Uitden Leidschen Raad.
De opening van het Nieuwe Pompstation
te Hazerswoude.
Bedrijfsraad voor de Typografie
7S1** Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 25 September 1934
Derde Blad
No. 22857
De agenda in een middagzitting afgedaan.
BELANGRIJKE GEBEURTENIS VOOR DE RIJNSTREEK.
12o. Voorstel tot wijziging van de ver
ordening op het bouwen en sloopen.
(195 van 1933 en 197 van 1934)
Bij art. IX verdedigt de heer KOOISTRA
een hoogte van 3 M. in plaats van 3.50 M.
voor uitbouw, om tegen te gaan dat daar
gelegenheid tot slapen wordt gegeven.
Wethouder SPLINTER ziet er geen re
den voor, want er mogen geen slaapgele
genheden zijn, ongeacht de hoogte.
De heer WILBRINK meent, dat toch al
leen gedacht wordt aan uitbouw voor keu
kens. Dus is er voor de vrees van den heer
Kooistra geen reden.
De heer MANDERS zegt, dat ontduiken
nooit is te keeren; gebeurt het, dan is 3.50
M. nog beter dan 3 M.!
Ook de heer SCHONEVELD oordeelt het
voorstel overbodig.
Het voorstel-Kooistra wordt verworpen
met 2211 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heer v. Weizen.
Bij art. Xni doet de heer KOOISTRA
een voorstel, om de breedte van iedere wo
ning niet te doen zijn 4 M, maar 4Va M.
en de breedte van één kamer te brengen
Van 3.30 M. op 3.50 M., terwijl B. en W.
slechts ontheffing kunnen verleenen in
de binnenstad binnen de singels. Zulks in
't belang van betere toegang.
De heer WILBRINK oordeelt dit artikel
een verslechtering bij vroeger, vergeleken
voor den bouw van kleine arbeiderswo
ningen, die belemmerd wordt door deze
bepaling van 4 M. breedte. Dit art. maakt
den bouw weer duurder, het voorstel Kooi
stra nog meer.
De heer SCHONEVELD staat niet zoo
afwijzend tegenover het voorstel Kooistra,
want bij een breedte van 4!/i M. is wel te
bouwen voor een huur van f. 5 p. w„ dat
bewees de practijk. Hij zal meegaan.
De heer MANDERS hoopt, dat de hee-
ren Kooistra en Schoneveld in de prac
tijk gelijk krijgen, doch hier worden toch
slechts minimum-maten voorgesteld, waar
voor toch reden kan zijn in bijzondere
gevallen.
Wethouder SPLINTER onderstreept dit
laatste, 4 M. kan soms inderdaad voldoen
de zijn voor arbeiderswoningbouw.
Bulten de singels is niet alles nieuw
bouw en daarom ontraadt hij de laatste
wijziging van den heer Kooistra.
Na re- en dupliek wordt het voorstel-
Kooistra verworpen met 2013 stemmen.
Voor de S.D.A.P. en de heeren Vos, v.
Weizen en Schoneveld.
De gansche verordening wordt daarop
z.h.st. goedgekeurd.
b. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden ten behoeve van het opruimen van
stoepen en het aanleggen van trottoirs in
de Breestraat. (210)
De heer WILMER vraagt nadere inlich
tingen over de stoepen van Rijnland en
Studenten-sociëteit.
De heer GROENEVELD oordeelt een
trottoir voor Minerva beslist noodzakelijk
en wil daartoe in ieder geval zien over
gegaan, goed- of kwaadschiks.
Wethouder SPLINTER zegt, dat met
Minerva onderhandeld wordt en dat alles
gedaan zal worden om tot een schikking
te komen. Met Rijnland is men het reeds
bijkans eens.
De heeren WILMER en GROENEVELD
hadden gaarne een meer pertinent ant
woord gezien inzake Minerva, daar een
trottoir daar het meest noodig is.
De WETHOUDER: Voor de onderhan
delingen afgeloopen zijn, is toch niets te
zeggen!
De VOORZITTER meent, dat een drei
gement onderhandelingen niet bevordert.
Deze loopen thans goed.
Conform wordt dan besloten.
c. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor de inrichting van het school
gebouw aan de Mare voor den Geneeskun
digen- en Gezondheidsdienst en den dienst
van Maatschappelijk Hulpbetoon en voor
vergrooting van het kantoor van laatstge
noemden dienst op den hoek van de Mare
en de Lammermarkt. (211)
De heer v. STRALEN zegt, dat zijn frac
tie bezwaren heeft zoo'n bedrag ad
f. 21.000 te voteeren voor een tijdelijke op
lossing. Beter lijkt hem uit te zien naar
een andere gelegenheid. Ook waar anders
het uitbreidingsplan op dit punt (demping
Langegracht en aanleg verkeersweg) voor
langen tijd van de baan zal zijn, waardoor
de werkverruiming weer zou worden bena
deeld.
Is er geen gelegenheid in de school aan
de Pieterskerkgracht of ergens elders in
een andere school? Laat men dit onder
oogen zien en intusschen dit voorstel te
rugnemen. Over eenige jaren is het stad
huis bovendien gereed en komt er ruimte
elders vrij.
De heer TOBI oordeelt f. 21.000 voor ver
bouwing hier, waar al zooveel verbouwd is,
weggegooid geld. Bovendien is centralisatie
van alle sociale diensten in één gebouw
niet gewenscht? Spr. is voor uitstel.
De heer SCHONEVELD vraagt zich af of
het wel de moeite bevat om zooveel geld uit
te geven voor verbouw van zulke oude ge
bouwen; uitstel voor nader onderzoek of
elders niets is te vinden, lijkt hem ge
wenscht.
De heer GROENEVELD sluit zich bij de
vorige sprekers aan. Er is ontworpen een
verkeersweg Lage RijndijkStation en bij
aanvaarden van dit voorstel van B. en W.
is dit plan voor 10 jaar zeker van de baan.
Het gebouw is afgekeurd voor school,
d. w. z„ dat het niet meer geschikt was te
maken en dat geldt z.i. ook voor kantoor
lokalen. Dit gebouw heeft bovendien al
heel wat geld gekost aan verbouwing en
deze tijdelijke oplossing zou het verlies
maar vergrooten. Beter lijkt hem een de
finitieve oplossing; al is die eerst duurder,
op den duur is die toch goedkooper.
Gebouwen noemen zal spr. niet, men is
onvoorbereid en niet terzake kundig doch
laten B. en W. zelf nog eens zoeken en
thans dit voorstel terugnemen.
De heer WILMER is ook geen geestdrif
tig voorstander van het voorstel. Dat de
oplossing slechts tijdelijk zou zijn, oordeelt j
spr. nog zoo erg niet, mits het gebouw
maar zou voldoen aan de verlangens der
diensten, doch dit betwijfelt spr. De dien
sten blijven zich toch uitbreiden!
Centralisatie van alle sociale diensten
oordeelt spr. in het belang der diensten en
van de gemeente. Is dat te verwezenlijken
hier aan de Mare? Spr. is in ieder geval
voor aanhouden van het voorstel, waar er
toch meer mogelijkheden zijn.
De heer v. ES sluit zich aan bij den
heer Wilmer wat betreft de wenschelijk-
heid van de centralisatie doch hij vreest,
dat dit ideaal niet bereikbaar zal zijn.
Daarom is hij tevreden met de oplossing
van B. en W. In 10 jaar afschrijven is goed
en niet te duur. Binnen 10 jaar ziet spr.
bovendien van den nieuwen verkeersweg
nog niets!
De Geneesk. Dienst heeft een betere
huisvesting beslist noodig en in korten
termijn. Op het voorgestelde heeft spr. nog
één bezwaar: de hoogte der ramen. De
ramen zullen een halve M. moeten zakken.
De heer DE REEDE meent, dat er nood is
in de huisvesting van beide diensten en dit
wettigt een tijdelijke maatregel reeds op
zich zelf. Afgezien van de vraag, of deze
oplossing niet langer dan 10 jaar zal kun
nen duren!
Daarom is spr. voor dit voorstel van B.
en W.; mede omdat het centralisatie-plan,
hoezeer gewenscht, te duur zou komen in
deze tijden van nood. Voor het oogenblik is
deze uitgave z.i. voordeeliger en niet zoo
bezwarend om de grootere plannen, hier
geopperd, daaraan op te of feren, zoo noodig
Wethouder ROMIJN zegt, dat het col
lege het voorstel ook niet geestdriftig be
groette, maar het heeft het aanvaard
omdat er geen ander plan was te vinden
en tot voorziening noodig was. De post ad
f21.000 bevat vele onderdeelen. De ver
bouwing zal ongeveer de helft eischen, de
rest is voor andere doeleinden. Centrali
satie van alle sociale diensten is al een
studie van jaren en is niet op te lossen
bij een verbouwingsvoorstel als dit. Het
college heeft alle oog voor dit vraagstuk,
doch de diensten eischen een directe
nieuwe voorziening.
En al is het voorgestelde niet ideaal het
is toch voldoende voor het oogenblik. ter
wijl er nog reserve-ruimte zelfs blijft. In
tusschen is het sijsteem van centralisatie
dan bovendien reeds te bestudeeren! En
voor een zoo laag mogelijke uitgave.
Juist is. dat het wegenplan bedreigd
lijkt, doch deze f. 10.000 zal dit plan toch
niet kunnen nekken, mocht het te ver
wezenlijken zijn.
Wethouder OSLINGA oordeelt de oplos
sing evenmin ideaal, doch momenteel zJ.
de eenig mogelijke. Finantieel en met het
oog op den spoed, waarmede verbetering
voor de diensten noodzakelijk is.
Een definitieve oplossing zou niet te
krijgen zijn onder een prijs van f. 2000 per
jaar. integendeel, en daarom is deze tijde
lijke oplossing alleszins te aanvaarden.
Wethouder ROMIJN zegt, dat het laten
zaken der ramen f. 1500 zou kosten. Het
college oordeelt deze uitgaven onnoodig,
hoewel op zich zelf misschien gewenscht.
De heer VAN STRALEN heeft niet ge
hoord, waarom andere plaatsen, hier ge
noemd, onbruikbaar zijn. Hoofdzaak voor
hem is echter: Dit voorstel sluit weer
grootere beslissingen uit. Het verkeersplan
zou er voorloopig definitief mee van de
baan zijn, terwijl verbouwing juist zoo
broodnoodig is.
Spr. handhaaft daarom zijn voorstel.
De heer WILMER is niet overtuigd, dat
dit voorstel de eenig mogelijke oplossing is,
al hebben B. en W. zich daaraan blijkbaar
vastgeklampt. Spoedige verbetering voor de
diensten is echter noodzakelijk en daarom
zal hij meegaan met het voorstel, al is hij
niet geheel voldaan.
De heer MANDERS oordeelt, dat B. en
W. ook wel naar andere oplossingen zul
len hebben gezocht (Toestemming!) doch
niet gevonden hebben. Finantieel oordeelt
hij het voorstel acceptabel en daarom zal
hij voorstemmen.
De VOORZITTER wijst er op, hoe den
laalsten tijd herhaaldelijk hier ter stede
verbouwd is moeten worden, zoodat met
de kosten daarvan het college vertrouwd
is geraakt! Elders zouden de kosten veel
hooger zijn, daarnaar is een onderzoek in
gesteld. Voor de noodzaak van spoed zijn
ook B. en W. gezwicht en vandaar dit
voorstel, dat hij warm aanbeveelt.
Wethouder GOSLINGA zegt, dat dit
voorstel het geopperde wegenplan niet zal
ophouden, wel de aangenomen Veemarkt
verbetering die zal worden uitgevoerd.
De heer GROENEVELD zegt, dat als er
nood is, het college eerder aan deze
kwestie had moeten beginnen. Hij hoeft
als raadslid daarvoor niet uit den weg te
gaan. Hij blijft er bij, dat tijdelijke oplos
singen duurder zijn dan een definitieve,
al kost die momenteel meer. Wordt het
voorstel van B. en W. echter aanvaard,
dan is hij in ieder geval voor verlaging
der ramen, anders wordt het een gevan
genis.
De heer KOOLE pleit eveneens voor het
laten zakken der ramen en hij dient een
voorstel daartoe in.
De heer VAN ES zal daarvoor stemmen.
B. en W. nemen dit voorstel over.
Het voorstel v. Stralen wordt verworpen
met 22—11 stemmen. Voor de S.D.A.P. en
de heer Tobé.
Het voorstel van B. en W. wordt z. h. st.
aangenomen.
RONDVRAAG.
De heer KOOLE vestigt de aandacht van
B. en W. op de mesterij aan het Utrecht-
sche Jaagpad. Het is daar een onhoudbare
toestand. En B. en W. doen maar niets,
zoo deelde men hem mede.
De VOORZITTER zegt, dat dit laatste
wel geheel onjuist is, want met ingang van
.1 Jan a.s. zal de mesterij daar afgeloopen
zijn.
Na nog enkele korte opmerkingen ~v_
half zes sluiting
Foto H. J. Kerkhoven.
Hierboven de diverse autoriteiten, vereenigd voor het geheel vernieuwde Pompstation der Boskoopsche Waterleiding te
Hazerswoude, dat gistermiddag officieel in bedrijf gesteld werd. - Eerste rij: 7de van links: de burgemeester van Boskoop,
mr. E. P. Verkerk, daarnaast burgemeester Warnaar van Hazerswoude, burgemeester Brug van Leiderdorp, de heer J.v.Gelderen,
wethouder der bedrijven van Boskoop, en burgemeester Troost van Waddinxveen. - Voorts verschillende raadsleden van
Boskoop en de colleges van B. en W. uit de omgeving, alsmede diverse gemeente- en bedrijfs-ambtenaren.
In aansluiting op ons uitvoerig verslag
van gisteren, omtrent het 25-jarig be
staan van de Boskoopsche bronwaterlei
ding en de officieele opening van het ver
nieuwde waterleidingbedrijf aan den Rijn
dijk te Hazerswoude kunnen wij nog me-
dedeelen:
De raadzaal van Boskoop was versierd
met bloemen in de Boskoopsche kleuren.,
een pracht bloemstuk was gezonden door
de stichting „De drie Gemeenten". Ook in
de hal was een passende bloemversiering
aangebracht. Na de rede vair den heer
Stijkel, directeur der gemeente-bedrijven,
verkreeg ir. Hengeveld. adj.-directeur van
het Rijksbureau voor Drinkwater 't woord.
Het was volgns spr. voor hem een aan
gename taak, hier aanwezig te mogen
zijn. Thans was hij in de gelegenheid
om in het openbaar de prettige verstand
houding te memoreeren, die er heeft be
staan tusschen het Rijksbureau en het
gemeentebestuur van Boskoop. Ook bracht
spr. de aangename omgang met den di
recteur der bedrijven den heer Stijkel
naar voren, terwijl hij tevens woorden van
lof sprak tot de aannemers van het om
vangrijke werk.
De volgende spreker, de oud-burgemees
ter van Boskoop, de heer P. A. Colijn, die
met de beide wethouders uit Alphen aan
wezig was, bracht dank voor de uitnoodi-
ging. en schetste vervolgens de voorberei
dende werkzaamheden van het werk, met
welke totstandkoming hij de gemeente
Boskoop en de andere betrokken gemeen
ten hartelijk feliciteerde.
Nog voerde de heer Warnaar, burge
meester van Hazerswoude, het woord, die
o.m. zijn gelukwenschen overbracht, en
verklaarde blijde te zijn met de vernie-
wing van het pompstation, terwijl spr. ook
in deze felicitatie wilde betrekken de Bos
koopsche raad van 1909, die het besluit
tot stichting van een waterleiding nam.
Nog voerde de heer Troost, burgemees
ter van Waddinxveen het woord. Deze had
ook gaarne aan de uitnoodiging tot bij
woning dezer officieele opening gevolg ge
geven. Door spr. werd medegedeeld dat,
toen hij 15 jaren geleden in Waddinxveen
kwam, er een post op de begrooting stond
voor een waterschepper. Dat was de man
die het drinkwater aanvoerde per schuit.
Ook memoreerde hij de vele ziektegeval
len. zooals typhus die in zijn gemeente
voorkwamen. Spr. zegende dan ook den
dag, waarop Waddinxveen het besluit nam
om zich aan te sluiten bij de Boskoop
sche bronwaterleiding.
De heer Brug. burgemeester van Leider
dorp, was evenals de vorige sprekers ver
heugd over de uitnoodiging, en waardeer
de ook ten zeerste de aangename samen
werking die er bestond tusschen het ge
meentebestuur van Boskoop met haar di
recteur en zijn gemeente.
Burgemeester Kwint van Koudekerk,
bracht eveneens zijn felicitaties over, ter
wijl de heer Van Hartevelt, als secretaris
der stichting „De drie Gemeenten" dank
bracht ook namens mr. Peek, burgemees
ter van Roelofarendsveen.
Laatste spreker was de heer L. J. Endtz,
oud-Raadslid van Boskoop, die 25 jaren
geleden mede het besluit nam tot stich
ting eener waterleiding.
Spr. vertelde hoe in Boskoop gepoogd
werd om goed drinkwater te boren, doch
zonder succes, totdat spr. bij toeval eens
een praatje maakte met den tolgaarder
van den Gemeeneweg onder de gemeente
Hazerswoude. Deze vertelde hem toen, dat
in de buurt een bron was, die zeker goed
en voldoende water zou geven. Spr. ver
telde dit toen aan wijlen burgemeester
Swaan. den toenmaligen burgemeester
van Boskoop, waarop op de aangegeven
plaats werd geboord met het resultaat dat
er aldaar goed drinkwater werd gevon
den, waarop de terreinen werden aange
kocht. en vervolgens het pompstation werd
gesticht.
Tot slot bracht de voorzitter de burger
meester van Boskoop, mr. Verkerk, dank
aan de sprekers voor diens goede woorden.
Na de thee vertrok gelijk gemeld, het
gezelschap per autobus en auto's, naar
het pompstation aan den Rijn, ter bezich
tiging der gebouwen.
De directeur de heer Stijkel gaf hier de
noodige technische aanwijzigingen, ter
wijl door burgemeester Warnaar het be
drijf in werking werd gesteld. Vervolgens
begaf het gezelschap zich naar de aange
brachte buffetten, Aan het slot van dit
gezellig samenzijn sprak wethouder Van
Gelderen nog eenige waardeerende woor
den aan het adres van. den chef-machi
nist den heer Heynis en den kassier der
bedrijven, den heer Vergragt, welke beide,
in goed gekozen woorden hun dank daar
voor betuigden. Een belangrijke middag
voor de Rijnstreek was hiermee beëindigd.
Gisteren door' Minister Slotemaker geinstalleerd.
Op het Departement van Economische
Zaken is gistermiddag te Den Haag de
Bedrijfsraad voor het Boekdrukkers- en
Rasterdiepdrukbedrijf geïnstalleerd.
De Minister van Sociale Zaken. prof.
Slotemaker de Bruine heeft bij deze plech
tigheid een rede gehouden, welke hij aan
ving met te zeggen, dat hij het op prijs
stelde den 'bedrijfsraad voor het boekdruk-
dens- en rasterdiepdrukbedrijf, den eer
sten bedrijfsraad. krachtens de wet inge
steld. persoonlijk te installeeren.
Alvorens tot de instelling ervan kon wor
den overgegaan, moesten verschillende
punten onder de oogen worden gezien. De
Minister wilde slechts enkele noemen. B.v.
de vraag of de bedrijfsraad behoort te gel
den voor het geheele grafische bedrijf, dan
wel voor een beperkter gebied. De Com
missie, bedoeld in artikel 8 der Bedrijfs-
radenwet, bleek van oordeel, dat voor de
instelling van een z.g. al-gmfischen be
drijfsraad de tijd nog niet gekomen té en
adviseerde de werkingssfeer van den be
drijfsraad voorshands te beperken tot het
onder één collectieve arbeidsovereenkomst
vallende boekdrukkers- en rasterdiepdruk
bedrijf. De Minister heeft zich met dit ad
vies vereenigd, zoodat thans dienovereen
komstig is gehandeld
Nog een ander vraagpunt betrof de
samenstelling van den bedrijfsraad, met
name of daarin ook het opzlchthoudend en
kantoorpersoneel, met inbegrip van de rei
zigers behoort te worden vertegenwoor
digd. Omtrent dit punt bestond, ook in
den boezem van de commissie, minder een
stemmigheid. De Minister heeft ten slotte
het advies gevolgd van de groote meerder
heid dier commissie, ertoe strekkende om
het opzichthoudend- en het kantoor- en
rijkspersoneel voorloopig niet in den Be
drijfsraad te doen vertegenwoordigen. Gaat
de samenwerking tusschen de werkgevers
en arbeidersorganisaties in de typografie,
zooals deze in de practijk gegroeid is. zich
op den duur verbreiden en zich ook uit
strekken tot de organisaties van het op
zichthoudend en kantoorpersoneel, dan
kan de vertegenwoordiging in den bedrijfs
raad t.z.t. opnieuw worden overwogen. De
mogelijkheid om. wanneer het bedrijf voor
een breedere samenwerking rijp is, ook
vertegenwoordigers van de hoofdarbeiders
in den Bedrijfsraad op te nemen, blijft
open, daar thans slechts 12 van de 20 be
schikbare plaatsen bezet werden.
Tenslotte sprak de Minister nog enkele
woorden over de taak van den Bedrijfs
raad. Spr. wees er op dat deze niet de
bevoegdheid bezit om bindende voorschrif
ten voor het bedrijf te maken. Wanneer
te eeniger tijd verordenende bevoegdheid
zal worden toegekend, dan zal deze, in
overeenstemming met de bedoeling, welke
aan de huidige Bedrijfsradenwet ten
grondslag ligt, uiteraard liggen op het
terrein der sociale aangelegenheden. Ook
bij deze beperking blijft een ruim arbeids
veld over.
De Minister besloot met den wensch dat
de leden van den Bedrijfsraad met vol
doening hun arbeid mogen verrichten en
dat hun samenwerking goede vruchten zal
dragen. Of over enkele jaren zal kunnen
worden getuigd van het aanvankelijk wel
slagen van het nieuwe instituut der be-
drijfsraden, zoo eindigde de minister,
hangt voor een deel ook van uw optreden
af. Uw beleid moge zoodanig zijn dat het
aan de na dezen in te stellen Bedrijfsraden
ten voorbeeld zal kunnen strekken.
De heer F. van der Wal beantwoordde
de rede van den Minister.
Namens den thans ingestelden Bedrijfs
raad sprak hij een woord van hartelijken
dank tot den Minister voor het feit, dat
deze zich we! de moeite heeft willen doen
om persoonlijk den raad te installeeren.
Er waren onderscheidene moeilijkheden
op te lossen, voor het tot de Instelling van
dezen Bedrijfsraad kon komen. Met blijd
schap maakte spr er gewag van. dat dank
zij de medewerking van 's Ministers De
partement en de commissie van advies alle
opdoemende bezwaren konden worden
overwonnen. Het had spr. en zeer zeker
vele leden van den raad met hem, voldoe
ning geschonken, dat de Minister in zijn
toespraak gewezen had op de mogelijkheid
dat aan een Bedrijfsraad verordenende
bevoegdheid zal worden verleend, al zal
daarvoor dan een nadere wet worden ver-
eischt.
Ten aanzien van de taak van den Be
drijfsraad merkte spr. op dat in het bedrijf
de wensch leeft, dat krachtens de Be
drijfsradenwet op den duur ook de regeling
van economische aangelegenheden ter
hand zal kunnen worden genomen; im
mers de practijk heeft geleerd, dat er tus
schen sociale en economische aangelegen
heden een nauw verband bestaat en dat
uit het regelen van het eene, vaak nood
wendig regeling van het andere voortvloeit
terwijl een scherp verschil niet altijd te
trekken valt. De heer v. d. Wal besloot zijn
rede met den Minister de verzekering te
geven dat het den Bedrijfsraad aan toe
wijding en ijver niet zal ontbreken.
In den Bedrijfsraad zijn vertegenwoor
digd de Nederiandsche Bond van Boek
drukkerijen door de heeren S. S. Korthuis,
L. Levisson en J. W Hermy; de R.K. Ver.
van Ned. Drukkerspatroons door de heeren
mr. Th. P. A. J. ten Hagen en L. J. J.
Arts; de Bond van Chr Drukkerspatroons
door den heer J. H. van Lonkhuyzen; de
Alg. Ned. Typografen Bond door de heeren
F. van der Wal en B. Ponstein; de Neder
iandsche R.K. Grafische Bond door den
heer B. Leyn: De Ned. Chr. Grafische Bond
door den heer J. Hofman; de Ned. Gra
fische Bond door den heer D. van Rhee
en de Ned Litho-, Foto- en Chemigrafen
Bond door den heer J. Roelofs.
Na de installatie is de Bedrijfsraad over
gegaan tot de aanwijzing van een bureau.
Tot voorzitter van werkgeverszijde werd
benoemd de heer S. S. Korthuis; tot voor
zitter van werknemerszijde de heer F. v.
d. Wal te Amsterdam. Als werkgever-
secretaris zal fungeeren mr P. Borst te
Amsterdam; van werknemerszijde zal nog
nader over de aanwijzing van een secre
taris worden beslist. Voorloopig zal als
zoodanig fungeeren de heer B. Ponstein te
Amsterdam.