BIJ DEN TANDARTS.
Och, och, wat was dat een nare nacht
geweest voor Molie de Haan, Of eigenlijk
niet alleen een nacht, want gisteravond
was het al begonnen. Mollie was acht jaar
oud, dus spreekt het vanzelf dat ze nog
niet zoo laat naar bed mocht. lederen
avond, klokslag zeven uur. zei moeder:
„Mollie 't is je bedtijd, meisje."
En soms zei vader er lachend bij: „Op
gemarcheerd. marsch
Dan wist Mollie het al, 't was meenens
hoor. Met moeder samen ging ze dan naar
boven. Ze kon zich al wel alleen uitklee-
den maar toch ging moeder altijd nog met
haar meisje mee. Als Mollie zich dan uit
gekleed had, knielde ze aan moeders schoot
en zei heel eerbiedig haar avondgebedje
op. Met één sprong wipte ze daarna haar
bedje in. Moeder dekte haar nog eens
warmpjes toe, kuste haar goeden nacht,
deed het licht uit en ging naar beneden.
Zoo ging het iederen avond en zoo was
het gisterenavond ook met Mollie gegaan.
Eigenlijk heette het meisje geen Mollie.
Haar echte naam was Margaretha. Maar
toen ze klein was, nog maar heel klein
weet je, was ze ook heel dik geweest. Vaak
had moeder toen lachend gezegd: ,,t' Lijkt
net zoo'n molletje." Dat had het kleine
ding verstaan en toen op zekeren keer
iemand haar vroeg: „Hoe heet je klein
tje?" had ze geantwoord: „Ikke heet
Mollie." En sinds dien tijd was het altijd
MoHie gebleven. Iedereen vond dien naam
aardig, veel beter dan het lange Mar
garetha.
""oen moeder gisteravond naar beneden
wjs gegaan was Mollie evenals andere
avonden, spoedig ingeslapen. Ze zal zoo
wat een paar uurtjes geslapen hebben,
toen ze opeens wakker werd. Dat gebeurde
anders nooit. Mollie sliep altijd van
's avonds tot 's morgens aan één stuk door.
Maar hoe kwam het dan, dat ze nu wak
ker werd?" zul je vragen. Wacht maar, dan
zal ik het je vertellen.
„Mollie werd wakker van de kiespijn."
Och. och wat had ze toch een hevige pijn.
Natuurlijk begon ze te huilen en niet zoo
heel zachtjes ook, dat verzeker ik je. Moe
der en vader zaten samen beneden in de
hu'skamer. Vader zat de courant te lezen
en moeder zat te naaien. Maar toen moe
der Mollie zoo hoorde huilen wierp ze op
eens haar naaiwerk op de tafel en snelde
naar boven.
Mollie. Mollie, klein vrouwtje, wat
scheelt er aan?" vroeg moeder, terwijl ze
het schreiende meisje in haar armen nam
MoHie hield haar wang vast. „Tc Heb
zoo'n kiespijn" snikte ze, ,.o, moesje, ik
heb zoo'n kiespijn."
irm vrouwtje", zei moeder „heb je zoo'n
pijn? Wacht maar, moeder zal gauw wat
voor je klaarmaken dan zal het wel wat
boter worden."
En moeder had wat klaar gemaakt. Ze
had Mollie wat laten drinken van een
drankje en ze had telkens weer een war
men doek op de wang van het meisje ge
legd. Werkelijk had het een beetje ge
holpen. MolUe was weer in slaap gevaUen.
Maar een poosje later, toen vader en moe
der ook al in bed lagen, schrok MoHie
weer plotseling wakker. En weer begon ze
te huUen, want de pijn was weer even
erg als daarstraks.
Moeder was opgestaan en had weer
warme doeken voor haar meisje klaarge
maakt. Maar nu wilde het heelemaal niet
helpen. De pijn verminderde niets. Toen
had moeder een ander middeltje gepro
beerd en 't scheen, alsof dit wel hielp.
MoHie ging tenminste weer rustig In haar
bedje Uggen. Maar 't duurde maar een
kort poosje hoor. Niet lang daar na hoorde
moeder haar opnieuw huilen. En weer
stond die goede moeder op, om haar kleine
meisje te helpen Ze probeerde aHerlel
middeltjes. Soms scheen het even te zul
len helpen, maar het duurde nooit lang.
Telkens kwam MolUe's kiespijn terug. Eerst
tegen den morgen viel ze in een onrus
tige slaap en toen pas gmg moeder ook
nog voor een paar uurtjes naar bed. 't Was
dus wel een nare, onrustige nacht geweest
voor MolUe en voor Moeder.
Veel later dan anders kwam MoHie dien
morgen overeind. Moeder had tegen vader
gezegd: „We zullen haar maar rustig laten
liggen. Ze heeft vannacht bijna geen oog
dicht gedaan, 't arme kind."
„Best", zei vader. „Ik loop wel even aan
op school om het te zeggen."
't Was al over tienen dien morgen, toen
moeder heel zachtjes de deur van Mollie's
kamertje opendeed. Maar zóó erg zachtjes
had Moeder niet behoeven te doen, want
Mollie was juist wakker geworden. Ze
knikte haar moeder vriendelijk toe.
„Hoe laat is 't moes?" vroeg ze, „moet ik
nog niet naar school?"
„Welnee, langslaapster", lachte moeder
terug, ,,'t Is al veel te laat. Hoe is 't met
de kiespijn?"
Opeens greep MolUe naar haar wang
waar nog een doek om heen zat. t Was
waar ook, ze had zoo'n kiespijn gehad.
,,'t Is over, moes," zei ze verwonderd.
„Ja", zei moeder, dat merk ik wel. MaaT
laat mij nu eens goed in je mondje kijken.'
Gewillig deed MolUe haar mond open.
„O", zei moeder, „Ik zie het al. Wat
een leelijke kies. Wee je wat, MolUe, je
bent nu toch thuis van school, we zullen
straks meteen maar even naar den tand
arts gaan".
MolHe trok lang geen vroolijk gezicht
toen ze dat hoorde. Ze was zelf nog nooit
bij een tandarts geweest, dat wel niet.
Maar sschoolvriendinnetjes hadden haai'
er wel eens van verteld. Eén meisje, Liesje
Harmsen, had zelfs een kies moeten laten
trekken. En 'thad zoo'n pijn gedaan, had
ze verteld.
Daar dacht MolUe nu aan en met een
bevend Upje vroeg ze aan moeder: „Moet
er.... moet er dan een kies getrokken
worden?"
.Dat weet ik nog niet MolUe," ant
woordde moeder?"
,Dat doet de dokter aUeen maar als het
noodig is. anders niet.
„Maar dat doet zoo'n erge pijn," zei
MolUe angstig.
,,'t Doet lang zoo'n pijn niet als die kies
pijn, die jij vannacht hebt gehad, MolHe,"
zei moeder geruststeUend.
.En weet je, de dokter heeft er nog
wel middeltjes voor ook om de pijn heele
maal weg te maken. Als je kies getrokken
moet worden, zullen wij aan den dokter
vragen, om dat middeltje te gebruiken.
Goed?"
Aarzelend knikte Mollie van ja.
Ai had moeder dat nu gezegd, toch vond
ze het niets geen pretje dat ze naar den
tandarts moest. Maar ze begreep wel, dat
er niets aan te doen was.
„Kom," zei moeder, „om elf uur heeft
dokter Bergman spreekuur. Als we vlug
voortmaken, kunnen we er nog net om
elf uur zijn. Hoe gauwer het klaar is, hoe
beter. Je moest soms weer eens zoo'n erge
kiespijn krijgen als vannacht."
Dat hielp!
Gewillig Het Mollie zich nu door moeder
helpen met aankleeden en klokslag ell
stonden moeder en zij bij den tandarts o
den stoep.
Een dienstmeisje deed hen open.
„Gaat u maar dadelijk binnen," zei
vriendelijk. „Er is niemand bij den dokte
Even later zat MolUe al in den groote
stoel in de spreekkamer.
„Laat mij eens even zien, beste meid
zei dokter.
MolUe keek erg angstig, maar toch dec
ze gewinig haar mond open.
Moeder stond naast haar eh hiel
haar hand vast. En 't was net, of dl
een beetje hielp om het minder akeUg l
maken, weet je.
„Ja," zei de dokter, „ik zie het al, di
kiesje moet er uit."
Moeder voelde MolUe's handje trillen e
haastig zei ze: „Ja maar dokter, u dot
dat middeltje van u er wel aan, hè? Da
voelt MolUe er niets van. Ik heb het ha;
beloofd, weet u."
„Dan doen we het natuurlijk, mevrouw
lachte de dokter. ,3elofte maakt schuld
Hij deed wat uit een fleschje aan Mo
lie's Kies. Toen zei hij weer: „Laat mij i
nog eens even zien'.
dokter bukte zich enkrak zei het 1
Mollie's mond.
,,'t Is al gebeurd hoor." lachte de dok
ter, "die leelijke kies is er uit. Daar zul j
geen pijn meer aan hebben."
Verlicht stond Mollie op.
„Nu al?" zei ze verwonderd, ,,'t heef
geen pijn gedaan."
„Zie je wel, ldndje," zei moeder wee
„ik heb het je wel gezegd."
Veel vroolijker dan ze gekomen was, Ue
MolUe den weg naar huls met moedt
terug.
Je kunt begrijpen hoe verwonderd vadi
was, toen hij dien middag thuis kwan
en hoorde wat er gebeurd was.
„Je bent een flinke meid, hoor," pre<
hij Mollie. „Ze heeft dus heelemaal ni<
gehuUd, moeder?" vroeg hij toen.
„Neen," antwoordde moeder, „heelf
maal niet."
„Dan breng ik vanmiddag twee fijr
sinaasappelen voor haar mee," belooft
vader. „Die heeft ze wel verdiend."
's Middags ging MolUe weer naar schot
en nu was zij het, die aan de vriendinne
kon vertellen van een bezoek bij den tanc
arts. „Maar 't was heelemaal niet ei
hoor", besloot ze haar verhaal.
FRANOINA.