IntJentoonstelling
N.V. LEIDSCH DAGBLAD
75^ Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 20 Juli 1934
Vierde Blad
No. 22800
KUNST EN LETTEREN.
O
Een stroom van bezoekers
komt dagelijks naar de
TE TILBURG
Zij is ook voor U belangrijk!
INGEZONDEN.
<IIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIII!llllllllllllllllllllt
Illllllllllllillllllllllllllllllllllllllllllllllllll
|T5EfU"«T WITTE kO
derde zomerconcert
pieterskerk.
Op 't derde zomerconcert op Donderdag
26 Juli a.s. waarvan 't programma even
als vorige jaren geheel aan de nagedach
tenis van Joh. Seb. Bach gewijd zal zijn,
zal de heer Sam Swaap, eerste violist en
concertmeester van het Residentie-Orkest,
meewerken.
ARS AEMULAE NATURAE.
Zelden heb ik met meer genoegen ken-
pis gemaakt met een tentoonstelling dan
met die welke thans in het gebouw Pie
terskerkgracht 9 wordt gehouden. Nu
moet u niet denken, dat hier een serie
meesterwerken is tentoongesteld, wat uit
den aard der zaak aandacht en bewonde
ring zou vragen. Neen, het is leerlingen-
werk. grootendeels van kinderen, die
nauwelijks de lagere school hebben ver
laten. Het is niets anders dan groeiende
techniek, kunst in wording.
Mijn verheugenis heeft dubbelen grond.
In de eerste plaats hêrinner ik er aan,
dat Ars Aemulae gedurende vele geslach
ten een zeer verdienstelijke plaats heeft
ingenomen in het cultureele leven van
Leiden. De verschillende leden der Leid-
sche Schildersschool uit de tijden van
bloei onzer Hollandsche kunst hebben
voor het overgroote deel hun vorming te
danken aan deze inrichting. Een lange
rij van directeuren en leeraren legt ge
tuigenis af van de groote beteekenis dezer
school voor beeldende kunst.
Voor een pas afgesloten tijdvak behoe
ven wij er slechts aan te herinneren, dat
de hoogbegaafde Floris Verster hier eens
de leerling was van den genialen Breit-
ner; dat slechts enkele jaren geleden
onze bekende vriend Van der Nat hier
zijn atelier had.
Niettemin leidde de school gedurende
de allerlaatste jaren een sleepend bestaan,
populair gezegd was zij op sterven na
dood.
Daarom verheugt het ons van harte, dat
Zij nu weer vecht om haar oude glorie te
herwinnen door het krachtdadig streven
van mevr. O. van Iterson-Knoepfle, lee-
rares in het schilderen, en den heer E.
Bouwmeester, die het onderwijs in het
teekenen, boetseeren, perspectief en ana
tomie voor zijn rekening heeft genomen.
Zoo achten we het een geluk voor de
school en voor Leiden, dat het onderwijs
aan zeer bekwame en energieke menschen
is toevertrouwd en een nieuwe bloei uit
slaat aan den ouden boom.
Voor dien bloei hebben wij natuurlijk te
letten op de resultaten. En deze zijn in
derdaad verrassend.
De methode is, in den aanvang althans,
op klassieke leest geschoeid. Men begint
onder leiding van den heer Bouwmeester
met het teekenen van een gipsplastiek,
alleen bestaande uit neus en mond; ver
volgens worden studies gemaakt naar een
oog, een oor, om zoo tenslotte, wanneer
men de onderdeden, hun onderlinge ver
houding en ligging weet en zich volkomen
bevrust is, tot het maske te komen. Aparte
studies worden ook gemaakt van handen,
gestrekt, gebogen, gebald, waarbij sterk
gelet wordt op den anatomischen bouw.
Wie zich van diverse tentoonstellingen
herinnert, hoe overigens goede schilders
soms van de handen karakterlooze, slappe
dingen maakten, of ze voor 't gemak om
de moeilijkheden te ontzeilen ergens
achter wegmoffelden, kan niet anders
dan dankbaar zijn voor het paedagogisch
Inzicht, om juist van de handen veel stu
die te maken. Handen, gaaf en zwaar,
teer en fijn, nerveus en energiek, vol
spanning of willoos, kunnen Juist voor
den portretschilder zulk een voortreffe
lijk middel zijn om de psychische gestel
tenis van zijn object mede te bepalen.
Daarna komt de tors aan de beurt en
eindelijk de voet, het afgietsel van den
anatomischen structuur daarvan, opdat
de beteekenis van den voet als steun-
orgaan goed tot zijn recht zal komen.
Deze plastieken, waarvan het origineel
in bepaalde gevallen door de leerlingen
eerst wordt nageboetseerd, worden door de
leerlingen van den eersten Jaarcursus, jon
gens van 14 jaar en ouder, met verrassend
begrip geteekend, waarbij onmiddellijk op
de stofuitdrukking wordt gelet. Ter afwis
seling wordt nog wel eens een maskeron
of iets dergelijks geteekend; terwijl men
ook al spoedig zijn krachten beproeft aan
het stilleven. Onder de geteekende stil
levens is er één, dat van een merkwaardig
zelfstandig talent getuigt.
Ofschoon het aanleeren der techniek
hoofdzaak is, techniek maakt immers
vrij en opent de mogelijkheid tot zelfstan
dige uitdrukkingskracht zagen we in
het werk van een der jeugdige leerlingen
reeds een neiging tot styleeren, tot sa
menvatten in ruimer lijnenverband, wat
natuurlijk alleen wordt geduld, wanneer
het berust op degelijk kennen en kunnen.
In den tweeden cursus wordt deze werk
wijze voortgezet, met dien verstande, dat
dan de anatomie van het lichaam gron
dig wordt onderwezen, terwijl men tevens
dieper ingaat op de perspectivische ver
schijnselen en hun toepassing, dat nu ver
der meer werk wordt gemaakt van boet
seeren en ook het etsen wordt onderwezen.
De leerling, die met vrucht de teeken
cursussen in theorie en praktijk heeft ge
volgd, kan nu met schilderen beginnen.
Mevr. van ItersonKnoepfle heeft eenige
jaren geleden les gehad van Van der Nat
en diens zin voor een warm en rijk ge
detailleerd palet tot de hare gemaakt.
Daarna is zij evenals de heer Bouwmeester
leerling geweest van de Antwerpsche Aca
demie, waar zij haar studiën voltooide on
der leiding van Isidoor Opsomer. Het naar
het Rembrandtsche neigende palet van
Van der Nat, dat zij zich eigen had ge
maakt, heeft nu een meer Vlaamschen
inslag gekregen.
Het kleurgevoel is anders geworden,
meer modern gericht. Doch men voelt
steeds den zin voor een schier eindelooze
variatie van tinten. Haar werk is groot en
krachtig opgezet, zeldzaam vast en over
tuigend geschilderd, brlllant van kleuren
pracht en tevens doorgloeid van innigheid.
Zij is geheel zich zelf geworden en heeft de
invloeden harer leermeesters in eigen
sfeer verwerkt. Ik wou dat we te Lelden
eens een tentoonstelling van haar verras
send mooie oeuvre kregen.
Als leerares van groote bekwaamheid en
diep inzicht zal zij zeker voortreffelijke
resultaten bereiken. Dat blijkt nu reeds
uit de doeken van Jef van Beek. die op
'n andere zeer bekende inrichting dicht bij
Leiden doodliep en nu, blijkens het ten
toongestelde werk tot volle ontplooiing
komt. Er wordt in dit werk acht gegeven
op compositie, voordracht, ondanks tegen
stellingen gebondenheid van tonaliteit, op
stofuitdrukking. Dit zijn kenmerken,
waardoor de oude Hollanders steeds uit
muntten, doch waarvan enkele, zeker niet
tot voordeel der kunst, door sommige mo
dernen worden veronachtzaamd.
RECLAME.
4324
Gexjuont
doos.
Bekijk maar eens dat Stilleven met die
blauw porseleinen schotel met appels en
gemberpotje op een grijs kleed. Het toont
in zijn kleurgevoel ongetwijfeld een mo
derne neiging, doch met den gedegen ernst
en kennis van vroegere tijden. Bekijk eens
dat bloemstuk met de gloeiende violieren;
of dat groote stuk met donker glanzende
pot met groote geelbruine schaal; of dat
met kruik, potje van groen geglazuurd
aardewerk; dat met een vergiet waarop
radijzen liggen, met een blauwgeblokte
keuken-vaatdoek. Dit werk geeft blijken
van een rasaanleg, die onder leiding van
Mevr. Van Iterson tot rijpheid komt.
Ik kan den lezers niet sterk genoeg op
wekken, eens hun schreden te richten naar
Ars Aemulae en deze oude Leidsche
Instelling de volle belangstelling te schen
ken. Ook in dezen wenschen wij: Leiden
vooruit.
NIEUWE UITGAVEN.
Toelichting op het A.R. Partij-program.
Bij de N.V. Dagblad en Drukkerij „De
Standaard" te Amsterdam is verschenen
van de hand van onzen premier, dr. H.
Colijn: Saevis Tranquillus in Undis, toe
lichting op het A.R. beginselprogram. Het
boek is in zeker opzicht samengevat uit
de artikelen van den heer Colijn in „De
Standaard", doch daarnevens uitgebreid
en aangepast aan de ingevoerde program
wijzigingen. De heer Colijn zou de heer
Colijn niet zijn, wanneer hij er niet in
geslaagd was om een toelichting samen
te stellen die zeer duidelijk tot in onder-
deelen het A.R. program doet spreken,
ook voor zeer eenvoudigen des geestes.
Het boek, lijvig in omvang, spreekt voor
zichzelf! Men voelt hier aan het woord
een geboren leider. De prijs van het boek
is gebonden f. 6.90.
RECLAME-
4731
(Bulten verantwoordelijkheid der Red.)
Cople van de al of niet geplaatste
stukken wordt niet teruggegeven.
AAN DE INGEZETENEN VAN LEIDEN!
A.s. Zondag zullen onze trouwe mede
helpsters u wederom 't bekende bloempje
aanbieden van „Herwonnen Levenskracht"
en in ruil hiervoor van u een offertje
vragen.
Wij behoeven hier zeker wel niet nader
uiteen te zetten, voor welk doel u dit
bloempje wordt aangeboden, omdat wij
met reden meenen te mogen aannemen,
dat „Herwonnen Levenskracht" voor u
geen onbekende meer is en derhalve
het spreekwoord: „onbekend maakt on
bemind" geenszins van toepassing is op
„Herwonnen Levenskracht".
Ofschoon het werk der Tuberculosebe
strijding zich steeds meer in de sympathie
en daadwerkelijke medewerking van velen
mag verheugen, kan vooralsnog niet wor
den gezegd, dat in dit opzicht teveel of
genoeg zou worden gedaan.
Dit klemt te meer, omdat ook de ver-
eenigingen, welke zich de bestrijding der
tuberculose ten doel stellen, in ernstige
mate de gevolgen van de ongunst der tij
den ondervinden, hetzij door vermindering
van de subsidies, hetzij door vermindering
van donaties en anderszins.
Men moge daarbij wel bedenken, dat de
tuberculose nog immer voortgaat vele
slachtoffers te maken, zoodat meer dan
ooit alle krachten moeten worden inge
spannen om het zegenrijke werk der ver-
eenigingen mogelijk te doen blijven.
Met het meeste vertrouwen doen wij
daarom ook nu weer een dringend beroep
op aller offervaardigheid, waardoor uwe
waardeering voor het streven van „Her
wonnen Levenskracht", ook nu weer zal
blijken niet alleen, maar wat van grooter
beteekenis is, ook de uitzending naar sa
natoria in de toekomst mogelijk zal wor
den gemaakt.
Wij houden ons ervan verzekerd, dat
niemand a.s. Zondag onze vriendelijke
bloemenverkoopsters zal voorbij gaan,
zonder in het bekende busje een offertje
te hebben gestort.
Hierdoor bereikt ge.
lo. dat de moeite, die onze medehelp
sters zoo geheel belangloos zich getroos
ten ten bate der arme tuberculoselijders,
blijkt te worden gewaardeerd, hetgeen
ook voor hen dubbel bemoedigend is;
2o. dat meerdere tuberculoselijders des
te spoediger zullen kunnen worden uitge
zonden naar onze sanatoria, hetgeen voor
velen zal beteekenen, van een wissen dood
te worden gered;
3o. dat ge Zondag wellicht meer dan an
ders over u zeiven voldaan zult kunnen
zijn in de overtuiging door uw offer ertoe
te hebben bijgedragen, dat anderen de
gezondheid zullen herwinnen, waarin gij
u thans moogt verheugen.
Ingezetenen van Leiden en anderen, die
Zondag a.s. in Leiden vertoeven, toont
uw liefde voor uw lijdenden evenmensch;
koopt het bloempje van „Herwonnen Le
venskracht", opdat het financieel resul
taat a.s. Zondag grooter moge zijn dan
ooit te voren.
Zijt ge a.s. Zondag niet in Leiden en
wilt ge toch uw offertje geven voor dit
schoone doel, welnu stort dan een bedrag
op postrekening 137881 van ondergetee-
kende, die gaarne bereid is groote en
kleine gaven hiervoor in ontvangst te ne
men.
H. LOMBERT,
Voorz. v. h. PI. Comité Leiden.
VERNIELING DOOR DE JEUGD
IN DE KOOI.
Geachte Redactie.
Vergun mij het onderstaande in UW bladi
te plaatsen. Bij voorbaat mijn zeer op
rechten dank.
De Gemeente is zoo welwillend geweest
om den werkloozen een voetbalterrein te
geven in de Kooi. Al is dit niet fraai, de
menschen kunnen er voetballen. Er is
een pracht kleedkamer gezet, werkelijk af.
Nu vraagt ondergeteekende, die deel uit
maakt van de commissie, langs dezen weg
om aller medewerking, die thans heel wat
te wenschen heeft overgelaten, want de
jeugd uit de Kooi heeft zoowat het geheele
huisje gesloopt en in de sloot gegooid.
Erger kon het niet. Is dit omdat het
eigendom was van de Gemeente? Er zijn
nog meer keeten, maar daar blijven ze af.
Nu hebben de C.G.W.-leden het huisje
wederom opgebouwd en gereinigd, als
mede het terrein opgeknapt en zij vragen
nu langs dezen weg aller medewerking,
dan kunnen de werkloozen tenminste
blijven voetballen
Dankend voor de plaatsruimte,
Hoogachtend,
Commissielid J. CRAMA,
Van Lennepstraat 2.
DE KANTOREN DER
zijn iederen werkdag geopend
vanaf half 9 des morgens tot
half 6 namiddags. Zaterdags
vanaf 8 uur 's morgens tot
:- 4 uur 's middags
Zondags den gebeelen dag gesloten.
„CSARDAS."
Naar aanleiding van de film
„Csardasfurstin."
Zooals de wereld der ideën zich veran
dert in den loop der tijden, zoo verandert
ook de volksdans, Gezelschapsdans of
kunstdans wortelen tenslotte altijd in den
volksdans, die immers een gevolg is van
den drang om het lichaam rythmisch te
bewegen. De zucht daartoe is in wezen
zeer beinvloed door het geheele geestes
leven van een bepaald tijdperk en het ka
rakter. van het land. Zoo heeft iedere tijd
en ieder volk zijn karakterdans. De Hon
gaar danst den Csardas", die in rythme
en muziek met het landschap en den
Martha Eggerth als „Czardasfürstin."
volksaard overeenkomt. Het Hongaarsche
rige land strekt zich ver uit, het is het
eigenlijke Neder-Hongarije in de wijde
Jlakten yan de Theiss. Hier ligt de kale
steppe van de poesta, het Pannonie uit den
tijd van de Romeinen, thans weer ver
overd door den boerenstand. Langen tijd
was het slechts steppeland, nadat het door
de uit Azië komende Magyaren was ver
overd en verwoest. Tegenwoordig is de
Hongaar een ijverig landbouwer, doch hij
verwaarloost ook niet zijn veeteelt, iets wat
nog stamt van zijn nomaden-voorvaderen
Voor alles houdt de Hongaar van het paard
en is hij ook altijd een goed ruiter geble
ven. Al zijn ook thans groote uitgestrekt
heden bebouwd, de poesta met haar wijde
boomlooze verten biedt hem toch altijd
nog de gelegenheid tot een uitgebreide
paardenfokkerij en een ongebonden rui-
terleven. Ruitervolken zijn meestal trotsch
van aard, edelmoedig, ridderlijk, sterk in
haat en liefde, heftig in vreugde en smar
tenoprechte vrienden!
Hier in de poesta leeft met al zijn lief
en leed de cslkos, de herder. Hier is hij
vrij te leven zooals hij dat wenscht. Hier
zingt hij zijn zwaarmoedige oude volks
liederen en danst hij zijn dans, den Csar
das, waarin het diepste van zijn aard tot
uitdrukking komt, die aard, die vrij is van
iedere minderwaardigheid, vervuld met
edelen moedigen trots, van gratie, smaak
en een aan vurig temperament gepaarde
waardigheid. Hij bespeelt zijn instrumen
ten meesterlijk. De viool snikt in smart en
juicht in de groote vreugde begeleid door
den doffen ingehouden toon van de echt-
Hongaarsche wonderlijke cimbaal. Zijn
muziek heeft een geheel eigen aard
zooals zijn geheele wezen, nu eens vroolljk
en gemoedelijk, dan weer zwaarmoedig en
klagend en plotseling veranderend in wilde
ontembare vreugde. Deze muziek is onge
meen rythmisch en zeer afwisselend, voort
schrijdend in wilde lange passages om
plotseling af te breken, overmatig
over te gaan in lange pauzes, syn
copisch, verrassend wisselend In maat,
en plotseling, geheel onverwacht, dikwijls
met een dubbelslag eindigend. Zooals de
Hongaren spelen ook de eigenlijke Hon
gaarsche zigeuners. Beider muziek is na
verwant aan elkander en aan de Turksche
muziek. Dat komt tot uiting in de histori
sche heldenliederen van de Hongaren en
Turken, die immers beiden van één stam
zijn, als Turktartaren, en ook zeer bijzon
der in hun overvloeiend vroolijke en toch
ook zoo treurige volksliederen zijn.
„Kom Csigany, spiel mir was vor
luidt het bekende lied uit Kalman's ope
rette „Grafin Maritza", dat als echte Hon
gaarsche muziek kan gelden. Er klinkt een
lach in deze zwaarmoedige, gedragen en
toch ook krachtige melodie, tegelijkertijd
echter een schreien, zooals ook lachen en
schreien tegelijk klinken in de muziek van
de beroemde operette van Kalman „Die
Crardasfiirstin."
Uit de oude Hongaarsche volksliederen
hebben zich de menigvuldige begeleidende
melodiën van trillers en sleepende tonen,
cadansen en dubbelslagen de geheele snel
wisselende manier van bewegen. Zoo is
de Csardas ook een zeer levendige dans,
een tweekwarts-maat, zeer geschikt voor
een solo-uitvoering van een lenig dans
paar, voor den echten onvervalschten
csikos en zijn meisje. De Csardas eischt
een niet te streng volgen van bepaalde pas
sen en figuren, hij staat de dansers juist
vrijheid toe van hun eigen persoonlijkheid
en uitbeelding, zooals de stemming van
het oogenblik hun die ingeeft. Alleen het
rhytme moet bewaard blijven en zoo danst
de csikos den Csardas uit eigen ervaring
begeleid en aangevuurd door de muzikan
ten, die zich van hun kant aanpassen aan
de dansers. Langzaam zet de Scardas in
met gracieuse steeds gereserveerde bewe
gingen van de LASSU genaamde muziek
van het eerste deel. Langzamerhand ech
ter worden het tempo en de bewegingen
opgevoerd. Naarmate het bloed warmer
wordt, wordt de dans steeds levendiger. De
dansers worden geestdriftig en dit open
baart zich in het karakterisieke van stoo-
ten met hiel en teen, in het stampen en
laten klepperen van de sporen bij het tegen
elkaar slaan van de voeten. De handen
slaan van achteren op den platten zwarten
met linten versierden hoed, de witte met
franje en kleurige zoomen gegarneerde
korte rok van de danseres en de evenzoo
versierde witte, wijde kniebroek van den
danser, zwierend boven de hooge laarzen.
Het rythme wordt steeds wilder en wilder
en steeds vuriger klinken de viool en cim
baal onder de vroolijke uitroepen van het
publiek bij het tweede deel. dat „Friss" of
„Frisca" wordt genoemd, totdat een ra
zende werveling aan muziek en dans het
einde brengt. Dat is het levensgetrouwe
beeld van den Csardas, zooals hij wordt
gedanst in de poesta, in den nacht bij het
laaiende vuur en bij den heerlijken witten
wijn. Hier slaat het heete Hongarenbloed
volle levendige akkoorden aan. Daar klin
ken de volkswijsjes van liefde en smart, als
de scikos zegt „Szeretlek", d.w.z. „ik bemin
U" Dan klinken ook de oude trotsche lie
deren van Racoczy en andere helden uit
den ouden tijd.
JOAN CRAWFORD MOET TRAINEN,
DOCH MAG NIET AFVALLEN.
De meeste actices moeten er voor zorgen,
dat zij tijdens het maken van films niet
zwaarder worden. Joan Crawford daaren
tegen moest trachten niet te veel van haar
gewicht te verhezen tijdens de inspan
nende training voor haar nieuwe Metro
Goldwyn Mayer film „Dancing Lady", on
der regie van Robert Z. Leonard.
„In den regel is mijn gewicht onveran
derlijk gedurende het maken van een film"
vertelt zij „maar in deze film waren zoo
veel dansnummers te repeteeren, dat ik
buitengewoon voorzichtig moest zijn. In
een scène alleen al moest ik in een gym
nastiekzaal aan de ringen zwaaien, hand
standen maken, roeien en fietsen op een
vaststaand rijwiel. Ofschoon de scène op
zichzelf niet meer dan twee dagen duurde,
namen de voorbereidingen mij meer dan
een week in beslag, daar ik natuurlijk niet
direct met de opnamen kon beginnen, zon
der eenige training. Tusschen de opna
men door had ik een zestal dansen te
leeren met de groote troep koristes onder
leiding van Sammy Lee. Dat beteekent re
gelmatige oefening en u zoudt verbaasd
zijn, hoe vlug je eenige pondjes afvalt,
speciaal wanneer je juist het normale ge
wicht hebt en het niet tracht te verliezen.
Joan moest met de troep een uur per dag
oefenen, doch tijdens de definitieve ver
filming moest zij den heelen dag dansen.
„Altijd ben ik geneigd iets over te doen"
verklaarde zij. „In de eerste plaats ben ik
dol op dansen. Ik begon als danseres pre
cies als de meisjes in de film doen en
ik kan er nooit genoeg van krijgen. Dat is
iets wat in het bloed zit. Daarom zie je
zooveel koormeisjes, die. nadat zij den
heelen dag gerepeteerd hebben 's avonds
nog eens voor hun plezier gaan dansen.
In „Dancing Lady" heeft Joan haar bui
tengewone dansprestaties bewezen. Haar
tegenspelers in deze film zijn Franchot
Tone en Clark Gable.
ZANGERSKRUISTOCHT.
Wordt zingen voor een film-actenr
vereischte?
Door de ontwikkeling van de spreken
de film en de stijgende populariteit van
de Amerikaansche operette-film komt in
den laatsten tijd een aantal acteurs en
actrices naar voren van een geheel ander
genre dan tot dusver.
Koos vroeger de film-industrie zijn
nieuwe sterren voornamelijk uit hen, die
op het tooneel naam gemaakt hadden, of
bezig waren zulks te doen, tegenwoordig
zien wij herhaaldelijk nieuwe filmspelers
recruteeren uit de gelederen der radio
kunstenaars.
Ofschoon hieruit niet mag worden af
geleid, dat dus blijkbaar het uiterlijk en
de mimiek van den filmacteur van minder
beteekenis zijn geworden, moet toch wor
den erkend, dat aan de stemtechniek en
de kunst om een liedje zóó te brengen,
dat het inslaat bij het moderne publiek,
tegenwoordig meer dan ooit een bijzon
dere waarde wordt gehecht.
Daar is bijvoorbeeld Bing Crosby. Hij
maakte naam als radio-zanger in Ameri
ka en mereikte een groote populariteit
door zijn eigenaardige manier van neu-
riënd-zingen, die hem den bijnaam van
„Koning der Crooners" bezorgde. Door
zijn gramofoonplaten maakte de rest van
de wereld kennis met Bing, en toen volgde
al spoedig een aanbod van de film-indu-
trie. De Paramount aarzelde niet om de
zen jongeman met zijn prachtige micro-
foonstem en zijn prettig gezicht een con-
Bing Crosby in „College Humor".
tract aan te bieden, en Nederland heeft
reeds in „Hallo hier Amerika" (The Big
Broadcast) en enkele twee-acters kunnen
constateeren welk een geestig actuur Bing
is. Zeer binnenkort zal hij bovendien te
bewonderen zijn in de films „College Hu
mor" en „Too Much Harmony", waarin
hij weer diverse populaire schlagers zingt.
Als tweede voorbeeld zouden wij Lanny
Ross willen noemen, een jong radio-tenor,
die onlangs eveneens door Paramount
werd geëngageerd, en van wie ook reeds
enkele korte films in Nederland zijn ge
arriveerd. Zijn eigenlijk debuut als film
ster zal hij maken in de groote film „Me
lody in Spring."
Rudy Vallee, Nelson Eddy, Russ Colum-
bo, enz. werden door andere film-maat
schappijen tewerkgesteld, en al met al
kunnen we dus spreken van een invasie
van radio-grootheden in Hollywood.
Daarnaast liet de filmindustrie natuur
lijk niet na om uit de krachten, die op
het tooneel in New-York of elders de
aandacht trokken, zijn menschen te kie
zen, en ook daarbij valt het op, dat de
voorkeur werd gegeven aan acteurs, die
zingen konden. De nieuwste sterren der
Paramount zijn bijvoorbeeld: Carl Bris-
son, Joe Morrison, Jack Haley. Kitty Car
lisle, Dorothy Dell en Ethel Merman,
allemaal zangers en zangeressen. Van
deze groep zal men in Nederland het eerst
Jack Haley kunnen zien en hooren in de
gezellige revue-film „Sitting Pretty."