STRIJDERS IN T WIT 15^ Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 15 September 1934 Vierde Blad No. 22849 g Buitenl. Weekoverzicht. UIT EN OVER PLANKENLAND INGEZONDEN. MOEILIJKE TIJDEN VOOR GENEVE. Ben rustige agenda heette Volkenbonds- pad en Volkenbond dit maal te Genève te wachten! De agenda was inderdaad matig, maar wat er omheen plaats grijpt... In de eerste plaats heeft Frankrijk de twestie van het Saar-gebied opnieuw in ten interessant licht ter tafel gebracht, doch daarop wezen wij reeds in een vorig overzicht. Daarnaast is gekomen de toela ting van sovjet-Rusland. Deze heeft meer voeten in de aarde, dan Frankrijk als groote promotor der sovjets heeft ver moed! Doch er schijnt thans werkelijk ze kerheid te bestaan, dat de bolsjewist eerst daags met vliegende vaandels Genève zal binnen trekken. De meerderheid van 2/3 voor toelating tot den Volkenbond was niet zoo moeilijk te bereiken, doch anders stond het met den permanenten zetel voor de sovjets in den Raad. Daarover is heel wat geconfereerd, doch tenslotte is ook in dit opzicht door Frankrijk succes verwor ven: Argentinië beloofde niet tegen te zul len stemmen, doch blanco, terwijl de tweede onzekere factor, Polen, zelfs zoover ging, de toezegging te geven, voor te zul len stemmen, zij het in de uitgesproken verwachting, dat Polen weldra als groote mogendheid zal worden erkend en dus ook vereerd met een permanenten zetel. Daar mede schee,n de kwestie beklonken, maar de sovjets waren veel-eischend! Zij ver langden een keurige uitnoodiging te ont vangen en zelfs daaraan is voldaan Dat gaat ons wel wat ver en het zal de sovjets van den aanvang af eenigszins overmoedig maken, terwijl bescheidenheid toch hun deugd al niet pleegt te zijn! Volgende week zal vermoedelijk Litwl- noff naar de Volkenbondsstad komen en zijn plaats innemen in het koor der poli tici, daar vereend, na in een naburig Fransch grensplaatsje zijn oogenblik van trlumf te hebben verbeid! Sandler. Het toeval wil, dat hij dan welkom zal worden geheeten door een heftig bestre den tegenvoeter, n.l. door den met groote meerderheid tot voorzitter van deze Vol kenbondszitting gekozen Noorschen mi nister van buitenlandsche zaken Sandler, een sociaal-democraat! Doch een bezwaar zal dit wel niet ople veren; de nieuwe aanwinst zal ongetwij feld in goed gekozen woorden worden wel kom geheeten. Litwinoff komt waarschijnlijk tijdig INLEIDING. Dat het Tooneel van zulk een hooge cultureele beteekenis is, wordt in ons land over het algemeen nog te weinig aange voeld. Men is niet voldoende doordrongen van het besef, dat juist in het Tooneel, in al zijn diverse schakeeringen, van de klucht of tot het zwaarste drama toe, om het populair te zeggen, „de polsslag klopt van het leven". Uit het verleden, van het nu en zelfs soms al van de toekomst! Het is onze bedoeling te trachten onze lezers en natuurlijk ook onze lezeressen in deze rubriek nader te brengen tot het groot cultuurverschijnsel, dat het Tooneel is in zijn beteekenis voor alle tijden. Onderdeel als het. in al zijn openbarin gen is van het geestelijk, politiek, maat schappelijk en cultureel leven, doch, door zijn technischen kant, een eigen en ken schetsend onderdeel ervan, zooals de heer L. Simons het zoo kernachtig uitdrukte in zijn „Het Drama en het Tooneel in hun Ontwikkeling". Successievelijk hopen wij diverse fas- eetten te belichten, die het Tooneel in zijn gansche wezen zoo rijkelijk biedt. Nu eens toelichtend een bepaald tooneelwerk. dan weer een gezelschap of actrices of acteurs, naar mate de gebeurtenissen daartoe aan leiding geven. WAT HET VER. ROTTERDAMSCH HOF- STAD-TOONEEL ZAL BRENGEN. Staande voor den aanvang van het nieuwe seizoen, is het nog bijkans ondoen lijk reeds te voorspellen, wat dit zal bren gen. Diverse mutaties hebben bij de gezel schappen plaats gevonden. Men zal het geleidelijk merken hoever dit gaat en wat het aan verlies of winst beteekent. Een vain de gezelschappen, die voor onze Sleutelstad van bijzondere beteekenis zijn, is ongetwijfeld het Ver. Rotterdamsch Hof- stad-Tooneel. Het gaat zijn elfde seizoen in en heeft zijn bestaansrecht daarmede in onze tooneelwereld op zich zelf al be wezen. De samenstelling ervan hebben wij reeds vermeld, doch volledigheidshalve laten wij het hier nog eens volgen: Tableau de la troupe. Dames: Annie v. d. Lugt Melsertv. Ees, Ete Carelsen, Vera Bondam (a.g.l, Bets RanucciBeekman, Mimi Boesnach, Enny HeymansSnijders, Cécile SpoorCarel sen, Annie van Duyn, Joekie Broedelet, Enny Meunier, Hélène Berthé, E. Mecklen burg, Reny Knufman, Else Willart, Miesje d. Haak, Cecilia Bach. Heeren: Cor van der Lugt Melsert, Louis Oimberg, Johan Elsensohn. Theo Frenkei, Dick van Veen, Anton Roemer, Dirk Ver beek, Piet Bron, Jan van der Linden, Hans tan Ees, Johan Schmitz, Eduard Palmers, Paul Steenbergen, Toni van Otterloo Jr., Gerard Arbous, Gerhard Alexander, Bob Oosthoek, Leo den Hartog, Kenneth Spring- naar Genève om de begrafenis te kunnen bijwonen van het Oost-Locarno-pact. Dit mag men toch ter ziele rekenen, nu van Dultsche zijde een pertinente afwijzing is afgekomen en, al is het dan nog niet of ficieel gezegd, ook Polen een beleefd be dankje zal doen hooren. Van Dultsche zijde is de weigering te begrijpen, daar het pact immers te duidelijk een poging was, om het Fransch-Russisch streven tot uiting te brengen, waaraan slechts ach teraf een ook voor Duitschland geldende garantie was toegevoegd en bovendien voor toetreden impleciet noodig was het lidmaatschap van den Volkenbond, waar uit het Derde Rijk is weggeloopen. Voor Polen staat de zaak anders; blijkbaar heeft men daar weinig neiging om b.v. de grenzen van Lithauen en Tsjecho-Slowa- kije mede te garandeeren, terwijl Polen juist streeft naar grenswijziging! Intus- schen heeft deze mislukking er mede toe- geleid. dat de drie kleine Baltische land jes een soort Entente hebben gesloten in den geest der Kleine Entente, zij het ook uit vrees voor Duitsche penetratie naar het Oosten. Behalve in Frankrijk en sovjet-Rusland zal men niet diep treuren over de begra fenis van Oost-Locarno. waaraan Enge land en Italië toch slechts schoorvoetend hun fiat hadden gegeven. Boven zinspeelden wij reeds even op Poolsche neigingen om als groote mogend heid te worden erkend, met alle rechten, daaraan verbonden. Hoever deze aspira ties gaan, is onverwacht te voorschijn ge treden! Polen heeft eensklaps een soort „bom" tot ontploffing gebracht, waarvan de draagkracht nog niet is te schatten. Reeds eenige jaren ijverde 't voor de ver vanging van de slechts voor enkele landen w.o. Polen zelf! geldende minderhe den-clausule door een bepaling voor alle leden van den Volkenbond, doch de groo- ten wilden daarvan niet weten. Ook thans had Polen deze kwestie weer op het tapijt gebracht, doch niemand rekende op een stap, als plotseling door minister Beck a la PUsudski gedaanPolen stelde op nieuw zijn gelijkgerechtigheidseisch, doch deed dit vergezeld gaan van de aankon diging, dat Polen zich niet meer gebonden achtte aan de bestaande regeling! Welis waar is het groote woord van „opzegging" niet gebruikt, doch dit behoeft slechts een nuance te zijn. Ais verstard zat daar de vergadering. Zoowel sir John Simon als Barthou en Aloisi hebben zich gehaast om Polen te wijzen op de draagkracht van zijn besluit en hebben beleefd, doch daar om niet minder dringend gewezen op de gevolgen van zoo'n eenzijdige opzegging van verdragen en hebben daarnevens, In formeerend, of het meenens was, Polen de kans op een terug opengelaten.... Inderdaad is de beteekenis van een een zijdige opzegging van verdragen groot; feitelijk worden verdragen dan immers het bekende „vodje papier" en heeft men er practisch weinig om niet te zeggen niets aan! Polen zal nu spoedig moeten uitspreken, wat het precies bedoelde. De kans lijkt, helaas, maar al te groot, dat het den weg terug niet zal inslaan! Tot niet gering ge noegen van Duitschland, dat in zijn hui dige positie de waarde van den Volken bond maar al te "gaarne ziet afknabbelen. Het is werkelijk een bom, die Polen daar heeft geworpen in Genève, waar de ove rige aangesneden kwesties als de Oosten- rijksche weinig of geen moeilijkheden schenen te baren. Het zijn moeilijke tijden voor Genève bom. Piet Heilbron, J. Schouten, Nico Steenbergen, Joh. Hooft. Artistieke leiding: Cor van der Lugt Melsert. Zakelijke leiding: Adriaan van der Horst Dram. Adviseuse: Bets RanucciBeek man. Regisseurs: Cor van der Lugt Melsert, Adriaan van der Horst, Bets Ranucci Beekman, Dick van Veen. Décors: Karei Brückman. Costumes: Firma J. N. Mulder, Utrecht. Uit het repertoire. Eenige maanden heeft het gezelschap vacantie genomen. Slaapt het drama tische kunstleven dan?? Neen. Het prepareerde de werkzaam heden voor het nieuwe seizoen. Laten onze tooneelliefhebbers maar smachten naar de openingsvoorstelling, laten ze ondervinden wat het zeggen wil. drie maanden niet in de gelegenheid te zijn hun tooneelartisten te bewonderen en toe te juichen. Wie zou er b.v. nog een kievitsei lekker vinden, als men ze het geheele jaar kon koopen? De kievit die weet het. De gewone kippen on dervinden het rampzalige van het teveel. Het verschil echter tusschen een kievit en een theaterleider is, dat de kievit ieder jaar een zelfde soort ei voortbrengt en de theaterleider te zorgen heeft, dat hij 's winters verschillende soorten eieren in voorraad heeft! Gooide men vroeger j aren niet met slechte eieren naar de hoofden der too- neelspelers, wanneer zij niet naar de smaak van het publiek hun kunst vertoon den? Moeten de theaterleiders niet zeer kieskeurig zijn in de keuze van hun reper toire om te voorkomen, dat dit gebruik, ge zien den geringen eierenprijs, niet weer in zwang geraakt? Onze tooneelvrienden zijn verwend! Zijn ze kieskeurig? Ja! Daarom is het voor een tooneelleider een zware taak aan hun smaak op den duur te blijven vol doen. Aan deze taak heeft hij dan ook zijn drie maanden rust te offeren; het buitenland te bereizen; de tooneelproducten in andere landen te beoordeelen. De toestanden daar te bestudeeren! Het beste wat men in Parijs, Londen, Rome, Weenen opvoert of a.s. seizoen gaét opvoeren te keuren of te lezen. Het beste! Want in alle bovengenoemde steden zijn er slechts een of twee stukken, waarnaar het publiek komt. Welk stuk heeft b.v. in München op dit oogenblik een groot succes? „Vastgeloo- pen", het nieuwste stuk van Bernard Shaw. Geen inlandsch product op dit oogenblik in Duitschland, maar een Engelsch werk. De leider van het gezelschap heeft dit stuk gekocht en zal het in 't a.s. seizoen ten tooneele brengen. Shaw schreef ook een heel eigenaardige één-acter, dat in Londen bijzonder veel succes had; „Village- Wooing" het Rotterdamsch-Hofstad-Too- neel zal dit 't a.s. seizoen vertoonen. Berlijn! Welk stuk is daar gegaan dat waard en geschikt is om in Holland voor het voetlicht gebracht te worden? Heel (Buiten verantwoordelijkheid der Red.) Copie van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. HET LEIDSCHE BROKKENHUIS. September is in 't land en daarmede komt 't Leidsche Brokkenhuis weer bij u bedelen. Wij vragen geen geld, maar ge bruikte kleeding, dekking, ligging en meu belen voor honderden gezinnen, die niet in staat zijn dit te koopen. Evenals de vorige jaren hebben de padvinders zich bereid verklaard ons bij de Inzameling te helpen. Zaterdag 22 September komen zij bij u aan om mee te nemen, wat u klaar hebt gezet. Veel, heel veel zal er dezeh winter noodig zijn; de loonen zijn ver laagd, de ondersteuningen zijn verlaagd, de natura-steun is verminderd, de ver- eenigingen van weldadigheid moeten hunne uitgaven inkrimpen; veel zal er dus aan 't Brolckenhuis gevraagd worden. In dien u ons veel geeft, kunnen velen ge holpen worden. Maar geeft ons niet, wat vuilnisman of voddenboer weigert aan te nemen; dat kunnen ook wij niet gebrui ken; 't kost ons slechts geld voor de vuil verbranding en juist dat hebben wij niet. Onze dames vermaken en repareeren de goederen zelf om geen kosten te maken; wat we niet genoeg hebben, wordt kos teloos geknipt en bijgemaakt om zoo goed koop mogelijk te leveren. Maar we hebben kosten van zaal- en pakhuishuur, van onzen ophaaldienst, voor reparaties van schoeisel, meubilair en beddegoed; daarom kunnen we niets voor niets geven. Onze prijzen zijn gering, onze klanten zijn niet koopkrachtig; wie een grooter gezinsinko men heeft dan f. 25.per week kan bij ons niet koopen. Maar ik herinner me een huismoeder, die f. 3.— medebracht, een groote som, moeizaam bijeengegaard; daarvoor kocht zij 60 stuks ondergoed, blousjes, broekjes, jurken en rokken voor haar geheele gezin van 8 personen. An deren komen geregeld en koopen iedere keer voor 25 of 30 ct. een paar stuk. Alle vereenigingen van weldadigheid kunnen bij ons koopen voor hunne ondersteunden; wat wij niet in voorraad hebben, trachten wij hen te verschaffen, hetzij tweede- handsch of nieuw, maar zoo goed en goed koop mogelijk. Altijd is er gebrek aan heerenpakken, jasjes, winterjassen, hee renpantalons, aan ondergoed, kinder- en tweepersoons ledikanten, ligging en de kens, heerenschoenen, wijde en groote mantels, ja, aan wat niet al? Wilt u iemand helpen en hebt u 't benoodigde niet? Vraagt 't Brokkenhuis en wij zullen hem helpen op uwe kosten. Maar wij hel pen niet voor niets; we vragen geen geld of contributies, we bedruipen ons zelf; we maken geen winst, want dan zouden onze prijzen te hoog zijn; bestuur en mede werkers (sters) geven hun tijd en moeite om niet voor 't goede doel, maar onze onkosten moeten vergoed worden. We willen echter gaarne helpen, waar dit noodig is, en ook in die gevallen, waar door verschillende omstandigheden hulp van gemeente, kerk of particuliere vereen, niet te krijgen is. Hiervoor worden bestemd giften in geld, die wij wel eens ontvangen; deze worden afzonderlijk beheerd en slechts na deug delijk ingewonnen advies, meestal echter op verzoek van den Armenraad besteed Mocht u hiervoor gevoelen, dan ontvan gen wij gaarne uwe gave op gironummer 170020, met bijvoeging „voor fondsje H." Hoofdzaak is voor ons echter gedragen moeilijke keus! „Rembrandt voor de Recht bank" van Kyser. Meer dan 200 maal heeft dit werk in Berlijn toeschouwers getrok ken. De Hollandsche groote schilder Rem brandt ten tooneele, terechtstaande voor een rechtbank van dezen tijd. Een stuk Nederlandsche historie, zij het in roman- tischen vorm. Een romantisch tooneelstuk in 4 bedrijven, een drama, tegelijk aan grijpend en verheffend! Een laatst overgebleven familielid van Rembrandt. Titia van Uylenburch, zorgt voor de herziening van het proces om den Kunstenaar van de schandvlek van bedrie ger en bankroetier te bevrijden. Fantas tisch, romantisch, burlesk is het begin van den aanvang af. Het publiek tot blijdschap stemmend, bouwt Kyser de idee voor zijn handeling op. en laat zijn toeschouwers geen oogenblik meer los. Rembrandt verschijnt, persoonlijk voor de rechtbank. Zijn lijdensweg moet op nieuw bewandeld worden. Hoe de rechtbank, het leven van dezen nog altijd niet vrijgesproken aangeklaagde beoordeelt ondanks zijn gigantische groot heid, door doorsnee menschijes in vraag en antwoord veroordeeld, van uit oude geel- geworden acten, is hard en meedoogen- loos. Het Hofstad-Tooneel heeft dit werk ge kocht en zal het In 't a.s. seizoen doen opvoeren. Londen! „Smaadschrift" (Lybell), een onderwerp, dat wel sterk in de belangstel ling van een ieder staat! Herinnert U zich het Proces Mary Dugan? Ook hier een groote rechtszitting, niet om een moord te berechten, maar om den goeden naam van een hooggeplaatst persoon tegen smaad te verdedigen. Het Engelsche pu bliek weet dit stuk te waardeeren, het theater is reeds maanden en maanden avond aan avond uitverkocht. Het Hof stad-Tooneel brengt het 't a.s, seizoen op haar repertoire. Elisabeth Bergner, uit Duitschland ge vlucht naar Engeland, speelt reeds meer dan een jaar in Londen: .Escape me Never" (Ga nooit van me wegLang voor de voorstelling aanvangt, staan de Londenaars in rijen te wachten tot 't theater opengaat. Annie van Ees zal het in den loop van het nieuwe seizoen spelen. FrankrijkParijs! .Eton Crime", een blijspel van Georges Berr en Louis Ver- neuil. Wie kan er geestiger en scherper met de jury rechtspraak de spot drijven dan de Fransche tooneelschrijvers? Daverende lachstormen donderden door het Parijsche theater, waar Mon Crime (Mijn misdaad) opgevoerd werd. Het doodschieten door vrouwen uit jaloezie en de meestal daaruit volgende vrijspraak der jury, is voor de Franschen zelf een bron van vermaak, omdat wanneer mannen als Berr en Ver- neuil, twee eerste rangs blijspelschrijvers, het zoo heerlijk in een belachelijk licht zetten. De onnoozelheid der rechters van instructie, hun gemoedelijkheid, hun vele mistasten, met de daaruitvloeiende pro- kleeding, schoeisel, beddegoed enz. Wilt u uwe kasten en kisten, zolder en kelder nog eens nazien, of u iets kunt missen? Op 22 September halen de padvinders het bij u af, en anders staat onze ophaaldienst, Telef. No. 8, bereid u er van te ontlasten. o „LUCHTBESCHERMING." Geachte Redactie. Nu er verschillende stemmen los geko men zijn betreffende mijn ingezonden stukje over „Luchtbescherming" ben ik zoo vrij de inzenders van hedenavond te antwoorden. Ik begin dan bij den eersten inzender, den heer J. V. de Bruyn, welke zich verwondert over mijn ingezonden stuk. Met dezelfde verwondering las ik ook het zijne. Immers geeft de heer De B. blijk mijn zinsnede over die ezels in het geheel niet begrepen te hebben, welke zin snede bedoeld is als een toevoeging aan de in het eerste artikel geschreven zinnen welke met „Weet ge" beginnen. M.i. waren al deze vragen overbodig, daar iedere bur ger reeds -weet dat onze gasmaskers niet afdoende zijn voor alle gassen en dat de vluchtkelders niet tegen alle oorlogspro jectielen bestand zijn. Men zou de burgers evengoed kunnen vragen of ze weten dat er nog ezels zijn, (in werkelijken zin Mijn heer De Bruyn i. Evenmin kan ik in mijn artikel iets vin den, dat van persoonlijke strekking is. Misschien vindt de heer De Bruyn iets? Verder antwoord moge de heer De Bruyn lezen uit het navolgende gericht aan No. 2, Mevr. B. J. den BlaauwenMulders. Zeer zeker ben ik niet blind en doof, dat ik niet zou weten van de toebereidselen, die men alomme maakt om van Europa een puinhoop!?) te, maken. Kom, kom, zoo'n vaart zal het nog niet ioopen! Dacht U dan werkelijk, Mevrouw, dat U met Uw Alg. Ned. Vrouwen Vredebond het gevaar zoudt kunnen keeren? Al Uw aanhalingen van hetgeen bekende personen gezegd hebben, zeggen mij niets, dan alleen in zooverre dat zij de werkelijkheid weer geven van hetgeen ons eventueel gebeuren kan bij een eventucelen gasoorlog. U zegt verder, dat diegene, die niet meewerkt om een oorlog te voorkomen, mede schuldig is aan een oorlog. Daarom wekken wij alle vrouwen op zich bij ons aan te sluiten. Ik zou U willen vragen of het niet beter ware als de vrouwen hun natuurlijke plichten tegenover man en huisgezin na kwamen. Inplaats van zich druk te maken over een eventueelen oorlog? M.i. is dit natuurlijke terrein der Vrouw groot genoeg om haar voldoening te geven. Dit is weer een van de schadelijke uit vloeisels, welke ons het democratische stel sel „de Vrouw gelijk aan den man" ge bracht heeft, n.l. dat zij zich gaan be geven op een terrein, dat de Vrouw niet ligt; en waar zij niet thuis hoort. De vrouw in het huisgezin! Mijn antwoord aan No. 3, den heer Arendsheer. Alweer één die mijn zin „Weet ge ook dat er nog ezels zijn" niet begrepen heeft. Voor mijn antwoord hierop verwijs ik hem naar No. 1. den heer J. V. de Bruyn. Dat de strekking van het stukje van den Vrouwen Vredebond aan mij voorbijgegaan zou zijn, is een kwestie van hoe men het bedoelde stukje heeft opgevat of dit stukje van den Alg. Ned. Vrouwen Vredebond echter een logische richting aanwijst tot het komen naar den vrede, is iets, dat ik nog altijd betwijfel. Verder meen ik uit het geschrijf van den heer Arendsheer te moe motie- behandelen de twee auteurs op de meest geestige wijze. De twee jonge meisjes, die ondanks hun Intelligentie en titel, geen arbeid kunnen vinden, worden plotseling beroemd, wan neer een van hen het doet voorkomen, dat zij een moord uit jaloezie bedreven heeft en natuurlijk vrijgesproken wordt. De werkelijke dader acht zich echter door deze volgens hem onrechtvaardig verkre gen populariteit zoo geschaad, dat hij dreigt alles bekend te maken, maar als hij zijn bedreiging uitvoert, is er niemand, ook de rechterlijke macht niet. die hem gelooft De zaak is tot ieders genoegen geregeld, afgedaan en zelfs met de bekentenis van de dader met de wet in de hand. lukt 't hem niet een vonnis te krijgen. Het gezelschap brengt ook dit Fransche blijspel bij uitzondering geen driehoeks- liefdegeval. ten tooneele. „Clown, Teddy and Partner", een stuk spelend in de Variété-wereld. Teddy een soort Crockfiguur. gevierd door heel de wereld; een jong vrouwtje voelt door zijn ten opmaken, dat hij fel anti-militairist is. Daarom kan ik hier kort zijn door den heer Arendsheer er op te wijzen, dat het een feit is dat ieder „beschaafd" land ,een klein „incident" voorkomen kan naarmate het bewapend is en over afweermiddelen beschikt. Hoogachtend R. G. SCHMETZ, Heerengracht 25, Leiden 14-9-'34. Wij ontvingen nog een stuk van den heer H. A. B. in deze materie, dat echter na dit van mevr. Den Blaauwen geen zin meer heeft om te vermelden, daar het den zelfden inhoud heeft. Onder 't opschrift „Luchtbescherming!?" heeft het bestuur van de afdeeling Leiden Alg. Ned. Vrouwen Vredesbond, een onder werp aangesneden, hetwelk reeds In het teeken van veler belangstelling staat. Ongetwijfeld is, al is dit wellicht niet het hoofddoel van de inzending geweest, met deze inzending en de andere daarmede verband houdende, de aandacht van vele burgeressen en burgers van Leiden en van de vele lezers van Uw blad buiten Leiden, die daarvan niet voldoende doordrongen waren, gevestigd geworden op het bestaan van „Luchtgevaar". De heer R. G. Schmetz moge zich ge- ergerd hebben over de woordenkeus van de inzendster, en deze en anderen weer over die van den heer Schmetz, nu het onder werp eenmaal is aangeroerd, lijkt het mij nuttig de aandacht daarvoor levendig te houden, zij het dan op een andere wijze en toon dan de reeds ingezonden stukken dit deden. Zeker het kwaad bij de bron te bestrij den blijft wenschelijk en zal door geen weldenkend mensch worden bestreden. Hieraan kan evenwel toch voortgewerkt worden, hetgeen niet behoeft weg te nemen, dat nu gezegd kan worden, dat po gingen in die richting nog steeds geen succes hebben opgeleverd, het organiseere van Luchtbescherming- en Voorlichtings diensten noodzaak, zelf» ilicht is. De Vrouwen Vredebr~ji moge in haar tweede inzending citaten aanhalen van schrijvers bij wie twijfel bestaat over af doende verdedigingsmiddelen, het werkje van den luitenant-generaal b. d. P. H. A. de Ridder, van M. J. M. Gemmeke, van A. A. J. J. Thomson en dr. H. Peeters en nog anderen leert ons, dat wel degelijk mid delen tot beveiliging te vinden zijn. Deze werkjes leeren ons ook, dat angst en ge brek aan vertrouwen de beste helpers der strijdgassen zijn. Ook onze Overheid is doordrongen van de wenschelijkheid tot het organiseeren van Luchtbeschermings- en Voorlichtings diensten en beveelt de organisatie daar van warm aan, hetgeen blijkt uit 't voor woord door Zijne Excellentie minister J. A. de Wilde, geschreven in verschillende wer ken. welke dat probleem behandelen. Nogmaals nu over dit onderwerp ook i» onze stad eenmaal is geschreven is het beter, dat het niet weer ruste. Hoewel ik op goede gronden verwacht, dat zeer bin nenkort ook onze plaatselijke Overheid, als elders, in deze leiding zal geven, mag ik hen, die reeds nu van het nut overtuigd zijn, wel opwekken zich aan te sluiten om ook in Leiden tot een georganiseerde Luchtbescherming- en Voorlichtingsdienst te komen. J. MULDER. 15 September '34. grappen heen zijn melancholie, wordt ver liefd op de „clown"; de mensch zelf kent ze niet. Een fijn geestig stuk. De eerste vertooning kan in de eerst volgende maanden tegemoet gezien wor den. Herinnert U zich „Lente" van Frank Wedekind? (Frühlings-erwachen) In een geheel nieuwe monteering en bezetting komt dit werk weer bij het Hofstad-Too neel op het repertoire. Ook „Mélo!" het stuk van Bernstein, dat eenige jaren door het gezelschap gespeeld werd, keert terug. Van Bernstein's twee nieuwe stukken: „Le Bonheur" (Het Geluk) en „Le Mes- sager". heeft men het auteursrecht beko men. Yvonne Printemps speelde te Parijs ongeveer 300 avonden de hoofdrol in „Het Geluk". Bovengemelde greep uit het repertoire, aangevuld met eenige nieuwe blijspelen en e.v. nog aan te koopen werken, zal, hopen we, voldoende de belangstelling van het publiek trekken. Werd het vorig seizoen 14 Mei j.l. door het Ver. Rotterdamsch Hofstadtooneel be sloten met „Strijders in 't Wit", uit het Amerikaansch door Sidney Kingsley, het seizoen 1934/35 zal er Vrijdag 21 dezer wederom mede geopend worden, zij het in een gedeeltelijk nieuwe bezetting tengevolge van de wisselingen bij het gezelschap Zooals bekend speelt dit sterke stuk in de wereld der doktoren en weet het van begin tot eind de aandacht te trekken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 13