75ite Jaargang DINSDAG 19 JUNI 1934 No. 22773 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Dit nummer bestaat uit DRIE bladen EERSTE BLAD. Feuilleton-Prijsvraag. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. BUITENLAND. Het voornaamste Nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN: 30 Cts. per regel voor advertentiën uit Lelden en plaateen waar agentschappen van ons Blad gevestigd zijn. Voor alle andere advertentiën 35 Cts. per regel. Kleine advertentiën uitsluitend bij vooruitbetaling Woensdags en Zaterdags 50 Cts. bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Directie en Administratie 2500 Redactie 1507. Postcheque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54. PRIJS DEZER COURANT:] Voor Lelden per 3 maanden f. 2.35; per week f.0.13 Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week „0.18 Franco per post f. 2.35 portokosten. Hun, die zich deze maand op ons Blad abonneeren, zenden wij op ver zoek gratis de reeds verschenen nummers van ons blad van 23 Mei 1934 af, op welken datum wij met de plaatsing van onze Prijsvraag feuilleton zijn begonnen. KOSTELOOZE INENTING EN HERINENTING TEGEN POKKEN. Burgemeester en Wethouders van Leiden brengen ter algemeene kennis, dat op Woensdag 27 Juni 1934, des namiddags van 2 tot 3 uur, in. een van de benedenlokalen van het perceel Breestraat 119, waarin is gevestigd het bureau van den Geneeskun digen Dienst, gelegenheid zal worden ge geven tot kostelooze inenting en her- inenting tegen pokken. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 19 Juni 1934. 3115 HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Lelden brengen ter algemeene kennis, dat door hen de beslissing op het verzoek van H. van den Ouweelen om vergunning tot het oprichten van een koper- en blikslagerij en herstelplaats voor machines in het perceel Oude-Vest No. 187, kad. bekend Sectie H No. 1572, is verdaagd. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leiden, 19 Juni 1934. 3116 PROF. DR. C. J. VAN DER KL AA UW. De Staatscourant van gisteravond bevatte de officieele benoeming van dr. C. J. van der Klaauw tot gewoon hoogleeraar in de algemeene zoölogie, welke wij de vorige week reeds aankondigden. o Ds. H. C. VAN DEN BRINK Ds. H. C. v. d. Brink, te Hilversum, em.- predikant en nestor van de Geref. kerken in Herst. Verband (voorheen te Leiden) is door ongesteldheid verhinderd zijn ambtswerk té verrichten en de aangeno men preekbeurten te vervullen. Na de on gesteldheid, die ook bij een gunstig ver loop nog wel eenigen tijd vorderen zal, moet de patiënt eenige maanden vol strekte rust nemen. o DE NIEUWE DIRECTEUR VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. Mr. dr. S. Rozemond. De nieuwe directeur van Maatschappe lijk Hulpbetoon, mr. dr. S. Rozemond, is 17 Augustus 1890 te Middelburg .geboren. Hij ontving aldaar lager onderwijs, werd al vroeg in den handel opgenomen, doch voelde zich toch meer tot de studie aan getrokken. Door zelfstudie wist hij zich voldoende te bekwamen voor het staats examen en ging daarna in Utrecht rechten studeeren. Nadat hij met gunstig gevolg het doctoraal examen had afgelegd, werd hij in 1924 benoemd tot secretaris der Amsterdamsche Maatschappij voor Jonge mannen, welke functie hij thans nog be kleedt en waarbij de werkloozenzorg zijn bijzondere aandacht heeft. In 1930 promoveerde hij aan de Amster damsche universiteit cum laude op een proefschrift getiteld „Kant en de Vol kenbond". EINDEXAMEN CHR. H.B.S. Geslaagd voor het eindexamen der Chr. HB.S., afdeeling A, de heeren G. H. Janse van Mantgem, C. de Jongh, J. H. C. Laman en Jp. Laman, allen alhier en R. Midden dorp te Oegstgeest. Afgewezen geen. o ORGELAVONDEN - FEIKE ASMA. Het 3e programma der wekelijksche Or gelavonden in de Hooglandsche Kerk door den heer Feike Asma, bevat morgenavond Werken van: Bach (A moll Concerto)Han del (Koekoek en Nachtegaal Allegro), Renaud (Toccata), Koraalbewerkingen e.a. o AANGEHOUDEN. Op verzoek van den burgemeester van Olst is als verdacht van verduistering hier ter stede aangehouden de 49-jarige R A. J. B. Voorts is aangehouden de 41-jarige Werver K. N„ gedomicilieerd te Hengelo, die nog 1 maand gevangenisstraf en 5 dagen hechtenis ondergaan moest. DE WEIGERING VAN DEN DOOLAARD. Verklaring van Jan Engelman. In het U. D. publiceert Jan Engelman een verklaring, waarin hij zijn standpunt uiteenzet ten opzichte van het incident. Wij ontleenen daaraan de volgende pas sage: „Nu kan ik enkele dingen categorisch verklaren: le. Dat ik niets wist van de namen der bekroonden, vóór deze, op den eigen sten dag der vergadering, door de pers werden bekend gemaakt, zoodat de ver rassing even groot als aangenaam was en de Comrfiissie voor Schoone Letteren zich althans tegenover mij voorbeeldig heeft gedragen; 2e. Dat er (en dit volgt reeds uit het voorgaande) niemand bij mij is geweest, de heer Den Doolaard evenmin als zijn speelgenooten, om mij te verzoeken, met den heer Den Doolaard een fiere en late we zeggen eervolle houding aan te nemen tegenover de Maatschappij der Neder- landsche Letterkunde en hare Commissie voor Schoone Letteren. Het spijt mij, dat ik deze dingen in het openbaar moet behandelen, maar ik kan de voelbare en bijster malisoorsche insi nuatie, dat ik, om het maar ronduit te zeggen, gekonkeld zou hebben of bij ge konkel aanwezig zou zijn geweest, teneinde daarna den heer Den Doolaard nog in de wielen te rijden, onmogelijk over mijn kant te laten gaan. En bovendien wordt het tijd de Commissie in een beter daglicht te stellen. Gezien het optreden van den heer Den Doolaard moet er zeker één lid zijn geweest, dat uit de school heeft geklapt. Hij heeft al straf genoeg door het bal- kaneesch theater van den onwilligen be kroonde. Maar overigens is de Commissie volkomen in haar recht geweest om te handelen gelijk zij deed en dit zal blijken. De heer Den Doolaard wist, volgens zijn mededeelingen, al drie weken vóór de be kendmaking wie er bekroond zou worden. Hij profiteerde van een „lek" in de Com missie. Ik kon dit niet, wat mij overigens in 't geheel niet spijt, maar de heer Den Doolaard, volijverig lid van de Maat schappij, is naar de vergadering getogen, heeft daar een per schrijfmachine be werkt papier uit zijn zak gehaald en hield zijn donderrede, waarbij hij ten overstaan van een bijeenkomst die er weinig van be greep, 500 gulden versmaadde, mij toen nog onkundig van mijn geluk al bij voorbaat van „eergevoel" uitsloot en er zelfs de voedselvoorziening van den Bal kan bij te pas bracht. Thans drijft hij den humbug zoover, dat hij van mij dank baarheid vergt, omdat ik aan zijn edel moedigheid de uitkeering zou hebben te dankenHet is maar wat men onder „houding" verstaat!" Men ziet hieruit, dat de heer Den Doolaard bij zijn relletje een beetje al te malisoorsch te werk is gegaan, zelfs ten aanzien van den Rotterdamschen maecenas dien hij meende te beschermen, vervol gens tegenover de Maatschappij en de Commissie voor Schoone Letteren en ook ten aanzien van mij, zijn collega, die heele prijzen verkiest boven halve, doch erg het land heb aan kouwe drukte, mij alleen noodgedwongen verzet tegen be lachelijke aantijgingen en blijkbaar dank baarder van nature ben dan de welge slaagde ridder zonder vrees of blaam die de Leidsche Maatschappij in rep en roer bracht. Men kijkt gegeven paarden niet in den bek. Geheel afgescheiden hiervan staat de vraag, of het wel erg wenschelijk is een letterkundigen prijs te verdeelen. Dat de commissie hiertoe echter het recht had, is na het bovenstaande duidelijk gebleken. En dat ik pueriel-dwaas en onbeleefd zou handelen, wanneer ik de bekroning niet aanvaardde, zegt het gezonde, onpoëtische en niet malisoorsche verstand." o HANDELSREGISTER KAMER VAN KOOPHANDEL. Nieuwe inschrijving: Korevaardrogisterij, Korevaarstraat 24, Leiden. Beheerende Vennooten: A. E. Kramer, Leiden en W. Frankfort, Leiden. Aantal vennooten bij wijze van geldschie ters: twee. Wijzigingen De Conventie. Maatschappij tot uitoefe ning van het kalkbrandersbedrijf. Nieuwe Rijn 64a, Leiden. De statuten zijn gewijzigd. Wijziging handelsnaam in: N.V. De Con ventie. N.V. tot voortzetting van de zaken voor heen gedreven onder den naam: Algemeen Werktuigkundig en Electrotechnisch Bu reau „Electra", Oude Varkenmarkt- 5, Leiden. Nieuwe Directeur: Chr. H. Brandt, Leiden, o Met ingang van 1 Juli as. is benoemd tot Rijksklerk der directe belastingen enz. le afdeeling de tijdelijke Rijksklerk de heer W. L. Leget alhier. Inspectie Dir Bel. 2e afd. Met ingang van 1 Juli a.s. is benoemd tot teekenaar van het Kadaster alhier in vasten dienst de tijdelijke teekenaar mej. L. A. Gelijn Terwijl de taxateur van de brand verzekeringmaatschappij gistermiddag in het graanpakhuis van de firma van N. aan I de Langegracht 33 bezig was de door den brand van Zaterdag aangerichte schade op te nemen, ontdekte hij, dat het vuur niet geheel was gebluscht en weer lustig begon j te branden. Hij waarschuwde onmiddellijk de brandweer, die daarop met één slang j op de motorspuit de vlammen doofde. I De schade is ook thans weer gering. DE ALGEMEENE TOESTAND. Diverse besprekingen. Over de zitting van gistermiddag der commissie voor de veiligheid te Genève is het volgende communique verschenen: De veiligheidscommissie der ontwape ningsconferentie heeft haar werkzaam heden voortgezet onder voorzitterschap van Politis. Zij heeft de technische sub-com missie opgedragen die kwesties te bestu- deeren, welke der veiligheidscommissie door de hoofdcommissie ter behandeling zijn gegeven. De technische commissie bestaat uit vertegenwoordigers der volgende staten of groepen van staten: Engeland, Finland, Frankrijk, Hongarije, Nederland. Polen, de Kleine Entente, Turkije en Sovjet- Rusland. Na zijn bezoek aan Barthou heeft de Duitsche Ontwapeningsleider von Ribben- trop gisteren een ontmoeting gehad met Doumergue. Barthou Is per Orient Express naar Boekarest vertrokken, vergezeld door den Roemeenschen gezant te Parijs. Hoewel hij te Weenen geen officieel be zoek zal brengen, gelooft men toch, dat Dollfuss, die intusschen weer naar Boeda pest vloog, hem in zijn salonwagen een bezoek zal brengen. Norman Davis, die te Londen is gearri veerd voor de voorbereidende besprekin gen voor de vlootconferentie in 1935 heeft reeds MacDonald in Downingstreet be zocht. Het onderhoud heeft anderhalf uur ge duurd; de eerste Lord der admiraliteit woonde het onderhoud bij. Het communiqué, dat na afloop der bijeenkomst werd gepubliceerd, zegt, dat de procedure-kwesties, betreffende de vlootconferentie van 1935 besproken wor den. De volgende bespreking zal morgen ochtend gehouden worden. DUITSCHLAND. Rede van Goering over de taak van Pruisen in het Derde Rijk. In het Nieuwe Paleis te Potsdam kwam gisteren de Pruisische Staatsraad in ple naire zitting bijeen ter behandeling van de Pruisische begrooting. De Pruisische minister-president Goe ring hield een rede, waarin hij o.a. zeide, dat er een geweldig verschil bestond in de werkwijze, die bij de behandeling van vorige begrootingen was toegepast en de nieuwe methode, nl. de autoritaire vol gens het „Führer'-principe Al behoefde thans de begrooting dan ook niet in den geest van het parlementaire gebruik be handeld te worden, toch achtte Goering het belangrijk en noodzakelijk, den Staatsraad als interne verbinding tussclien staat en volk van het begrootingsplan op de hoogte te stellen en inzicht te geven in het financieel beleid, opdat hij zal kunnen constateeren, hoe de middelen gebruikt worden en daaruit inzien, welk een groote en veel-omvattende taak de staatsregee- ring ook nu nog te vervullen heeft. De begrooting geeft een overzicht van den veelzijdigen arbeid der staatsregeering. De Minister van Financien zou een uitvoe riger toelichting van de details geven, doch Goering wilde zich ertoe beperken, te constateeren, dat bij het opstellen dezer begrooting de noodzakelijkheid tot toe passing der grootste zuinigheid en de eischen van voldoende middelen voor de noodzakelijkste behoeften met elkaar in overeenstemming zijn gebracht. Deze spaarzaamheid mag niet ontaarden in een stompzinnig schrappen doch moet hierin bestaan, dat de voorhanden zijnde midde len in de politiek belangrijkste kanalen worden geleid. Dat de begrooting in even wicht kon worden gebracht spreekt niet alleen na de vorige catastrophen vanzelf, doch is een bijzondere verdienste van den Minister van Financiën. Verder staan de tegenwoordige, omstandigheden niet toe, dat Pruisische aangelegenheden, hoe ge wichtig zij ook zijn, uitsluitend van Prui sisch standpunt bekeken worden. De taak, die Pruisen in het Derde Rijk te vervullen heeft, is voorvechter en bouwsteen van het Derde Rijk te zijn. Van het oogenblik af, dat de nationaal-socialisten de macht hadden gegrepen, is Pruisen gangmaker van het Derde Rijk geweest. Men moet be denken, dat Pruisen nu eenmaal drie vijfde deel van het Rijk omvat. Goering herinnerde aan de overwinning op het communisme en Marxisme tn Pruisen, dat een burcht niet alleen van de democratie, doch ook van de sociaal-democratie is ge weest, zoodat een volledige reorganisatie der Pruisische politie noodzakelijk was, alsmede de instelling van een geheime staatspolitie. Een tweede taak. die Pruisen te verrichten had en die invloed had op het geheele Rijk, was het scheppen van de grondslagen voor de vernieuwing van het cultureele leven, welks verwildering reeds ver In het Duitsche volksbewustzijn om zich heen had gegrepen. Het Pruisische Staatstheater zal binnenkort weer het eerste en beste theater van Duitschland zijn. Goering herinnerde voorts in het in Pruisen ingevoerde nationaal-socialistische rechtsbewustzijn en de daarmee in over eenstemming gebrachte rechtspleging. Ook op economisch gebied had Pruisen een belangrijke taak vervuld. Het bosch- beheer was gereorganiseerd. Door de medewerking van Pruisen aan de Rijkshër- vorming werden nieuwe organische ban den tusschen Pruisen en het Rijk gelegd. Met uitzondering van het Ministerie van Financiën waren bovendien alle Pruisische Ministeries door Rijksministers bezet. Als zulks met het Ministerie van Financiën nog niet het geval was, was dat alleen, omdat dit momenteel nog niet doelmatig was. De band met het Rijk was echter hechter dan aUeen door een personeele unie het geval zou zijn. Uitvoerig besprak Goering de samen voeging van het Pruische Ministerie van Binnenlandsche Zaken met het Rijksmi nisterie van Binnenlandsche Zaken onder leiding van Rijksminister Dr. Frick. Nooit zou hq dit Ministerie hebben afgestaan als hij niet overtuigd was geweest, dat juist dit departement van de grootste be- teekenis was voor de uitvoering van de Rijkshervorming. Bovendien was de man, die hem had opgevolgd, een der oudste en trouwste strijders en bleef ds lijn van het bewind onder Frick dezelfde als tij dens de anderhalf ja.r, dat Goering er de leiding had gehad. Goering verklaarde, er prijs op te stellen, hier te verklaren, dat het denkbeeld, om het Pruisische Ministe rie van Binnenlandsche Zaken af te staan aan 't Rijksministerie van Binnen landsche Zaken niet dopr anderen is ge opperd, doch bij hem zelf is opgekomen. Ten aanzien van de toekomstige ont wikkeling van het land Pruisen verklaar de Goering, dat Pruisen reeds zoodanig in het Rijk was opgegaan, dat het niet meer zooals vroeger een soevereine staat was die een dienovereenkomstige taak had te vervullen. Overgebleven is echter de eeuwige ethiek van het Pruisendom. Het begrip „Pruisen" heeft zich verheven boven het territoriale, het materieele staatsbegrip, bijna tot het mythische. Dit ethische begrip „Pruisen" is niet meer aan grenzen gebonden. Waar in andere landen staatsdeugden als dapperheid, moed, staatsbeleid doch vooral staatsdlsc.ipline worden geroemd, noemt men deze daar vaak eenvoudig „Pruisendom". Pruisen staat ervoor bekend, dat het misschien weinige kunstenaars heeft voortgebracht, doch dat het het Duitsche Rijk des te meer staatslieden heeft geschonken, che noodig waren om de voorwaarden te scheppen, dat thans een Adolf Hitler ein delijk aan het verlangen der Duitschers kon voldoen Het is een wonderlijk spel van het lot. dat nadat de voorwaarden waren vervuld door Noord-Duitschland, toen Pruisen de geweldige verbinding tus schen het Oosten en het Westen had ge vormd, ter voltooiing een man uit het Zuiden van Duitschland kwam, die als opperste leider het Nieuwe Duitschland schenkt, wat het duizend jaar lang heeft gewenscht. „Toch ken ik", aldus Goering. „in den hoogeren zin, die niet aan een land gebonden is, doch ln ethische be grippen wortelt, geen echteren Pruis dan den leider De kracht van zijn karakter, zijn beleid als staatsman, zijn persoonlijke moed, zijn bescheidenheid, dat alles wijst op deugden, waardoor eens de Pruisische ambtenaar doch vooral de Pruisische sol daat Duitschland heeft gevormd. Dit ethisch begrip brengen wij als kostbaar ste gave mee in het nieuwe Rijk." Goering verklaarde verder, dat er geen reden was, zich ongerust te maken over de grenzen, die de toekomstige Rijksgou wen zouden hebben. Pruisen had thans reeds provincies, omtrent welker grenzen als Rijksgouw geen twijfel mogelijk was. Hij noemde o.a. Oost-Pruisen, de „Kur- mark", Pommeren en Silezië. Overigens kon men deze regeling het best overlaten aan den leider, aangezien Adolf Hitler ongetwijfeld de grenzen slechts zou vast stellen, zooals de tot oordeelen bevoegde instanties het hem zouden adviseeren. Van belang was voorts de verdeeling van werk zaamheden tusschen het Rijk en de gou wen. De eenheid van het Rijk moest ook in de toekomst gewaarborgd blijven doch niettemin zal men zich voor een overma tige centralisatie moeten hoeden, waar voor het Duitsche volk ook weinig voelt. Voorts besprak Goering het contract tusschen volk en leiders. Men mag niet alleen in vergaderingen voor het volk tre den als men het noodig heeft voor stem mingen of verkiezingen, maar het volk moet zijn leiders steeds weer zien, altijd het contact voelen. De leiders moeten niet alleen in massale betoogingen, waar al tijd een stemming van enthousiasme heerscht, het volk zien, doch moeten on verwachts zoo hier en daar verschijnen, waar het noodig is of waar zorgen druk ken, opdat het volk voelt, dat men ervoor zorgt. Aan het slot van zijn rede besprak Goering nog de noodzakelijkheid van het beëindigen van den kerkstrijd en de bui- tenlandsche politiek van het Rijk. Resumeerend zeide Goering. dat de Nat. Socialistische beweging in het volk over de geheele linie opmarcheert. Uit het financieele overzicht, dat de minister van financiën, dr. Popitz. vervol gens gaf, bleek dat het begrootingsjaar met een klein overschot sluit. De rede van Von Papen, die de pers niet publiceeren mocht, is gisteravond ook niet voor de radio herhaald, zooals was aange kondigd OOSTENRIJK. Politieke botsingen. Bij een botsing tusschen Nazzi en Heim- wehrmannen te Braunau aan de Ina is een Nazi gedood, terwijl ln Karinthin vier Naai-led«n worden gewond. BINNENLAND. Nieuw tarief van invoerrechten, ingaande 1 Juli; een meerdere bate van 14 miUioen verwacht. (3e Blad). Mr. Steenberghe thans officieel benoemd tot minister van economische zaken. (Binnenland, 3e Blad). Nieuwe directeur der Crisis Rundvee- Centrale benoemd inplaats van den heer Van Zwanenberg. (Binnenland, 3e Blad). Verdachte inzake roofoverval te Voor schoten aangehouden. (Laatste Berichten, le Blad). BUITENLAND. Barthou op weg naar Boekarest. (Bul ten!, le Blad). Rede van Goering voor den Pruisischen Staatsraad. (Buitenl., le Blad). Engelschen door Chineesche zeeroovers ontvoerd. (Buitenl., le Blad). Hevige politieke botsingen te Toulouse in Frankrijk. (Tel., le Blad). FRANKRIJK. De Fransche vertaling van Hitler's boek verboden. De Parijsche handelsrechtbank heeft vonnis gewezen in het proces, dat het Eher-Verlag aanhangig had gemaakt legen een Fransche firma wegens de publicatie van een niet-geautoriseerde vertaling van Hitler's boek „Mein Kampf". De druk en verkoop van de Fransche vertaling werd verboden en de vernietiging van de in beslag genomen exemplaren bevolen. In ieder geval van overtreding zal een geld boete van 100 francs worden opgelegd. Klager wordt moreele genoegdoening toe gezegd. SPANJE. De troon aanspraken van Alfonso. De Centrale Executieve van de Monar chistische Partij, heeft in haar laatste ver gadering ex-koning Alfonso erkend als eenig vertegenwoordiger van de monarchis tische gedachte. De ex-koning heeft uit Parijs zijn aanhangers doen weten dat hij „tot het uiterste zijn plicht zal doen". Hieraan voegde hij toe, dat zijn zoon Don Juan hem bij deze taak loyaal ondersteunt. POLEN. Uitvaart van wijlen minister Pieracki. De uitvaartplechtigheid van den ver moorden Poolschen minister van binnen landsche zaken, Pieracki, is geworden tot een grootsche manifestatie van nationalen rouw. De rouwdienst werd gecelebreerd door den kardinaal-aartsbisschop van Warschau, in tegenwoordigheid van den president der Poolsche republiek, de re geering, het corps diplomatique, leden van het parlement en talrijke delegaties. De president der republiek decoreerde de kist met de orde van den Witten Adelaar, de hoogste Poolsche onderscheiding. Of ficieren en generaals, die met Pieracki be vriend waren, droegen de kist en plaats ten haar op de affuit van een kanon. De lijkstoet zette zich daarop in bewe ging naar het station. Achter de kist volg den familieleden en staatsautoriteitenzij werd voorafgegaan door talrijke delegaties met vaandels, door troepenafdeelingen en andere formaties. Aan het station hield de president van den ministerraad Kozlowski een rede. Hij gedacht Pieracki's verdiensten als strijder voor Polens onafhankelijkheid, als sol daat, staatsman en spreker Gedurende de drie jaar van zijn bewind als minister van binnenlandsche zaken heeft hij er naar gestreefd het autoritaire régime in har monie te brengen met de vrijheden der burgers. Het was een politiek van lan gen adem, waarvoor samenwerking van alle nationale groepen noodig was; in het belang van het land trachtte hij een ver zoening te bewerkstelligen. De tragische dood van minister Pieracki verandert niets aan het doel der nationale politiek. De moord op Pieracki, gepleegd door anar chistische elementen, is tevens een slag, toegebracht aan den goeden naam van den staat. De regeering is vastbesloten aan de natie voldoening te geven voor deze misdaad. Onder de klanken van een dooden- marsch zette de trein zich daarna in be weging om den doode over te brengen naar Nowy Soncz. Pieracki's geboorteplaats, waar hij heden zal worden ter aarde be steld. Daarbij zullen vijf leden der regee ring tegenwoordig zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 1