75ite Jaargang
DINSDAG 19 JUNI 1934
No. 22773
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Dit nummer bestaat uit DRIE bladen
EERSTE BLAD.
Feuilleton-Prijsvraag.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
BUITENLAND.
Het voornaamste Nieuws
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
30 Cts. per regel voor advertentiën uit Lelden en plaateen
waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle
andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën
uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts.
bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van
brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54.
PRIJS DEZER COURANT:]
Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35; per week f.0.13
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18
Franco per post f. 2.35 portokosten.
Hun, die zich deze maand op ons
Blad abonneeren, zenden wij op ver
zoek gratis de reeds verschenen
nummers van ons blad van 23 Mei
1934 af, op welken datum wij met
de plaatsing van onze Prijsvraag
feuilleton zijn begonnen.
KOSTELOOZE INENTING
EN HERINENTING TEGEN POKKEN.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat op
Woensdag 27 Juni 1934, des namiddags van
2 tot 3 uur, in. een van de benedenlokalen
van het perceel Breestraat 119, waarin is
gevestigd het bureau van den Geneeskun
digen Dienst, gelegenheid zal worden ge
geven tot kostelooze inenting en her-
inenting tegen pokken.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leiden, 19 Juni 1934. 3115
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Lelden
brengen ter algemeene kennis, dat door
hen de beslissing op het verzoek van H.
van den Ouweelen om vergunning tot het
oprichten van een koper- en blikslagerij
en herstelplaats voor machines in het
perceel Oude-Vest No. 187, kad. bekend
Sectie H No. 1572, is verdaagd.
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leiden, 19 Juni 1934. 3116
PROF. DR. C. J. VAN DER KL AA UW.
De Staatscourant van gisteravond bevatte
de officieele benoeming van dr. C. J. van
der Klaauw tot gewoon hoogleeraar in de
algemeene zoölogie, welke wij de vorige
week reeds aankondigden.
o
Ds. H. C. VAN DEN BRINK
Ds. H. C. v. d. Brink, te Hilversum, em.-
predikant en nestor van de Geref. kerken
in Herst. Verband (voorheen te Leiden)
is door ongesteldheid verhinderd zijn
ambtswerk té verrichten en de aangeno
men preekbeurten te vervullen. Na de on
gesteldheid, die ook bij een gunstig ver
loop nog wel eenigen tijd vorderen zal,
moet de patiënt eenige maanden vol
strekte rust nemen.
o
DE NIEUWE DIRECTEUR VAN
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
Mr. dr. S. Rozemond.
De nieuwe directeur van Maatschappe
lijk Hulpbetoon, mr. dr. S. Rozemond, is
17 Augustus 1890 te Middelburg .geboren.
Hij ontving aldaar lager onderwijs, werd
al vroeg in den handel opgenomen, doch
voelde zich toch meer tot de studie aan
getrokken. Door zelfstudie wist hij zich
voldoende te bekwamen voor het staats
examen en ging daarna in Utrecht rechten
studeeren. Nadat hij met gunstig gevolg
het doctoraal examen had afgelegd, werd
hij in 1924 benoemd tot secretaris der
Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge
mannen, welke functie hij thans nog be
kleedt en waarbij de werkloozenzorg zijn
bijzondere aandacht heeft.
In 1930 promoveerde hij aan de Amster
damsche universiteit cum laude op een
proefschrift getiteld „Kant en de Vol
kenbond".
EINDEXAMEN CHR. H.B.S.
Geslaagd voor het eindexamen der Chr.
HB.S., afdeeling A, de heeren G. H. Janse
van Mantgem, C. de Jongh, J. H. C. Laman
en Jp. Laman, allen alhier en R. Midden
dorp te Oegstgeest.
Afgewezen geen.
o
ORGELAVONDEN - FEIKE ASMA.
Het 3e programma der wekelijksche Or
gelavonden in de Hooglandsche Kerk door
den heer Feike Asma, bevat morgenavond
Werken van: Bach (A moll Concerto)Han
del (Koekoek en Nachtegaal Allegro),
Renaud (Toccata), Koraalbewerkingen e.a.
o
AANGEHOUDEN.
Op verzoek van den burgemeester van
Olst is als verdacht van verduistering hier
ter stede aangehouden de 49-jarige
R A. J. B.
Voorts is aangehouden de 41-jarige
Werver K. N„ gedomicilieerd te Hengelo,
die nog 1 maand gevangenisstraf en 5
dagen hechtenis ondergaan moest.
DE WEIGERING VAN DEN DOOLAARD.
Verklaring van Jan Engelman.
In het U. D. publiceert Jan Engelman
een verklaring, waarin hij zijn standpunt
uiteenzet ten opzichte van het incident.
Wij ontleenen daaraan de volgende pas
sage:
„Nu kan ik enkele dingen categorisch
verklaren:
le. Dat ik niets wist van de namen
der bekroonden, vóór deze, op den eigen
sten dag der vergadering, door de pers
werden bekend gemaakt, zoodat de ver
rassing even groot als aangenaam was en
de Comrfiissie voor Schoone Letteren zich
althans tegenover mij voorbeeldig heeft
gedragen;
2e. Dat er (en dit volgt reeds uit het
voorgaande) niemand bij mij is geweest,
de heer Den Doolaard evenmin als zijn
speelgenooten, om mij te verzoeken, met
den heer Den Doolaard een fiere en late
we zeggen eervolle houding aan te nemen
tegenover de Maatschappij der Neder-
landsche Letterkunde en hare Commissie
voor Schoone Letteren.
Het spijt mij, dat ik deze dingen in het
openbaar moet behandelen, maar ik kan
de voelbare en bijster malisoorsche insi
nuatie, dat ik, om het maar ronduit te
zeggen, gekonkeld zou hebben of bij ge
konkel aanwezig zou zijn geweest, teneinde
daarna den heer Den Doolaard nog in de
wielen te rijden, onmogelijk over mijn kant
te laten gaan. En bovendien wordt het
tijd de Commissie in een beter daglicht te
stellen. Gezien het optreden van den heer
Den Doolaard moet er zeker één lid zijn
geweest, dat uit de school heeft geklapt.
Hij heeft al straf genoeg door het bal-
kaneesch theater van den onwilligen be
kroonde. Maar overigens is de Commissie
volkomen in haar recht geweest om te
handelen gelijk zij deed en dit zal blijken.
De heer Den Doolaard wist, volgens zijn
mededeelingen, al drie weken vóór de be
kendmaking wie er bekroond zou worden.
Hij profiteerde van een „lek" in de Com
missie. Ik kon dit niet, wat mij overigens
in 't geheel niet spijt, maar de heer Den
Doolaard, volijverig lid van de Maat
schappij, is naar de vergadering getogen,
heeft daar een per schrijfmachine be
werkt papier uit zijn zak gehaald en hield
zijn donderrede, waarbij hij ten overstaan
van een bijeenkomst die er weinig van be
greep, 500 gulden versmaadde, mij toen
nog onkundig van mijn geluk al bij
voorbaat van „eergevoel" uitsloot en er
zelfs de voedselvoorziening van den Bal
kan bij te pas bracht. Thans drijft hij
den humbug zoover, dat hij van mij dank
baarheid vergt, omdat ik aan zijn edel
moedigheid de uitkeering zou hebben te
dankenHet is maar wat men onder
„houding" verstaat!"
Men ziet hieruit, dat de heer Den
Doolaard bij zijn relletje een beetje al te
malisoorsch te werk is gegaan, zelfs ten
aanzien van den Rotterdamschen maecenas
dien hij meende te beschermen, vervol
gens tegenover de Maatschappij en de
Commissie voor Schoone Letteren en ook
ten aanzien van mij, zijn collega, die
heele prijzen verkiest boven halve, doch
erg het land heb aan kouwe drukte, mij
alleen noodgedwongen verzet tegen be
lachelijke aantijgingen en blijkbaar dank
baarder van nature ben dan de welge
slaagde ridder zonder vrees of blaam die
de Leidsche Maatschappij in rep en roer
bracht.
Men kijkt gegeven paarden niet in
den bek.
Geheel afgescheiden hiervan staat de
vraag, of het wel erg wenschelijk is een
letterkundigen prijs te verdeelen. Dat de
commissie hiertoe echter het recht had, is
na het bovenstaande duidelijk gebleken.
En dat ik pueriel-dwaas en onbeleefd zou
handelen, wanneer ik de bekroning niet
aanvaardde, zegt het gezonde, onpoëtische
en niet malisoorsche verstand."
o
HANDELSREGISTER
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Nieuwe inschrijving:
Korevaardrogisterij, Korevaarstraat 24,
Leiden. Beheerende Vennooten: A. E.
Kramer, Leiden en W. Frankfort, Leiden.
Aantal vennooten bij wijze van geldschie
ters: twee.
Wijzigingen
De Conventie. Maatschappij tot uitoefe
ning van het kalkbrandersbedrijf. Nieuwe
Rijn 64a, Leiden. De statuten zijn gewijzigd.
Wijziging handelsnaam in: N.V. De Con
ventie.
N.V. tot voortzetting van de zaken voor
heen gedreven onder den naam: Algemeen
Werktuigkundig en Electrotechnisch Bu
reau „Electra", Oude Varkenmarkt- 5,
Leiden. Nieuwe Directeur: Chr. H. Brandt,
Leiden,
o
Met ingang van 1 Juli as. is benoemd
tot Rijksklerk der directe belastingen enz.
le afdeeling de tijdelijke Rijksklerk de heer
W. L. Leget alhier. Inspectie Dir Bel.
2e afd.
Met ingang van 1 Juli a.s. is benoemd
tot teekenaar van het Kadaster alhier in
vasten dienst de tijdelijke teekenaar mej.
L. A. Gelijn
Terwijl de taxateur van de brand
verzekeringmaatschappij gistermiddag in
het graanpakhuis van de firma van N. aan
I de Langegracht 33 bezig was de door den
brand van Zaterdag aangerichte schade op
te nemen, ontdekte hij, dat het vuur niet
geheel was gebluscht en weer lustig begon
j te branden. Hij waarschuwde onmiddellijk
de brandweer, die daarop met één slang
j op de motorspuit de vlammen doofde.
I De schade is ook thans weer gering.
DE ALGEMEENE TOESTAND.
Diverse besprekingen.
Over de zitting van gistermiddag der
commissie voor de veiligheid te Genève
is het volgende communique verschenen:
De veiligheidscommissie der ontwape
ningsconferentie heeft haar werkzaam
heden voortgezet onder voorzitterschap van
Politis. Zij heeft de technische sub-com
missie opgedragen die kwesties te bestu-
deeren, welke der veiligheidscommissie
door de hoofdcommissie ter behandeling
zijn gegeven.
De technische commissie bestaat uit
vertegenwoordigers der volgende staten
of groepen van staten: Engeland, Finland,
Frankrijk, Hongarije, Nederland. Polen,
de Kleine Entente, Turkije en Sovjet-
Rusland.
Na zijn bezoek aan Barthou heeft de
Duitsche Ontwapeningsleider von Ribben-
trop gisteren een ontmoeting gehad met
Doumergue. Barthou Is per Orient Express
naar Boekarest vertrokken, vergezeld
door den Roemeenschen gezant te Parijs.
Hoewel hij te Weenen geen officieel be
zoek zal brengen, gelooft men toch, dat
Dollfuss, die intusschen weer naar Boeda
pest vloog, hem in zijn salonwagen een
bezoek zal brengen.
Norman Davis, die te Londen is gearri
veerd voor de voorbereidende besprekin
gen voor de vlootconferentie in 1935 heeft
reeds MacDonald in Downingstreet be
zocht.
Het onderhoud heeft anderhalf uur ge
duurd; de eerste Lord der admiraliteit
woonde het onderhoud bij.
Het communiqué, dat na afloop der
bijeenkomst werd gepubliceerd, zegt, dat
de procedure-kwesties, betreffende de
vlootconferentie van 1935 besproken wor
den.
De volgende bespreking zal morgen
ochtend gehouden worden.
DUITSCHLAND.
Rede van Goering over de taak van
Pruisen in het Derde Rijk.
In het Nieuwe Paleis te Potsdam kwam
gisteren de Pruisische Staatsraad in ple
naire zitting bijeen ter behandeling van de
Pruisische begrooting.
De Pruisische minister-president Goe
ring hield een rede, waarin hij o.a. zeide,
dat er een geweldig verschil bestond in de
werkwijze, die bij de behandeling van
vorige begrootingen was toegepast en de
nieuwe methode, nl. de autoritaire vol
gens het „Führer'-principe Al behoefde
thans de begrooting dan ook niet in den
geest van het parlementaire gebruik be
handeld te worden, toch achtte Goering
het belangrijk en noodzakelijk, den
Staatsraad als interne verbinding tussclien
staat en volk van het begrootingsplan op
de hoogte te stellen en inzicht te geven in
het financieel beleid, opdat hij zal kunnen
constateeren, hoe de middelen gebruikt
worden en daaruit inzien, welk een groote
en veel-omvattende taak de staatsregee-
ring ook nu nog te vervullen heeft.
De begrooting geeft een overzicht van
den veelzijdigen arbeid der staatsregeering.
De Minister van Financien zou een uitvoe
riger toelichting van de details geven, doch
Goering wilde zich ertoe beperken, te
constateeren, dat bij het opstellen dezer
begrooting de noodzakelijkheid tot toe
passing der grootste zuinigheid en de
eischen van voldoende middelen voor de
noodzakelijkste behoeften met elkaar in
overeenstemming zijn gebracht. Deze
spaarzaamheid mag niet ontaarden in een
stompzinnig schrappen doch moet hierin
bestaan, dat de voorhanden zijnde midde
len in de politiek belangrijkste kanalen
worden geleid. Dat de begrooting in even
wicht kon worden gebracht spreekt niet
alleen na de vorige catastrophen vanzelf,
doch is een bijzondere verdienste van den
Minister van Financiën. Verder staan de
tegenwoordige, omstandigheden niet toe,
dat Pruisische aangelegenheden, hoe ge
wichtig zij ook zijn, uitsluitend van Prui
sisch standpunt bekeken worden. De taak,
die Pruisen in het Derde Rijk te vervullen
heeft, is voorvechter en bouwsteen van
het Derde Rijk te zijn. Van het oogenblik
af, dat de nationaal-socialisten de macht
hadden gegrepen, is Pruisen gangmaker
van het Derde Rijk geweest. Men moet be
denken, dat Pruisen nu eenmaal drie
vijfde deel van het Rijk omvat. Goering
herinnerde aan de overwinning op het
communisme en Marxisme tn Pruisen, dat
een burcht niet alleen van de democratie,
doch ook van de sociaal-democratie is ge
weest, zoodat een volledige reorganisatie
der Pruisische politie noodzakelijk was,
alsmede de instelling van een geheime
staatspolitie. Een tweede taak. die Pruisen
te verrichten had en die invloed had op
het geheele Rijk, was het scheppen van de
grondslagen voor de vernieuwing van het
cultureele leven, welks verwildering reeds
ver In het Duitsche volksbewustzijn om
zich heen had gegrepen. Het Pruisische
Staatstheater zal binnenkort weer het
eerste en beste theater van Duitschland
zijn. Goering herinnerde voorts in het in
Pruisen ingevoerde nationaal-socialistische
rechtsbewustzijn en de daarmee in over
eenstemming gebrachte rechtspleging.
Ook op economisch gebied had Pruisen
een belangrijke taak vervuld. Het bosch-
beheer was gereorganiseerd. Door de
medewerking van Pruisen aan de Rijkshër-
vorming werden nieuwe organische ban
den tusschen Pruisen en het Rijk gelegd.
Met uitzondering van het Ministerie van
Financiën waren bovendien alle Pruisische
Ministeries door Rijksministers bezet. Als
zulks met het Ministerie van Financiën
nog niet het geval was, was dat alleen,
omdat dit momenteel nog niet doelmatig
was. De band met het Rijk was echter
hechter dan aUeen door een personeele
unie het geval zou zijn.
Uitvoerig besprak Goering de samen
voeging van het Pruische Ministerie van
Binnenlandsche Zaken met het Rijksmi
nisterie van Binnenlandsche Zaken onder
leiding van Rijksminister Dr. Frick. Nooit
zou hq dit Ministerie hebben afgestaan
als hij niet overtuigd was geweest, dat
juist dit departement van de grootste be-
teekenis was voor de uitvoering van de
Rijkshervorming. Bovendien was de man,
die hem had opgevolgd, een der oudste
en trouwste strijders en bleef ds lijn van
het bewind onder Frick dezelfde als tij
dens de anderhalf ja.r, dat Goering er de
leiding had gehad. Goering verklaarde, er
prijs op te stellen, hier te verklaren, dat
het denkbeeld, om het Pruisische Ministe
rie van Binnenlandsche Zaken af te
staan aan 't Rijksministerie van Binnen
landsche Zaken niet dopr anderen is ge
opperd, doch bij hem zelf is opgekomen.
Ten aanzien van de toekomstige ont
wikkeling van het land Pruisen verklaar
de Goering, dat Pruisen reeds zoodanig
in het Rijk was opgegaan, dat het niet
meer zooals vroeger een soevereine staat
was die een dienovereenkomstige taak
had te vervullen. Overgebleven is echter
de eeuwige ethiek van het Pruisendom.
Het begrip „Pruisen" heeft zich verheven
boven het territoriale, het materieele
staatsbegrip, bijna tot het mythische. Dit
ethische begrip „Pruisen" is niet meer aan
grenzen gebonden. Waar in andere landen
staatsdeugden als dapperheid, moed,
staatsbeleid doch vooral staatsdlsc.ipline
worden geroemd, noemt men deze daar
vaak eenvoudig „Pruisendom". Pruisen
staat ervoor bekend, dat het misschien
weinige kunstenaars heeft voortgebracht,
doch dat het het Duitsche Rijk des te
meer staatslieden heeft geschonken, che
noodig waren om de voorwaarden te
scheppen, dat thans een Adolf Hitler ein
delijk aan het verlangen der Duitschers
kon voldoen Het is een wonderlijk spel
van het lot. dat nadat de voorwaarden
waren vervuld door Noord-Duitschland,
toen Pruisen de geweldige verbinding tus
schen het Oosten en het Westen had ge
vormd, ter voltooiing een man uit het
Zuiden van Duitschland kwam, die als
opperste leider het Nieuwe Duitschland
schenkt, wat het duizend jaar lang heeft
gewenscht. „Toch ken ik", aldus Goering.
„in den hoogeren zin, die niet aan een
land gebonden is, doch ln ethische be
grippen wortelt, geen echteren Pruis dan
den leider De kracht van zijn karakter,
zijn beleid als staatsman, zijn persoonlijke
moed, zijn bescheidenheid, dat alles wijst
op deugden, waardoor eens de Pruisische
ambtenaar doch vooral de Pruisische sol
daat Duitschland heeft gevormd. Dit
ethisch begrip brengen wij als kostbaar
ste gave mee in het nieuwe Rijk."
Goering verklaarde verder, dat er geen
reden was, zich ongerust te maken over
de grenzen, die de toekomstige Rijksgou
wen zouden hebben. Pruisen had thans
reeds provincies, omtrent welker grenzen
als Rijksgouw geen twijfel mogelijk was.
Hij noemde o.a. Oost-Pruisen, de „Kur-
mark", Pommeren en Silezië. Overigens
kon men deze regeling het best overlaten
aan den leider, aangezien Adolf Hitler
ongetwijfeld de grenzen slechts zou vast
stellen, zooals de tot oordeelen bevoegde
instanties het hem zouden adviseeren. Van
belang was voorts de verdeeling van werk
zaamheden tusschen het Rijk en de gou
wen. De eenheid van het Rijk moest ook
in de toekomst gewaarborgd blijven doch
niettemin zal men zich voor een overma
tige centralisatie moeten hoeden, waar
voor het Duitsche volk ook weinig voelt.
Voorts besprak Goering het contract
tusschen volk en leiders. Men mag niet
alleen in vergaderingen voor het volk tre
den als men het noodig heeft voor stem
mingen of verkiezingen, maar het volk
moet zijn leiders steeds weer zien, altijd
het contact voelen. De leiders moeten niet
alleen in massale betoogingen, waar al
tijd een stemming van enthousiasme
heerscht, het volk zien, doch moeten on
verwachts zoo hier en daar verschijnen,
waar het noodig is of waar zorgen druk
ken, opdat het volk voelt, dat men ervoor
zorgt.
Aan het slot van zijn rede besprak
Goering nog de noodzakelijkheid van het
beëindigen van den kerkstrijd en de bui-
tenlandsche politiek van het Rijk.
Resumeerend zeide Goering. dat de Nat.
Socialistische beweging in het volk over
de geheele linie opmarcheert.
Uit het financieele overzicht, dat de
minister van financiën, dr. Popitz. vervol
gens gaf, bleek dat het begrootingsjaar
met een klein overschot sluit.
De rede van Von Papen, die de pers niet
publiceeren mocht, is gisteravond ook niet
voor de radio herhaald, zooals was aange
kondigd
OOSTENRIJK.
Politieke botsingen.
Bij een botsing tusschen Nazzi en Heim-
wehrmannen te Braunau aan de Ina is een
Nazi gedood, terwijl ln Karinthin vier
Naai-led«n worden gewond.
BINNENLAND.
Nieuw tarief van invoerrechten, ingaande
1 Juli; een meerdere bate van 14 miUioen
verwacht. (3e Blad).
Mr. Steenberghe thans officieel benoemd
tot minister van economische zaken.
(Binnenland, 3e Blad).
Nieuwe directeur der Crisis Rundvee-
Centrale benoemd inplaats van den heer
Van Zwanenberg. (Binnenland, 3e Blad).
Verdachte inzake roofoverval te Voor
schoten aangehouden. (Laatste Berichten,
le Blad).
BUITENLAND.
Barthou op weg naar Boekarest. (Bul
ten!, le Blad).
Rede van Goering voor den Pruisischen
Staatsraad. (Buitenl., le Blad).
Engelschen door Chineesche zeeroovers
ontvoerd. (Buitenl., le Blad).
Hevige politieke botsingen te Toulouse in
Frankrijk. (Tel., le Blad).
FRANKRIJK.
De Fransche vertaling van Hitler's boek
verboden.
De Parijsche handelsrechtbank heeft
vonnis gewezen in het proces, dat het
Eher-Verlag aanhangig had gemaakt legen
een Fransche firma wegens de publicatie
van een niet-geautoriseerde vertaling van
Hitler's boek „Mein Kampf". De druk en
verkoop van de Fransche vertaling werd
verboden en de vernietiging van de in
beslag genomen exemplaren bevolen. In
ieder geval van overtreding zal een geld
boete van 100 francs worden opgelegd.
Klager wordt moreele genoegdoening toe
gezegd.
SPANJE.
De troon aanspraken van Alfonso.
De Centrale Executieve van de Monar
chistische Partij, heeft in haar laatste ver
gadering ex-koning Alfonso erkend als
eenig vertegenwoordiger van de monarchis
tische gedachte. De ex-koning heeft uit
Parijs zijn aanhangers doen weten dat hij
„tot het uiterste zijn plicht zal doen".
Hieraan voegde hij toe, dat zijn zoon Don
Juan hem bij deze taak loyaal ondersteunt.
POLEN.
Uitvaart van wijlen minister Pieracki.
De uitvaartplechtigheid van den ver
moorden Poolschen minister van binnen
landsche zaken, Pieracki, is geworden tot
een grootsche manifestatie van nationalen
rouw. De rouwdienst werd gecelebreerd
door den kardinaal-aartsbisschop van
Warschau, in tegenwoordigheid van den
president der Poolsche republiek, de re
geering, het corps diplomatique, leden
van het parlement en talrijke delegaties.
De president der republiek decoreerde de
kist met de orde van den Witten Adelaar,
de hoogste Poolsche onderscheiding. Of
ficieren en generaals, die met Pieracki be
vriend waren, droegen de kist en plaats
ten haar op de affuit van een kanon.
De lijkstoet zette zich daarop in bewe
ging naar het station. Achter de kist volg
den familieleden en staatsautoriteitenzij
werd voorafgegaan door talrijke delegaties
met vaandels, door troepenafdeelingen en
andere formaties.
Aan het station hield de president van
den ministerraad Kozlowski een rede. Hij
gedacht Pieracki's verdiensten als strijder
voor Polens onafhankelijkheid, als sol
daat, staatsman en spreker Gedurende de
drie jaar van zijn bewind als minister van
binnenlandsche zaken heeft hij er naar
gestreefd het autoritaire régime in har
monie te brengen met de vrijheden der
burgers. Het was een politiek van lan
gen adem, waarvoor samenwerking van
alle nationale groepen noodig was; in het
belang van het land trachtte hij een ver
zoening te bewerkstelligen. De tragische
dood van minister Pieracki verandert niets
aan het doel der nationale politiek. De
moord op Pieracki, gepleegd door anar
chistische elementen, is tevens een slag,
toegebracht aan den goeden naam van den
staat. De regeering is vastbesloten aan
de natie voldoening te geven voor deze
misdaad.
Onder de klanken van een dooden-
marsch zette de trein zich daarna in be
weging om den doode over te brengen naar
Nowy Soncz. Pieracki's geboorteplaats,
waar hij heden zal worden ter aarde be
steld. Daarbij zullen vijf leden der regee
ring tegenwoordig zijn.