KNOEIERIJ
5,te Jaargang
Donderdag 20 September 1934
No. 38
door
RIK BEU1SR-
Toen Theo dien zonnige voorjaarsmor
en fluitend naar de H.B.S. fietste, had hij
iog geen flauw vermoeden, in wat voor
moeilijkheden hij dien dag verzeild zou
rake. Hij voelde zich licht en blij gestemd,
omdat de zon scheen en de lentewind
ioor zijn haren woei.
Theo leerde vlug en makkelijk en kon
met de meeste leeraren goed opschieten;
met één van hen was hij zelts dikke vrien-
öen. Hij hield er van om zijn werk keurig
I te leveren en zijn lessen ook werkelijk
e leeren en zoodoende had hij haast
rooit ergens moeite mee.
Maar wie nu denkt, dat Theo een „brave
Jongen" of een „heilig boontje" was, heeft
t bij het verkeerde eind. Als er een kwa
jongensstreek werd uitgehaald, kon je er
op rekenen, dat Theo van de partij was
in bij het zwemmen, roeien en schaatsen
eden was hij altijd haantje de voorste.
Maar zijn grootste liefhebberij lag toch
liet op het terrein van de sport. Die be-
itond uit: lezen! Theo was dol op lezen.
Eteisavonturen, Indianenboeken en detec-
iveverhalen waren zijn grootste schat.
2oo langzamerhand had hij al heel wat
toeken gekregen, want op verjaardagen
m met Sint Nicolaas stond er altijd een
if ander boek op zijn verlanglijstje. En
ie boeken, die hij zelf niet had, leende
ij van anderen. Alle jongens, die een
loek hadden, dat Theo wilde lezen, leen
den het hem met plezier, want ze kregen
het altijd even netjes terug en dat kon
den ze heusch niet van iedereen zeggen
Onder het rijden dacht Theo ook nu
weer aan een prachtig nieuw Indianen
boek, dat hij in een boekwinkel gezien
had. Hij zou het dolgraag koopen, maar
zijn zakgeld was lang niet voldoende en
den vorigen dag was .zijn moeder jarig ge
weest, zoodat al zijn overgespaarde geld
natuurlijk op was.Vader had hem een
paar weken geleden pas een nieuw boek
met reisverhalen gegeven en toen Theo
over het Indianenboek begonnen was, had
moeder dadelijk gezegd, dat er geen
sprake van kon zijn, dat hij het kreeg.
Maar misschien kon hij het leenen van een
van de andere jongens. Als iemand het
tenminste had
Al freewheelend was Theo bij de school
gekomen. Vlug zette hij zijn fiets in het
rek en ging naar binnen. Het was een
paar minuten vóór half negen en de jon
gens stonden nog in groepjes met elkaar
te praten. Op eens voelde Theo een klap
op zijn schouder. „Halio", zei Freddie de
Jong vroofijk, „daar hebben me Theo. Zeg
jö, dat is iets voor jou, wat Jo Verburg
daar heeft. Jij wordt dood-jaloersch, als
je 't ziet!" Meteen nam hij Theo mee naar
een hoek van het lokaal, waar een stel
letje jongens In bewondering over een
boek gebogen stond. Nieuwsgierig keek
Tbeo wat ze daar hadden, maar toen hiji
den band van het boek zag, voelde hij zich
plotseling warm wordenDat was het
Indianen-boek, dat hij zoo dolgraag wilde
hebben. Nu zou hij het dus tóch kunnen
lezen! Jammer dat het juist Verburg was,
aan wien hij het vragen moest. Theo hield
niet van dien jongen! Hij had iets valsch
in zijn oogen en als hij iemand iets leende
wilde hij er altijd op de een of andere
manier wat voor terug hebben. Meestal be
stond die tegenprestatie uit hulp bij zijn
werk, want erg knap was Verburg niet.
Maar hij was wel slim, veel slimmer
dan Theo dacht! In zijn hart haatte hij
Theo omdat deze meer wist dan hl) en
zich nooit ophield met knoeierijen of
achterbaksche praatjes. Het was dan ook
niet zonder bedoeling, dat hij het boek
had meegenomen. Hij kende Theo's lees
lust en had bü zichzelf het plan gemaakt
om door middel van een boek .Mister
Righteous", zooals de Engelsche leeraar
Theo wel eens noemde, naar zich te te
halen. Want Verburg kon het niet uit
staan, dat Theo zoo rustig en flink zijn
weg ging en iedereen ronduit zijn mee
ning zei. Als hij een brave Hendrik ge
weest was, had hij het niet erg gevonden.
Dan had hij hem ganw genoeg bespotte
lijk gemaakt, want zooiets was Verburg
wel toevertrouwd. Maar juist het feit, dat
Theo wèl meedeed met de anderen en zich
nooit afzijdig hield van hun pretjes, dat
kon Jo Verburg niet verdragen.
Kwasi-acbteloos reikte hij Theo nu het
boek toe.
,,'s Kijken?" vroeg hij onverschillig.
Aarzelend nam Theo het aan en bladerde
het even door.
,,'t Lijkt me een reuze-fijn boek", zei
hij toen geestdriftig. „Als je t zelf ge
lezen hebt, houd ik me ook aanbevolen,
hoor!"
Verburg keek hem tusschen zijn wim
pers door aan.
„Ik heb 't al geiezen". zei hij toen.
Tbeo opende den mond al om gretig te
vragen, of hij het dan nu meteen mocht
lezen, maar er was iets, wat hem daar
van terughield, hij wist zelf niet wat
C'P hetzelfde oogenblik kwam de leeraar
binnen. „Om twaalf uur praten we ver-
dpr" zei Verburg nog gauw.
Theo ging naar zijn plaats, maar hij had
alle moeite om zijn gedachten bij de
Frensche les te houden. „En hierna nog
gymnastiek er. wiskunde en Engelsch".
dacht hij ongeduldigSteeds weer
moest hij aan de prachtige platen den
ken, die hij vluchtig gezien had bij het
doorbladeren van het boekEindeloos
leek hem de morgen en toen het eindelijk
twaalf uur was, ging hij direct naar Jo
Verburg.
„Zeg", begon hij verlangend, „je zei
vanmorgen, dat je het boek zelf al gelezen
had. Bedoelde je daarmee, dat ik het nu
meteen al van je kan leenen?"
Verbuig sloeg zijn oogen neer en zei
toen langzaam:
„Je kunt het niet leenen, je kunt het
alleen maar krijgen". Theo keek hem aan
zonder iets te begrijpen. .Krijgen?" zei
hij toen verbaasd. „Hoe bedoel je dat?"
„Wel", zei Veburg. terwijl hij het boek
doorbladerde, ,4k bedoel precies wat ik
zeg, maar je begrijpt natuurlijk wel: vóór
wat hóórt wat, hè!"
(Slot TOlgt),
.(Nadruk verboden).