mag men toch
niet onderschatten; dit beeft bij haar
overwegingen gegolden,
Ten aanzien van het zooeven genoemde
vrije percentage deed de regeering aan de
Commissie nog nadere mededeelingen; de
Commissie kan echter tot haar leedwezen
geen vrijheid vinden, deze in haar verslag
op te nemen. Wel kan zij verklaren, dat zij
op dit punt eenigszins gerustgesteld is.
Wat voorts een nadere regeling met be
trekking tot den ontstanen achterstand
betreft, daaromtrent deelde de minister
mede, dat de regeering allereerst moet be
schikken over de uitkomsten van de en
quête naar aard en omvang van de achter
stallige bedragen. Zij is echter, zoo ver
klaarde de minister, in beginsel bereid te
overwegen, of het mogelijk is, dat maat
regelen worden genomen om aan diegenen
onder de bona-fide exporteurs, wier bedrij
ven ten gevolge van den ontstanen achter
stand en de moeilijkheden om dezen te
liquideeren met ondergang bedreigd wor
den, tegemoet te komen. Zij kan er echter
niet over denken, het risico, waarvan de
omvang ook aan haar thans onbekend is
en welks ontstaan zij niet heeft kunnen
verhinderen, zonder meer over te nemen.
gelukkige vinder te diemen.
Kistje met 7'/« mille wordt zijn eigendom.
Naar wij vernemen, aldus de Tel." zal
burgemeester mr. A. J. de Wolff heden
aan den heer D. Buitenhuis een bedrag
van f. 7500 ter hand stellen, dat genoemde
ingezetene thans van rechtswege toe
komt.
Het is heden namelijk drie jaar geleden
dat de heer B. in zijn voortuinje een
trommeltje vond, waarvan de inhoud
bleek te bestaan uit bankbiljetten en wel
tot een gezamenlijk bedrag van f. 7500.
Destijds heeft de heer B. onmiddellijk den
burgemeester met zijn vondst in kennis
gesteld, die het trommeltje met zijn kost
baren inhoud in bewaring nam.
Vermoedelijk heeft destijds een Chinee-
sche koopman, die aan de woning van
den heer B. zijn waar te koop had aan
geboden, maar niets had kunnen verkoo
pen, zich om de een of andere reden van
dat trommeltje willen ontdoen, daar hij
zeer waarschijnlijk niet op de hoogte was
met de waarde, welke het inhield.
Alle pogingen, welke sindsdien gedaan
zijn om den rechtmatigen eigenaar van
het geld op te sporen, zijn vergeefsch ge
bleken, zoodat de heer B. heden eigenaar
wordt van de f. 7500. Een goede dag dus
voor dezen Diemenaar!
-o-
rijwieldieven aangehouden.
Er ging den laatsten tijd in Enschedé
vrijwel geen dag voorbij of ten politiebu-
reele kwamen aangiften binnen van rij
wieldiefstallen. In verband hiermede hield
de politie scherper dan ooit een oogje in
het zeil, met het gevolg, dat zij er in
slaagde twee 10-jarige jongens aan te hou
den op het moment, dat zij bij een op-
kooper twee rijwielen verkochten, die zij
even te voren aan de Blijdensteinlaan en
de Langestraat hadden weggenomen. Be
reids zijn reeds zeven fietsen, welke door
deze jongens waren gestolen, in beslag
genomen. Het onderzoek in deze zaak
duurt nog voort.
DE SCHIPBREUK OP ONZE
KUST.
alleen de kapitein is gered.
Gebleken is dat de geredde van het ge
zonken Belgische stoomschip „Charles
José" de kapitein is.
Deze schijnt tot het laatste toe aan boord
te zijn gebleven en toen alleen in een
kleine reddingsboot te zijn gegaan. Hij
heeft het geluk gehad, dat zijn boot door
het Duitsche s.s. „Wildenfels" werd opge
pikt. Hij is doorgevaren naar Hamburg.
Volgens de Brusselsche correspondent
van het „Vod." was de „Charles José"
Dinsdag uit de haven van Antwerpen ver
trokken naar Gent, waar een lading cokes
voor Bremen in was genomen.
De bemanning bestond uit tien koppen.
De reeder van dit in 1896 gebouwde en
slechts 6 k 700 ton metende schip, zekere
v. d. Berre, wonende te Antwerpen, was tot
voor een jaar kapitein van de Charles
José, die reeds eenmaal op de Engelsche
kust strandde; als gevolg van deze stran
ding werd den eigenaar verboden langer
als kapitein te varen. Hij maakte echter
nog altijd deel uit van de bemanning en
wel als eerste stuurman. De kapitein is
zekere P. Topfeul uit Deurne. de tweede
stuurman is eveneens uit Antwerpen. On
der de omgekomenen van de bemanning
bevonden zich drie Antwerpenaren, een
Noor en een Pin. Er was nog een andere
zeeman aan boord, die de plaats van een
zieken matroos had ingenomen. De iden
titeit van deze laatste is nog niet met
zekerheid bekend.
Het „Vad." had te Schiedam nog een
onderhoud met den eersten stuurman, den
lieer L, Rothe, van de Duitsche motortank-
boot „Biscaye" van de Bremenöltran-
sport Maatschappij. Deze vertelde:
Donderdagavond omstreeks 8 uur nader
den wij, komende van Hamburg, het vuur
schip Haaks. Reeds tevoren hadden wij
vuurpijlen gezien, maar wij wisten niet
wat er precies aan de hand was. Het vuur
schip schoot een paar raketten af. toen wij
(naderden en toen wij goed en wel diwars
van de Haaks waTen seinde de bemanning
ons, met een signaallamp, dat er vermoe
delijk een schip in nood was, welk schip
waarschijnlijk een sloep had gestreken.
Men verzocht ons naar deze sloep uit te
kijken. Onmiddellijk hebben wij Terschel
ling en Den Helder radio-telegrafisch ge
waarschuwd en verzocht een reddingboot
en sleepboothulp te zenden, waarna wij op
zoek naar de sloep gingen. Van Terschel
ling kwam weldra antwoord. De redding
boot was al in zee. Al spoedig zagen wij op
ongeveer 4 mijl West van den Haaks een
schip in nood. welk schip achteraf de
Charles José bleek te zijn Het schip
maakte zware slagzij en de brug lag al in
het water Het was al dadelijk te zien, dat
dit schip verloren was. Wij hebben toen
een S.OB.-sein uitgezonden, teneinde alle
andere radioberichten te blokkeeren en de
overige schepen in de buurt op het schip
onmerkzaam te maken. Er is daar in de
buurt een zeer druk scheepvaartverkeer en
weldra kwamen twee "schepen in de nabij
heid, die op hun beurt mee hielpen zoeken
naar de sloep.
Zoodra wij van de Haaks waren vertrok
ken hebben wij bij ons aan boord alles
voor een eventueele redding in gereedheid
gebracht. Boeien werden klaar gelegd, een
sloep werd opgetuigd, felle lampen werden
ontstoken enz. maar het heeft helaas niet
mogen baten.
Het was zeer slecht weer; er stond een
hooge zee, het stormde hevig en er viel
veel regen, zoodat het uiterst moeilijk was
om wat te zien. Op een gegeven oogenblik
zaten wij dan ook bijna boven op het wrak
Op dat moment zagen wij aan boord van
de Charles José een man met een lantaarn
loopen. Onze gezagvoerder, kapitein G.
Bahl, schreeuwde: Do you want any help?
(verlangt u hulp?) De man schreeuwde
terug: Yes, help, help! Er viel echter niet
aan te denken een sloep te strijken. De
zee was daartoe veel te ontstuimig. Wij
zijn daarom gedraaid en we hebben ge
probeerd aan lij te komen, maar ook daar
stond een veel te zware zee. om daar onze
menschen aan te mogen wagen. Het wrak
bleek twee roode lichten op te hebben.
Voor zoover wij konden nagaan was de
man, dien wij hadden gezien, alleen aan
boord achter gebleven. Wij trokken dus
weer op zoek naar de sloep met de rest van
de bemanning. De man aan boord van de
Charles José zou alleen geholpen kunnen
worden door een heel klein bootje. Inder
daad kwam al spoedig een Nederlandsche
reddingboot opdagen en die manoeuvreerde
prachtig. Zulk een schip is dan ook veel
handelbaarder op een onstuimige zee dan
een kast als de onze. Wij konden niet dicht
genoeg bij het wrak komen. Later hoorden
wij, dat de achtergebleven man in een
sloep van zijn eigen schip ls gegaan en dat
deze sloep door de Lindenfels is opgepikt.
De Lindenfels is don wel erg gelukkig ge
weest, want het zoeken naar een sloep,
onder zulke omstandigheden, is zoeken
naar een naald in een hooiberg.
Intusschen waren wij verder van het
wrak afgeraakt. Om half twaalf doofden
de beide roode lichten en een kwartier
later verloren wij de Charles José geheel
uit het zicht. Tot half één zijn wij blijven
zoeken, maar omdat er nog twee schepen
in de buurt lagen en bovendien een zee
sleepboot en een reddingboot in de nabij
heid waren, besloten wij onze reis voort te
zeten Om half één hebben wij aan Sche-
veningen geseind, dat wij het zoeken op
gaven en de reddingspogingen aan de
anderen overlieten. Wij hebben de reis
voortgezet en des middags zijn wij te
Schiedam aangekomen.
o
MOORDAANSLAG TE ZWOLLE.
Dansleeraar met mes in de borst gestoken.
Gisteravond te ongeveer 8 uur ls een
moordaanslag gepleegd op den dansleeraar
M. N. te Zwolle. Deze heeft op den Juffers-
wal een dansinstituut en was bezig met
lesgeven. Doordat eenige opgeschoten jon
gens met steenen tegen de ruiten gooiden,
werd de heer N. naar buiten gelokt, Toen
hij uit de deur kwam om de jongens te
verjagen, werd hij aangevallen door eenige
jongens van 1518 jaar oud, waarop een
van hen hem met een dolkmes in de borst
stak.
Het slachtoffer kon, ondersteund door
eenige leerlingen, nog in het gebouw ko
men, waar hij ineen zakte. De politie en
geneeskundige dienst waren inmiddels ge
waarschuwd en bevonden zich spoedig op
de plaats van het ongeval.
De heer N. werd naar het Sofiazieken-
huis overgebracht, waar bleek dat hij ern
stig gewond was en veel bloed verloren
had.
Door de politie werd een uitgebreid on
derzoek ingesteld, hetwelk leidde tot de
arrestatie van 5 vermoedelijke daders. De
drijfveer tot den aanslag ligt nog volko
men in het duister.
o
BRANDEN.
Gistermiddag zijn te Pijnacker twee
tuindersschuren en drie strooschelven, toe-
behoorende aan de warmoeziers v. Meurs
en Roodenburg, tot den grond afgebrand.
Een hoeveelheid van 78000 K.G. stroo
ging verloren benevens een groot aantal
rietmatten en gereedschappen.
Bij het blusschingswerk verleende de
politie-brandweer uit Delft assistentie.
Eergisteravond brandde te Ootmarsum
een 3-tal aan elkander gebouwde huizen
af. De brand ontstond door tot nu toe on
bekende oorzaak in het perceel, bewoond
door den heer J. L. Sander en breidde zich
oogenblikkelijk tot de twee naastgelegen
perceelen, bewoond door de wed. Hanevelt
en 't gezin Harperink, uit. De kinderen
alsmede het vee van den heer S. werden
nog in allerijl gered. Overigens verbrandde
de geheele inboedel. De Ootmarsumsche
brandweer was met de motorspuit en twee
slangen op de waterleiding spoedig ter
plaatse en bestreed het vuur. dat in den
beginnen fel oplaaide, met twee stralen.
Een tweetal belendende perceelen. die aan
weerszijden op nog geen 50 cM. afstand
van de brandende huizen stonden konden
worden behouden. Alles was verzekerd.
o
VILLA ACHTER PRIKKELDRAAD.
Zooals bekend, verleent de Rijkswater
staat aan bewoners van primaire rijks
wegen geen vergunning meer voor het
hebben van een uitweg op deze wegen, in
verband met het verkeer, tenzij de bewo
ners zorg dragen voor den aanleg van een
parallel-weg. Dezer dagen werd bij iemand
in het Gooi woonachtig door den Rijks
waterstaat belet zijn woning in en uit te
gaan.
Naar gemeld wordt, heeft thans een in
woner van de gemeente Rheden, die woont
aan den rijksweg, dezelfde moeilijkheden
met deze kwestie. De bewoner kan geen
Vergunning krijgen om zijn pasgebouwde
villa aan dezen weg te verlaten, daar
Waterstaat den eisch gesteld heeft, dat de
bewoner voor zijn woning langs den rijks
weg een parallel moet aanleggen van 6.35
meter breedte. Daar de bewoner hiertoe
niet geneigd is, heeft Waterstaat hem
geen recht van uitweg verleent.
Dezer dagen is langs het terrein van
den bewoner een draadversperring aange
bracht, waarvan de bewoner thans een
zeer grooten hinder ondervindt bij het
in- en uitgaan van zijn huls.
o
DOOR EEN AUTO GEGREPEN.
Op den Heescheweg nabij de mare
chaussee-kazerne te Oss is gisteravond een
ernstig verkeersongeluk gebeurd. De 20-ja-
rige wielrijder J. Vervoort uit Oss kwam te
ongeveer halfnegen uit een zijweg rijden,
terwijl op hetzelfde monument op den
drukken verkeersweg een taxi uit de rich
ting van de stad naderde. De wielrijders
schijnt niet meer te hebben kunnen uit
wijken, hij werd door den auto gegrepen
en met groote kracht tegen den grond
geslingerd. Zwaar gewond bleef de jonge
man liggen. Men waarschuwde een genees
heer, die spoedig ter plaatse arriveerde.
De toestand van het slachtoffer bleek
hoogst zorgwekkend. Hij ls per brancard
naar de ouderlijke woning vervoerd. Men
vreest voor zijn leven.
Gisteravond omstreeks kwart over acht
heeft op den Bosscheweg onder de ge
meente Berkel Enschot een ernstig onge
luk plaats gehad. Een auto, bestuurd door
een chauffeur van de directie van een
leerfabriek uit Oisterwijk reed door nog
onopgehelderde oorzaak tegen een hand
wagen aan, welke werd voortgeduwd door
een jongeman van omstreeks 18 jaar. Deze
werd gegrepen en zeer ernstig gewond. Hij
overleed enkele oogenblikken na het ge
beurde. De identiteit van het slachtoffer
kon nog niet worden vastgesteld.
o
IN DEN MODDER GESTIKT.
Gistermiddag is een 3'/:-jarig kind van
den heer K. wonende in de Ceramstraat
te Enschedé spelende voorover in het putje
achter de woning gevallen. Nadat direct
toegeschoten hulp na veel moeite het kind
uit zijn hachelijke positie had weten te
bevrijden bleek het reeds In de modder te
zijn gestikt. Een ontboden geneesheer kon
slechts den dood constateeren.
o
BUITENLANDSCH GEMENGD.
HONDERDDUIZEND MARK IN BESLAG
GENOMEN.
De Duitsche douane-inspectie te Boden-
bach werd er dezer dagen opmerkzaam op
gemaakt, dat in een wagen 3e klasse van
den D-trein BerlijnPraag, een deviezen-
smokkelarij was beraamd.
Toen de Prager sneltrein, uit de rich
ting Berlijn komend, het grensstation bin
nenliep, werd de verdachte wagon, nadat
de reizigers in een anderen wagon waren
overgestapt, uit den trein genomen en op
een ander baanvak gerangeerd, terwijl
denzelfden nacht nog een nauwkeurig on
derzoek plaats vond.
Het resultaat was verrassend. Achter
den wand, waar zich de noodrem bevindt
en achter een wand in het closet waren
bankbiljetten ten bedrage van 100.000
rijksmark verborgen. Een man op leeftijd,
die op verdachte wijze naar den afge-
haakten wagon Informeerde, werd gear
resteerd. Deze persoon, een employé van
een bankkantoor, bekende het geld gedu
rende de reis te hebben verborgen. Hij
had de wanden onder de reis losgemaakt,
het geld er achter gestoken en daarna de
wanden weer dichtgeschroefd.
Het was zijn bedoeling geweest, het geld
na het passeeren van de grens weer bij
zich te steken.
(Buiten verantwoordelijkheid der Re4J
Copie van de al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggegeven.
MISMAAKTEN OP 3 OCTOBER.
We zien op dezen dag in Leiden allerlei
menschen, die op straat met een of ander
geld trachten te verdienen. Zoo zien we
muzikanten met harmonica's, saxofoons,
enz., ook grappemakers, jongens met
aapjes, menschen, die den dag gezellig
maken. Maar er zijn ook bedelaars, mis-
maakten, die zonder beenen in 'n karretje
zitten, met 'n lamme hand, stommen,
blinden, ik zag zelfs een man, die schoenen
en kousen had uitgedaan en nu 't publiek
z'n teenlooze voeten liet zien, voeten met
kleine wonden. En nu zijn er misschien
zoogenaamde stakkers bij, lui. die doen
alsofmaar dat zal 'n uitzondering
zijn. En nu zal ook iedere Leidenaar het
met me eens zijn, dat het verschrikkelijk
is, als men zóó geld moet verdienen. Ken
nissen van me zeggen: „Hoe durven die
menschen zóó aan de kost te komen",
maar dan zeg ik op mijn beurt: Wat wordt
er voor deze stakkers bijv. van regeerings-
wege of door liefdadige instellingen ge
daan? Men heeft tegenwoordig zooveel
tehuizen en zooveel sanatoria, er wordt
zooveel gedaan voor t.b.c.-bestrijding, enz.
en wat doet men voor deze slachtoffers?
Kan hier niet 'n eind aan komen? Wie
weet een oplossing? Dankend voor de
plaatsing,
Lelden. JAN RIEMENS.
o
DE HUTSPOT.
Leiden's ontzet is weer met groot enthou
siasme gevierd en andermaal is hutspot
op 3 October de hoofdschotel geweest bij
het middagmaal van alle Leidenaars en
niet minder van zeer velen, die vroeger
te Leiden hebben gewoond; hutspot, een
gestampte pot van aardappelen, wortelen
en uien, met een of ander vleesch of vet.
Is er ooit nagegaan waaruit de hutspot
heeft bestaan, welke door de 8000 man,
Walen en Duitschers, die onder bevel van
Valdez 26 Mei 1573 het zoogenaamde
tweede beleg voor Leiden sloegen, werd
achtergelaten in de Lammenschans?
Immers aardappelen waren destijds nog
vrijwel onbekend. Wel waren ze in 1535
door Spanjaarden gevonden In Chili en
Peru; wel had John Howkins er in 1563
enkele uit Virginia meegebracht naar En
geland, vanwaar ze in 1586 bekend werden
in Frankrijk en in België, doch aardap
pelen behoorden In 1574 nog geenszins tot)
het volksvoedsel, laat staan de soldaten-
menage.
Pas in 1600 bracht de Leidsche professor
Carolus Clusius, de groote plantkundige,
de aardappelplant in Nederland en wel
wegens de bloemen, welke niet alleen wer
den gebruikt als bruidstooi, doch later in
de apotheek, naar het heet ter verster
king. De knollen werden hier te lande het
eerst gegeten 13 December 1742 aan de
tafel van Marie Louise, douairière van
Joan Willem Friso. Pas in 1770 venschenen
de aardappelen op de tafels der rijken en
In het volgende jaar at ook „de kleyne
man" ze; terwijl de aardappelcultuur hier
te lande dagteekent van 1814, toen koning
Willem I met behulp van de geestelijken
van alle gezindten die cultuur ingang deed
vinden.
Kunt U of kan een der lezers boven
staande vraag beantwoorden?
Met dank voor uw gastvrijheid,
Hoogachtend,
P. J. FR EDERIKS.
Den Haag, 6 October 1934.
o
HET ONTGROENEN
VAN EERSTE-JAARS-STUDENTEN.
Het valt mij op. dat ofschoon wél In
andere bladen .in Uw blad niets vermeld
is geworden van de beestachtige hande
lingen van Leidsche Studenten (Corps
leden) tegenover de zoogenaamde „groe
nen" o.a. de kwestie „hondenhok", waarbij
de „groen" M. een hersenschudding op
liep en van het dezer dagen grooter ongeval
van niet paard kunnende rijden „groe
nen", die over „groenen" in gebukte hou
ding, met hun paard moesten springen
en waarbij een der „groenen" een zeer
ernstige hersenschudding, door een trap
van een paard, moet gekregen hebben.
Het ware, dunkt mij, beter dat zulke
ongevallen ter algemeene kennis worden
gebracht, ook in uw plaatselijk blad. Het
zou aanleiding kunnen geven, dat er tegen
zulke baldadigheden strenger werd opge
treden.
Andere ongelukken, bekend al dan niet
bij de politie worden wel opgenomen in
Uw blad.
Hoogachtend.
W. J. SURINGAR,
Bilthoven, October 1934.
Naschrift van de redactie. Van ver
schillende zijden bleek ons. dat de be
doelde geruchten sterk overdreven waren.
De praeses-collegii ontkende zelfs catego
risch de juistheid ervan.
LEVEND AANDENKEN AAN
KONING ALBERT.
Vijftienduizend wortelstokken van wilde
sleutelbloemen, welke zijn verzameld in de
bosschen en langs de wegen van Enge
land, zijn naar België verzonden om ge
plant te worden op de helling van den
berg. waar koning Albert doodelijk is af
gestort.
De Engelschen hopen, dat deze typisch
Engelsche bloem, zoo zeldzaam in Bel
gië. een levend aandenken zal vormen aan
koning Albert en voor de komende ge
slachten een bewijs zal zijn van de gene
genheid en hoogachting, welke de vorst in
Engeland genoot.
o
30 GEVALLEN VAN TRICHINOSE.
Te Rorenstraend bij Marktredwitz (Beie
ren) hebben dertig personen trichinose
bekomen. Een 36-jarige vrouw is reeds aan
de ziekte overleden.
Eenigen tijd geleden had de slager
Erhard Kaiser een varken geslacht, zonder
het door de vleeschkeuring aan een offi-
cieele keuring te laten onderwerpen, om
dat hij blijkbaar de keuringsgelden en de
belasting op geslacht wilde besparen.
Toen uit het onderzoek der politie bleek,
dat de ziektegevallen een gevolg waren
van het genot van trichine-houdend
vleesch uit den winkel van Kaiser, maakte
de slager door ophanging een eind aan
zijn leven.
88