LEIDSCH DAGBLAD Derde Blad
Woensdag 4 Juli 1934
BRIEVEN UIT BERLIJN.
BINNENLAND.
KERK- EN SCH00LNIEUWS.
DE NEERGESLAGEN REVOLUTIE.
(Van onzen correspondent).
Berlijn, 2 Juli.
Als deze brief den lezer onder de oogen
komt. zal, naar wy stellig aannemen, ln
geheel Duitschland weer rust en orde
heerschen. Gisteren, Zondagmiddag, reeds,
gaf de Duitsche rij Icsminlster voor propa
ganda en volksvoorlichting dr. Josef Goeb-
bels. door de radio over alle Duitsche zen
ders de verzekering, dat de regeering de
situatie overal en ln alle opzichten be-
heerscht. Van haar standpunt gezien la dit
waarschijnlijk ln alle opzichten juist. Maar
even Juist ls, dat zij de laatste dagen van
de vorige week bange uren heeft moeten
doormaken.
Het is den lezer lntusschen uit de tele
grammen bekend, wat zich hier Zaterdag
afgespeeld heeft. We willen op de feiten
niet meer uitvoerig terugkomen en ons
liever wat langer bij hun beteekenls op
houden.
Wat hier gebeurd ls, werd reeds lang
verwacht en men mag aannemen, dat
het buitenland (met uitzondering dan van
menschen, die alles optimistisch willen
zien. wat hier geschiedt, alleen omdat hun
een en ander zoo sympathiek ls!op zulke
incidenten voorbereid was. WIJ buitenland-
sche journalisten in Berlijn moeten vaak
zeer voorzichtig zijn in onze berichten en
beschouwingen. Niet. omdat we dagelijks
worden lastig gevallen door regeeringsln-
stanties. die zich ln het bijzonder met
onze wijze van voorlichting bezig houden
de controle op ons werk is zeer loyaal
en dat desondanks zeker 25 tot 30°,'o der
buitenlandsche journalisten Duitschland
sedert Januari 1933 verlaten moest, ls vaak
meer aan hen dan aan de regeerlngscen-
suur te wijten geweest maar omdat het
uiterst moeilijk ls de grens te trekken tus-
schen wat wij als Informatie en wat de
Duitsche overheden als landverraad be
schouwen.
Dat ls de reden, waarom vaak het een
en ander ongeschreven blijft, ofschoon
het de moeite der vermelding overwaard
was. Maar wie de berichten van neutrale
zijde uit Berlijn aandachtig gelezen heeft
er, wat meer dan oppervlakkige studie
wijdde aan de redevoeringen, die verschil
lende Duitsche ministers de laatste weken
tot de zoogenaamde „mopperaars en kan
keraars" gericht hebben, die kon toch we
ten, dat de situatie hier bijzonder gespan
nen en dat de regeering op een ontknoo
ping voorbereid was.
Men moet nu goed onderscheiden tus-
schen een ontevredenheid in breede lagen
der bevolking, die ook nu, na de revolte
van Ernst Rohm en zijn camarilla, nog be
staat, en deze revolte zelf, die aanleiding
tot een zoo bloedig en dramatisch ingrij
pen van den Leider der Duitsche regee
ring geworden ls.
Wij hebben er in deze brieven herhaal
delijk op gewezen, dat men zich in het
buitenland niet moet laten misleiden door
de opzettelijk ln hooge mate, aan de
methode-Coué herinnerende, optimis
tische officieele berichtgeving van Duit
sche zijde, die hier zoo belangrijk geacht
wordt, dat een daartoe opgericht afzon
derlijk ministerie er zijn beste krachten
aan geeft. Wij hebben gewaarschuwd, dat
in breede lagen der bevolking, onder de
conservatieven, de liberalen, de marxisten,
de ontslagen ambtenaren en beambten, de
r. katholieken en voor een deel ook de
protestantsche geestelijkheid, de oud-offi
cieren, een deel der in den vroegeren bond
„Stalen Helm" vereenigde mlllloenen
oud-strijders van 191418. enz. zoo hevig
gemopperd werd en nóg wordt, dat de
regeering het ten slotte noodlg oordeelde,
in een campagnie van liefst acht onaf
gebroken weken daartegen met alle mid
delen, welke haar ten dienste staan, te
keer te gaan.
lntusschen was de campagne ook tegen
een kleine groep ontevredenen gericht,
die weliswaar op den algemeenen kanker-
geest speculeerde, maar die toch meer
onder een bijzondere kliek van politiek-
gevaariijke menschen gezocht moest wor
den. Men kende deze menschen en hield
hen dag en nacht door een bijzonderen
dienst van de geheime staatspolitie ln het
oor. Directeur van die geheime staats
politie was tot voor weinige maanden de
vroeger liberale, jonge politicus dr. Diehls,
thans regeeringspresident ln Keulen, van
wien de pikante bijzonderheid bekend is,
dat juist hij het geweest ls, die eenige
jaren geleden medegewerkt heeft aan de
campagne tegen den oud-kapitein Röhm
en hoogstwaarschijnlijk de man was, die
de zeer comoromittëerende brieven waarin
Röhm van Bolivia uit naar Berlijn aan een
vriend zijn leed klaagde over het feit, dat
in Z'Aid-Amerika zoo weinig gelegenheid
was om zijn lusten bot te vieren, aan
Röhm's politieke tegenstanders in handen
soeelde. Men zal zich wellicht herinneren,
dat die brieven in de Duitsche socialis
tische en republikeinsche pers afgedrukt
werden, dat Röhm eerst de echtheid ont
kende. later door zijn vrienden gedwongen
werd een aanklacht in te dienen tegen
den man, die voor de publicatie verant
woordelijk was, maar die aanklacht
laterterugtrok en daardoor de echt
heid eigenlijk toegaf.
Men heeft zich in breede kringen steeds
ten zeerste erover verwonderd, dat Adolf
Hitler desondanks den zwaar gecompro-
mitteerden Röhm de hand boven het
hoofd hield, hem na de omwenteling als
chef der enorm-sterke S.A.-troepen hand
haafde en hem later zelfs nog rijksminis
ter maakte. Hitier heeft altijd een zwak
gehad voor mannen, die hem van de eer
ste maanden en jaren zijner beweging af
trouw gediend hebben en met hem won
den en gevangenschap meemaakten. Zulke
mannen moeten het al heel bont maken,
willen ze zijn vertrouwen verliezen. Met
Röhm heeft hij zeker al te veel geduld
gehad. Het resultaat is nu geweest,, dat
hij dezen man. zijn collega-minister en
den chef van zijn staf tevens, voor heel
de wereld heeft moeten blootstellen en
laten fusileeren. Men zou van meening
kunnen zijn. dat hier een andere tactiek
voor de reputatie van de Hitlerbeweging
en van het Duitsche „Derde Rijk" beter
geweest ware.
Er zijn meer van zulke zwakke plekken
in het regeeringsbeleid van den hier
door zijn partijgenooten als „onfeilbaar"
afgestempelden heer Adolf Hitler te
vinden. Zonder ook maar één oogenbllk
de warme vaderlandsliefde, de goede trouw
en de enorme werkkracht van mannen
uit Hitiers omgeving als de rijksleider der
Hitlerjeugd Baldur von Schirach en de
rijksleider der cultureele partybelangen
DE VEREENIGLNG VAN
INTERNATIONALE JAARBEURZEN.
Het congres te Utrecht geopend.
Te Utrecht wordt heden en volgende
dagen een congres gehouden van de
Union des Folres Internationales. Het
congres werd geopend door den heer F. H.
Fentener van Vlissingen, die eraan her
innerde. dat de vertegenwoordigers van
de bij de Union aangesloten Jaarbeurs-
Instituten thans voor de 10e maal tezamen
zijn. Spr. ging de verschillende bijeen
komsten na en bracht daarbij eerbiedige
huide aan den arbeid van den eersten
voorzitter: Senateur Nava (oud-Mlnlstèr
van Italië en voorzitter van de Jaarbeurs
te Milaan), die ln 1931 aftrad en met
VTeugde constateerde spr. dat onder leiding
van den tegenwoordigen voorzitter. Sena
teur Pucicelll, de Union een groote activi
teit heeft ontwikkeld.
Voorts herinnerde spr. aan het groote
aantal jaarbeursinstituten, dat ln Europa
na den wereldoorlog ontstond en hoe in
1925 te Milaan op Initiatief van de Inter
nationale Kamer van Koophandel de
vereeniging werd gesticht. De heer Fente
ner van Vlissingen roemde dan de vriend
schappelijke verhoudingen tusschen de
verschillende jaarbeurs-besturen, be
schouwde dan het succes der verschillen
de instituten en besloot zijn rede met den
wensch, dat dit door hem te leiden con
gres moge voldoen aan de gestelde ver
wachtingen.
o
Ir. F. E. ENSCHEDE VOLGT DEN
HEER MUSSERT OP.
In de gisteren gehouden zitting van de
Provinciale Staten van Utrecht ls tot op
volger van den heer ir. Mussert benoemd
als Hoofdingenieur van den Ufrechtschen
Provincialen Waterstaat de heer ir. F. E.
Enschede, ingenieur van den Provincialen
Waterstaat te Groningen.
Ir. Enschede was de eerstgeplaatste op
de voordracht en behaalde 27 van de 40
uitgebrachte stemmen.
Alfred Rosenberg ln twijfel te trekken,
moeten we er toch ln dit verband de aan
dacht op vestigen, dat beide heeren de
reputatie van anti-kerkelijk en vooral
antl-clericaal genieten en door hun wer
ken en uitlatingen zekere machtige Chris
telijke kringen zoozeer tegen zich ln het
harnas gejaagd hebben, dat zij allerminst
geschikt lijken juist voor posten, aan
welke een bijzonder behoeden van de een
heid en eensgezindheid onder de jonge
bevolking en een samenwerking met an
dere opvoedende instanties toevertrouwd
ls. Veel acuter gevaren echter scholen ln
het naar voren brengen van jonge man
nen van avontuurlijk karakter als de belde
eveneens gefuslleerde S.A.-opperaanvoer-
ders Ernst en Heines, belden persoonlijk
ln hooge mate onsympathiek en eerzuch
tig, weinig geacht bij de S-A.-mannen, en
naar nu blijkt ook van alleszins minder
waardig karakter. Van Heinis was boven
dien bekend, dat hij voor de omwenteling
reeds wegens moord tot tuchthuis veroor
deeld en naar later bleek aan zijn chef
Röhm door gelijksoortige neigingen ge
bonden was.
Inderdaad heeft Hitier Jaren lang ge
duld, dat onder zijn onder-aanvoerders
hier en daar klieken van a-moreele
phantasten, samenzweerders en twijfel
achtige karakters konden groot worden;
en het is geen fraai schouwspel, dat ge
wiekste politici en gevaarlijke konkelaars
in het kamp der mokkende conservatieven
listig gebruik maakten van de bekende
eerzucht en zelfoverschatting, vermengd
met medisch erkende „minderwertigkelts-
komplexe" dezer moreel-zieken, om een
paleisrevolutie in de hoogere leiding der
Duitsche nationaal-socialistische beweging
te doen groot worden, waarin niemand
minder dan Hitler's voorganger op den
zetel van Bismarck, de bekende generaal
Kurt von Schleicher, wiens woning in
Neubabelsberg bij Potsdam middelpunt
van politieke kuiperij bleef en daarom dag
en nacht bewaakt en bespionneerd werd,
de draden van het complot in handen
hield.
Deze mannen wilden een nieuwe revo
lutie, een .Putsch", om zichzelf ln den
zadel te zetten en van de jonge heethoof
den rondom Hitier onafhankelijk te wor
den. Zij hebben (een oud stokpaardje van
Von Schlelscher en van vele zijner vrien
den onder de hooge officieren) daarbij
blijkbaar ook aan „samenwerking" met
Sovjet-Rusland in een militair-sterke
combinatie van staten met tegen Frank
rijk en de Kleine Entente gericht front
gedacht.
Aan al deze plannen heeft Hitier op wel
zeer drastische wijze een eind gemaakt.
Rijksminister Röhm, generaal Von Schlei
cher en echtgenoote, zeven van de hoogste
S.A.-leiders bovendien, zijn de onmldde-
lijke slachtoffers. Zij hebben samenzwe
ring of weerstand met den dood moeten
bekoopen. En zeker zullen tal van andere
Invloedrijke persoonlijkheden nog veroor
deeld worden, als bekend is. of zij in een
en ander betrokken zijn.
Deze sterke actie van Hitier echter was
niet, of nog niet. wat hier sinds lang ln
de lucht hangt. Zijn positie zal voorlooplg
versterkt blijken. Het volk heeft zich
rustig gehouden en in breede lagen wordt
Hitler's actie goedgekeurd. Maar de onte
vredenheid blijft en het gebeurde zal door
velen in en buiten Duitschland als de
eerste naar alle zijden zichtbare barst in
het Derde Rijk gezien worden.
Het is ongetwijfeld een blamage geweest
dat zulk een corruptie mogelijk was ln
een beweging, die zich zelf dagelijks het
praedicaat van onaantastbaar en voorbeel
dig voor de geheele wereld geeft. Men zal
zich nu gaan afvragen, of onder de man
nen, die gebleven zijn, nu werkelijk alles
zoo perfect in orde is als zij zelf getuigen.
Geen Duitsch blad. geen Duitsch parle
ment mag vragen stellen, geen parlemen
taire commissie, geen rechter zal onder
zoeken. geen openlijke onthullingen zijn
mogelijk. Alles blijft afhangen van de
vraag, of de nieuwe overheid werkelijk
het moreele recht heeft, dictatoriaal te
blijven regeeren en over het leven der
mede-staatsburgers bij standrecht, zonder
onderzoek en veroordeeling, te beslissen.
Wat Duitschland te zien geeft, ls een
slomzichtbare les in het nationaal-socia
listische staatsbegrip. Een dramatisch les
uur ligt achter ons. Het onderwijs gaat
verder.
ROLAND.
EXPLOITATIE VAN OLIETERREINEN
OP NIEUW-GUINEA,
Wetsontwerp tot het sluiten van een
overeenkomst met groote petroleum-
maatschappljen.
Ingediend ls een wetsontwerp tot mach
tiging tot het sluiten van eene overeen
komst, als bedoeld in art. 5a der Indische
Mijnwet met een door te 'sGravenhage
gevestigde N.V. De Bataafsche Petroleum
Maatschappij, de mede aldaar gevestigde
N.V. Nederlandsche Koloniale Petroleum
Maatschappij en de te Amsterdam geves
tigde N.V. Nederlandsche Pacific Petroleum
Maatschappij op te richten naamlooze ven
nootschap betreffende de opsporing en
ontginning van aardolie, enz., ln terreinen,
gelegen ln het gouvernement der Molukken
In hoofdzaak komt het plan hierop neer,
dat met een door genoemde maatschap
pijen op te richten vennootschap op den
voet van art. 5a der Indische Mijnwet een
overeenkomst zal worden aangegaan voor
de opsporing en ontginning van bitumi
neuze zelfstandigheden in één of meer ter
reinen ter (gezamenlijke) uitgestrektheid
van ten hoogste 1.000.000 ha., door die
vennootschap te kiezen uit een harerzijds
geologisch te exploreeren gebied van
10.000.000 ha. Voor de exploratie zou haar
dan een termijn zijn te laten van tien
jaren, met dien verstande, dat reeds na
drie jaren daarvan ten minste 2.500.000 ha.
weder ter beschikking van het gouverne
ment zouden zijn te stellen en twee jaren
later opnieuw een even groote uitgestrekt
heid, terwijl dan ln de tweede helft van het
tienjarig tijdvak de vennootschap in het
te harer beschikking gebleven terrein hare
definitieve keuze zou hebben te bepalen.
Bij de beoordeeling van dit plan zal,
naar de meaning van den minister, in de
eerste plaats voor oogen zijn te houden, dat
groote gedeelten van Nieuw Guinea eerst
dan tot ontwikkeling zullen kunnen komen,
wanneer kapitale ondernemers zich het
risico willen getroosten, dat aan het daar
te verrichten pionnierswerk onafscheiden-
lijk verbonden is. Voor het aanvatten van
dien arbeid leent zich uitsluitend een
maatschappij of een combinatie van maat
schappijen die beschikt zoowel over de
voor een dergelijke taak benoodlgde be
langrijke matêrleele hulpbronnen als over
een staf van veelzijdige ervaren technici,
die in het bijzonder bekend zijn met de
omstandigheden, waaronder in Ned. Indië
gewerkt moet worden.
Het pleit derhalve voor den ernst, waar
mede het plan werd beraamd, dat belang
hebbenden zich voorbereiden op een aan
vangsstadium hunner werkzaamheden, dat
geheel gewijd zal zijn aan opsporingsar-
beid en het is begrijpelijk, dat zij. gelet op
het betrekkelijk zeer weinige, dat van de
geologische gesteldheid van het land be
kend is. meenen het daaraan verbonden
risico alleen te kunnen aanvaarden, wan
neer die exploratie zich kan uitstrekken
over een zeer groot gebied, teneinde op die
wijze te kunnen komen tot een beslissing
ten aanzien van de vestiging van een even
tueel mogelijk blijkend bedrijf.
Naar het oordeel van den minister zullen
bij de verwezenlijking van een aldus op
gezet plan ook de belangen van het land
in bijzondere mate kunnen worden gebaat,
indien bedongen wordt, dat de uitkomsten
der exploratie volledig ter beschikking van
het gouvernement zullen komen. Hetgeen
tot dusver omtrent de geologie van Nieuw-
Guinea bekend is. levert nog geen aan
wijzing op, dat de vestiging aldaar van een
mijnindustrie op loonende basis mogelijk
zou zijn, laat staan dat landsgelden zouden
mogen worden gewaagd aan een onder
neming van dien aard, hetzij in den vorm
van staatsexploitatie dan wel in dien van
deelneming in een gemengd bedrijf.
De vooruitzichten en de overweging, dat
de ontwikkeling van Nieuw Guinea van
groot belang ls ln verband met het bevol
kingsprobleem van Java en Madoera. heb
ben de regeering geleid tot onderhandelin
gen met de maatschappijen, teneinde tot
een voor beide partijen aannemenlijke
overeenkomst te geraken. Het resultaat
dier onderhandelingen ls neergelegd in de
bij het wetsontwerp gevoegde ontwerp
overeenkomst.
Hoewel de voorhanden gegevens uitwij
zen, dat op verschillende plaatsen aardolie
voorkomt en sommige vindplaatsen reeds
sedert jaren bekend zijn moet worden ge
constateerd. dat het tot dusver niet is
mogen gelukken een economisch winbaar
voorkomen van aardolie, noch ln het al
gemeen van eenig mineraal, aan te toonen
of ook maar waarschijnlijk te maken.
Tijdens de behandeling in den Volksraad
van het onderhavige wetsontwerp tot de
aanneming waarvan het college met 99
stemmen tegen 11 stemmen heeft besloten
te adviseeren. ls de wensch te kennen ge
geven, dat ln de ontwerp-overeenkomst
alsnog sommige wijzigingen konden wor
den aangebracht.
In verband hiermede heeft de Indische
regeering oa. het volgende punt ter nadere
overweging aanbevolen:
„Het doen vervallen van het tweede lid
van art. 18 der ontwerp-overeenkomst. ten
einde de thans daarin voorziene mogelijk
heid uit te sluiten, dat aan de maatschap
pij in bijzondere gevallen dispensatie wordt
verleend van hare verplichting om het
aantal door haar aan te stellen werkkrach
ten voor ten naaste drie vierden uit
Nederlandsche onderdanen te doen be
staan".
De bezwaren, welke door de betrokken
maatschappijen werden aangevoerd tegen
verwezenlijking van den door den Volks
raad bij motie uitgesproken wensch als
boven omschreven komen den minister
gegrond voor Ook hij ls van oordeel, dat
daarin casu sprake ls van een contract met
een looptijd van 50 jaren, dat uitgevoerd
moet worden in een gebied als Nieuw
Guinea rekening moet worden gehouden
met de mogelijkheid, dat niet onder alle
omstandigheden beschikt zal kunnen wor
den over een voldoend aantal Nederland
sche werkkrachten.
PRINSES HERMINE
NAAR DUITSCHLAND.
De echtgenoote van ex-keizer Wilhelm.
Prinses Hermine. vertrok met haar kin
deren naar Duitschland voor het jaarlljk-
sche bezoek, dat zij om dezen tijd aan
haar landgoed Saabor ln Sllezië pleegt te
brengen.
OUD-GEPENSIONNEERDE MILITAIREN
VAN LAND- EN ZEEMACHT.
Verhooging der ultkeeringen.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
suppletoire begrooting van Defensie voor
1934. De toelichting zegt o.m.:
Herhaalde malen ls er reeds ln de belde
Kamers der Staten-Generaal op aange
drongen, dat de Regeering stappen zou
doen om verbetering te brengen ln de
financleele positie der oud-gepenslonneer-
den, met name ln die van de gewezen
militairen van zee- en landmacht. Daarbij
werd ln den laatsten tijd meermalen be
toogd, dat deze groep van oud-landsdiena
ren in ongunstiger omstandigheden ver
keert dan de gewezen burgerambtenaren,
uit hoofde van het feit, dat eerstbedoel-
den destijds werden gepenslonneerd naar
een standpensioen, terwijl laatstbedoelden
een pensioen ontvingen, afhankelijk van
het door hen genoten salaris.
Het was geen uitzondering, dat bepleit
werd, in dezen toestand verbetering te
brengen door alle pensioenen, die, naar
men betoogde, krachtens vroegere pen
sioenwetten aan militairen verleend, te
laag zijn vastgesteld, voor een verhooging
ln aanmerking te doen komen.
Afgescheiden van andere bezwaren, aan
het inslaan van dezen weg verbonden, ls
dit alleen reeds om deze reden onmoge
lijk, dat de schatkist dientengevolge
nieuwe belangrijke uitgaven zou moeten
doen.
De Regeering wenscht echter blijk te
geven, dat zij daar, waar zulks mogelijk
is, aan de nooden van oud-gepenslonneer-
de militairen wil tegemoetkomen.
Een door haar ingesteld onderzoek
toonde de wenschelijkheld aan om de ult
keeringen aan de minstbedeelden onder de
oud-gepenslonneerde militairen eenlgszlns
te verhoogen. Het ligt in het voornemen
een regeling te treffen, waardoor zij aan
pensioen en bijslag van de Stichting, be
doeld ln de wet van 28 Juli 1926, tezamen
zullen mogen genieten een bedrag, gelijk
staande met 320 pet. van het hun oor
spronkelijk verleende pensioen, ln plaats
van, zooals thans, jnet 280 pet.
De beperking, toegepast bij het toeken
nen van geldelijke ultkeeringen aan de
z.g. mobilisatie-slachtoffers, deed op art.
140 van de loopende Defenslebegrootlng
een overschot ontstaan van f. 40.000, welk
bedrag aan bovengenoemde Stichting werd
overgemaakt ter nadere uitkeerlng aan
oud-gepenslonneerden van zee- en land
macht.
o
MAATSCHAPPIJ VOOR GENEESKUNST.
85ste algemeene vergadering.
Gisteren werd ln de groote zaal van
„Concordia" te Breda de 85ste algemeene
vergadering van de Nederlandsche Maat
schappij tot Bevordering der Geneeskunst
voortgezet.
Tot lid van den Raad van Beroep werd
benoemd dr. J. P. L .Hulst (Lelden), van
de centrale commissie voor de beroepsbe-
langen dr. J. H. M. Koenen (Vught), van
de geldcommissie herkozen dr. W. F. Th.
van der Bijl (Vlissingen).
Tot leden van de commissie ln den Raad
van redacteuren van het Nederlandsch
Tijdschrift voor Geneeskunst dr. Pinkhof,
dr. Hammes en dr. Posthuma van de com
missie van beheer op het bureau van
waarneming en vestiging dr. G. J. Schoute
(Amsterdam), van de commissie van be
heer op het ondersteuningsfonds dr. A.
Th. Planten (Hilversum)
-o-
VER. VAN NEDERL. WIJNHANDELAARS.
Jaarlijksche Algemeene Vergadering.
Dezer dagen ls te Amsterdam de Jaar
lijksche algemeene vergadering van de
Ver. van Ned. Wijnhandelaars gehouden.
De voorzitter, de heer P. Oud Gzn„ uit
Haarlem herinnerde er in zijn openings
woord aan, dat de Vereeniging thans 35
jaar bestaat. Hij gaf een kort overzicht
van de gebeurtenissen in de eerste kwart
eeuw van het bestaan der organisatie en
stond ultvoerigen stil bij wat er in de
laatste 10 jaren voor belangrijks heeft
plaats gehad.
Naar aanleiding van het jaarverslag,
dat spreekt van de pogingen om bij den
tegenwoordig in den wijnhandel slechten,
toestand nieuwe banen te betreden, werd
een commissie ingesteld, die de opgewor
pen denkbeelden zal bestudeeren.
Op grond van het verslag van de Com-
missle-Wijnbesluit uit de vereeniging en
in verband met de bezuinigingen die op
de keuringsdiensten worden toegepast,
besloot de vergadering iemand aan te stel
len, die op verzoek van de leden, door hen
aangewezen wijnen, waarvoor men vreest,
dat er mee geknoeid is, aan een voorloo
plg onderzoek zal onderwerpen. Door van
de bevindingen van dezen ervaren deskun
dige aan de betrokken keuringsdiensten
mededeellng te doen, zou een vergemak
kelijking en bezuiniging op het onderzoek
dier diensten kunnen plaats hebben, waar
door controle op den wijn niet behoeft te
verslappen. Besloten werd de actie voor
verlaging van den wijnaccijns onvermoeid
voort te zetten.
De rekening en verantwoording van
den penningmeester, den heer A. M. Steins
Bisschop uit Amsterdam, sloot voor den
gewonen dienst met een batig saldo van
f. 1000.
De heer A. Milders deed medeedeeling
over de betrekkingen met buitenlandsche
organisaties. Hij zette de plannen uiteen
tot oprichting hier te lande van een sec
tie van het Comité International des
Vlns, Cidres, Liqueurs. Bières en Splrl-
tueux en van een afdecling van het Ver
bond van Verbodstegenstanders.
Tot nieuwe bestuursleden in de plaats
van de aftredende niet herkiesbare leden
Lechner te Schiedam, Kemmerling te
Maastricht, Boex Jr. te Eindhoven en
Onnes te Groningen, werden gekozen de
heeren Milders te Rotterdam, Donders te
Arnhem, Van Oppen te Maastricht en Van
de Velde te Gouda.
Bij de rondvraag kwamen nog ter spra
ke de moeilijkheden die zouden worden
veroorzaakt, als de wljnflesch onder de
IJkwet viel. Tenslotte werd de aandacht
gevestigd op het gevaar dat de bepalingen
van het zoo goed werkende WIJnbesluit
door de a.s. nieuwe surtaxeregellngen loo-
pen.
L
PREDIKBEURTEN.
VOOR DONDERDAG 5 JULI.
LEIDEN.
Geref. Gem. (N. Rijn): Nam. 8 uur, de
heer H. Llgtenberg; cand. te Rotterdam.
ALPHEN AAN DEN RIJN.
Chr. Geref. Kerk (v. Reedestraat)Nam.
halfacht, ds. De Boer, van Leerdam.
BOSKOOP.
Geref. Gem. (Dwars-Nleuwstraat): Nam.
halfacht, ds. Neerbosch, van Vlaardlngen.
KATWIJK AAN ZEE.
Geref. Gem. (Remisestraat): Nam. 8
uur, ds. Hoffman van Krabbendijke.
o
NED HERV. KERK.
Drietal: Te Voorburg (vac. dr. N. G.
Veldhoen) J. F. Berkel, te Apeldoorn, A.
Hymans te Nljverdal en dr. W. Lodder te
Doorn.
Beroepen: Te Schiedam dr. R. B, Even
huls te Zaandam-Oost.
Bedankt: Voor Brulnlsse (toez.), M.
Bons te Colljnsplaat.
GEREF. KERKEN.
Beroepen: Te Middelburg A. H. Ousso-
ren te Ambt-Vollenhove.
Aangenomen: Naar Hulzen (N.-H.) J.
Snoey te 's-Gravemoer.
GEREF, GEM.
Tweetal: Te Temeuzen H. Llgtenberg,
cand. te Rotterdam en J. D. Barth te
Borsselen.
Beroepen: Te Ridderkerk en te Scheve->
nlngen H. Llgtenberg, cand. te Rotterdam.
o
ROOKEN EN ZENDING.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest, giro
No. 6074 verzoekt ons plaats voor het
volgende:
Er wordt herhaaldelijk beweerd, dat ten
aanzien van de Zending de gemeente aan
de grens ls van haar spankracht, dat er
dus niet mag worden uitgebreid, dat er
veeleer moet worden Ingekrompen, enz.
Het ls merkwaardig zulke beweringen
te bezien ln het licht van de dezer dagen
gepubliceerde statistiek over het verbruik
van sigaren, sigaretten en tabak in 1933.
Er ls door het Nederlandsche volk ver
rookt voor ruim 143 millloen gulden, dus
globaal genomen 20 gulden per hoofd.
Als er 500.000 rookende personen zijn, die
ln de Zending belangstellen, behoeven zij
slechts een tiende deel van het Jaar van
dit genotmiddel af te zien en dan kunnen
zij alleen reeds het geheele zendingswerk
der Corporaties bekostigen en alles wat de
nlet-rookende personen dan geven, kan
voor uitbreiding gebruikt worden! Wij
zouden heel gelukkig zijn, als dat eens het
geval werd.
Men kan het ook anders zeggen, nJ. zóó:
In het Jaar, waarin 143 millloen voor roo-
ken alleen ls uitgegeven, heeft de Zending
der Corporaties een tekort van honderd
duizend gulden en heeft de geheele Zen
ding zeker niet veel meer dan één millloen
ontvangen.
Dit zijn cijfers, die niet dikwijls genoeg
herhaald kunnen worden. Het ls zoolang
de toestand zóó ls, zeker onjuist, dat de
gemeente aan het einde van haar span
kracht ls.
b
ONDERWIJS IN DE STAATS
WETENSCHAPPEN,
Het Comité ter bescherming van het
Onderwijs ln de Staatswetenschappen,
heeft zióh ln een adres tot den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschap
pen gewend, teneinde een schikking te
bepleiten, volgens welke gedurende den
cursus 1934'35 bij wijze van overgang
2 uren Staatshuishoudkunde voor de 5e
klasse der HH.S. B. uitgetrokken zouden
worden, ln plaats van 1 uur Staathuis
houdkunde en 1 uur cosznografie. gelijk
het desbetreffende K. B. als overgangs
bepaling vaststelde. Naar men zal weten,
hebben de leerlingen die met September
a.s. ln de 5e klasse plaats nemen, reeds
het competente uur cosmografle in de 4e
klasse gehad, zoodat volgens de ministe-
rieele regeling van het onderwijs ln dat
vak ln de 5e klasse het karakter zou geven
van een herhaling. Het onderwijs in de
Staatshuishoudkunde dat ln den ver
volge 1 uur in de 4e en 1 uur ln de 5e
klasse zal worden gegeven zou daar
entegen bij wijze van overgang beperkt
worden tot 1 uur in de 5e klasse.
Treedt de minister in het voorstel van
het comité, dan wordt naar de meening
van dit comité, het onderwijs in de Cos
mografle niet gesphaad, dat in de Staat
huishoudkunde echter ten zeerste gebaat.
DE POSTVLUCHTEN.
Bij de KLM. is bericht binnengekomen
dat de „Rijstvogel" op de uitreis te Bang
kok is aangekomen.
Morgen, 5 Juli zal het KX.M.-vliegtulg
„De Kwartel" van Amsterdam naar
Batavia vertrekken.
De bemanning van dit vliegtuig zal be
staan uit de heeren G. M, H. Frijns (eerste
bestuurder). Th. W Weyrother (tweede
bestuurder). P. B. Blok (werktuigkundige)
en G. Zadelhof f (radio-telegrafist). De post
voor dit toestel moet uiterlijk heden,
Woensdagavond, te Amsterdam zijn.
De „Oehoe" (thuisreis) ls gisteren uit
Bagdad vertrokken en te Athene aange
komen.
o
VERSPREIDE BERICHTEN.
Bij Kon. besluit is benoemd tot na-
taris te Hoogezand J. L. L. C. Hoogenboom,
candidaat-notaris te Groningen.
Oud-minister Rambonnet reed op de
Hflïfdstraat te De Steeg met de fiets
tegen een auto op. Hij kwam te vallen en
werd aan hoofd en hand gewond. Dr.
Warren verbond hem.
De gewone audiëntie van den Mi
nister van Koloniën zal in Juli en Aug.
niet plaats hebben