75ste Jaargang DONDERDAG 12 JULI 1934 No. 22793 OFFICIEELE KENNISGEVING STADSNIEUWS. BUITENLAND. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN BB PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentlën uit Leiden en plaatsen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentlën 35 Cts. per regel. Kleine advertentlën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 CTb. Bureau Noordemdsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Lelden per 3 maanden ƒ.2:36; per week Bulten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post f. 2.35 portokosten. 2.0.18 0.1» Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter algemeene kennis, dat zij, uitsluitend ten aanzien van de door den makelaar H. Mol, te Rijswijk (Z.-H.) op 13 Juli a.s. in het gebouw „Tot Nut van 't Algemeen", Steenschuur No. 21 te houden veiling van schilderijen, enz. ont heffing hebben verleend van de ver bodsbepaling vervat in art. 2, sub b. van de Winkelsluitingswet 1930, S. 460. 4351 A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. LEGATÜM STOLPIANUM. Prijsvragen. Het curatorium van het Stolpiaansch Legaat maakt bekend, dat op de in het jaar 1932 uitgeschreven prijsvraag, lui dende: „Nieuwe Bijdragen tot de psycholo gie van het ruimtebegrip bij blinden", drie antwoorden zijn ingekomen. Volgens het oordeel van het curatorium kon geen dezer antwoorden voor bekroning in aanmerking komen. Het antwoord onder het motto „Solem videbant neque stellas" geeft blijk van vele door den schrijver genomen experimen ten om zich een inzicht te verschaffen in het ruimtebegrip van blinden, het deelt ook een en ander over de droomen van blinden mede. De resultaten echter zijn op een onbevredigende wijze verwerkt, terwijl1 het geheel een weinig systematischen en eenigszins verwarden indruk maakt. In de beide andere antwoorden valt veel goeds te waardeeren. De schrijver van het antwoord onder het motto „Sehe mit tas- tendem Auge, fühle mit sehender Hand" heeft zich beperkt tot de wijze waarop de blinde staat tegenover de beeldhouwkunst. Dit kleine onderdeel wordt zeer uitvoerig behandeld, waarbij de schrijver wel zeer nauwkeurig te werk gaat, maar desniette min te veel een eenzijdigen maatstaf aan legt, zoodat zijn conclusies slechts beperk te waarde hebben. Da schrijver van de ver handeling onder het motto „Licht strahlt ja doch, dem Auge nicht allein" deelt mede zelf blind te zijn. Van de drie inzen ders geeft hij blijk verreweg de meeste er varing te hebben op het gebied van den ruimtezin bij blinden. Zijn zeer korte ver handeling is vlot geschreven; te veel mist men hier echter preciseering van experi menten en een bespreking der vraag of het ruimtebegrip van den blinde een ander karakter draagt dan dat van den ziende. Al kon geen bekroning plaats vinden, zoo meent het curatorium desniettemin, dat er alleszins reden bestaat om den schrijvers der beide laatstgenoemde ver handelingen als bewijs van waardeering voor den door hen verrichten arbeid ieder een premie van f. 150.toe te kennen. De schrijvers worden verzocht mede te deelen of hun naambriefje geopend kan worden, opdat hun de premie kan worden toege zonden. Curatoren schrijven de volgende nieuwe prijsvraag uit: De godsdienstig-magische beteekenis van het schrift en het geschre vene. toegelicht door gegevens uit een of meerdere godsdiensten. De omvang van de verhandeling mag hoogstens 30.000 woorden bedragen. Antwoorden hierop worden vóór 1 Ja nuari 1936 ingewacht bij den voorzitter van het Curatorium, Prof, Dr. J. van der Hoeve, Rijnsburgerweg 14, Leiden. Zij moeten in Nederlandsch, Duitsch, Engelsch, Fransch of Latijn getikt, met een spreuk geteekend, en vergezeld zijn van een gezegeld briefje, van dezelfde spreuk voorzien, waarin des schrijvers naam en adres zijn opgegeven. De prijs voor een goedgekeurd antwoord is de gouden medaille ter innerlijke waar de van f250 en f. 250 in geld, of wel, naar verkiezing, de geheele som in geld. Het oordeel van Curatoren zal in Juni 1936 bekend worden gemaakt. ZILVEREN JUBILEUM. ERNSTIG ONGEVAL VOORKOMEN. De machinist L. W„ van trein nr. 3388, uit Utrecht, die gistermiddag om 13 u. 58 aan het station alhier moet arrlveeren, heeft een ernstig ongeluk voorkomen door, op eenigen afstand ziende, dat de afsluit- boomen aan den Morschweg niet waren neergelaten, onmiddellijk met alle kracht te remmen, waardoor de trein juist één meter voor den overweg tot stilstand kwam Een in het posthuis Ingesteld on derzoek wees uit, dat de overwegwachter J van M. door een flauwte bevangen op den grond lag. De E. H. D. vervoerde hem naar het Academisch Ziekenhuis. Door de waakzaamheid van den machinist W. werd op dezen drukken overweg een ver moedelijk ernstig ongeluk voorkomen. Van den heer Van der Floeg. Heden was het 25 jaar geleden dat de heer J. van der Ploeg, seinhuiswachter, dienst doende op het station alhier, in dienst trad bij de H.IJ.S.M. Hedenmorgen te ongeveer 11 uur heeft in de 3de klasse wachtkamer, welke hier voor gereserveerd was, in bijzijn van ver schillende chef de bureaux en spoorweg personeel dat niet door dienst verhinderd was, de huldiging plaats gehad. Allereerst nam de inspecteur van het Vervoer der Ned. Spoorwegen, de heer Cok, nadat de jubilaris met zijn echt genoote en familie op de met groen ver sierde stoelen had plaats genomen het woord. Hij zeide o.a.: Ik acht het een voor recht u namens de directie der Ned. Spoor wegen hartelijk geluk te wenschen met uw 25-jarig jubileum bij de Ned. Spoor wegen. Als jong maatje bij de Ned. Spoor wegen gekomen, hebt gij u opgewerkt tot de verantwoordelijke positie die gij nu be kleed. Het is een van de verantwoorde- lijkste betrekkingen, die u bij de spoorwe gen bekleedt, een kleine vergissing kan de noodlottigste gevolgen hebben, maar gij hebt steeds tot genoegen van de directie uw taak op uitnemende wijze vervuld; ge zien uw staat van dienst, en als blijk hiervan bied ik u namens de directie een oorkonde voor 25-jarigen trouwen dienst aan met een geschenk onder couvert. Daarna nam de stationschef, de heer van Duuren het woord om den jubilaris onder hartelijke bewoordingen geluk te wenschen. In den korten tijd dat ik met u mocht samenwerken, heb ik de uitvoering van uw werk leeren waardeeren, aldus spreker. Een 25-jarig jubileum is een mijlpaal waarbij men even stilstaat en het afge legde tijdperk overziet, en met genoegen kunt u daarop terugzien, ook over de wijze waarop U met het personeel heb samengewerkt. Als erkentelijkheid van het personeel bied ik U hiernevens deze fraaie eikenhouten divan met ingebouw- den boekenkast aan, wetende dat gij in uw vrije uren gaarne uw kennis verrijkt. Na den vermoeienden dienst der spoor wegen kunt gij hierop uitrusten en ik bied uw echtgenoote een fraai bloemstuk aan, daar ook zij heeft meegewerkt u het leven bij de Spoorwegen gemakkelijker te maken. Het cadeau van het personeel ging vergezeld van een mooie album met de namen der gevers met geestige teeke- ningen het spoorwegleven betreffend, op verdienstelijke wijze geteekend door den heer W. G. Metselaar. Aangedaan dankte de jubilaris den heer Inspecteur (hij verzocht den dank van hem en zijn echtgenoote aan de directie der Ned. Spoorwegen over te brengen) en den heer Stationschef voor zijn waar- deerende woorden. Ten zijne huize ontving de heer Ploeg nog vele blijken van belangstelling o.a. van de Ned. Vereeniging van Spoor- en Tramwegpersoneel. De goede wenschen gingen van bloemstukken vergezeld. „MALLE GEVALLEN" IN DE OEGSTGEESTERLAAN. CHRISTELIJKE OPLEIDINGSSCHOOL OOSTERSTRAAT 16. HOOFD IV. A. BODEWES. Het jaarlijksche Schoolreisje. Nu de groote vacantie in aantocht is, maakten de leerlingen van bovengenoemde school onder leiding van Hoofd en Per soneel wederom hun jaarlijksche school reisjes. Het eerst gingen dit jaar een groep leerlingen uit het vierde en vijfde leer jaar. Reeds vroeg in den morgen vertrok ken zij met prachtig weer naar Utrecht. Hier bezichtigden zij de OudegTacht, die met zijn werven en kelders onder de straat een eigen schoonheid bezit, die iederen vreemdeling bekoort. Daarna het Stadhuis en den Domtoren. Op het Domolein staat het standbeeld van Jan van Nassau en links daarvan is de ingang der Academie. Ook in het groote Postkantoor werd een kijkje genomen en tot slot in den Raads- kelder een kopje thee gedronken. De reis werd voortgezet naar de Pyra- mide van Austerlitz; achter den gezel- ligen speeltuin van het hotel „De Pyra- mide" verheft zich het vermaarde monu ment. dat een grootsch panorama biedt. In dezen sueeltuin werd de morgenboter ham genuttigd en een poosje heerlijk ge speeld. Vanhier naar Doom. om het Ro sarium bij het kasteel van den Duitschen keizer eens door te wandelen en te ge nieten van de rozenpracht, welke hier te aanschouwen is. Over Wageningen, met den Wagening- schen Berg en het Zandgat, ging de reis naar Oosterbeek. In het hotel „De Duno" werd het middagmaal gebruikt. Wat ge noten de kinderen op de wandeling door bosschen en over heide en hoe schitterend was hier het gezicht over den Rijn en de Betuwe. De auto bracht ons nu nog naar het einddoel van de reis: Arnhem. Hier werd het park Sonsbeek bezocht: de Waterval was natuurlijk een plekje, waar de jongens en de meisjes niet vandaan te krijgen waren. Echter de dag snelde voorbij en de terugreis moest aanvaard worden. Deze ging over EdeUtrecht, dus door een andere streek, waar ook veel te zien en te genieten was. Na een genotvollen dag kwam deze groep des avonds omstreeks tien uur weer voor hun school terug, waar de ouders vol verlangen hun kinderen stonden op te wachten. In het schoolgebouw werd een kort af scheid genomen eg toen „naar huls toe". Boerhave als film-held. Malle gevallen, wie heeft ze niet mee gemaakt enwie heeft het gelijkna mige boek van Hans Martin niet gelezen?! De Oegstgeesterlaan is vandaag een com binatie van belde; de argelooze voorbij ganger, die zich er vanmorgen door den oploop rondom Boerhave's standbeeld liet verleiden een oogenblik daar te vertoeven zal zich met verbazing hebben afgevraagd of hij slaapwandelde dan wel in Holly wood of Neubabelsberg vertoefde! En terecht want het was een mal geval. De Cinetone-maatschappij uit Amster dam. die thans de verfilming van Hans Martin's boek onder handen heeft, had er haar „studio" opgeslagen: Een groote sight-seeing car" vol figurantjes was er nabij het standbeeld geparkeerd: eenige meters verder stond de auto met de ge- luids-installatie, camera's en geluidsappa raten werden ingesteld en ingeschakeld, de hoofdpersonen, mevr. Gusta Crispijn- Mulder en Johan Kaart namen hun plaat sen, resp. als leidster der touringcar met kostschoolmeisjes en den tegen het stand beeld slapenden Bram, in. De scène werd opgenomen; niet één- of tweemaal, maar wel tienmaal; nu eens ontdekte de pro ductie-leider Leo Meyer een onregelma tigheid, dan wenschte Jaap Speyer, de regisseur, een verbetering of vond de camera-man, Farcas, een andere opname noodzakelijk. Verschil zal wel geen der tientallen bakkers- en slagersjongens, of het zich op een hoop samendringende naar schatting honderdkoppige. nieuwsgierige publiek hebben ontdekt! Maar niet alleen hun vermomming" van zonneklep en in een punt om den hals geknoopten zakdoek de stereotype, dikke, stompe sigaar in den liondhoek ontbrak nog om de verwezen lijking van de Amerikaansche filmprodu cent volkomen te doen zijn maar ook de tot nu toe door dit drietal bereikte resultaten waarborgen de rechtvaardig heid dezer herhalingen. Herhalingen, waaraan niet alleen de onder een dikken laag schmink schier verloren gegane figu rantjes zelfs voor hun naaste familie leden moeten ze zóó wel onherkenbaar zijn maar ook de bitse leidster en de slapende „Scheele" zich geduldig onder wierpen! Hoog boven alles uit .alleen ver anderend naar mate de zon hooger klom en andere schaduwstrepen en zonne plekken op zijn mantel of voetstuk too- verde, prijkte Boerhaave. Was de Oegstgeesterlaan het tooneel, „Zomerzorg" was de kleedkamer, want zoowel het eerste ais het laatste bedrijf spelen in Leiden en zullen heden en zoo mogelijk morgen opgenomen worden. Gis teren is de Kaag de studio geweest en strak als alle scènes op den film- en ge luidsband zijn vastgelegd en tot een slui tend en naar allen hopen pakkend geheel zullen zijn vereenigd, zullen de bioscopen daveren van den schaterlach van het Ne- derlandsche publiek, opgewekt door deze Nederlandsche verfilming van een door en door vaderlandsch boek. HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Wijziging: Filmafdeeling van het Centraal Bureau der Katholieke Sociale Actie, Steenschuur no .17, Leiden. Verhuur en exploitatie van films. Uittredend directeur: A. H. Boek raad, Leiden. Uittredend commissaris: N. A. van Zijp, Leiden. Nieuwe directeur: P. N. Brouwer, Voorschoten. Hedenmorgen omstreeks 9 uur is de bovenzijde van een laadbak van een vrachtauto, bestuurd door C. J. van D. op de Haarlemmerstraat bij het uitwijken naar rechts in aanraking gekomen met een zonnescherm, aangebracht voor perceel nr. 204, waarin is gevestigd de wijnhandel van de firma F. Het zonnescherm werd totaal vernield. Vervolgens botste de auto tegen de voorpui van den winkel der firma van C„ waardoor drie spiegelruiten in scherven vielen en eenige etalage-goederen werden vernield of beschadigd. De politie maakte tegen den bestuurder proces verbaal op. Op Donderdag 19 dezer rijdt er een goedkoope trein naar Zeeland. Men zie de advertentie in dit Blad Vanaf hedenavond wordt in het Trianon-theater een speciale geluidsfilm- reportage gegeven van de plechtige uit vaart van ZK.H. Prins Hendrik. De heer H. Ligtenberg, candidaat te Rotterdam heeft een beroep ontvangen naar de Geref. Gemeente alhier. Te 's-Gravenhage slaagde voor het Gasfittersdiploma, uitgereikt door de Ver eeniging van Gasfabrikanten de heer H. v. d. Doeve, wonende te Lisse, leerling van den fitterscursus verbonden aan de Ambachtsschool alhier. Gisteravond ongeveer halfzes is bij De Vink, een der paarden van de terug- keerende troepen van het 6e R.V.A. die bij de begrafenis van wijlen Z.K.H. de Prins der Nederlanden dienst gedaan had den, waarschijnlijk ten gevolge van de warmte plotseling dood gebleven. De be rijder bekwam geen noemenswaardig letsel. DE ALGEMEENE TOESTAND. Na Barthou's bezoek aan Londen Tatarescu te Parijs. Natuurlijk is men nog lang niet uitge praat over het bezoek van Barthou aan Engeland. In Duitschland toont men zich teleurgesteld, dat Engeland tenslotte op Barthou's pad zich heeft laten dringen en het vindt daarbij Italië naast zich. De Italiaunsche politiek is tegen het net van regionale verdragen, dat Frankrijk over Europa wil spreiden, schrijft Gajda in het Giornale d'Italia. Hij beschouwt het Oost-Locarno-plan van Barthou, die bekend is met den tegen stand van Duitschland en Polen, in de eerste plaats ais een tactische manoeuvre om zich tenslotte met fatsoen op een Fransch-Russisch bondgenootschap terug te kunnen trekken. Het voorgestelde Middellandsche Zee- verdrag wordt door alle bladen scherp afgewezen. Om Italië niet te ontstemmen heeft men dit verdrag alleen maar aan geduid. De Stampa verklaart, dat men thans, na Barthou's Londensche reis, een eerste balans van den toestand kan opmaken. Het bezoek van Barthou ondertusschen heeft geen voor Frankrijk gunstige resul taten opgeleverd. Over de plannen voor een Oostelijk Locarno en een pact voor de Middellandsche Zee schrijft het blad. dat het onwaarschijnlijk is, dat men het eens geworden zou zijn over een dezer on natuurlijke formaties, doch ondertus schen dienen zij als tactische manoeuvres, om Italië te isoleeren en zijn positie te verzwakken. Barthou verbeeldt zich, dat hij het initiatief weer in handen heeft gekregen. Het is noodzakelijk, dat de tegenwoordige leiders der Fransche poli tiek eindelijk inzen, dat men geen mis bruik moet maken van verdragen. Er zijn er reeds te veel, bovendien bestaat er een fundamenteele overeenkomst, die geen onderwerp van veranderingen zijn mag, het verdrag van Locarno. Wanneer men wil, dat internationale overeenkomsten leven, dan moeten zij rusten op den grond slag van rechtvaardigheid en wederzijd- sche achting. Barthou heeft den Engelschen minister van buitenlandsche zaken, sir John Simon gisteren het volgende telegram gezonden: „Ik dank u oprecht voor de hartelijke, mij tijdens mijn verblijf van twee dagen te Londen door de Britsche regeering be reide ontvangst en in het bijzonder voor alle bewijzen van vriendschap, welke gij mij persoonlijk deelachtig hebt doen wor den. Ik breng van mijn reis de zekerheid mede terug, dat onze loyale gedachten- wisseling op gelukkige wijze de goede ver standhouding tusschen onze beide landen heeft bevorderd en dat de Europeesche vrede, welke het gemeenschappelijk doel is van onze bemoeiingen, gesterkt uit de onderhandelingen naar voren komt". De Fransche minister van buitenland sche zaken Barthou had hedenmiddag een bespreking, die anderhalf uur duurde, met den momenteel te Parijs vertoevenden Roemeenschen minister-president Tata rescu. Barthou stelde Tatarescu op de hoogte van de resultaten der besprekin gen te Londen, voornamelijk wat betrof het Oost-pact, dat zijn oorsprong vindt in voorstellen van den Roemeenschen minister van buitenlandsche zaken Titu- iescu. Na Barthou's reis naar Boekarest heeft de Fransche regeering er prijs op gesteld, door het ontvangen van den Roemeenschen minister-president te Pa rijs uiting te geven aan het karakter van nauwe samenwerking tusschen Frankrijk en Roemenië. Men verwacht dat tegen het einde van deze maand of in het begin van de vol gende maand koning Carol een bezoek aan Parijs zal brengen. BELGIE. De volmachtswet in gevaar? Botsing te Antwerpen. De Belgische Kamer behandelde in haar vergadering van gisteren het wets ontwerp inzake het verlies der Belgische nationaliteit, waarbij het af en toe storm achtig toeging. Bijna alle sprekers wezen in hun rede op de verhoudingen in Upen- Malmedy. De oppositie maakte vooral be zwaar tegen het eenzijdig karakter van het wetsvoorstel, waardoor slechts een bepaalde, willekeurige groep van personen n.l. zij, die niet door afstamming het Bel gische staatsburgerschap verwierven, on der de wet zouden vallen. Ook maakte men bezwaar tegen de te algemeene redactie van sommige bepalingen tegen diegenen, „die hun plichten als Belgisch staatsburger ernstig schenden", aange zien men te willekeurige toepassing hier van vreesde. Ook werd opgemerkt, dat tweeërlei recht zou worden toegepast op met Duitschland sympathiseerende bewo ners van Eupen-Malmedy en met Frank rijk sympathiseerende Walen. De Minister van Justitie verdedigde het wetsontwerp, waarna de oppositie een voorstel indiende om het wetsontwerp terug te wijzen naar de desbetreffende Kamercommissie. Tot stemming kwam de Kamer echter niet meer en de debatten zullen in een volgende zitting worden yoortgezet. BINNENLAND. Na de plechtige bijzetting van Z.K.H. Prins Hendrik; verschillende vorstelijke personen weer vertrokken. (Binnenland, 3e Blad en Laatste Berichten, le Blad). Van de Leusder heide bij Amersfoort is ongeveer 50 H.A. door brand verwoest» (Gemengd, 3e Blad). Bij een brand bij Halfweg is een 35-jarig man in de vlammen omgekomen. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. Na Barthou's bezoek aan Londen. (Bui- tenl., le Blad). De uitbreiding der Engelsche luchtmacht (Tel., le Blad). De wijzigingen in het Oostenrijkschë kabinet Dollfuss. (Buitenl., le Blad). Sven Hedin's expeditie in China over vallen (Tel., le Blad). Interviews met Hitier (BuitenL en Tel., le Blad). De bijzondere Kamercommissie voor het bestudeeren van de volmachtontwerpen der regeering heeft deze goedgekeurd, na er aanzienlijke wijzigingen in te hebben aangebracht. De regeering vroeg een volmacht-ter mijn van zeven maanden. De commissie wilde echter niet verder gaan dan tot den datum van 30 November a.s. Men weet niet, welke ten opzichte van deze en andere nog al ingrijpende wijzi gingen de houding der regeering zal zijn, die reeds eerder heeft verklaard, dat niets aan haar plannen- veranderd mocht wor den. In den heden te houden ministerraad zal deze aangelegenheid worden onder zocht. (Msbode). Gisteravond werd te Antwerpen een optocht gehouden, uitgaande van de Fronters ter viering van den llden Juli (Guldensporenslag) Bij dezen stoet wilde een groep Dinaso's zich aansluiten, maar zij werden door de Fronters geweerd, waarop de Dinaso's terugkeerden naar hun lokaal, gelegen in de Lange Beeldekenstraat. Zij werden echter achtervolgd door een paar honderd socialisten. In de Lange Beeldekenstraat gekomen, werden de Dinaso's door de socialisten overvallen. Er ontstond een gevecht, waar bij niet alleen met steenen werd geworpen doch waarbij ook tal van schoten vielen. Enkele vechtenden werden tamelijk ern stig gewond. De Dinaso's sloegen op de vlucht, doch de socialisten haalden hen in en voor de tweede maal ontstond een verwoed ge vecht. Deze botsing had dicht bij het clublokaal van de Dinaso's plaats, die naar binnenvluchtten en zich barrica deerden. Tegen half elf rukten een sterk detache. ment politie uit, om de orde te herstellen. DUITSCHLAND. Interview met Hitier Vonnissen en geruchten. De „New York Herald" publiceert een interview dat een Amerikaansch professor, Alfred J. Pearson, uit Des Moines Iowa, verleden week met Hitler had, over de dramatische gebeurtenissen van Zaterdag 30 Juni. Prof. Pearson werd bij Hitier geïntrodu ceerd door dr. Hjalmar Schacht, den pre sident van de Rijksbank. „Wat mag ik Amerika vertellen van de onlangs plaats gehad hebbende gebeurte nissen in Duitschland en over den tegen- woordigen toestand?" was de eerste vraag. „De waarheid," antwoordde Hitier snel. „Duitschland heeft niets te verbergen. Over eenigen tijd hopen wij alle feiten bekend te kunnen maken. Het is voor ons heel ongelukkig dat wilde geruchten in omloop zijn. Duitschland is dicht bevolkt en daardoor verspreiden zulke berichten zich snel. Dat is gevaarlijk voor ons. Wan neer bij u in San Francisco iets gebeurt, merkt men in New York er niets van omdat uw land niet zoo dicht bevolkt is. Heel anders is het bij ons. Elke beroering, ernstig of niet ernstig, raakt ons allen aan. Reeds eenige maanden hadden wij moei lijkheden in onze gelederen. Mannen die ik absoluut vertrouwde bleken verraders te zijn. Het is tragisch en verschrikkelijk. Deze leiders, hooggeplaatst en met heilige autoriteit bekleed, zwoeren samen om de regeering omver te werpen Er bestond voor mij geen alternatief. Ik moest den eed van mijn ambt en het vertrouwen van mijn volk gestand doen en ik moest de verraders uit den weg ruimen. Zoo moest

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1