IntJentoonstelling N.V. LEIDSCH DAGBLAD 75^ Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Juli 1934 Vierde Blad No. 22800 KUNST EN LETTEREN. O Een stroom van bezoekers komt dagelijks naar de TE TILBURG Zij is ook voor U belangrijk! INGEZONDEN. <IIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIII!llllllllllllllllllllt Illllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllll |T5EfU"«T WITTE kO derde zomerconcert pieterskerk. Op 't derde zomerconcert op Donderdag 26 Juli a.s. waarvan 't programma even als vorige jaren geheel aan de nagedach tenis van Joh. Seb. Bach gewijd zal zijn, zal de heer Sam Swaap, eerste violist en concertmeester van het Residentie-Orkest, meewerken. ARS AEMULAE NATURAE. Zelden heb ik met meer genoegen ken- pis gemaakt met een tentoonstelling dan met die welke thans in het gebouw Pie terskerkgracht 9 wordt gehouden. Nu moet u niet denken, dat hier een serie meesterwerken is tentoongesteld, wat uit den aard der zaak aandacht en bewonde ring zou vragen. Neen, het is leerlingen- werk. grootendeels van kinderen, die nauwelijks de lagere school hebben ver laten. Het is niets anders dan groeiende techniek, kunst in wording. Mijn verheugenis heeft dubbelen grond. In de eerste plaats hêrinner ik er aan, dat Ars Aemulae gedurende vele geslach ten een zeer verdienstelijke plaats heeft ingenomen in het cultureele leven van Leiden. De verschillende leden der Leid- sche Schildersschool uit de tijden van bloei onzer Hollandsche kunst hebben voor het overgroote deel hun vorming te danken aan deze inrichting. Een lange rij van directeuren en leeraren legt ge tuigenis af van de groote beteekenis dezer school voor beeldende kunst. Voor een pas afgesloten tijdvak behoe ven wij er slechts aan te herinneren, dat de hoogbegaafde Floris Verster hier eens de leerling was van den genialen Breit- ner; dat slechts enkele jaren geleden onze bekende vriend Van der Nat hier zijn atelier had. Niettemin leidde de school gedurende de allerlaatste jaren een sleepend bestaan, populair gezegd was zij op sterven na dood. Daarom verheugt het ons van harte, dat Zij nu weer vecht om haar oude glorie te herwinnen door het krachtdadig streven van mevr. O. van Iterson-Knoepfle, lee- rares in het schilderen, en den heer E. Bouwmeester, die het onderwijs in het teekenen, boetseeren, perspectief en ana tomie voor zijn rekening heeft genomen. Zoo achten we het een geluk voor de school en voor Leiden, dat het onderwijs aan zeer bekwame en energieke menschen is toevertrouwd en een nieuwe bloei uit slaat aan den ouden boom. Voor dien bloei hebben wij natuurlijk te letten op de resultaten. En deze zijn in derdaad verrassend. De methode is, in den aanvang althans, op klassieke leest geschoeid. Men begint onder leiding van den heer Bouwmeester met het teekenen van een gipsplastiek, alleen bestaande uit neus en mond; ver volgens worden studies gemaakt naar een oog, een oor, om zoo tenslotte, wanneer men de onderdeden, hun onderlinge ver houding en ligging weet en zich volkomen bevrust is, tot het maske te komen. Aparte studies worden ook gemaakt van handen, gestrekt, gebogen, gebald, waarbij sterk gelet wordt op den anatomischen bouw. Wie zich van diverse tentoonstellingen herinnert, hoe overigens goede schilders soms van de handen karakterlooze, slappe dingen maakten, of ze voor 't gemak om de moeilijkheden te ontzeilen ergens achter wegmoffelden, kan niet anders dan dankbaar zijn voor het paedagogisch Inzicht, om juist van de handen veel stu die te maken. Handen, gaaf en zwaar, teer en fijn, nerveus en energiek, vol spanning of willoos, kunnen Juist voor den portretschilder zulk een voortreffe lijk middel zijn om de psychische gestel tenis van zijn object mede te bepalen. Daarna komt de tors aan de beurt en eindelijk de voet, het afgietsel van den anatomischen structuur daarvan, opdat de beteekenis van den voet als steun- orgaan goed tot zijn recht zal komen. Deze plastieken, waarvan het origineel in bepaalde gevallen door de leerlingen eerst wordt nageboetseerd, worden door de leerlingen van den eersten Jaarcursus, jon gens van 14 jaar en ouder, met verrassend begrip geteekend, waarbij onmiddellijk op de stofuitdrukking wordt gelet. Ter afwis seling wordt nog wel eens een maskeron of iets dergelijks geteekend; terwijl men ook al spoedig zijn krachten beproeft aan het stilleven. Onder de geteekende stil levens is er één, dat van een merkwaardig zelfstandig talent getuigt. Ofschoon het aanleeren der techniek hoofdzaak is, techniek maakt immers vrij en opent de mogelijkheid tot zelfstan dige uitdrukkingskracht zagen we in het werk van een der jeugdige leerlingen reeds een neiging tot styleeren, tot sa menvatten in ruimer lijnenverband, wat natuurlijk alleen wordt geduld, wanneer het berust op degelijk kennen en kunnen. In den tweeden cursus wordt deze werk wijze voortgezet, met dien verstande, dat dan de anatomie van het lichaam gron dig wordt onderwezen, terwijl men tevens dieper ingaat op de perspectivische ver schijnselen en hun toepassing, dat nu ver der meer werk wordt gemaakt van boet seeren en ook het etsen wordt onderwezen. De leerling, die met vrucht de teeken cursussen in theorie en praktijk heeft ge volgd, kan nu met schilderen beginnen. Mevr. van ItersonKnoepfle heeft eenige jaren geleden les gehad van Van der Nat en diens zin voor een warm en rijk ge detailleerd palet tot de hare gemaakt. Daarna is zij evenals de heer Bouwmeester leerling geweest van de Antwerpsche Aca demie, waar zij haar studiën voltooide on der leiding van Isidoor Opsomer. Het naar het Rembrandtsche neigende palet van Van der Nat, dat zij zich eigen had ge maakt, heeft nu een meer Vlaamschen inslag gekregen. Het kleurgevoel is anders geworden, meer modern gericht. Doch men voelt steeds den zin voor een schier eindelooze variatie van tinten. Haar werk is groot en krachtig opgezet, zeldzaam vast en over tuigend geschilderd, brlllant van kleuren pracht en tevens doorgloeid van innigheid. Zij is geheel zich zelf geworden en heeft de invloeden harer leermeesters in eigen sfeer verwerkt. Ik wou dat we te Lelden eens een tentoonstelling van haar verras send mooie oeuvre kregen. Als leerares van groote bekwaamheid en diep inzicht zal zij zeker voortreffelijke resultaten bereiken. Dat blijkt nu reeds uit de doeken van Jef van Beek. die op 'n andere zeer bekende inrichting dicht bij Leiden doodliep en nu, blijkens het ten toongestelde werk tot volle ontplooiing komt. Er wordt in dit werk acht gegeven op compositie, voordracht, ondanks tegen stellingen gebondenheid van tonaliteit, op stofuitdrukking. Dit zijn kenmerken, waardoor de oude Hollanders steeds uit muntten, doch waarvan enkele, zeker niet tot voordeel der kunst, door sommige mo dernen worden veronachtzaamd. RECLAME. 4324 Gexjuont doos. Bekijk maar eens dat Stilleven met die blauw porseleinen schotel met appels en gemberpotje op een grijs kleed. Het toont in zijn kleurgevoel ongetwijfeld een mo derne neiging, doch met den gedegen ernst en kennis van vroegere tijden. Bekijk eens dat bloemstuk met de gloeiende violieren; of dat groote stuk met donker glanzende pot met groote geelbruine schaal; of dat met kruik, potje van groen geglazuurd aardewerk; dat met een vergiet waarop radijzen liggen, met een blauwgeblokte keuken-vaatdoek. Dit werk geeft blijken van een rasaanleg, die onder leiding van Mevr. Van Iterson tot rijpheid komt. Ik kan den lezers niet sterk genoeg op wekken, eens hun schreden te richten naar Ars Aemulae en deze oude Leidsche Instelling de volle belangstelling te schen ken. Ook in dezen wenschen wij: Leiden vooruit. NIEUWE UITGAVEN. Toelichting op het A.R. Partij-program. Bij de N.V. Dagblad en Drukkerij „De Standaard" te Amsterdam is verschenen van de hand van onzen premier, dr. H. Colijn: Saevis Tranquillus in Undis, toe lichting op het A.R. beginselprogram. Het boek is in zeker opzicht samengevat uit de artikelen van den heer Colijn in „De Standaard", doch daarnevens uitgebreid en aangepast aan de ingevoerde program wijzigingen. De heer Colijn zou de heer Colijn niet zijn, wanneer hij er niet in geslaagd was om een toelichting samen te stellen die zeer duidelijk tot in onder- deelen het A.R. program doet spreken, ook voor zeer eenvoudigen des geestes. Het boek, lijvig in omvang, spreekt voor zichzelf! Men voelt hier aan het woord een geboren leider. De prijs van het boek is gebonden f. 6.90. RECLAME- 4731 (Bulten verantwoordelijkheid der Red.) Cople van de al of niet geplaatste stukken wordt niet teruggegeven. AAN DE INGEZETENEN VAN LEIDEN! A.s. Zondag zullen onze trouwe mede helpsters u wederom 't bekende bloempje aanbieden van „Herwonnen Levenskracht" en in ruil hiervoor van u een offertje vragen. Wij behoeven hier zeker wel niet nader uiteen te zetten, voor welk doel u dit bloempje wordt aangeboden, omdat wij met reden meenen te mogen aannemen, dat „Herwonnen Levenskracht" voor u geen onbekende meer is en derhalve het spreekwoord: „onbekend maakt on bemind" geenszins van toepassing is op „Herwonnen Levenskracht". Ofschoon het werk der Tuberculosebe strijding zich steeds meer in de sympathie en daadwerkelijke medewerking van velen mag verheugen, kan vooralsnog niet wor den gezegd, dat in dit opzicht teveel of genoeg zou worden gedaan. Dit klemt te meer, omdat ook de ver- eenigingen, welke zich de bestrijding der tuberculose ten doel stellen, in ernstige mate de gevolgen van de ongunst der tij den ondervinden, hetzij door vermindering van de subsidies, hetzij door vermindering van donaties en anderszins. Men moge daarbij wel bedenken, dat de tuberculose nog immer voortgaat vele slachtoffers te maken, zoodat meer dan ooit alle krachten moeten worden inge spannen om het zegenrijke werk der ver- eenigingen mogelijk te doen blijven. Met het meeste vertrouwen doen wij daarom ook nu weer een dringend beroep op aller offervaardigheid, waardoor uwe waardeering voor het streven van „Her wonnen Levenskracht", ook nu weer zal blijken niet alleen, maar wat van grooter beteekenis is, ook de uitzending naar sa natoria in de toekomst mogelijk zal wor den gemaakt. Wij houden ons ervan verzekerd, dat niemand a.s. Zondag onze vriendelijke bloemenverkoopsters zal voorbij gaan, zonder in het bekende busje een offertje te hebben gestort. Hierdoor bereikt ge. lo. dat de moeite, die onze medehelp sters zoo geheel belangloos zich getroos ten ten bate der arme tuberculoselijders, blijkt te worden gewaardeerd, hetgeen ook voor hen dubbel bemoedigend is; 2o. dat meerdere tuberculoselijders des te spoediger zullen kunnen worden uitge zonden naar onze sanatoria, hetgeen voor velen zal beteekenen, van een wissen dood te worden gered; 3o. dat ge Zondag wellicht meer dan an ders over u zeiven voldaan zult kunnen zijn in de overtuiging door uw offer ertoe te hebben bijgedragen, dat anderen de gezondheid zullen herwinnen, waarin gij u thans moogt verheugen. Ingezetenen van Leiden en anderen, die Zondag a.s. in Leiden vertoeven, toont uw liefde voor uw lijdenden evenmensch; koopt het bloempje van „Herwonnen Le venskracht", opdat het financieel resul taat a.s. Zondag grooter moge zijn dan ooit te voren. Zijt ge a.s. Zondag niet in Leiden en wilt ge toch uw offertje geven voor dit schoone doel, welnu stort dan een bedrag op postrekening 137881 van ondergetee- kende, die gaarne bereid is groote en kleine gaven hiervoor in ontvangst te ne men. H. LOMBERT, Voorz. v. h. PI. Comité Leiden. VERNIELING DOOR DE JEUGD IN DE KOOI. Geachte Redactie. Vergun mij het onderstaande in UW bladi te plaatsen. Bij voorbaat mijn zeer op rechten dank. De Gemeente is zoo welwillend geweest om den werkloozen een voetbalterrein te geven in de Kooi. Al is dit niet fraai, de menschen kunnen er voetballen. Er is een pracht kleedkamer gezet, werkelijk af. Nu vraagt ondergeteekende, die deel uit maakt van de commissie, langs dezen weg om aller medewerking, die thans heel wat te wenschen heeft overgelaten, want de jeugd uit de Kooi heeft zoowat het geheele huisje gesloopt en in de sloot gegooid. Erger kon het niet. Is dit omdat het eigendom was van de Gemeente? Er zijn nog meer keeten, maar daar blijven ze af. Nu hebben de C.G.W.-leden het huisje wederom opgebouwd en gereinigd, als mede het terrein opgeknapt en zij vragen nu langs dezen weg aller medewerking, dan kunnen de werkloozen tenminste blijven voetballen Dankend voor de plaatsruimte, Hoogachtend, Commissielid J. CRAMA, Van Lennepstraat 2. DE KANTOREN DER zijn iederen werkdag geopend vanaf half 9 des morgens tot half 6 namiddags. Zaterdags vanaf 8 uur 's morgens tot :- 4 uur 's middags Zondags den gebeelen dag gesloten. „CSARDAS." Naar aanleiding van de film „Csardasfurstin." Zooals de wereld der ideën zich veran dert in den loop der tijden, zoo verandert ook de volksdans, Gezelschapsdans of kunstdans wortelen tenslotte altijd in den volksdans, die immers een gevolg is van den drang om het lichaam rythmisch te bewegen. De zucht daartoe is in wezen zeer beinvloed door het geheele geestes leven van een bepaald tijdperk en het ka rakter. van het land. Zoo heeft iedere tijd en ieder volk zijn karakterdans. De Hon gaar danst den Csardas", die in rythme en muziek met het landschap en den Martha Eggerth als „Czardasfürstin." volksaard overeenkomt. Het Hongaarsche rige land strekt zich ver uit, het is het eigenlijke Neder-Hongarije in de wijde Jlakten yan de Theiss. Hier ligt de kale steppe van de poesta, het Pannonie uit den tijd van de Romeinen, thans weer ver overd door den boerenstand. Langen tijd was het slechts steppeland, nadat het door de uit Azië komende Magyaren was ver overd en verwoest. Tegenwoordig is de Hongaar een ijverig landbouwer, doch hij verwaarloost ook niet zijn veeteelt, iets wat nog stamt van zijn nomaden-voorvaderen Voor alles houdt de Hongaar van het paard en is hij ook altijd een goed ruiter geble ven. Al zijn ook thans groote uitgestrekt heden bebouwd, de poesta met haar wijde boomlooze verten biedt hem toch altijd nog de gelegenheid tot een uitgebreide paardenfokkerij en een ongebonden rui- terleven. Ruitervolken zijn meestal trotsch van aard, edelmoedig, ridderlijk, sterk in haat en liefde, heftig in vreugde en smar tenoprechte vrienden! Hier in de poesta leeft met al zijn lief en leed de cslkos, de herder. Hier is hij vrij te leven zooals hij dat wenscht. Hier zingt hij zijn zwaarmoedige oude volks liederen en danst hij zijn dans, den Csar das, waarin het diepste van zijn aard tot uitdrukking komt, die aard, die vrij is van iedere minderwaardigheid, vervuld met edelen moedigen trots, van gratie, smaak en een aan vurig temperament gepaarde waardigheid. Hij bespeelt zijn instrumen ten meesterlijk. De viool snikt in smart en juicht in de groote vreugde begeleid door den doffen ingehouden toon van de echt- Hongaarsche wonderlijke cimbaal. Zijn muziek heeft een geheel eigen aard zooals zijn geheele wezen, nu eens vroolljk en gemoedelijk, dan weer zwaarmoedig en klagend en plotseling veranderend in wilde ontembare vreugde. Deze muziek is onge meen rythmisch en zeer afwisselend, voort schrijdend in wilde lange passages om plotseling af te breken, overmatig over te gaan in lange pauzes, syn copisch, verrassend wisselend In maat, en plotseling, geheel onverwacht, dikwijls met een dubbelslag eindigend. Zooals de Hongaren spelen ook de eigenlijke Hon gaarsche zigeuners. Beider muziek is na verwant aan elkander en aan de Turksche muziek. Dat komt tot uiting in de histori sche heldenliederen van de Hongaren en Turken, die immers beiden van één stam zijn, als Turktartaren, en ook zeer bijzon der in hun overvloeiend vroolijke en toch ook zoo treurige volksliederen zijn. „Kom Csigany, spiel mir was vor luidt het bekende lied uit Kalman's ope rette „Grafin Maritza", dat als echte Hon gaarsche muziek kan gelden. Er klinkt een lach in deze zwaarmoedige, gedragen en toch ook krachtige melodie, tegelijkertijd echter een schreien, zooals ook lachen en schreien tegelijk klinken in de muziek van de beroemde operette van Kalman „Die Crardasfiirstin." Uit de oude Hongaarsche volksliederen hebben zich de menigvuldige begeleidende melodiën van trillers en sleepende tonen, cadansen en dubbelslagen de geheele snel wisselende manier van bewegen. Zoo is de Csardas ook een zeer levendige dans, een tweekwarts-maat, zeer geschikt voor een solo-uitvoering van een lenig dans paar, voor den echten onvervalschten csikos en zijn meisje. De Csardas eischt een niet te streng volgen van bepaalde pas sen en figuren, hij staat de dansers juist vrijheid toe van hun eigen persoonlijkheid en uitbeelding, zooals de stemming van het oogenblik hun die ingeeft. Alleen het rhytme moet bewaard blijven en zoo danst de csikos den Csardas uit eigen ervaring begeleid en aangevuurd door de muzikan ten, die zich van hun kant aanpassen aan de dansers. Langzaam zet de Scardas in met gracieuse steeds gereserveerde bewe gingen van de LASSU genaamde muziek van het eerste deel. Langzamerhand ech ter worden het tempo en de bewegingen opgevoerd. Naarmate het bloed warmer wordt, wordt de dans steeds levendiger. De dansers worden geestdriftig en dit open baart zich in het karakterisieke van stoo- ten met hiel en teen, in het stampen en laten klepperen van de sporen bij het tegen elkaar slaan van de voeten. De handen slaan van achteren op den platten zwarten met linten versierden hoed, de witte met franje en kleurige zoomen gegarneerde korte rok van de danseres en de evenzoo versierde witte, wijde kniebroek van den danser, zwierend boven de hooge laarzen. Het rythme wordt steeds wilder en wilder en steeds vuriger klinken de viool en cim baal onder de vroolijke uitroepen van het publiek bij het tweede deel. dat „Friss" of „Frisca" wordt genoemd, totdat een ra zende werveling aan muziek en dans het einde brengt. Dat is het levensgetrouwe beeld van den Csardas, zooals hij wordt gedanst in de poesta, in den nacht bij het laaiende vuur en bij den heerlijken witten wijn. Hier slaat het heete Hongarenbloed volle levendige akkoorden aan. Daar klin ken de volkswijsjes van liefde en smart, als de scikos zegt „Szeretlek", d.w.z. „ik bemin U" Dan klinken ook de oude trotsche lie deren van Racoczy en andere helden uit den ouden tijd. JOAN CRAWFORD MOET TRAINEN, DOCH MAG NIET AFVALLEN. De meeste actices moeten er voor zorgen, dat zij tijdens het maken van films niet zwaarder worden. Joan Crawford daaren tegen moest trachten niet te veel van haar gewicht te verhezen tijdens de inspan nende training voor haar nieuwe Metro Goldwyn Mayer film „Dancing Lady", on der regie van Robert Z. Leonard. „In den regel is mijn gewicht onveran derlijk gedurende het maken van een film" vertelt zij „maar in deze film waren zoo veel dansnummers te repeteeren, dat ik buitengewoon voorzichtig moest zijn. In een scène alleen al moest ik in een gym nastiekzaal aan de ringen zwaaien, hand standen maken, roeien en fietsen op een vaststaand rijwiel. Ofschoon de scène op zichzelf niet meer dan twee dagen duurde, namen de voorbereidingen mij meer dan een week in beslag, daar ik natuurlijk niet direct met de opnamen kon beginnen, zon der eenige training. Tusschen de opna men door had ik een zestal dansen te leeren met de groote troep koristes onder leiding van Sammy Lee. Dat beteekent re gelmatige oefening en u zoudt verbaasd zijn, hoe vlug je eenige pondjes afvalt, speciaal wanneer je juist het normale ge wicht hebt en het niet tracht te verliezen. Joan moest met de troep een uur per dag oefenen, doch tijdens de definitieve ver filming moest zij den heelen dag dansen. „Altijd ben ik geneigd iets over te doen" verklaarde zij. „In de eerste plaats ben ik dol op dansen. Ik begon als danseres pre cies als de meisjes in de film doen en ik kan er nooit genoeg van krijgen. Dat is iets wat in het bloed zit. Daarom zie je zooveel koormeisjes, die. nadat zij den heelen dag gerepeteerd hebben 's avonds nog eens voor hun plezier gaan dansen. In „Dancing Lady" heeft Joan haar bui tengewone dansprestaties bewezen. Haar tegenspelers in deze film zijn Franchot Tone en Clark Gable. ZANGERSKRUISTOCHT. Wordt zingen voor een film-actenr vereischte? Door de ontwikkeling van de spreken de film en de stijgende populariteit van de Amerikaansche operette-film komt in den laatsten tijd een aantal acteurs en actrices naar voren van een geheel ander genre dan tot dusver. Koos vroeger de film-industrie zijn nieuwe sterren voornamelijk uit hen, die op het tooneel naam gemaakt hadden, of bezig waren zulks te doen, tegenwoordig zien wij herhaaldelijk nieuwe filmspelers recruteeren uit de gelederen der radio kunstenaars. Ofschoon hieruit niet mag worden af geleid, dat dus blijkbaar het uiterlijk en de mimiek van den filmacteur van minder beteekenis zijn geworden, moet toch wor den erkend, dat aan de stemtechniek en de kunst om een liedje zóó te brengen, dat het inslaat bij het moderne publiek, tegenwoordig meer dan ooit een bijzon dere waarde wordt gehecht. Daar is bijvoorbeeld Bing Crosby. Hij maakte naam als radio-zanger in Ameri ka en mereikte een groote populariteit door zijn eigenaardige manier van neu- riënd-zingen, die hem den bijnaam van „Koning der Crooners" bezorgde. Door zijn gramofoonplaten maakte de rest van de wereld kennis met Bing, en toen volgde al spoedig een aanbod van de film-indu- trie. De Paramount aarzelde niet om de zen jongeman met zijn prachtige micro- foonstem en zijn prettig gezicht een con- Bing Crosby in „College Humor". tract aan te bieden, en Nederland heeft reeds in „Hallo hier Amerika" (The Big Broadcast) en enkele twee-acters kunnen constateeren welk een geestig actuur Bing is. Zeer binnenkort zal hij bovendien te bewonderen zijn in de films „College Hu mor" en „Too Much Harmony", waarin hij weer diverse populaire schlagers zingt. Als tweede voorbeeld zouden wij Lanny Ross willen noemen, een jong radio-tenor, die onlangs eveneens door Paramount werd geëngageerd, en van wie ook reeds enkele korte films in Nederland zijn ge arriveerd. Zijn eigenlijk debuut als film ster zal hij maken in de groote film „Me lody in Spring." Rudy Vallee, Nelson Eddy, Russ Colum- bo, enz. werden door andere film-maat schappijen tewerkgesteld, en al met al kunnen we dus spreken van een invasie van radio-grootheden in Hollywood. Daarnaast liet de filmindustrie natuur lijk niet na om uit de krachten, die op het tooneel in New-York of elders de aandacht trokken, zijn menschen te kie zen, en ook daarbij valt het op, dat de voorkeur werd gegeven aan acteurs, die zingen konden. De nieuwste sterren der Paramount zijn bijvoorbeeld: Carl Bris- son, Joe Morrison, Jack Haley. Kitty Car lisle, Dorothy Dell en Ethel Merman, allemaal zangers en zangeressen. Van deze groep zal men in Nederland het eerst Jack Haley kunnen zien en hooren in de gezellige revue-film „Sitting Pretty."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 13