De „Bloemfontein" draadloos te water gelaten. VERLIEST DEN MOED NIET. Bij Examens LEIDSCH DAGBLAD - Vierde Blad Zaterdag 16 Juni 1934 Redevoeringen van generaal Hertzog en dr. Colijn. Niet bang zijn! Hebt vertrouwen! Voorwaarts! Buitenl. Weekoverzicht O DOOR ALFRED KERR. (Bekend Duitsch Criticus, verbonden aan het „Berl, Tage blatt"). Het is in onze dagen zeer moeilijk, den moed niet te verliezen. Maar 't is mogelijk. En vóór alles: noodzakelijk! Velen voelen zich gedrukt. Zij voelen angst voor politieke verwikkelingen; zij zijn bang voor de crisis. Toch moet op de vraag: „In welke wereld leven wij?" het antwoord lulden: „In een wonderbare wereld!" Vergeet dat niet. Vergeet niet dat in dezen tijd Marconi een middel gevonden heeft (of op geniale wijze vervolmaakt) om operaties uit te voeren zonder bloedverlies. De oorlog brengt bloedvergieten mee; Marconi gaat het bloedvergieten tegen. Er ligt hierin symboliek. Iets als het begin van een uit wisseling, een belofte voor de toekomst (al is het dan een bescheiden belofte). Ja, trots alles leven wij in een wonder bare wereld. Vergeet niet, dat in deze da gen een vrouw, de vrouw van Prof. Piccard. dapper in de stratospheer opstijgt. Een lid van het, trots Bourdet, zwakke geslacht dringt moedig door in luchtlagen, waarin tot nu toe slechts een handvol dappere mannen uit de 2 milliard bewoners der aarde zich waagde. Is dat niets? Is dat geen bemoedigend feit? Geeft dat geen hoop, die troost in veel zieleleed?Ver liest den moed niet! Prof. L. Lewin, de Duitsche pharmaco- loog, die vier jaar geleden stierf, won uit een cactussoort het bedwelmend middel Mascalin. waarmede thans In Londen ver wonderlijke resultaten verkregen worden. Ter geruststelling van alle feministen: het heet niet Masculin, maar Mascalin!) „Maar", zal men zeggen, „nog een be dwelmend middel, dat beteekent nog een kwaad!" Neen, het is méér dan een be dwelmend middel. Bedwelmende middelen uit vroegeren tijd n.l. deden het bewustzijn verdwijnen. Mascalin echter spitst de hersenen in twee deelen: één deel slechts heeft wonderlijke visioenen, beleeft vreemde phantasieën en ziet verwarde beelden, maar het andere hersendeel blijft geheel bij bewustzijn, Ja, ligt als een jager op den loer, controleert en merkt op; het teekent duidelijk de ver anderingen op. die plaats vinden in het andere deel van zijn „ik". Een wonder 1 Daarmede nemen nu in Londen natuuronderzoekers en dokters proeven. Nieuwe perspectieven openen zich tot nu toe onbegrepen dingen worden plotseling duidelijk. Is dit alles ook niet een tegengif tegen de angst op politiek terrein? Als men dichter is (en ik ontken niet, dat te zijn, maar niet in dit verstandelijk opstel), dan zegt men: „Mascalin is een symbool van onzen tijd; de menschheid in onze dagen leeft in een nevel van verwarde verschijnselen, maar zij zal misschien de kracht krijgen, deze nevelachtige beelden zelf te controleeren en te doorzien, dus: „haar verstand terug te vinden". Mascalin is niet alleen een bedwelmend middel, maar: een politiek ideaal. Wij le ven in een gevaarlijke, maar wonderbare wereld. Er zijn voor vele wonden vele pleis ters. Daarbij blijft de grootste levende voldoe ning in het verwarde heden onvermeld: de man, die het inzicht in het wereldbestel van den grond af veranderd heeft: die Newtonniet weerlegd maar aangevuld en hem dus toch eigenlijk weerlegd heeft; kortom, het grootste genie van onzen tijd: Einstein. En gij beklaagt u? Het bestaan zulke mannen, van dezen eenen man, is al een reden, om niet te wanhopen. Zeker, dikwijls krijgen wij den indruk, dat wij bezig zijn, terug te keeren naar de middeleeuwen. Mijn bijna 11-jarige doch ter gaat te Parijs op school, op den „Cours Suchet" en gisteren las ik in haar leerboek voor geschiedenis dezen zin: „Turgot sup- prima les corporations". Dus minister Tur got heeft meer dan honderd jaar geleden de gilden afgeschaft. En nu worden zij in vele staten weer ingevoerd. Ja; dat stemt toch tot nadenken! Maar toen las ik in hetzelfde geschiedenisboek op bladzijde 101 den zin: „Franklin en Voltaire omhelsden elkaar". Meer in bijzonderheden verteld wordt dit: „Toen de 84-jarige Voltaire voor den laatsten keer Parijs bezocht, geschied de het dat, temidden van een ongekend gejuich, de twee groote ouden elkander ons den hals vielen". Het waren niet twee rhetoricl of theoretici, want één van hen heeft den bliksemafleider uitgevonden. Zij spraken verschillende talenen toch dezelfde. Als kinderen op school zulke dingen leeren (tenminste in Frank rijk) geeft u dat dan geen hoop? Is dit niet één van de pleisters? Drie jaren geleden uitte de beroemde natuurwetenschappelijke faculteit van Nancy het vermoeden (op grond van astro nomische waarnemingen l dat de onregel matigheden, die zich in den laatsten tijd op de aarde voordeden, zouden veroor zaakt worden door omstandigheden op een andere ster: door de zonnevlekken nl. Dat is geen mystiek, geen occultisme, geen astrologie, geen kaartleggerij. Neen: wat zich hier als mystiek voordoet, is weten schap. Ja, het gaan van de zonnevlekken door den meridiaan valt inderdaad samen met een opeenhooping van ziekten op de aardemet een opeenhooping ook van zelf moorden, misdaden, zelfs van spoorweg ongelukken. En waarom zou een atmos- pherische storing bij ons ook geen hersen- storing veroorzaken? Nu zonder gekheid. Zelfs uit deze dingen valt hoop af te leiden. De natuurverschijnselen, waarvan wij afhankelijk zijn, zijn van voorbij- gaanden aard. Dan zullen ook de gevolgen voorbijgaand zijn. Wij hebben „pech" omdat wij in deze periode leven. Maar het is tevens ons ge luk, dat wij het eerst de oorzaken van die pech ontdekt hebben. Dat maakt altijd veel goed. Het bemoedigt. Vertwijfelt nletl Wilt u een ander voorbeeld voor de vergoedende kracht van den geest? In een land van Centraal Europa is een vrouwelijke spion terechtgesteld Waarom? Haar man was ingenieur bij 't grootste electricitelts-concern en zij verried het ge heim der daar vervaardigde stoommotoren voor vliegtuigen aan een naburige mo gendheid. Stoommotoren voor vliegtuigen? Ande ren zeggen dat het om een Dieselmotor ging met ruwe olie. Deze ruwe olie ont ploft niet zoo gemakkelijk als benzine. Nu zijn er tegenwoordig bepaalde stralen, die van grooten afstand de ontsteking van lederen motor kunnen tegengaan, hetgeen natuurlijk beteekent, dat het vliegtuig neerstort. Ik hoor al, wat gij zegt: „Verschrikke lijk, dat de prachtigste uitvindingen, zoo als bij voorbeeld deze stralen, tegenwoor dig in hoofdzaak voor vernietiging wor den gebruikt!" Volkomen juist. Maar ziet gij niet, hoe de menschelijke geest tege lijkertijd een tegenmlddel uitvindt? Hij geeft den speer, maar ook het pantser. Niet alleen het verderf maakt vorderingen, ook de bestrijding van het bederf. Zulke feiten bevatten een zekere symbolische hoop. En wanneer dit alles u nog niet genoeg is: de operatie zonder bloed, de vrouw in de stratospheer, de bezielende schoolboe ken voor 11-jarige meisjes; Albert Ein stein; de ontmaskering der zonnevlekken; de wedstrijd tusschen vernletigings- en reddingsmiddelen; laat mij u dan het volgende zeggen: Het aanschouwen van dezen strijd van het leven met den dood; van den nieuwen strijd tusschen de verwarring en de hel derheid: van den laatsten strijd tusschen het eeuwig dierlijke en het eeuwig men schelijkeis dat alles niets? Deze vreeselijke toestanden, die naar een be slissing dringen: deze misschien laatste slag der menschheid is het niet een ge luk, er getuige van te zijn? Niet als toe schouwer, maar (ieder naar zijn krachten) als helper? Is dat alles alleen een reden om neer slachtig te zijn of óók, om in een verheven stemming te verkeeren? Vrees maakt niet productief, maar wel vertrouwen. Gij leeft, trots alles, ln een wonderbare wereld. In den domsten, maar ook in den verstandigsten van alle tijden. En wanneer gij de hier geuite overtui ging niet hebt, omdat zij twijfelachtig is, dan moet gij haar hebben, omdat het noodzakelijk is. Voorwaarts! (Nadruk verboden). EEN BELANGWEKKEND EXPERIMENT, WAARVAN DUIZENDEN GETUIGE WAREN. Hetgeen duizenden, ln leekenoordeeL als een pure onmogelijkheid naar het rijk der fantasie verbannen hadden, is werke lijkheid geworden De geweldige zwarte romp met den reeds gedeeltelijk voltooiden bovenbouw van de .Bloemfontein", het dubbelschroef- motorpassaglers- en vrachtschip, dat na zijn voltooiing in October in den dienst op Zuld-Afrika nieuwen luister zal bijzetten aan Neerland's groote faam als zeevarende mogendheid, is vanmiddag te 12 uur door een vingerdruk van den Eersten Minister van de Unie van Zuid-Afrika. ZExc. Ge neraal J. B. M. Hertzog, die zich op dat oogenbllk bevond ln het gebouw van het Nederlandsche gezantschap te Pretoria, van helling 3 der Nederlandsche Scheeps bouw Maatschappij aan den Cornelis Dou- wesweg te Amsterdam, statig in zijn element gegleden. Het technisch wonder van den stapelloop langs draadloos-tele- fonlschen weg, had zich, voor de eerste maal in den scheepsbouw der wereld, vol trokken. Reeds eenige uren voor het zoover was, heerschte er op de werf der Nederlandsche Scheepsbouw Maatschappij een bijzondere bedrijvigheid De laatste hand was gelegd aan de officleele tribune, ter hoogte van de bakboord-achterzijde der .Bloemfon tein", welk getimmerte, door de aanklee ding met vlaggen en palmen een sierlijken indruk maakte. Niet minder dan 4000 kaarten waren door de directeuren der werf. de heeren lr. D. Goedkoop Dzn. en ir. H Goedkoop, uitgegeven. Tot het officleele gezelschap, dat on middellijk naar de eere-tribune werd ge leld, behoorden o.m. de minister-presi dent, dr. H. Colijn, de gezant van de Unie van Zuld-Afrika in ons land, dr. H. D. van Broekhuizen, de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, die hier te genwoordig was in zijn kwaliteit van den voorzitter van den Raad van Commissa rissen der Nederlandsche Scheepsbouw- Maatschapplj en als zoodanig het gezel schap aan boord van de „Alkmaar" ont vangen had, persoonlijkheden uit krin gen van scheepvaart, handel, industrie en bankwezen, civiele en militaire auto riteiten. Rede generaal Hertzog. Er was eenige beweging onder het pu bliek, toen te ongeveer kwart voor twaalf, het inleidend woord van Hr. Ms. gezant in Zuid-Afrlka, dr. H. A. Lorentz, die zich met den eersten minister der Unie van Zuid-Afrika, generaal J. B. M. Hertzog, en den heer P. Molenaar, inspecteur der HollandAfrika-lijn te Durban, in het gezantschapsgebouw te Pretoria bevond, werd aangekondigd. Onmiddellijk na deze korte inleiding klonk de stem van generaal Hertzog, die de volgende rede uitsprak. Generaal Hertzog. Meneer die Minister President. Veroorloof my. om, dadelik by die aan vang van die plegtigheid wat tans op die punt staan om plaats te vind deur die te waterlating van die nuwe motor skip, waardeur aan die handelsvloot van die Holland-Suidafrika Lyn nuwe krag en aansien sal verleen word, u, namens Suid- Afrika, die hand van vriendskap en waardering toe te reik, die die versekering, dat Suid-Afrika's oudste Moederland haar nog steeds besiel met 'n gevoel van liefde en van dankbaarheid by die herinnering aan wat deur Nederland is bygedra tot die nasionale grondslaë van volkskultuur, volkskarakter, en volksgeskiedenis waarop Suid-Afrika sig nog vandag vir so groot 'n deel gevestigd voel. Die aanbou van die nuwe boot word deur Suid-Afrika met bydskap begroet. Dit is viï haar 'n pand vir die bestendi ging van die geskiedkundige bande van die verlede tusssen haar en Nederland. Dog dit is ook meer: dit is haar tewens die bewys van vertroue deur Nederland be toond in haar toekomst en in haar ekono- miese ontwikkeling, die deelname waarin, deur Nederlanders en deur Nederlandse kapitaal, van harte deur haar word toe- gejulgd. Suid-Afrika is nog maar 'n jong land, sonder eie skeepvaart met haar handel noueliks in die aanvang-stadium van ont wikkeling; dog met onafsienbare mogelik- hede vir die uitbreiding van landbou en veeteelt, om in die toekomst te dien tot voorsiening in die behoeftes van die wereld. Geen skeepvaart op Suid-Afrika mag dus gesê word wyselik aangelê te wees, waar nie rekening gehou word met die mogelike eise van die toekomst hier te lande. Dit is dan ook blykbaa hierop waar die Holland-Suid-Afrika ,yn met die nuwe bydrage tot sy vloot o, oog ge- vesüg gehou het. Ik wit die toaatsksgjpg geluk wens met die ondernemingsgeest wat getuig van durf en doen. Die praestasies van die Hollandse han delsvloot naar en om die Kaap, beslaan z'en roemrijke bladsy in die geakledenls van die Nederlandse skeepvaart, waar die Indruk nog steeds van voortleef by 'n ieder wat 'n gevoel beslt vir wat groots, stoutmoedig en heldhaftig is. By diegene die soals ik en ander Afrikaans Spreken- des sig aan Nederland verwant gevoel, sal daardle indruk steeds onuitwisbaar bly. Die aanweslgheld van Nederland's skeepvaart in die hawes van die Unie sal dus noueliks ooit iets anders kan dan om aan die Afrikaner te ontlok 'n vrlndellke groet van verwelkoming, onder 'n verhef fende selfgevoel van nasionale trots en eiewaarde. Also sal die Nederlandse skeep vaart, ewe als die Britse, 'n beslelende en opbouende faktor bly ln die nasionale lewe van Suid-Afrika. Vergun my, meneer die Minister Presi dent, om, voordat daartoe oorgegaan word om die nuwe motor skip te doop en om haar neer te laat tot haar bestemde plaas in geselskap van haar susterbote van die Holland-Suld Afrika Lyn, U, als mede die here dlrekteure van die Maatskappy, my opregte dank te betuig vir die eer my aan- gedoen om my met hlerdie eervol!- taak te belas, "n eer wat deur my hoog o. prys gestel word. Ik wil tewens die hoop uit spreek, dat die komst van die nuwe boot ook die aankondiging zal blyk te wees van "n nuwe en blyer tydperk in die geskiede- nis van die lnternasionale handel en skeepvaart, waarin die Holland-Suid Afrika Lyn steeds belangryker en nuttiger rol sal speel. Tans gaan ik daartoe oor om die boot wat my so vrindelik versoek is geword om vandag hier te benoem en te water te laat, te doop met die naam wat, naar ik hoop lang deur haar sal gedra word, met eer en onderskeidlng. Geheet naar die hoofdstad van my geliefde Oranje Vry- staat, doop ik haar: .Bloemfontein". Ik wil die .Bloemfontein" nou toevertrou aan die boesem van die magtige see, en met die bede dat sy vir vele jare die weg van die oceaan mag bevaar, bevragt met die segeninge van Vrede en Voorspoed, roep ik haar en haar frisse Nederlandse bemanning toe: Vaar voort! Nogmaals, Meneer die Minister Presi dent, my dank en waardering! Het groote moment. Nauwelijks was het laatste woord ge sproken, of in de luidsprekers werd de speciale toon, ten teeken dat generaal Hertzog de knop had Ingedrukt, hoorbaar. Een doffe slag het wegslaan van de klink! weerklonk tegelijkertijd en ver volgens kwam er beweging in het bijna 4'/« millioen K.G. wegende schip, dat, zon der dat een menschenhand direct had in gegrepen ook niet in den champagne- doop, welke zich prachtig voltrok al sneller en sneller naar zijn element gleed. Toen de emotie, die deze gebeurtenis had teweeggebracht, eenigermate bedaard was, nam dr. H. Colijn, staande op de of- ficieele tribune, het woord voor het uit spreken van de volgende rede. Rede dr. H. Colijn. Hooggeachte Heer Minister-President, In naam van Regeering en Volk van Nederland zeg ik U hartelijk dank voor Uw bereidwilligheid om het nieuwe schip van de Holland-Afrika Lijn te water te laten en om dien bodem den naam te geven van de stad, welke in het oudste moederland van het Zuid-Afrikaansche volk gevoelvolle herinneringen wekt aan de namen van enkele van Zuid-Afrika's grootste zonen. Ondanks een scheiding van bijna ander halve eeuw wordt de eenheid van stam en van taal met een groot deel van uw volk hier te lande nog diep gevoeld en is de begeerte om de cultureele betrekkingen te onderhouden nog zeer levendig. Willen die in de historie wortelende gevoelens be stendigd blijven, dan moeten ze evenwel onderhouden en gekoesterd worden en daaraan kunnen ook de wederzijdsche handelsbetrekkingen dienstbaar worden gemaakt. De eeuwen door heeft de Nederlandsche vlag op alle wereldzeeën gewapperd. De politieke verhoudingen mogen zich sterk gewijzigd hebben, wat bleef was de Ne derlandsche ondernemingsgeest te water. Daarvan getuigt ook de oprichting der Holland-Afrika Lijn, die voortkwam uit het besef, dat het nieuwe Zuid-Afrika ruime perspectieven voor ontwikkelings mogelijkheden opende. Dat men het aan durfde in dezen benarden tijd een nieuw schip toe te voegen aan de vloot der ree- derij, die haar bedrijf uitoefent bulten alle staatshulp, geheel op eigen krachten steunend, is een nieuw bewijs voor het voortbestaan der oude veerkracht. Dat dit ons tot vreugde stemt is begrij pelijk. maar nog meer verblijdt het ons, dat de Eerste Minister van Zuid-Afrika deze daad met zoo groote welwillendheid tegemoet treedt; dat hij zulke vriendelijke woorden vond om aan zijn belangstelling uiting te geven en dat hij zichzelf bereid verklaarde, het nieuwe schip den roem rijken naam te geven, dien het voortaan dragen zal. Wel zijn de tijden moeilijk; wel schijnt de neiging om den ruil van goederen en daarmee den omvang der scheepvaart te beperken, nog steeds toe te nemen, maar des te meer moeten de krachten worden ingespannen om niet achter te blijven in den vreedzamen strijd der natiën, die den beteren tijd moet inleiden. Wie nu achter blijft kan straks den achterstand niet meer inhalen. De .Bloemfontein" heeft thans de hel ling van de scheepswerf verlaten, en rust nu op het water. Straks zal het schip den Oceaan doorklieven en onze vlag naar Uw havens dragen. Uw vriendelijke woorden, hooggeachte Generaal, zijn een waarborg voor het hartelijke welkom, dat dit Neder landsche schip straks in de haven van Zuid-Afrika zal te beurt vallen. Uw wenscht voor den voorspoed van de Holland-Afrika Lijn moge ik, mede de diiecti? yan de Maatschappij, beant woorden met den tegenwenseh, dat God aan Land en Volk rijkelijk zegene en dat onze „Bloemfontein" haar aandeel moge leveren ln den voorspoed, dien wij voor onze beide landen begeeren. Nogmaals, meneer de Minister-President,, ons aller hartelijken dank en waardeering voor uw aandeel ln deze plechtigheid. De redevoeringen werden ook ln het Engelscb gehouden, met het oog op het feit, dat een deel van de Zuld-Afrikaan- ders Afrlkaansch en het andere deel En- gelsch spreekt. Het officleele gedeelte van de plechtig heid onmiddellijk na de te water la ting werd de kiel gelegd van het eerste der twee 4000 tons tankschepen voor de Anglo Saxon Petroleum Company Ltd. te te Londen was hiermede geëindigd. Receptie. Terwijl het publiek de werf verliet wer den de officleele genoodigden ontvangen ln een der groote werkplaatsen der Ne derlandsche Scheepsbouw Maatschappij, welke ruimte met vlaggen en palmen in een goede receptie-gelegenheid was her schapen. Hier hebben o.m. het woord gevoerd de president-commissaris van de Vereenlgde Nederlandsche Scheepvaart- Maatschappij de heer mr. Van der Hou wen van Oordt en de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt ln zijn kwa liteit van voorzitter van den Raad van Commissarissen der N.S.M. Als aandenken aan deze gebeurtenis was een oorkonde vervaardigd, welke met verzoek deze aan generaal Hertzog te doen toekomen, werd aangeboden aan den gezant van de Unie van Zuld-Afrika, dr. H. D. van Broekhuizen en aan onzen minister-pre sident, dr. H. Colijn. Mogen wü tenslottee, in het kader van deze bijzondere gebeurtenis de aandacht vragen voor eenige bijzonderheden over het schip. De opdracht tot den bouw van de „Bloemfontein" is gegeven op 22 Juni 1933 en het schip zal in October van dit jaar kant en klaar opgeleverd worden aan de Vereenlgde Nederlandsche Scheep vaart Maatschappij te 's-Gravenhage. om daarna de eerste reis naar Zuid-Afrika te maken. In het Olympisch Stadion te Amster dam geplaatst zou de „Bloemfontein" die een draagvermogen heeft van 10.500 ton, bijna de geheele lengte in beslag nemen, en met het bovenste dek nog ongeveer 5 meter boven het dak van de tribune uit steken. Er zijn laadruimten voor vruch ten en vleesch, die in speciale koel- en vriesruimten worden vervoerd. Tachtig passagiers vinden aan boord een zeer comfortabele accomodatie. Groote salons, verandah's, een openlucht zwembad en een sportdek, zullen de uiterst snelle rei zen naar en van Zuid-Afrika tot een waar genoegen maken. Het zusterschip van de „Bloemfontein de „Jagersfontein", wordt eveneens op de werf der N.S.M. gebouwd. DUITSCKLAND MIDDELPUNT. Voor de zooveelste maal is aller oog weer eens op onze Oosterburen gericht. En dit maal zoowel op economisch als politiek terrein! Economisch tengevolge van de afkon diging van een volledig moratorium voor den tijd van zes maanden, dus ook voor de Dawes- en Young-leeningen, die tot- dusverre als taboe golden. Bepaald verras send kwam deze gebeurtenis niet, zoodat nergens sprake is van opwinding, doch mmstig is de ontvangst van dezen maat regel toch niet. Niet zoozeer tengevolge van de financieele gevolgen, hoe onaange naam op zich zelve, een half jaar uit stel zou bovendien nog wel te overkomen zijn! maar tengevolge van andere fac toren. Men wijst er op, en niet ten on rechte. hoe het zich momenteel insolvabel verklarende Duitschland wel geld beschik baar heeft voor bewapening, hoewel er toch nergens gevaar voor het land dreigt en hoe ook op ander wijze als met geld is gesmeten; denk b.v. aan de ontelbare „feesten" etc.! In hoeverre dientengevolge represailles in het voornemen liggen dit zou dan waarschijnlijk zijn in den vorm van' een clearing-systeem zal moeten worden afgewacht. Op de financieele ge volgen. ook voor ons land, zal evenwel onze financieele medewerker wel bij tijd en wijle het zijne zeggen! Intusschen zal er heel wat anders moeten worden in Duitschland, dat inderdaad onder zware zorgen gebukt gaat. Het tref fendst komt dat wel tot uiting in de aan kondiging van den minister van financiën, dat er geen geld meer disponibel is voor de werkverschaffingDat belooft inwendig zoo iets, te meer. waar langzaam maar zeker de ontevredenheid gToeit en naar buiten treedt; tot zelfs in de kringen van S.A. toe. Zelfs verluidt daarom, dat men deze beweging zou willen uitschakelen en dat dientengevolge de leider Roehm twee maanden met verlof gaat. Weliswaar heeft Roehm verzekerd, dat over twee maanden alles zal verloopen als van ouds, doch dit zal men moeten afwachten Trots alles, zal er geen inflatie of deva luatie plaats vinden, verklaren de finan cieele leiders, die daarbij Hitier achter zich weten. Maar zal men deze gevaren werke lijk weten te keeren, wanneer de achter uitgang op de handelsbalans zich zal voortzetten, hetgeen alleszins mag worden tegemoet gezien als gevolg van het mora torium? Wij hopen het beste, doch geheel gerust zijn wij er niet op En op politiek terrein is aller aandacht gevestigd op Duitschland tengevolge van de reis van Hitier, vergezeld door minister von Neurath, naar Italië voor een ontmoe ting met den Duce. Beide dictators zullen ongetwijfeld alle vraagstukken, die de wereld beroeren, met elkaar behandelen, doch hun macht is toch niet pTecies ge lijkwaardig te schatten. Mussolini kan in waarheid verklaren: mijn wil is wet, in vollen omvang, zijn Duitsche collega, hoe machtig in zeker opzicht ook, kan dit toch niet getuigenHet schijnt, dat Hitier reeds langen tijd had aangedrongen op zoo'n bespreking met den Duce, doch dat deze steeds een ontmoeting heeft afgewimpeld. De omstandigheden hebben er evenwel toe geleld, dat Mussolini thans den tijd rijp oordeelde voor zoo'n knus tête a tête. En wel voornamelijk onder den druk van het dreigend Fransch- Russisch bondgenootschap! Steeds duidelijker blijkt, welk een blun der eerste klas Duitschland maakte door uit den Volkenbond weg te loopen. Het heeft zich daardoor in een geïsoleerde positie gedrongen als nog zelden tevoren. Frankrijk, en met name Barthou, heeft uit de Duitsche protest-daad letterlijk al het voordeel weten te putten, dat er maar te halen was. Het aarzelde niet de door de sovjets uitgestoken hand met warmte te grijpen en hielp braaf mede de verbro ken betrekkingen tusschen de sovjets en leden van de Kleine Entente te herstellen. Zoo hebben Tsjecho-Slowakije en Roeme nië de sovjet-Unie al de jure erkend, ter wijl Zuid-Slavië weldra hetzelfde zal doen. De oude kwestie tusschen de sovjets en Roemenië over Bessarabië schijnt imple- ciet te zijn begraven! Bij dit front voegt zich dan nog het z.g. Balkan-pact. Polen hier nog bij en de ring is gansch en al gesloten! Het is o.i. dan ook geen toeval, dat juist nu de Duitsche minister Goeb- bels een bezoek aan Warschau brecht.... Toch, als puntje bij paaltje komt, mag men Polen bij de Fransche afdeeling re kenen! Dat Duitschland door een en ander zich zeer onbehaaglijk voelt, is te begrijpen en als eenig tegenweer daartegenover schijnt te staan een terugkeer tot den Volkenbond. Doch, zooals reeds vroeger uiteengezet, zoo eenvoudig is dat niet, ge let op het „prestige". Bovendien heeft Barthou vrijwel alles gedaan om dezen terugkeer zoo moeilijk mogelijk te ma kenItalië kan echter misschien de gene zijn, die Duitschland daarbij een handje kan helpen en o.i. zal het daartoe te vinden zijn. omdat het zich zelf be dreigd oordeelt door de Fransche Einkrei- sungs-politiek, te meer, waar zijn Balkan actie finaal als mislukt mag worden be schouwd. Ongetwijfeld zal de Duce echter beslist één voorwaarde stellen voor zjjn RECLAME. 2940 blijft men kalm en helder, indien mén' vooraf Mijnhardt's Zenuwtabletten gebruikt Koker 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. hulp: Duitschland zal een definitief halt moeten toeroepen aan de Nazi-actie in Oostenrijk, die juist in zulk een hevige mate is herleefd. Duitschland zal de bit tere pil moeten slikken, om, practisch ge sproken, van den „Anschluss" afstand te doen Aan alle zijden grijnst Duitsch land op het politieke terrein echec op echec tegen. Dit alles zal daar in Noord-Italië tus schen beide dictators worden behandeld en met spanning mag men het resultaat tegemoet zien. Engeland houdt zich op ruim baan bij het verloop van zaken, behalve in zoover de premier Mc Donald nog een waarschu wing aan het Duitsche adres richtte, om naar Genève terug te keeren. nu het nog tijd is! McDonald heeft zijnerzijds den weg daartoe trachten te effenen, door er op te wijzen, dat de eisch betreffende rechtsgelijkheid immers in principe reeas werd erkend en Engeland deze belotte gestand doet Bij dit verloop van zaken, komt net moratorium wel bijzonder ongelegen, oaar het Duitschland nieuwe vijanden dreig te bezorgen in kringen, die anders me vijandig staan.... 2-4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 14