De Vierdaagsche - Bouw brug over den Rijn bij Arnhem
DE HEKS VAN WINSLEA
75<te Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD
Tweede Blad
FEUILLETON.
naar het Engelsch van May Wynne.
8)
Zoo liep zij door de beschaduwde
laantjes, nu nog eenzaam en verlaten,
en intusschen zachtjes herhalend het op
gewekte refrein van het Cavaliersliedje:
Over de welde weerklonk de echo van
den koekoek met zijn welkomstgroet tot de
naderende lente.
Warm stroomt het jonge bloed door de
aderen, in zulk een tijd, en, terwijl Bar
bara de vochtige krulletjes van het blanke
voorhoofd schudde, voelde zij zich zoo vrij
an blij, dat ze de heele wereld wel had
durven tegemoet treden met een uit
dagend:
„God save the King!"
HOOFDSTUK m.
Mistress Marjorie.
„Ik wensch u een goeden morgen,
mistress Marjorie!"
Ge gele jasmijn stond in bloei om het
°pen venster heen en voerde haar zoeten
geur de keuken binnen, waar een jong
meisje druk bezig was een groote pastei
voor den oven gereed te maken.
Marjorie Stapleton schrikte, bloosde, en
keek naar de plaats, waar het geluid van
daan kwam en waar sir Hugh Ainslie
tegen de lage vensterbank geleund stond,
Wodat zijn donker ,knap gelaat als 't ware
omlijst werd door de ranken van de gele
jasmijn.
„Morgen, sir Hugh!" antwoordde zij met
een lichte buiging en, terwijl ze met spijt
dacht aan haar met meel overdekte han
den, haar gekreukte schort en haar ont
redderde kleeding over het geheel, vond
hij Juist, dat hij Marjorie nooit aardiger
gezien had, dan terwijl ze zoo aan het
koken was.
Het viel dan ook niet te ontkennen, dat
ze schoonheid bezat; het donker-blauw
van haar eenvoudig japonnetje deed dui
delijk uitkomen de blankheid van haar ge
laatskleur en de roodachtige tint van haar
goudblonde krullen. De blauwe oogen
mochten bij tijden dan wat al te ernstig
kijken, het aardig wipneusje en de frissche
roode lippen gaven het weer iets pikants,
waardoor menige jonge man uit Yorkshire
haar een eereplaats toekende onder de
mooiste meisjes van het graafschap.
„Mag ik binnenkomen?" vroeg Ainslie,
en, zonder eigenlijk haar toestemming af
te wachten, was hij al over het lage ven
ster gesprongen.
Ze keek glimlachend naar hem op en
vergat haar teleurstelling, van zoo midden
in haar werk overvallen te zijn door de
bewondering, die duidelijk sprak uit
zijn blik.
„Wat is het al lang geleden, dat wij u
op Barkleigh Towers zagen!" klonk het
half-verwijtend van hem. „Moeder heeft
juist gisteren nog gezegd, hoe graag zij u
eens iets vragen zou van een recept, om
kruiden te trekken".
„Ik zou al eens eerder aangekomen
zijn", luidde het antwoord, „maar er is
veel ziekte op het dorp geweest".
„Wat zoudt u zich daar nu nog van aan
trekken!" meende hij, want het was en
bleef een ernstige grief voor de Konings-
gezinden, dat de dominee's van de Staats
kerk uit hun plaatsen verdreven waren
door de vrome dienaren van de Presbyte-
riaansche leer, die iederen dorpskansel be
zetten en veroordeelden allen, die van op
vatting met hen verschilden.
Dr. Stapleton, dominee van Knottingley,
was verdreven, gelijk de overigen, maar
terwijl master Holdenough hem iederen
sabbath voor een Baaisdienaar uitmaakte,
bleef hij bezoeken degenen, die hem door
zijn jarenlange werkzaamheid als geeste
lijke onder hen tot vrienden waren ge
worden.
Nu vijf jaren geleden, bij een pokken
epidemie had de weleerwaarde doctor
zijn vrouw verloren; zij had hem maar één
kind nagelaten om haar plaats in te
nemen.
De keurige netheid en gerieflijkheid
van het huisje, waar zij hun intrek hadden
genomen, nadat zij de pastorie hadden
moeten verlaten, getuigden van de goede
zorgen van dat dochtertje.
Sir Hugh hinderde het nóg 't meest,
dat zij nog hard moest werken, om alle
huiselijke plichten waar te nemen. Een zoo
jong en mooi meisje moest toch wat meer
genieten van het leven, dan het Marjorie
mogelijk was, die óók nog altijd zoozeer in
beslag genomen werd door de zieken, die
zij bleef bezoeken.
„Vanmiddag komt u toch op The To
wers?" vroeg hij smeekend, en het stond
bij hem vast, dat hij alles in 't werk zou
stellen om haar dit bezoek zoo aangenaam
mogelijk te maken.
„Zeker. Ik zal blij zijn, lady Ainslie eens
weer te zien".
„En mij toch ook, Marjorie?" vroeg hij,
en sloot de handen, die zoo nog de pastei
bewerkt hadden, in de zijne, terwijl hij
haar teeder in de blauwe oogen keek.
„Zekeren ook", zei ze blozende.
Hij genoot van haar verlegenheid, waar
uit hem immers duidelijk haar ontroering
bleek. Met een zucht ging hij voort:
„O, Marjorie, mocht ik toch hopen
„Tut, tut, mistress! De pastei had al een
half uur in den oven moeten staan!" ver
brak de schrille stem van vrouw Letting-
ton deze voorjaarsidylle.
Ijlings trok Marjorie haar handen uit
de zijne, nam den schotel en had de pastei
al in den oven gezet, eer de oude vrouw,
die reeds bij doctor Stapleton het huis
houden had helpen doen, sinds Marjorie
een maand oud was, nog goed en wel den
drempel overschreden had.
Sir Hugh, met een gevoel van een
schooljongen, die op heeterdaad wordt be
trapt. stond nu bij het aanrecht en
maakte enkele meelaf drukken van zijn rij-
handschoenen weg, terwijl hij vroeg, of
doctor Stapleton ook thuis was.
„Zeker", antwoordde de oude. ,,'t Komt
zoowaar niet veel voor, dat men door de
keuken naar de studeerkamer gaat!"
Sir Hugh lachte:
„Het open venster kwam mij zoo verlei
delijk voor".
Vrouw Lettington had er plezier in hem
zoo in het nauw gedreven te hebben. Zij
mocht sir Hugh graag lijden, ofschoon zij
geen gelegenheid voorbij liet gaan om haar
heer te waarschuwen dat Marjorie nog te
jong was, om al het hof gemaakt te
worden.
„De dominee zal blij zijn u te zien".
Voor haar bleef doctor Stapleton nog
„de dominee", ofschoon zij zich 's Zondags
wel degelijk onder het gehoor begaf van
dominee Josiah Holdenough.
En des te guller gaf sir Hugh gevolg aan
deze uitnoodiging, daar hij zag, dat Mar
jorie al verdwenen was, om zich klaar te
maken voor het ziekenbezoek in het dorp.
Doctor Stapleton zat aan zijn schrijftafel
in de kleine studeerkamer, die vol stoffige
folio's stond, niet alleen in de hooge boe
kenkasten, maar in rijen geschaard op den
grond, op stoelen; kortom, waar er maar
een hoekje over was.
Nu de lord Protector de plaats van den
souverein had ingenomen op den troon
van Engeland, wè.t bleef er voor een plat
telandsdominee anders over dan zijn
boeken?
Zoo redeneerde de waardige geestelijke,
die zich verwonderlijk goed schikte in
zijn dieet.
Om diep te peilen in de bronnen der
oudheid en geleerde verhandelingen te
houden over een punt, dat niemand anders
dan hém interesseerde, was een gelief
koosde bezigheid van den ijverigen god
geleerde.
Hij zat verdiept in een moeilijke strijd
vraag over den oorsprong van de bena
ming van Pontefract, toen sir Hugh Ainslie
binnentrad.
Dr. Stapleton sloot zijn folio en leunde
voorover, vragend:
„Wat voor nieuws brengt u?"
En weldra waren belde heeren in een ge
meenzaam gesprek gewikkeld, betreffende
het komen en gaan van sir Marmaduke
Langdale en het plan tot een algemeenen
opstand, ten behoeve van den koning, als
het sein daartoe was gegeven door dei
trouwe Schotten. (Wordt vervolgd).
HET MON l MENT dat te Aurillac ter
nagedachtenis van den vermoorden Fran-
schen president Doumer door president Links: Twee dames, die den eersten dag al last hadden
Lebrun onthuld is. Jang zullen uithouden.
De Vierdaagsche Afstandsmarschen.
van pijnlijke voeten. Zij trokken de knellende schoenen uit en liepen op de kousen verder. Of ze 't zóó
Rechts: Dames van de Wandelclub S.O.S. uit Rotterdam onderweg.
De eerste dag van de Vierdaagsche. Bouw brug over den Rijn.
DE POLITIEMANNEN UIT DORDRECHT EN SCHIEDAM TRACHTEN HET HOOFD De Zuidelijke oprit nadert zijn voltooiing. Op den voorgrond de grootS
KOEL TE HOUDEN DOOR WITTE DOEKEN OP HUN PETTEN TE LEGGEN. pijler, waarin trappen naar den beganen grond gemaakt zijn.