Nieuw tarief van invoerrechten LEIDSCH DAGBLAD - Derde Blad Dinsdag 19 Juni 1934 Meerdere bate van 14 millioen. Een hoogste heffingspercentage van 12 pet. GEMENGD NIEUWS. BENZINE WORDT DUURDER. Ingediend is een wetsontwerp tot vast stelling van een nieuw tarief van Invoer rechten, aan de Memorie van Toelichting saarvan het volgende wordt ontleend: Het hierbij aangeboden wetsontwerp ls, evenals de Memorie van Toelichting, ln hoofdzaak het resultaat van het werk van de door den vorigen minister van Finan ciën ingestelde Commissie. De technische herziening van het tarief kon niet beperkt blijven tot het enkel weg nemen- van gebreken, doch moest tevens een hoogere opbrengst uit de Invoerrech ten medebrengen ter vervanging van de tot en met 30 Juni 1934 geheven opcenten, n.l. a. 30 opcenten op de invoerrechten roor goederen, welke hier te lande niet worden voortgebracht en 15 opcenten op het specifieke Invoerrecht voor bier; b. 20 opcenten op den accijns op suiker; c. 15 opcenten op den accijns op bier. Het onderhavige wetsontwerp zal dus wel lelden tot een verhoogde heffing van invoerrechten, doch dit beteekent niet een verzwaring van den totalen belasting druk. Tegenover de verhooging van de baten uit het tarief staat Immers het ver lies, dat een gevolg zal zijn van het ver vallen van de hierboven genoemde op centen Behalve de hiervóór bedoelde opcenten- heffing zijn gedurende de laatste jaren nog enkele andere maatregelen op tarief- gebied tot stand gekomen, eveneens met beperkten geldigheidsduur, die uit den aard der zaak bij de beoordeeling van de tarief- lijst ln haar geheel, vanzelf aan de orde moesten komen. Deze maatregelen zijn de heffing van Invoerrechten of verhoogde Invoerrechten: le. op paarden, verschil lende vleeschsoorten en aardappelen; 2e. op bananen, citroenen, mandarijnen en sinaasappelen. De bovengenoemde beoordeeling van de tarieflljst heeft geleld tot het voorstel, deze heffingen te bestendigen. Grondslagen der nieuwe voorstellen. Bij de technische herziening van het tarief, welke naar de meening van de re geering het fiscale karakter van het gel dend tarief niet principieel moet aantas ten, hebben de volgende overwegingen een rol gespeeld: le. onvolkomenheden ln het tarief, welke door de practljk zijn aangetoond, moeten uit den weg geruimd; 2e. de technische herziening behoort niet te worden benut als middel tot het weg nemen van gevolgen, welke voor het be drijfsleven voortspruiten uit tijdelijk en abnormaal te achten verschijnselen; 3e. de aard van de herziening, zoomede de beschikbare tijd brengen mede, dat de bestaande nomenclatuur moet worden be houden; 4e. de regelingen, neergelegd in het Tariefbesluit 1925, gegrond op art. 43 der Tariefwet, zijn te incorporeeren ln de al gemeene tarieflijst; 5e. het gevolg van het met name noemen van goederen in het tarief, n.l. dat van niet genoemde goederen, welke niettemin voor een heffing in aanmerking komen, geen invoerrecht kan worden geheven, moet, waar mogelijk, worden ondervangen. 6e. bij de samenstelling van het nieuwe tarief, waarbij ter verkrijging van een hoo gere opbrengst een uitbreiding van het aantal te belasten goederen onvermijdelijk is, moet getracht worden onderscheid te maken tusschen grondstoffen, halffabri katen, bedrijfshulpmiddelen en afgewekrte producten. 7e. de noodzakelijke verbreeding van het tarief zal tot gevolg hebben, dat een groo- ter aantal goederensoorten, welke van be lang zijn voor de voor export werkende In dustrieën, aan een Invoerrecht zullen wor den onderworpen, waarom het gewenscht is de bestaande mogelijkheid van vrijdom of restitutie van Invoerrecht ln geval van export, te verruimen; 3e. voor goederen van eenvoudigen aard. waarvan de waarde, in verband met qua- liteitsverschillen niet al te zeer uiteen loopt, kunnen, voor zoover dit mogelijk ls, zonder belangrijke verandering aan te brengen in de bestaande nomenclatuur, specifieke rechten worden voorgesteld of wei minimumrechten naast het waarde- recht, welke minimumrechten het te hef fen waarderecht in het algemeen niet te boven gaan; 9e. uit de technische herziening van het tarief moet een bate voor de schatkist voortvloeien. De regeering ls van meening, dat de moeilijkheden, waarmede het bedrijfsleven ten gevolge van tijdelijke en abnormaal te achten verschijnselen heeft te kampen, met tijdelijk werkende afweermaatregelen moeten worden bestreden. Het behóeft naar de meening der regee ring geen betoog, dat een tarief van in voerrechten, dat mede in de behoeften van de schatkist moet voorzien, niet ln aan merking komt als een tijdelijk werkende afv,'eermaatregel. Dit neemt niet weg, dat bij het vaststellen van de tarieven zooveel mogelijk het belang van het bedrijfsleven 'n het oog is gehouden. Als gevolg van het feit, dat in het be staande tarief slechts enkele z.g. sluitpos ten voorkomen en de goederen in den regel met name zijn belast, komt het tamelijk veelvuldig voor, dat van goederen, welke bit hun aard wel voor een heffing ln aan merking zouden komen, geen invoerrech ten kunnen worden geheven, wijl zij niet bonnen worden gerangschikt onder de met dame in het tarief belaste goederensoorten Hoewel dit bij het bestaande tarief, als wn onvermijdelijk gevolg van het bij de samenstelling gevolgde systeem moest Worden aanvaard, valt toch niet te ont- bennen, dat dit systeem tot inconsequenties leidt, welke thans, nu in de heffing van Invoerrechten ook halffabrikaten en be drijfshulpmiddelen moeten worden be trokken, niet langer mogen worden besten digd. De regeering heeft daarom gemeend aan verschillende posten het karakter van sluitpost te moeten geven en door nieuwe sluitposten het tarief vollediger te moeten maken. De noodzakelijkheid van het verkrijgen van een hoogere opbrengst uit de Invoer rechten maakt het noodig om het aantal goederensoorten, waarvoor invoerrechten zullen zijn te heffen, uit te breiden, wil men althans niet voor het feit komen te staan, dat het Invoerrecht, geheven van de thans in het tarief opgenomen goederen belangrijk zou moeten worden verhoogd. Hiervan uitgaande en bedenkende, dat het tegenwoordige tarief in hoofdzaak al leen belast afgewerkte artikelen, welke als zoodanig door den particulier worden aan geschaft, ls het duidelijk, dat hiernaast andere categorieën van goederensoorten in de heffing van Invoerrechten moesten worden betrokken. Dit bracht mede, dat onderscheid gemaakt werd tusschen grond stoffen, halffabrikaten, bedrijfshulpmid delen en afgewerkte producten. BIJ het uitwerken van dezen opzet ls vastgehouden aan het beginsel, overeen komstig vroegere tariefwetten, om alge- meene levensbehoeften niet te belasten. In het nieuwe ontwerp zijn, naast de eigenlijke grondstoffen, ook fabrikaten in den ruwen vorm, welke overwegend het karakter van grondstof hebben, van in voerrecht vrijgesteld (als voorbeelden van een en ander worden genoemd katoen, wol, huiden en metalen in den uit de ertsen verkregen vorm.) Bovendien zijn, ln sommige gevallen, daar waar het In dustrieel belang zulks vorderde, en voor zoover het fiscaal belang zulks nog toeliet, materialen, welke als halffabrikaten had den moeten worden belast, niettemin van de heffing van invoerrecht vrijgesteld (als voorbeelden worden genoemd plaat- en profleltjzer, industriegarens, droge verf.) De halffabrikaten en afgewerkte producten. Bij de vaststelling van de hoogte van het invoerrecht voor halffabrikaten, het welk in het algemeen gesteld is op 3 tot 6 pCt. van de waarde, heeft de regeering gemeend rekening te moeten houden met een graad van bewerking, op zoodanige wijze, dat producten, welke het dichtst staan bij een afgewerkt product het hoogst zijn belast. Zoo wordt voor zoolleder in voerrecht voorgesteld van 3 pCt., voor zolen van 6 pCt. van waarde, voor enkel ge zaagd hout wordt in het algemeen voorge steld 3 pCt., voor verder bewerkt hout 6 pCt. van de waarde, voor niet gepolijste marmeren platen 3 pCt. voor gepolijste 6 pCt. van de waarde. Wat de groep afgewerkte producten be treft heeft de regeering gemeend een hef fing te kunnen voorstellen, welke in het algemeen 12 pCt. van de waarde niet zal overtreffen. BIJ de uitwerking van dezen opzet ls onderscheid gemaakt tusschen: le. producten welke geen artikelen zijn die door den particulier worden gebruikt, zooals bulzen; 2e. producten welke nog niet voor direct gebruik door den consument geschikt zijn zooals manufacturen; 3e. de geheel afgewerkte producten, die zonder nadere bewerking en zelfstandig voor het gebruik van den consument ge schikt zijn te achten. Hiertoe behooren lijfsieraden, kleeding, schoeisel, meubelen, huishoudelijke artikelen, muziekinstru menten en dergelijke. Bij de vaststelling van de hoogte van het voor afgewerkte producten verschul digde Invoerrecht, is verder ln beginsel rekening gehouden met hun karakter en voorts met het feit of door de binnen- landsche industrie, welke die goederen vervaardigt, voor dé door haar te ver werken materialen al' dan niet invoer recht moet worden betaald. Voor zoover afgewerkte producten zoo wel voor gebruik door particulieren als voor gebruik in bedrijven bestemd zijn, is, evenals in het besta.ande tarief, door het stellen van gewichtsgrenzen of anders zins een scheiding gehandhaafd. Bedrijfshulpmiddelen meer algemeen belast. De elsch, dat de herziening van het tarief een verhoogde opbrengst moet medebrengen, moest er toe leiden ook de groep der bedrijfshulpmiddelen meer al gemeen aan Invoerrechten te onderwer pen. Overwogen is, dat aan deze heffing geen groote bezwaren verbonden zijn, om dat een groot deel der bedrijfshulpmidde len onder de kapitaalgoederen is te rang schikken, zoodat de verhooging van den aanschaffingsprijs door het invoerrecht, over den levensduur van het aangeschafte object kan worden verdeeld en dit Invoer recht dus op de productiekosten van het bedrijf slechts een geringen druk uitoefent. De hoogte van de heffing op de bedrijfs hulpmiddelen is in het algemeen gesteld op 6% van de waarde. Opgemerkt zij nog, dat voor een reeks, thans niet belaste bedrijfshulpmiddeLen of onderdeelen van bedrijfshulpmiddelen, welke in verband met hun slijtage her haaldelijk vervangen moeten worden, met afwijking van het algemeene heffingsper centage, een Invoerrecht van 3% van de waarde is voorgesteld, zooals eveneens ls geschied voor eenlge automobiel, en motoronderdeelen, welke meer in het bij zonder voor den bouw van automobielen en motoren dienen. Van verschillende zijden is tijdens de voorbereiding van het onderhavige wets voorstel aandrang uitgeoefend, om ln het nieuwe tarief aan de specifieke rechten een voorname plaats in te ruimen. Aan TARIEVEN REEDS 1 JUU VAN TOEPASSING. De Staatscourant van gisteravond be vat een Kon. Besluit, waarbij het bij Kon. Boodschap van 15 Juni aan de Tweede Kamer ter overweging aangeboden ont werp van wet tot vaststelling van een nieuw tarief van invoerrechten met In achtneming van eenige bijzondere ln dit besluit opgenomen bepalingen, met in gang van 1 Juli 1934 wordt toegepast als ware het ontwerp reeds tot wet verheven. Voorts bevat de Staatscourant een be schikking van den Minister van Financiën ter uitvoering van artikel 6 van bovenge noemd K.B., ln welk artikel ls bepaald, dat de minister van Financiën ten aanzien van na het inwerkingtreden van het K. B. Ingevoerde goederen, waarvan de invoer rechten door die inwerkingtreding zijn verhoogd, geheel of gedeeltelijk teruggaaf kan doen verleenen van die verhooging. De minister heeft bepaald, dat voor goe deren, waarvoor het Invoerrecht met meer dan 5°/o is verhoogd, het boven die 67o betaalde kan worden teruggegeven, onder voorwaarde, dat dit verschil, ingevolge een reeds vóór 15 Juni 1934 gesloten koop overeenkomst, niet of niet ten volle op den kooper dier goederen kan worden ver haald, en dat de invoer plaats heeft vóór 1 September 1934. Verder is bepaald, dat ten aanzien van thee. welke vóór 1 Juli 1934 is ingevoerd en op dien datum nog ln het vrije ver keer voorradig is. voor hoeveelheden van ten minste 200 K G. netto teruggaaf kan geschieden van het invoerrecht, dat na dien datum van die thee minder geheven zou zijn. dezen aandrang kon geen gevolg worden gegeven in verband met het feit, dat de aangehouden bestaande nomenclatuur niet op een heffing van specifieke rechten is opgebouwd. Kon aan het verlangen om specifieke rechten in het tarief op te nemen in het algemeen geen gevolg worden gegeven voor sommige gevallen meende de regee ring, dat men inachtneming van de voor opgezette grondslagen, specifieke rechten konden worden vastgesteld. De thans in enkele posten naast het waarderecht opgenomen specifieke rech ten voor goederen van aardewerk en glas, komen naar het oordeel van de regeering met het karakter der tariefwet niet in strijd. Immers, zooals uit de omschrijving van de desbetreffende posten kan blijkn kon daarbij de bestaande nomenclatuur met enkele aanvullingen, worden behou den en behoefde men niet af te dalen ln allerlei onderscheidingen, terwijl de voorgestelde rechten niet als beschermend zijn aan te merken, omdat de hoogte daarvan in doorsnede neerkomt op 10 k 12% van de waarde. Voorts is voor deze goederen feitelijk het waarderecht gehandhaafd, behoudens dat dit recht niet zal mogen dalen beneden een vast bedrag per aangewezen eenheid. Het verkrijgen van een hoogere bate uit het tarief kan worden bereikt door een verhooging van het recht over de geheele lijn, door het verhoogen van enkele posten of door het uitbreiden van het aantal goederensoorten waarvan invoerrechten zullen worden geheven. De Regeering is tot de conclusie geko men, dat een verbreeding van het tarief niet gemist kan worden, Indien de verhoo ging van het tarief post voor post binnen matige grenzen gehouden moet worden, terwijl dan daarnaast nog een verhooging van het algemeen heffingspercentage nood zakelijk ls. Dit heffingspercentage is, zoo als reeds eerder werd vermeld, op ten hoog ste 12% van de waarde gesteld voor afge werkte fabrikaten, behoudens voor enkele gevallen, waarin ook volgens het bestaande tarief rechten boven het normale percen tage werden geheven. Wil de opbrengst van het tarief van Invoerrechten het bedrag bereiken, dat in verband met den toestand van 's Rijksschatkist vereischt is, dan is het opvoeren van het Invoerrecht voor af gewerkte producten tot 12% onvermijde lijk. In dit licht gezien spreekt het naar gemeend wordt vanzelf, dat ook thans de algemeene verhooging van het tarief, welke volgens de Wet van 19 December 1931 tot en met 31 December 1934 wordt geheven, wordt geconsolideerd. Indien het ontwerp in den voorgestelden vorm tot wet wordt verheven, kan de meerdere bate welke tengevolge van de in het bestaande tarief aangebrachte wijzi gingen zal worden verkregen, worden ge raamd op rond 14 millioen gulden, terwijl door de voorgestelde verhooging van het bijzonder invoerrecht op benzine een bate zal worden verkregen welke is te stellen op rond 7 millioen gulden. Boetebepaling. Art. 37 bepaalt, dat hij, die een valsch of vervalscht geschrift vertoont, doet vertoo- nen, overlegt of doet overleggen, wordt ge straft met ten hoogste f. 1000 boete, of (indien na te noemen bedrag hooger is dan f. 1000) ten hoogste tien maal de belasting, die ten gevolge van de onjuiste gegevens te weinig geheven is. Indien de schuldige weet of redelijkerwijze moet vermoeden, dat het geschrift valsch of vervalscht is, kan hij bovendien ten hoogste een jaar ge vangenisstraf krijgen. De hier omschreven feiten zijn strafbaar, ook als zij buiten het Rijk in Europa worden begaan. De vorm van fraude, die hier hoofdzake lijk in aanmerking komt, is het bij invoer van naar de waarde belaste goederen over leggen van valsche facturen om den schijn te wekken, dat de ingevorderde goederen een lagere waarde vertegenwoordigen, dan er inderdaad aan moet worden toegekend. Het bestaande wetsartikel geeft niet steeds voldoende grondslag om tegen deze zeer verbreide practijk strafrechtelijk zoo krachtig mogelijk op te treden. Men heeft nu een redactie ontworpen ook met het oog op de mogelijkheid, dat men komt te staan tegenover een buitenlandschen in- tellectueelen dader als den eigenlijken schuldige; dat de intellectueele dader het feit in het buitenand heeft gepleegd; dat de eene schuldige zich verschuilt achter den anderen, enz. Naast het maximum van tien maal de belasting is, gezien den ernst van het feit, een vast maximum van f. 1000 noodig. Benzine. In art. 41 wordt o.m. voorgesteld om het bijzonder invoerrecht op benzine te ver hoogen van zes tot acht gulden. Met het oog op den toestand der schatkist ls het niet mogelijk, de bate, voortvloeiende uit de heffing van 30 opcenten op het invoer- VEERDIENST LENT—NIJMEGEN GESTREMD. Slechts na velen uren wachten kan men nog overgezet worden. Door den zeer lagen waterstand van de Waal ondervindt het verkeer via het pont- veer Lent-Nijmegen groote vertraging. De groote pont heeft men uit de vaart moeten nemen, maar ook uit hoofde van het feit, dat de boot telkens aan den grond zit. Zoo is het gisteren voorgekomen, dat één overtocht meer dan 2 uur duurde. Lange files van auto's stonden aan beide zijden opgesteld en velen hebben 4 uur en langer moeten wachten, hetgeen vooral doordat het in Nijmegen markt was, voor menigeen groote schade heeft opgeleverd. Tal van kooplieden kwamen met hun waren op de markt toen alle handel reeds was af- geloopen. In den nacht van Zondag op Maandag heeft een pont van halftwaalf tot bijna halfdrie aan den grond gezeten. Gisteren volgde een tweede stranding. De dienst wordt nu met een zeer klein pontje onder houden, terwijl besloten is met een bagger machine een vaargeul voor de pont te laten uitdiepen. Waar er nog geen utzicht is op verbete ring in den toestand (hoe verlangt men naar het gereed komen der brug!) wordt automobilisten aangeraden de verbinding Noord-Zuid niet over Lent—Nijmegen te nemen. o GASVERSTIKKING TE UTRECHT. In een perceel ln de Nieuwe Daalstraat te Utrecht heeft zich gisteren een geval van gasverstikklng voorgedaan, waarbij een bejaarde dame het slachtoffer gewor den is. Tijdens afwezigheid van den man is het ongeluk gebeurd. Deze vond bij zijn thuiskomst zijn echtgenoote in bewuste- loozen toestand, terwijl het huis vol gas- lucht hing. Hulp van den Geneeskundigen Dienst niet meer baten. BRANDEN. Gistermiddag omstreeks één uur is in een der schuren van het gehucht Giers- bergen (gemeente Drunen, N.Br.), brand uitgebroken, welke ernstige gevolgen ge had heeft. Het vuur sloeg spoedig over op twee boerderijen van de families van der Meyden en Brekelmans, welke binnen zeer korten tijd in lichter laaie stonden. Het aangrenzende bosch werd tevens aangetast en zonder dat men het vuur in zijn vernielend werk kon stuiten brandde weldra eenlge hectaren dennenbosch. Een gelukkige omstandigheid mag wel ge noemd worden het feit, dat de wind van het gehucht af stond, zoodat de andere boerderijen van Giersbergen geen gevaar liepen. Door de geweldige droogte stond binnen betrekkelijk korten tijd een groote oppervlakte bosch in brand. Aan blusschen viel vrijwel niet te den ken. De politie van Drunen, alsmede de marechaussee van Waalwijk hielpen bij het blusschingswerk, dat voornamelijk ge schiedde door bewoners uit de omstreken. Een geweldige rookontwikkeling vond plaats, zoodat de brand tot ver in den omtrek te zien was. Tenslotte bleek, dat blusschen ondoenlijk was en men beperkte zich er toe te zorgen, dat de vernielende vlammen tenslotte niet over den verkeers weg Nieuwkuyk-Helvoirt konden komen. Dank zij dezen weg is de brand bedwongen. Omstreeks 25 H.A. bosch en heidegrond is verbrand. Deze grond behoorde aan verschillende eigenaren toe. Persoonlijke ongevallen vonden niet plaats. De schade is uit den aard der zaak aanzienlijk. Omstreeks vier uur in den middag was het gevaar voor verdere uit breiding geweken. Gistermiddag omstreeks één uur is door onbekende oorzaak brand uitgebroken in de boerderij van Th. van der Wijst, woon achtig in de Verre Helde te Gemert (N. Br.). De bewoners hadden zich naar boerengebruik des middags ter ruste begeven en werden door het vuur verrast, zoodat zij zich met moeite in veiligheid konden brengen. Niet minder dan 50 varkens en biggen kwamen in de vlammen om. Drie varkens, 1 vaars, 1 kalf en 2 zeugen moesten wegens zware brandwonden worden afgemaakt. De boerderij met schuren en stallen werd volkomen in de asch gelegd. De inboedel ging verloren, alsmede een belangrijk ge deelte van de nieuwe oogst. Verzekering dekt de schade, welke uit den aard der zaak groot is. VERDRONKEN. Gisteravond omstreeks 7 uur is de 47- Jarige schipper J. O. van Lelie, aan boord van het lichterschip „Willem m" in de Rotte te Rotterdam over boord geslagen en in de diepte verdwenen. Geruimen tijd heeft men gedregd, doch toen de schipper tenslotte opgehaald werd, bleken de levensgeesten reeds geweken. Gisternamiddag is de 13-jarige H. Bloe men uit Wychen, die een bad wilde ne men in den z.g. Kolk te Weurt, verdron ken. Het lijk is later opgehaald. recht en het bijzonder invoerrecht op ben zine geheven krachtens de wet van 24 De cember 1932, thans prijs te geven. Daar laatstgenoemde heffing op 1 Juli 1934 ver valt, is het noodig, het bijzonder invoer recht op benzine, geheven krachtens de wet van 19 December 1931, te verhoogen. Daar deze wet per 1 Januari 1935 zou vervallen en haar bate ook daarna noodig zal zijn, wordt voorgesteld, haar werkingsduur te verlengen tot 1 Januari 1939. Zoo wordt overeenstemming verkregen met de even eens tot dat tijdstip geheven opcenten op den accijns op gedistilleerd, sommige soor ten suiker en wijn. Verder omvat het ontwerp een toelich ting der tariefsposten, die zoowel brilarmen en neusbruggen als mangels, watten zoowel als locomotieven en versche vruchten zoo wel als torpedo's omvatten. Het ontwerp bestaat uit 43 artikelen en het tarief uit 160 posten. De memorie van toelichting neemt 91 bladzijden in beslag. MISLUKTE OVERVAL. Drie onbekende petsonen vervoegden zich bij een kleermaker te Terwinselen (ge meente Kerkrade). Tijdens het uitzoeken der stof vielen ze den kleermaker aan, gooiden hem het stof over het hoofd en wikkelden hem er stevig in. De man weerde zich en schreeuwde om hulp. Toen sloeg het drietal op de vlucht. Twee van hen, S. en H., werden des avonds onder de ge meente Schaesberg dpor de marechaussée van Spekholzerheide gearresteerd en de derde werd door de marechaussée van Heerlen aangehouden. De drie personen zijn te Heerlen woonachtig. Vad. BUITENLANDSCH GEMENGD. BRANDEN. Gistermiddag brak in de groote zagerij Oswald Hartmaan te Liegnietz een groote brand uit. waaraan de heele machinehal en de opslagplaats met groote voorraden ten offer vielen. Hitler-jeugd en 160 man van den ar beidsdienst hielpen blusschen Een verdere uitbreiding van den brand werd voor komen. Door vonken uit 'n motor is in het dorp Hohenluckow bij Rostock een brand ont staan. die in korten tijd op alle in de windrichting liggende hulzen oversloeg. Tot dusverre zijn 7 woningen met bijge bouwen, benevens de dorpskerk door het vuur aangetast. Veel vee verbrandde en de electrische centrale is vernield. In den nacht van Zondag op Maandag is bij de Helnkel-vliegtuigfabrleken in Warnemünde brand ontstaan. Een schuur, waarin een aantal sportvliegtuigen. die geheel gereed waren, stonden opgeslagen, brandde af. Uitbreiding van den brand kon worden voorkomen. De politie stelt een onderzoek in. hoewel men vermoedt, dat de brand ontstaan ls tengevolge van zelfontbranding door de abnormale hitte. In de visscherswijk van Oporto (Portu gal) is een hevige brand uitgebroken. De brand, zich zich met groote snelheid uitbreidde, verwoeste elf huizen, welker bewoners in allerijl met achterlating van hun geheele bezit moesten vluchten. Verscheidene personen liepen ernstige brandwonden op. Het Egyptische dorp Mashtul is door een reusachtigen brand bijna geheel ver nield. Ruim 180 huizen werden een prooi der vlammen en dertien personen kwa men om het leven. Tengevolge van storm uit het Westen breidde het vuur zich met razende snelheid uit. In het Tsjechische dorp Skenne brak een brand uit, die met groote snelheid om zich heen greep. Laat in den middag stonden reeds tachtig huizen in vlammen. Men vreest, dat de brand zich nog verder zal uitbreiden, aangezien er een krach tige wind staat en het blusschingswerk ten zeerste bemoeilijkt wordt door gebrek aan water. BAAS BOVEN BAAS. Werd onlangs ln Amerika een vij fling geboren, Reuter verneemt uit Sjanghai, dat ln Zuld-Chlna een vrouw het leven schonk aan acht kinderen, en wel zeven jongens en een meisje. De geheele familie is gezond. o GROOTE BOSCHBRAND IN DEN HARZ. In het boschdistaict Heimbuxg bij de Eggerveder Runnen in den Harz staan 600 mogen naaldhout in brand. Het blus schingswerk ls zeer moeilijk tengevolge van de hitte en het gebrek aan water. Dorpsbewoners, brandweercorpsen, hulp colonnes en S_A.-afdeelingen worden uit den geheelen omtrek met vrachtauto's naar de bedreigde punten gezonden, ln totaal eenige duizenden menschen. ONTPLOFFINGEN. Te Jamestown in den staat New York heeft een vreeselijke ontploffing plaats plaats gehad, waardoor volgens de tot nog toe ontvangen berichten twaalf a twintig personen zouden zijn gedood, terwijl het aantal gewonden op vijftig geschat wordt. Aanvankelijk was de brandweer gealar meerd voor een brand in een gebouw nabij een terrein met benzinetanks. Honderden toeschouwers volgden het blusschingswerk, toen plotseling drie groote tanks, elk be vattende ongeveer 90.000 liter benzine, in de ducht vlogen. Verscheidene personen werden letterlijk in stukken gereten. Een nauwkeurige tel ling van het aantal slechtoffers was tot nog toe niet mogelijk Te Straatsburg heeft bij den aanleg van een tunnel een hevige ontploffing plaats gehad. Tien arbeiders werden bedolven. Na urenlange reddingswerkzaamheden, werden vier hunner dood en zes min of meer ernstig gewond geborgen. Tengevolge van een ontploffing in een gieterij van de automobielfabrieken van Ford te Detroit zijn een doode en 12 ge wonden te betreuren. VERMINKT VROUWENLUK GEVONDEN. In een leegstaand postrijtuig nabij het station te Brighton is het vreeseüjk ver minkte lijk van een vrouw gevonden, waaraan het hoofd de armen en beenen ontbraken. Het lijk moet daar reeds sedert eenige dagen gelegen hebben De politie stelt een nauwkeurig onder zoek in. o I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 11