HET DUITSCHE MORATORIUM AFSCHEIDSVERGADERING TE SASSENHEIM. Zij ccèrm 758le Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Juni 1934 Vierde Blad No. 22770 VERKLARING VAN DR. SCHACHT. VAN BURGEMEESTER A. WARNAAR 40-JARIG JUBILEUM. DE ONTVANGST IN HET BUITENLAND. Aan de verklaring van dr. Schacht, den «resident der Duitsche Rijksbank, die wij ta een deel van onze vorige oplaag gisteren jog in 't kort konden mededeelen. ontlee- „en wij nog het volgende: Volgens artikel 3 van de wet in zake de iinancleele verplichtingen ten opzichte van het buitenland van 9 Juni 1933, heeft ie Rijksbank de verplichting te bepalen, op welk tijdstip de betalingen voor de bij de Konversionskasse gestorte bedragen aan het buitenland moesten worden gepres teerd. Men heeft de Rijksbank daartoe eerplicht, omdat bij de bestaande devie- sencontrolewetgeving in Duitschland de Rijksbank de eenige instantie is, welke nauwkeurig overzicht over de binnen komende en uitgaande deviezen heeft. Met de economische politiek, welke zich met het innen en het besteden der deviezen onledig houdt, heeft de Rijksbank niets te maken. De Rijksbank is alleen de in etantie, welke de transacties boekt en heeft daarom de taak zuiver objectief vast te stellen, welke bedragen aan deviezen voor betalingen aan het buitenland in den eerstkomenden tijd ter beschikking zullen staan. Sedert de enorme credietopzeggrngen van het buitenland, welke met de crisis van den zomer van 1931 zijn begonnen, was het duidelijk, dat de voorraad deviezen van Duitschland zeer snel zou dalen, indien Biet de economische en de credietbetrek- kingen van het buitenland tegenover Duitschland geheel zou veranderen. Wij hebben steeds gewezen op de noodzakelijk heid van een dergelijke verandering, maar zonder succes. De wereldhandel is ver geleken met 1929. gedaald tot ongeveer een "ondanks de reusachtige moeilijkheden, velke Duitschland alom ontmoet, is zijn aandeel in den wereldhandel, vooral wat den uitvoerbetreft. percentsgewijze met niet meer gedaald dan dat van andere landen. Hoewel Duitschland van den aankoop ran buitenlandsche grondstoffen afhanke lijk ls. is 't er als veredelings- en industrie land in geslaagd, tot voor een jaar een dergelijk uitvoeroverschot te 'behalen, dat niet slechts de terugbetaling van ongeveer de helft zijner buitenlandsche verplichtin een mogelijk was, maar dat ook de renten toor de andere helft geregeld konden wor den betaald. Dit is voor een industrieland een in de geschiedenis tot nu ongekende ptstatie. De groote buitenlandsche schul denaren waren steeds de grondstoffenlan den, nimmer echter de industrielanden. Nadat echter door een noodlottige poli tiek Duitschland zijn gansche buitenland sche installaties had verloren, uit de op brengsten waarvan het vroeger zijn invoer- overschot betaalde, nadat men Duitschland van zijn koloniën, welke als grondstoffen- ieveranciers vóór den oorlog van toene mende beteekenis waren geworden, had beroofd, waardoor Duitschland als leve rancier voor deze koloniën zoo goed als geheel uitgesloten werd, nadat de voor naamste concurreerende landen door een willekeurige depreciatie van hun valuta's de Duitsche producten poogden te ver dringen, niet alleen van de eigen markt, maar ook op de wereldmarkt, en nadat door voortdurende tariefsverhoogingen en invoercontingenteeringen de Duitsche af let steeds verder werd beperkt, is thans het tijdstip gekomen, waarop het valuta transfer voor de nog bestaande buiten landsche schulden voor Duitschland een volledige onmogelijkheid is geworden. Toen Duitschland een jaar geleden door de hierbovengemelde wet zich gedwongen zag tot de eerste beperkingen in het transfer van den schuldendienst over te gaan. kon men nog de hoop koesteren, dat de economische conferentie van Londen zou trachten een oplossing van het hrans- lerprobleem, hetwelk zich immers niet uitsluitend tot Duitschland beperkt, te vinden. Niets van dien aard is echter ge schied. De herhaalde besprekingen, welke sedert dien hebben plaats gehad met de vertegenwoordigers der particuliere Duit sche buitenlandsche schuldeischers en dit voor het laatst in de afgeloopen maand, hebben geen weg van principleelen of practlschen aard gevonden, welke naar een oplossing van het transferprobleem kon ieiden. Het is daarom noodzakelijk er nog eens de aandacht op te vestigen, dat de buiten landsche schulden in haar tegenwoordigen omvang alleen daaraan zijn toe te schrij- ren, dat Duitschland gedwongen wordt tot reparatiebetalingen, welke het uit eigen kracht niet kan presteeren, maar waaraan het met de opbrengst van particuliere buitenlandsche leeningen heeft voldaan. Het rapport Layton van de internationale conferentie van Bazel van Augustus 1931 stelt uitdrukkelijk vast, dat uit de op brengsten van de buitenlandsche leenin gen meer dan de helft, n.l. 10.5 milliard rijksmark, rechtstreeks voor betalingen van reparaties is besteed. Dit geleende bedrag is dus reeds eenmaal getransfereerd moe ten worden. Het Duitsche transferprobleem van heden is dus economisch niets anders ten het reparatieprobleem van gisteren. Deze politieke oorsprong van het trans- ierprobleem heeft Duitschland nimmer weerhouden zijn uit de verdragen voort vloeiende verplichtingen tegenover de hou- iers der buitenlandsche leeningen te er kennen. Het ls kwaadwilligheid te spreken van een verloochening der buitenlandsche schulden door Duitschland. Duitschland heeft nimmer geweigerd deze schulden te «kennen en heeft alle schuldenaars ver- Plicht de volle rente en amortisatie in rijksmark te betalen bij de voor dit doel 'Pgerichte Konversionskasse. Ik ken geen schuldbedrag van eenige beteekenis het- velk wegens insolventie niet bij de Kon versionskasse is betaald. De reeds eerder gehouden conferenties ®et de particuliere schuldeischers hebben tearom ook steeds eensgezind erkend, dat van een Insolventie geen sprake kan Jsih. maar dat men uitsluitend met een hansferproblemen te doen heeft, Duitschland is bereid met al zijn krach- 'te bij te dragen tot de oplossing van dit Probleem, maar het ls niet bij machte f' probleem alleen op te lossen. Nimmer <p net verleden heeft een staat bewust dergelijke offers aanvaard als Duitsch land dit doet, om aan zijn buitenlandsche verplichtingen te voldoen. De voorraad goud en deviezen van de Rijksbank is ge daald tot op een belachelijk laag percen tage, hoewel reeds een jaar geleden de vertegenwoordigers van de schuldeischers van meening waren, dat de toen nog aan merkelijk hoogere reserven niet verder mochten dalen, wilden zy het function- neeren van de Ryksbank als centrale emissie-instelling niet in gevaar brengen. De vertegenwoordigers van de schuld eischers vonden het wenschelyk de re serve geleideiyk te verhoogen ten einde aldus de Ryksbank te steunen in haar met succes bekroonde pogingen tot het behoud van de stabiliteit van den Duit- schen muntstandaard. In haar tegenwoor digen omvang heeft de voorraad goud en deviezen van de Ryksbank in werkeiyk- heid in het geheel niet meer het karak ter van reserve van een circulatiebank. De voorraad dient alleen nog als basis voor de technische liquidatie van het be talingsverkeer met het buitenland en is. gezien de uitgebreidheid van dit verkeer, hiertoe thans reeds onvoldoende. In het buitenland zün steeds weer stem men opgegaan, welke als geneesmiddel Duitschland den raad hebben gegeven of v/el een deflationistaische politiek te voe ren of wel zyn valuta te laten dalen en welke hiervan een styging van den Duit- schen uitvoer en hiermede een verhoog de transfermogeiykheid verwachten. Hier tegenover herinner ik er aan, dat Duitsch land in de jaren 1931 en 1932 een defla- tlepolitiek heeft gevoerd, zonder dat de Duitsche uitvoer hierdoor voor een ver dere vermindering gevrqwaard is geble ven, en dit eenvoudig omdat het buiten land op de daling van onze exportpryzen met een versterkte afsluitingspolitlek door contingenteeringen, beschermende tarie ven, devaluaties, enz. heeft geantwoord. De byzondere commissie, welke In De cember 1931 te Bazel vergaderde, heeft reeds toegegeven, dat van een verdere ver hooging van de Duitsche belastingen geen sprake kon zyn. Daartegenover heeft ons de overdreven deflatlepolitiek en de maat regelen tegen den Duitschen uitvoer, een werkloosheid van 6 millioen menschen en hiermede het gevaar van ontbinding der sociale orde bezorgd. Bij allen eerbied voor internationale verdragen en by allen goe den wil het uiterste te doen om deze ver dragen ten uitvoer te brengen, is het Duitsche volk niet bereid nog eens het gevaar op zich te nemen eiken derden Duitschen arbeider werkloos te maken. Het ls overigens niet waar, dat Duitsch land ook heden nog niet alles doet om zyn uitvoer door een overeenkomstige prijs- politiek staande te houden. Wanneer het buitenland spreekt van een inflationisti- sche werkverschafflngspolitiek in Duitsch land, dan wys ik er op, dat de gansche circulatie aan betalingsmiddelen van Duitschland in Mei van dit jaar ongeveer even hoog was als in de laatste maanden van 1933 en lager dan in het deflatiejaar 1932. Deze cijfers bewyzen duideiyk, dat elke inflationistlsche politiek in Duitsch land van de hand wordt gewezen. Wy spreken ons echter even duideiyk uit tegen de politiek van een waardever lies van onzen muntstandaard, welke nog als zoodanige devaluatie wordt aanbevo len. Er bestaat niet de minste reden te vermoeden, dat Duitschland een door een devaluatie geforceerde exportpolitiek kalm zou aanvaarden. Ook kunnen wy van een dergelyken geforceerden uitvoer geen ver hooging van onze deviezenontvangsten verwachten, waar wy tevens voor de grondstoffen, welke wy noodig hebben, in een gedeprecieerde muntstoort, veel meer zullen moeten opbrengen dan zulks he den het geval is. De steeds weer in de buitenlandsche pers opduikende geruch ten over Inflatie, over devaluatie in Duitschland, zyn onverantwoordelyk ge praat. Wy zullen de Duitsche Ryksmark stabiel houden en wy hebben hiertoe ook de noodige macht. Regeering en Ryks bank zullen met dezelfde energie en het zelfde succes optreden als in 1924. Geen transfer zal mogelyk zyn zonder een herleving van het internationale 'be- dryfsleven. Om dit doel te bereiken is er slechts één weg, n.l. dat industrielanden meer grondstoffen koopen ten einde al dus de grondstoffen-produceerende lan den in staat te stellen, meer industrieele producten te koopen. Wanneer men het Duitschland in de toekomst moeilyk maakt als kooper van grondstoffen op de wereldmarkten op te treden, dan is Duitschland hiervoor niet aansprakelyk. Het is mogelyk, dat deze toestand nieuwe moeilykheden voor het bedryfsleven zal opleveren, maar het Duitsche volk zal deze moeilykheden overwinnen. Het is be- lacheUjk indien het buitenland ons aan den eenen kant verwyt, dat wij een te groot binnenlandsch verbruik hebben, door te grooten invoer van grondstoffen en van den anderen kant verwyt, dat wij ons door onze autarkiepolitiek afzonde ren van de wereldmarkt. Tot zoover dr. Schacht. Ook Hitier heeft zich positief tegen devaluatie uitgesproken. Woensdagavond heeft de Duitsche rijks minister van Financiën, graaf Schwerin, te Leipzig in de ..Duitsche club van Noord- West-Saksen 1924" gesproken over actueele vragen der financieele en economische po litiek. Volgens een bericht van de Leipziger Tageszeitung verklaarde de minister, dat er in geen opzicht gevaar bestaat voor de Duitsche valuta. Naar de minister verder mededeelde, heeft Hitier zich enkele dagen geleden by de bespreking van de mogelyklieden tot bevordering van den uitvoer positief tegen devaluatie uitgesproken. Graaf Schwerin zeide nog, dat men be sloten heeft, by stygende Inkomsten de uitgaven niet mede te laten sty gen. Ook voor de toekomst moet deze weg bewan deld worden. Dat beteekent, aldus de mi nister, dat wy voortaan niet meer in den vorm als het vorige jaar de nieuwe werk verschaffingsmaatregelen beginnen. Bepaalde openbare uitgaven als die voor den aanleg van autowegen en voor de kolonisatie zullen echter ook verder ge daan moeten worden. Dit is echter slechts mogelyk by een juiste behandeling van de kapitaalmarkt. De huidige rentetarieven RECLAME- „HOOFDPIJNEN VERDWENEN" Toen zij het juiste middel vond. Hier volgt weer een schrijven van een dame, waaruit blykt, dat voor allen, voor wie beweging en frissche lucht schaarsch zyn, Kruschen Salts onontbeeriyk is. „Ik wil U even schrijven om te zeggen hoe goed ik Kruschen Salts vind. Ik had ondraagiyke hoofdpynen en voelde me dik- wyls ellendig. Ik probeerde alle soorten verschillende zouten, tabletten enz., maar niet één hielp me. Een vriendin zeide my toen, dat voor haar niets boven Kruschen Salts ging. Toen heb Ik het ook een paar maanden lang geregeld ingenomen, met het gevolg, dat Kruschen my geheel van tnyn kwaal bevrijd heeft. Ik zou nooit meer myn flacon Kruschen willen missen, want door Kruschen Salts voelt men zich jeug dig, biyft men jeugdig en men ziet er jeugdig uit." Mevr. V. M. Wat doet U tegen hoofdpijnen? Neemt U maar een of ander verdoovend middel, dat de pyn stilt en verbeeldt u zich dan, dat u genezen bent? Dergehjke lapmid deltjes verdooven slechts de zenuwen en zyn dtkwyis gevaariyk voor het hart. Maar de oorzaak der hoofdpynen kunnen deze verdoovende middelen niet bereiken. De oorzaak bestaat meestal in een gestoorde spysvertering of gedeeltelijke constipatie, een kwaal waaraan velen ongemerkt lyden, die een zittend leven lyden. Kruschen Salts dringt regelrecht door tot den wortel van het kwaad en neemt de oorzaak weg. De zouten in Kruschen neu traliseeren ophooping van sdhadelyke zuren in het lichaam en voorkomen, dat ze zich weer kunnen vormen. Ze maken een einde aan de lastige constipatie, omdat ze de afvoerorganen zachtjes aansporen tot ge regelde werking, zooals de Natuur dit be doeld heeft. Begin morgenochtend met „de kleine dagelyksche dosis" Kruschen. Dan zult U spoedig hebben afgerekend met hoofd pynen, duizeligheid en vele andere kwaal tjes, die Uw dagelyksch leven bemoei lijken. U zult zich opmerkelyk fit voelen, geladen met die voortdurende energie en opgewektheid, die het gevolg ls van goede gezondheid. Kruschen Salts ls uitsluitend verkrijg baar by alle apothekers en drogisten a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelas ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket op de flesch zoowel als op de buitenver- pakking de naam Rowntree Handels Maat- schappy Amsterdam voorkomt. 2859 zyn voor een opleving van het bedryfs leven te hoog. Anderzijds moet echter niet uit het oog worden verloren, dat een ver laging van de rente millioenen individueele spaarders treft. Waar het op aan komt is dat het bedryfsleven nieuwe credieten tegen dragelyke rente krijgt. De eerste stap, waarop verdere zullen volgen, is de thans uitgegeven 4 pet. ryksleening. De ontvangst in het buitenland. De houding, die de Engelsche regeering in deze kwestie zal aannemen, zal reeds heden door den Engelschen minister van financiën, Neville Chamberlain, in het La gerhuis worden bekend gemaakt. Vanzelf sprekend staat op het oogenblik de moge- lykheid van de in voering van een clearing met Duitschland in het middelpunt der discussies en men bespreekt breedvoerig de vraag, of Chamberlain al of niet een der gelyken maatregel zal afkondigen Hierby dient te worden opgemerkt, aldus de „N. R. Crt" dat de City zich niet eenstem mig voor een dergelyke deviezenclearlng uitspreekt, omdat men heel goed begrijpt, dat hierdoor de internationale handel en zyn financiering waarschynlyk nog ver der zullen worden beperkt. Echter is de City van meening. dat deze overweging niet alleen den doorslag kan geven en men dient af te wachten, of de regeering niet toch, teneinde vooral de kleine beleggers schadeloos te stellen, een clearing zal in stellen. Wat de City eigenlyk wel het meeste verontrust is de vraag, hoe lang het moratorium eigenlijk wel van kracht zal biyven. In verband met het feit, dat de herstelschulden „zacht zyn ingeslapen" js men sceptisch gestemd, of men in plaats van een moratorium van 6 maanden, dat op zichzelf niet zoo heel erg is, niet een moratorium van veel langeren duur moet verwachten. De Fransche pers drukt zonder veel commentaar de voornaamste zinsneden af van het communiqué van de Reichsbank. AHeen de „Information Financière" toont zich zeer agressief en zegt o.a., dat met dit moratorium de quaestie van de Duit sche valuta niet is opgelost, omdat er nog altyd het probleem bestaat van de ongun stige handelsbalans. „Men behoeft zich niet de iUusie te ma ken, zegt het blad verder, dat in December a.s. Duitschland zijn betalingen zal her vatten, zonder eerst nieuwe concessies te hebben gevraagd en verkregen. In het financieele domein zoowel als in het poli tieke door het verlaten van den Volken bond, streeft Duitschland hetzelfde doel na, dit is de troeven in hand te hebben, zoodat het de tegenparty is, die moet komen vragen, om tot een accoord te komen". De afkondiging van het Transferbesluit heeft in officieele kringen te Washington geen verrassing veroorzaakt en de regee ring wenscht zich nog niet over één en ander uit te laten. In bankierskringen te New York ver wacht men, dat ten gevolge van het transferbesluit ernstige internationale controversen zullen verrijzen. Het Congres heeft een resolutie aange nomen waarin verdere betalingen aan Duitschland voor het tijdens den oorlog in beslaggenomen eigendom zullen worden gestaakt, totdat Duitschland de verzeke ring geeft, dat de Duitsche schulden aan de Ver. Staten zullen worden betaald. In dit verband wordt niet-officieel ver klaard, dat de Amerikaansche regeering noch betrokken is bij de Dawes- noch by de Young-overeenkomst. De regeering der Vereenigde Staten heeft er zich in de 7 maanden, waarin de onderhandelingen over de Amerikaansche vorderingen te Berlyn hebben plaats gehad, toe beperkt, te verlangen, dat de Amerikaansche bur gers piet benadeeld porden. Hierboven de heer A. Warnaar Jzn., tot voor kort Raadslid te Sassenheim, te midden zijner vele vrienden en leden van vereenigingen in die gemeente tydens de ter gelegenheid van zijn vertrek naar Hazerswoude, waar hy tot burgemeester werd benoemd, georganiseerde afscheidsbijeenkomst. Gisteren werd te Sassenheim een ver gadering gehouden tot afscheid van den heer A. Warnaar, kort geleden tot burge meester van Hazerswoude geïnstalleerd. De heer A. Vogelaar heette allen welkom en sprak zyn blijdschap uit over het feit, dat zoovelen door hun tegenwoordigheid het teeken gaven, dat de arbeid die door den scheidende verricht is, door hen ge waardeerd werd. Spr. sprak de heer War naar namens de Kiesvereeniging Neder land en Oranje, de Propagandaclub „Groen van Prinsterer" en 't Werklieden verbond „Patrimonium" toe. Hy stond stil bij de verdiensten van den heer Warnaar op politiek terrein. De heer Warnaar gaf niet alleen de groote lijnen aan, doch heeft in de gelederen mee gestreden, ook in het zeer eenvoudige. De Propagandaclub is mede door zyn toedoen opgericht en door de jaren heen is hy er de groote stuwkracht van ge weest. Steeds wist hij op te wekken tot bezieling in den verkiezingsstrijd en ook bovenal tot bestudeering van de A.R. be ginselen. Dat ook in Patrimonium in onze plaats liet mogelijk is dat werknemers en werk gevers broederlijk samenwerken en dat hy ook een van de werkgevers was die in dat werk voor het Koninkrijk Gods zich hieven geven, bewijst zyn gezonde sociale opvat tingen. Bewijst ons dat hy met de broeders in Patrimonium zich één gevoelde, een in den grooten stryd voor Koning Jezus, ook op sociaal terrein. Hij was maar niet een gewoon Ud, maar werkte mee in de voorste gelederen, altyd paraat. Wanneer wy menschen werken mogen voor de uitbreiding van het Ko ninkrijk Gods is het allemaal genade. In het vele dat wy van onze scheidende vriend ontvingen danken we in de eerste plaats onze God die hem tot dit alles in staat stelde. En al moet al onze blydschap staan in het teeken van „Zijn naam moet eeuwig de eer ontvangen" of doen wy niet aan menschenvergoding, toch mogen wy op een avond als deze. onzen dank uit spreken. Spr. richtte zich vervolgens tot den heer Warnaar en begon met zijn groote blyd schap uit te spreken dat hy tot zulk een heerlijk en hoog ambt geroepen is, waarin hij zich volkomen kan geven aan de door H. M. de Koningin hem toevertrouwde ge meentenaren als een recht burgervader. Wy danken u. aldus spr. voor alles wat gy voor ons gedaan hebt. Ik hoop. dat gy, daar gij toch eenigszins in onze nabijheid blijft, zult zien de vruchten van uw arbeid in deze plaats tot eer van God. Wij wen- schen u met de uwen toe God's zegen nog vele jaren. Hy schenke u in ruime mate zijn Heiligen Geest, opdat die u voorlichte in uw moeilyk werk. Hij geve u veel vreug de en levensvervulling in uw werk. Als herinnering overhandigde de heer Vogelaar aan hem „Ons Program van be ginselen" toegelicht door dr. H. Colyn. Het raadslid de heer H. van Zonneveld sprak den heer Warnaar vervolgens toe. Spr. memoreerde verschillende persoon lijke herinneringen uit het leven van den heer Warnaar. Uw benoeming ls een kroon op uw werk in het politieke leven. Zeker is de heer Warnaar het middel in God's hand geweest, dat onze plaatselijke ver eenigingen op kerkelijk en maatschappe lijk leven tot zulk een grooten bloei kwamen. Ds. P. D. Kuiper richtte hierop het woord tot de scheidende. Waar de heer Warnaar zich voor gaf, gaf hy zich met hart en ziel. Ondanks gebreken en fouten, die by ons allen gevonden worden, was steeds uw drijfkracht van al wat u gedaan hebt, uw eenvoudig en hartelijk geloof, uw lust was, dat God door uw werk werd gediend, Hem ter eer. Dat gy uw beginsel, dat u belijdt ook beleven mag. Met den wensch dat hy mocht biyven wandelen in de voetstappen van Jezus Christus, besloot spreker. Dr. P. Ie Grand, dankte den heer War naar voor alles wat hy gedaan heeft voor het Groene Kruis, herinnerde verder nog aan de vergaderingen van den Studie kring en van zyn werkzaam aandeel in de Orgelcommissie. De heer B. van der Sijs sprak hem toe namens de jongeren. De heer Warnaar voelde zich aangetrokken tot de jongeren en steeds wist hii te bezielen. De heer L. vare Leeuwen Jr. sprak na mens de Clir. Patroonsvereeniging. Hy was als opvolger van den heer Warnaar. daar van voorzitter geworden. Hy werd dank gebracht voor het vele werk en zyn goede en doordachte adviezen. Tenslotte sprak wethouder W. Warnaar. Deze besprak de verdienste van burge meester Warnaar, als gemeenteraadslid, by het nemen van gewichtige besluiten en het bespreken van principieele dingen. Göd schenke u in uw nieuwen loopbaan wys- heid ,lust, kracht en studie. Spr. herinner de aan een oude spreuk: „Noch onbe dachtzaam, noch vreesachtig". Dat ge dit tot uw devies zult houden is mjjn wenschf Jezus is onze leermeester. Hy leerde: „.In dien ge niet wordt als een kindeke, zoo kunt ge het Koninkrijk Gods niet in gaan. Wanneer wy bidden gelijk een kind, kun nen wy eerst oprecht en diep bidden, wy kunnen dan verwachten een vervulling, en een bijstand in onzen nood. Alles zal tot Zyn eer geschieden en dan zult ge ook zijn een burgemeester tot eer van God. We zullen u gedenken met groote blyd schap en ons gebed zal u vergezeüen. Dat ge uw plaats zult innemen tot zegen, om dat God u zegent. Burgemeester Warnaar sprak tenslotte een woord van dank. Hij dankte voor den avond, door de besturen der verschillende vereenigingen georganiseerd. Er wordt door myn benoeming een groote periode uit myn leven afgesloten. Spr. uitte zyn dank voor het vele dat hy op de vereeni gingen heeft mogen leeren en stipte ver schillende momenten uit zyn 25-Jarig verblijf op Sassenheim aan. Het zyn moeilijke tyden, die wij bele ven, met vele dwaalgeesten. Ik hoop dat deze dwaalgeesten geen invloed op u allen mogen hebben. Dat ge toch, aldus spreker, uw kracht mag vinden in de prediking van het Woord van God, en dat ge nooit moge afwijken van de oude beproefde paden. Ds. Kuiper sloot hierop deze zeer druk bezochte vergadering met dankgebed. RECLAME. 2863 20-35-60c* Beschermt tegen zon-en weersirwêoede/i\ Ds. A. W. VOORS TE ALPHEN. Ds. A. W. Voors. De predikant-directeur der Martha- Stichting (inrichting voor onverzorgde kindereni te Alphen, hoopt, gelijk wy reeds kort berichtten, 17 Juni a.s. zyn 40-jarig jubileum als predikant te herdenken. De a.s. jubilaris aanvaardde zyn ambt als predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Heino, diende vervolgens de gemeente Wolvega om daarna te worden benoemd tot predikant-directeur van de Martha- Stichting te Alphen, in welke functie hy reeds op 1 Oct. 1932 zyn zilveren jubileum mocht vieren. Zoowel het veelvuldige werk van ds. Voors. als dat van zyn echtge- noote, mevr. VoorsMiddendorp, die hem trouw terzijde staat, wordt alom zeer ge waardeerd. Eenigen uit de Gestichtsgemeente, be nevens vrienden uit Alphen en het Clas sicaal Bestuur van Leiden, doende wat des Kerkeraads is, hebben gemeend het feit van het 40-jarig ambtsjubileum van ds. A. W. Voors niet ongemerkt te laten voor bijgaan en hebben met diens goedvinden, onder leiding van dr. J. Riemens, predikant te Leiden, een herdenkingsavond vastge steld in de Kerkzaal der Marthastichting op 19 Juni as. 's avonds te half acht* x

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 13