Militaire plechtigheid op de Molenheide - De Duitsche volksstemming |DE HEKS VAN WINSLEA 75,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad «Holfel FEUILLETON. EEN ZWEEFVLIEGTUIG werd van Schiphol door een motor-vlieg* tuig naar Arnhem getrokken, waar de kabel wer.d losgesmeten en het' zweefvliegtuig veilig landde. [DE BEcEDIGING DER OFFICIEBEN OP DE MOLENHEIDE. Luitenant Hafkemeyer legt den eed ai. Link6 kolonel baron van Lawich'. De volksstemming in Duitschland. Links minister Göbbels bij bet verlaten van het stemlokaal in de Kanonierstra sse te Berüijn. Rechts de jn Holland Tronend» Duitschers begaven zich te Hoek van Holland aan boord van een Duitsch schip om 3 mijl buiten de grens hun stem uit te brengen. naar het Engelsch van May Wynne. De man op het grijze paard boog bij lduTan begroeting, maar hij nam niet l°5J hoed af en sprak ook geen enkel Een slanke gedaante was het, be- IJJU'g in den vroolijk getinten mantel en 15;e™ geranden hoed met veeren, die aan- 1 hoOTd6' t°t we^e politieke partij hij be- Wat hij beoogde, bleek duidelijk uit de imanler, waarop hij in gestrekten draf isaar de plek kwam gereden, waar Birley I »?in kastanjebruin paard zat. Met de hand door den teugel van Betsy f®B, wist Marjorie een veiliger plek op I as moeras te bereiken, terwijl zij naar I rt. snakte, op het zien van dien vreem- wiens uiterlijk zoozeer beantwoordde lïm beschrijving, die Parker had gege- |'n van den bewusten dolleman, wiens Iaheen reeds voldoende was om den 1 wH^abhtlgen reiziger een doodschrik op «et lijf te jagen I ot r r Marjorie voelde geen vrees: Jack I ai?thorn was immers menigmaal als I Wend in den nood opgetreden. 1 iirtff165 Sbrley keerde zich om met een vm 1' ?"e collega's de haren ten berge I ontoog11 ^oen r^zen en Dief het rapier Jf341, Jack of Lanthorne hield er een «nvoudige en toch krachtige aanvals- methode op na. Hierdoor werd Birley's paard allereerst teruggedreven naar het moeras, waar, onder de groene overdek king, het vette slijk zoo verraderlijk diep lag. „Hola, Peggy!" mompelde Jack of Lant horne, bracht zijn paard tot staan, sprong er licht en luchtig af, schoof Parker wat terzijde en boog zich voorover om het spartelende paard van Birley bij den teu gel te grijpen. Het was een oogenblik van ademlooze spanning, waarin Marjorie, van een vei- ligen afstand, den wanhopigen strijd gade sloeg met zulk een arglistigen vijand als het gevaarlijke slijk. De maan bescheen dien avond een vreemd tooneel, toen ze met haar zilveren stralen de slapende vennen verlichtte met haar purperen schaduwen en de geheimzinnige, grijze rotsblokken, die hier en daar ver spreid lagen in de dalen en op de met heide overdekte heuvels. Maar dicht bij Drake's Hollow was de vreedzame natuur verlevendigd tot een drama van mensche- lijke hartstochten, dat wijdstrekkende ge volgen kon hebben. Op het pad stond Marjorie met ge scheurd rijkleed, het haar in wanorde langs de schouders golvend, en bijna aan haar voeten lag de bediende, Job Parker, die langzamerhand uit zijn verdooving bijkwam, zich oprichtte en vol verbazing staarde naar ruiter en paard, die aan den rand van het moeras worstelden op leven en dood. Birley's paard was uitgeput achterover gezonken en zijn schichtige oogen, zijn trillende neusgaten en zijn stuiptrekkende bewegingen waren het bewijs, dat het zeer goed zijn onontkomenJjjk lot besefte. Maar zijn berijder had zich uit de stijg beugels gewerkt en met inspanning van alle krachten had hij den rand van het moeras bereikt. Vóór hem, fier en dreigend, stond de slanke gestalte van Jack of Lanthorne en zijn grijze merrie snoof in de lucht en scheen vreemd opgewonden, als voelde ze zoo vaag, dat ze onbewust had meegehol pen, om dien worstelenden kameraad den dood aan te doen. „Ha!".... Birley stond op, terwijl zijn tegenstander even scheen te weifelen, of hij hem zou terugwerpen in het zwarte slijk, waarin het arme paard nu steeds dieper wegzonk. „Neen! Neen!" Het was Marjorie's stem, die dit oogen blik van spanning verbrak, alsof zij bij intuïtie vatte, wat dit aarzelen beduidde, en met uitgestoken handen een stil beroep deed voor den man, die toch haar doods vijand was. „Neen! Neen!" „Laat hem begaan, mistress!" fluisterde Parker, haar bij den rok terughoudend. „Laat hem begaan!" Maar dit oponthoud was reeds nood lottig geweest voor Jack's ondernemen als dit tenminste inderdaad een koelbloe dige moord was want Birley, die nu naderbij gekomen was, had den struik- roover bij de beenen gepakt en hem met verrassende snelheid op den grond ge trokken. In een ommezien was er een schermut seling in vollen gang, zoodat Marjorie luid schreeuwende terugliep naar de plek waar Parker stond. Maar de strijd was slechts van korten duur, daar Birley's rapier in het mpejas gevallen was en hijzelve, uitgeput door de worsteling, om zich uit het slijk te werken, die hij zoo juist achter den rug had, zich al heel gauw gewonnen moest geven en onder lag. In het vuur van den strijd was het nauw sluitend masker wat opgeschoven en Birley staardè in een deel van het gelaat, dat door de maan beschenen werd en fronste de wenkbrauwen, als bezon hij zich aan wie die trekken en die donkere oogen hem denken deden. Maar er zijn geheugen hem nog te hulp had kunnen komen, trad totale bewuste loosheid in, doordat hem met betamelijke kracht en handigheid een slag op het hoofd werd toegebracht. Jack of Lanthorne stond op en werd nu voor het eerst gewaar, dat zijn masker was afgegleden, dat hij zich dan ook haastte weer op te zetten, voor hij zich tot Mar jorie wendde, die zich vol verwondering afvroeg, wat er gebeuren ging, daar het eene gevaar het andere scheen te volgen. De woorden van den struikroover klon ken geruststellend. „Wees maar niet ontzet, mistress", mom pelde hij, of hij bang was, om den eigen lijken klank van zijn stem te laten hooren. „Die toestand van bewusteloosheid zal nog wel voortduren, tot ik terugkeer, en ik ver zeker u, dat ik dan wel zorgen zal, dat hij de bescheidenheid betracht". „Tot u terugkomt?" herhaalde Marjorie. „Terugkomt vanwaar, sir?" „Wel, van mijn rit naar Knottingley, waarheen ik u geleiden zal", antwoordde Jack of Lanthorne kalm. „Deze bloodaard lijkt mij onwaardig voor zulk een taak, die ik nu op mij neem, terwijl hij ziekenver pleger uiag spelen bij dien scpurk, tot ik er een mee terugbreng, die beter berekend is voor dat werk!" Onder het spreken was hij dichter op Marjorie toegetreden, en leidde zijn grijze merrie bij den teugel. „Hoe gauwer wij nu opstijgen en weg rijden", fluisterde hij haar in, „hoe eerder ik mij verklaren kan tegenover een moe dige jongedame". Marjorie deinsde terug: de gedachte van een eenzamen rit over Winslea Moor met Jack of Lanthorne tot gelelde was al uiterst weinig uitlokkend, maar toch was er zoo iets bekends in den toon van de fluisterend gesproken woorden, dat haar dit tot gehoorzaamheid dreef. En waarom zou ze zich ook eigenlijk verzetten? Parker, verzwakt door bloedver lies en verdoofd door den slag met het zwaard, dien hij gekregen had, was maar een minderwaardigen kampioen tegenover deze overheerschende persoonlijkheid, die zulk een groote reputatie bezat voor moe dige daden! „Ik rijd naar Knottingley", begon Mar jorie op aarzelenden toon. „waar mijn vader woont, een zekere doctor Stapleton, gewezen dominee van het dorp. Ikik ben zijn eenig kind". Er klonk een aandoenlijk beroep op goe dertierenheid in deze woorden en in den toon, waarop ze geuit werden. Maar Jack of Lanthorne lachte vroolijk. „Doctor Stapleton ken ik heel goed", zei hij, „en ik zal u veilig en wel naar huis brengen, jongedame, terwijl ik geen anaer loon zal vragen, dan wat ge zelve mij bie den zult van die rozeroode lippen!" (Wordt vervolgd). Groote militaire plechtigheid op de Molenheide. Na 'de beëediging van vier officieren op de Molenheide, defileerden de troepen, die aan 'de manoeuvres in BraJbant deelnemen voor den commandant der Lichte Brigade, gene- raaJLmajoor Faibiue. De cavalerie trekt voorbij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5