HET DUITSCHE MORATORIUM
AFSCHEIDSVERGADERING TE
SASSENHEIM.
Zij ccèrm
758le Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 15 Juni 1934
Vierde Blad
No. 22770
VERKLARING VAN DR. SCHACHT.
VAN BURGEMEESTER A. WARNAAR
40-JARIG JUBILEUM.
DE ONTVANGST IN HET BUITENLAND.
Aan de verklaring van dr. Schacht, den
«resident der Duitsche Rijksbank, die wij
ta een deel van onze vorige oplaag gisteren
jog in 't kort konden mededeelen. ontlee-
„en wij nog het volgende:
Volgens artikel 3 van de wet in zake de
iinancleele verplichtingen ten opzichte
van het buitenland van 9 Juni 1933, heeft
ie Rijksbank de verplichting te bepalen,
op welk tijdstip de betalingen voor de bij
de Konversionskasse gestorte bedragen aan
het buitenland moesten worden gepres
teerd. Men heeft de Rijksbank daartoe
eerplicht, omdat bij de bestaande devie-
sencontrolewetgeving in Duitschland de
Rijksbank de eenige instantie is, welke
nauwkeurig overzicht over de binnen
komende en uitgaande deviezen heeft. Met
de economische politiek, welke zich met
het innen en het besteden der deviezen
onledig houdt, heeft de Rijksbank niets
te maken. De Rijksbank is alleen de in
etantie, welke de transacties boekt en heeft
daarom de taak zuiver objectief vast te
stellen, welke bedragen aan deviezen voor
betalingen aan het buitenland in den
eerstkomenden tijd ter beschikking zullen
staan.
Sedert de enorme credietopzeggrngen van
het buitenland, welke met de crisis van
den zomer van 1931 zijn begonnen, was
het duidelijk, dat de voorraad deviezen van
Duitschland zeer snel zou dalen, indien
Biet de economische en de credietbetrek-
kingen van het buitenland tegenover
Duitschland geheel zou veranderen. Wij
hebben steeds gewezen op de noodzakelijk
heid van een dergelijke verandering, maar
zonder succes. De wereldhandel is ver
geleken met 1929. gedaald tot ongeveer een
"ondanks de reusachtige moeilijkheden,
velke Duitschland alom ontmoet, is zijn
aandeel in den wereldhandel, vooral wat
den uitvoerbetreft. percentsgewijze met
niet meer gedaald dan dat van andere
landen.
Hoewel Duitschland van den aankoop
ran buitenlandsche grondstoffen afhanke
lijk ls. is 't er als veredelings- en industrie
land in geslaagd, tot voor een jaar een
dergelijk uitvoeroverschot te 'behalen, dat
niet slechts de terugbetaling van ongeveer
de helft zijner buitenlandsche verplichtin
een mogelijk was, maar dat ook de renten
toor de andere helft geregeld konden wor
den betaald. Dit is voor een industrieland
een in de geschiedenis tot nu ongekende
ptstatie. De groote buitenlandsche schul
denaren waren steeds de grondstoffenlan
den, nimmer echter de industrielanden.
Nadat echter door een noodlottige poli
tiek Duitschland zijn gansche buitenland
sche installaties had verloren, uit de op
brengsten waarvan het vroeger zijn invoer-
overschot betaalde, nadat men Duitschland
van zijn koloniën, welke als grondstoffen-
ieveranciers vóór den oorlog van toene
mende beteekenis waren geworden, had
beroofd, waardoor Duitschland als leve
rancier voor deze koloniën zoo goed als
geheel uitgesloten werd, nadat de voor
naamste concurreerende landen door een
willekeurige depreciatie van hun valuta's
de Duitsche producten poogden te ver
dringen, niet alleen van de eigen markt,
maar ook op de wereldmarkt, en nadat
door voortdurende tariefsverhoogingen en
invoercontingenteeringen de Duitsche af
let steeds verder werd beperkt, is thans
het tijdstip gekomen, waarop het valuta
transfer voor de nog bestaande buiten
landsche schulden voor Duitschland een
volledige onmogelijkheid is geworden.
Toen Duitschland een jaar geleden door
de hierbovengemelde wet zich gedwongen
zag tot de eerste beperkingen in het
transfer van den schuldendienst over te
gaan. kon men nog de hoop koesteren, dat
de economische conferentie van Londen
zou trachten een oplossing van het hrans-
lerprobleem, hetwelk zich immers niet
uitsluitend tot Duitschland beperkt, te
vinden. Niets van dien aard is echter ge
schied. De herhaalde besprekingen, welke
sedert dien hebben plaats gehad met de
vertegenwoordigers der particuliere Duit
sche buitenlandsche schuldeischers en dit
voor het laatst in de afgeloopen maand,
hebben geen weg van principleelen of
practlschen aard gevonden, welke naar een
oplossing van het transferprobleem kon
ieiden.
Het is daarom noodzakelijk er nog eens
de aandacht op te vestigen, dat de buiten
landsche schulden in haar tegenwoordigen
omvang alleen daaraan zijn toe te schrij-
ren, dat Duitschland gedwongen wordt tot
reparatiebetalingen, welke het uit eigen
kracht niet kan presteeren, maar waaraan
het met de opbrengst van particuliere
buitenlandsche leeningen heeft voldaan.
Het rapport Layton van de internationale
conferentie van Bazel van Augustus 1931
stelt uitdrukkelijk vast, dat uit de op
brengsten van de buitenlandsche leenin
gen meer dan de helft, n.l. 10.5 milliard
rijksmark, rechtstreeks voor betalingen van
reparaties is besteed. Dit geleende bedrag
is dus reeds eenmaal getransfereerd moe
ten worden. Het Duitsche transferprobleem
van heden is dus economisch niets anders
ten het reparatieprobleem van gisteren.
Deze politieke oorsprong van het trans-
ierprobleem heeft Duitschland nimmer
weerhouden zijn uit de verdragen voort
vloeiende verplichtingen tegenover de hou-
iers der buitenlandsche leeningen te er
kennen. Het ls kwaadwilligheid te spreken
van een verloochening der buitenlandsche
schulden door Duitschland. Duitschland
heeft nimmer geweigerd deze schulden te
«kennen en heeft alle schuldenaars ver-
Plicht de volle rente en amortisatie in
rijksmark te betalen bij de voor dit doel
'Pgerichte Konversionskasse. Ik ken geen
schuldbedrag van eenige beteekenis het-
velk wegens insolventie niet bij de Kon
versionskasse is betaald.
De reeds eerder gehouden conferenties
®et de particuliere schuldeischers hebben
tearom ook steeds eensgezind erkend, dat
van een Insolventie geen sprake kan
Jsih. maar dat men uitsluitend met een
hansferproblemen te doen heeft,
Duitschland is bereid met al zijn krach-
'te bij te dragen tot de oplossing van dit
Probleem, maar het ls niet bij machte
f' probleem alleen op te lossen. Nimmer
<p net verleden heeft een staat bewust
dergelijke offers aanvaard als Duitsch
land dit doet, om aan zijn buitenlandsche
verplichtingen te voldoen. De voorraad
goud en deviezen van de Rijksbank is ge
daald tot op een belachelijk laag percen
tage, hoewel reeds een jaar geleden de
vertegenwoordigers van de schuldeischers
van meening waren, dat de toen nog aan
merkelijk hoogere reserven niet verder
mochten dalen, wilden zy het function-
neeren van de Ryksbank als centrale
emissie-instelling niet in gevaar brengen.
De vertegenwoordigers van de schuld
eischers vonden het wenschelyk de re
serve geleideiyk te verhoogen ten einde
aldus de Ryksbank te steunen in haar
met succes bekroonde pogingen tot het
behoud van de stabiliteit van den Duit-
schen muntstandaard. In haar tegenwoor
digen omvang heeft de voorraad goud en
deviezen van de Ryksbank in werkeiyk-
heid in het geheel niet meer het karak
ter van reserve van een circulatiebank.
De voorraad dient alleen nog als basis
voor de technische liquidatie van het be
talingsverkeer met het buitenland en is.
gezien de uitgebreidheid van dit verkeer,
hiertoe thans reeds onvoldoende.
In het buitenland zün steeds weer stem
men opgegaan, welke als geneesmiddel
Duitschland den raad hebben gegeven of
v/el een deflationistaische politiek te voe
ren of wel zyn valuta te laten dalen en
welke hiervan een styging van den Duit-
schen uitvoer en hiermede een verhoog
de transfermogeiykheid verwachten. Hier
tegenover herinner ik er aan, dat Duitsch
land in de jaren 1931 en 1932 een defla-
tlepolitiek heeft gevoerd, zonder dat de
Duitsche uitvoer hierdoor voor een ver
dere vermindering gevrqwaard is geble
ven, en dit eenvoudig omdat het buiten
land op de daling van onze exportpryzen
met een versterkte afsluitingspolitlek door
contingenteeringen, beschermende tarie
ven, devaluaties, enz. heeft geantwoord.
De byzondere commissie, welke In De
cember 1931 te Bazel vergaderde, heeft
reeds toegegeven, dat van een verdere ver
hooging van de Duitsche belastingen geen
sprake kon zyn. Daartegenover heeft ons
de overdreven deflatlepolitiek en de maat
regelen tegen den Duitschen uitvoer, een
werkloosheid van 6 millioen menschen en
hiermede het gevaar van ontbinding der
sociale orde bezorgd. Bij allen eerbied voor
internationale verdragen en by allen goe
den wil het uiterste te doen om deze ver
dragen ten uitvoer te brengen, is het
Duitsche volk niet bereid nog eens het
gevaar op zich te nemen eiken derden
Duitschen arbeider werkloos te maken.
Het ls overigens niet waar, dat Duitsch
land ook heden nog niet alles doet om zyn
uitvoer door een overeenkomstige prijs-
politiek staande te houden. Wanneer het
buitenland spreekt van een inflationisti-
sche werkverschafflngspolitiek in Duitsch
land, dan wys ik er op, dat de gansche
circulatie aan betalingsmiddelen van
Duitschland in Mei van dit jaar ongeveer
even hoog was als in de laatste maanden
van 1933 en lager dan in het deflatiejaar
1932. Deze cijfers bewyzen duideiyk, dat
elke inflationistlsche politiek in Duitsch
land van de hand wordt gewezen.
Wy spreken ons echter even duideiyk
uit tegen de politiek van een waardever
lies van onzen muntstandaard, welke nog
als zoodanige devaluatie wordt aanbevo
len. Er bestaat niet de minste reden te
vermoeden, dat Duitschland een door een
devaluatie geforceerde exportpolitiek kalm
zou aanvaarden. Ook kunnen wy van een
dergelyken geforceerden uitvoer geen ver
hooging van onze deviezenontvangsten
verwachten, waar wy tevens voor de
grondstoffen, welke wy noodig hebben, in
een gedeprecieerde muntstoort, veel meer
zullen moeten opbrengen dan zulks he
den het geval is. De steeds weer in de
buitenlandsche pers opduikende geruch
ten over Inflatie, over devaluatie in
Duitschland, zyn onverantwoordelyk ge
praat. Wy zullen de Duitsche Ryksmark
stabiel houden en wy hebben hiertoe ook
de noodige macht. Regeering en Ryks
bank zullen met dezelfde energie en het
zelfde succes optreden als in 1924.
Geen transfer zal mogelyk zyn zonder
een herleving van het internationale 'be-
dryfsleven. Om dit doel te bereiken is er
slechts één weg, n.l. dat industrielanden
meer grondstoffen koopen ten einde al
dus de grondstoffen-produceerende lan
den in staat te stellen, meer industrieele
producten te koopen. Wanneer men het
Duitschland in de toekomst moeilyk
maakt als kooper van grondstoffen op de
wereldmarkten op te treden, dan is
Duitschland hiervoor niet aansprakelyk.
Het is mogelyk, dat deze toestand nieuwe
moeilykheden voor het bedryfsleven zal
opleveren, maar het Duitsche volk zal
deze moeilykheden overwinnen. Het is be-
lacheUjk indien het buitenland ons aan
den eenen kant verwyt, dat wij een te
groot binnenlandsch verbruik hebben,
door te grooten invoer van grondstoffen
en van den anderen kant verwyt, dat wij
ons door onze autarkiepolitiek afzonde
ren van de wereldmarkt.
Tot zoover dr. Schacht.
Ook Hitier heeft zich positief
tegen devaluatie uitgesproken.
Woensdagavond heeft de Duitsche rijks
minister van Financiën, graaf Schwerin, te
Leipzig in de ..Duitsche club van Noord-
West-Saksen 1924" gesproken over actueele
vragen der financieele en economische po
litiek. Volgens een bericht van de Leipziger
Tageszeitung verklaarde de minister, dat
er in geen opzicht gevaar bestaat voor de
Duitsche valuta.
Naar de minister verder mededeelde,
heeft Hitier zich enkele dagen geleden by
de bespreking van de mogelyklieden tot
bevordering van den uitvoer positief tegen
devaluatie uitgesproken.
Graaf Schwerin zeide nog, dat men be
sloten heeft, by stygende Inkomsten de
uitgaven niet mede te laten sty gen. Ook
voor de toekomst moet deze weg bewan
deld worden. Dat beteekent, aldus de mi
nister, dat wy voortaan niet meer in den
vorm als het vorige jaar de nieuwe werk
verschaffingsmaatregelen beginnen.
Bepaalde openbare uitgaven als die voor
den aanleg van autowegen en voor de
kolonisatie zullen echter ook verder ge
daan moeten worden. Dit is echter slechts
mogelyk by een juiste behandeling van de
kapitaalmarkt. De huidige rentetarieven
RECLAME-
„HOOFDPIJNEN VERDWENEN"
Toen zij het juiste middel vond.
Hier volgt weer een schrijven van een
dame, waaruit blykt, dat voor allen, voor
wie beweging en frissche lucht schaarsch
zyn, Kruschen Salts onontbeeriyk is.
„Ik wil U even schrijven om te zeggen
hoe goed ik Kruschen Salts vind. Ik had
ondraagiyke hoofdpynen en voelde me dik-
wyls ellendig. Ik probeerde alle soorten
verschillende zouten, tabletten enz., maar
niet één hielp me. Een vriendin zeide my
toen, dat voor haar niets boven Kruschen
Salts ging. Toen heb Ik het ook een paar
maanden lang geregeld ingenomen, met
het gevolg, dat Kruschen my geheel van
tnyn kwaal bevrijd heeft. Ik zou nooit meer
myn flacon Kruschen willen missen, want
door Kruschen Salts voelt men zich jeug
dig, biyft men jeugdig en men ziet er
jeugdig uit." Mevr. V. M.
Wat doet U tegen hoofdpijnen? Neemt
U maar een of ander verdoovend middel,
dat de pyn stilt en verbeeldt u zich dan,
dat u genezen bent? Dergehjke lapmid
deltjes verdooven slechts de zenuwen en
zyn dtkwyis gevaariyk voor het hart. Maar
de oorzaak der hoofdpynen kunnen deze
verdoovende middelen niet bereiken. De
oorzaak bestaat meestal in een gestoorde
spysvertering of gedeeltelijke constipatie,
een kwaal waaraan velen ongemerkt lyden,
die een zittend leven lyden.
Kruschen Salts dringt regelrecht door
tot den wortel van het kwaad en neemt de
oorzaak weg. De zouten in Kruschen neu
traliseeren ophooping van sdhadelyke zuren
in het lichaam en voorkomen, dat ze zich
weer kunnen vormen. Ze maken een einde
aan de lastige constipatie, omdat ze de
afvoerorganen zachtjes aansporen tot ge
regelde werking, zooals de Natuur dit be
doeld heeft.
Begin morgenochtend met „de kleine
dagelyksche dosis" Kruschen. Dan zult U
spoedig hebben afgerekend met hoofd
pynen, duizeligheid en vele andere kwaal
tjes, die Uw dagelyksch leven bemoei
lijken. U zult zich opmerkelyk fit voelen,
geladen met die voortdurende energie en
opgewektheid, die het gevolg ls van goede
gezondheid.
Kruschen Salts ls uitsluitend verkrijg
baar by alle apothekers en drogisten
a f. 0.90 en f. 1.60 per flacon, omzetbelas
ting inbegrepen. Let op, dat op het etiket
op de flesch zoowel als op de buitenver-
pakking de naam Rowntree Handels Maat-
schappy Amsterdam voorkomt. 2859
zyn voor een opleving van het bedryfs
leven te hoog. Anderzijds moet echter niet
uit het oog worden verloren, dat een ver
laging van de rente millioenen individueele
spaarders treft. Waar het op aan komt is
dat het bedryfsleven nieuwe credieten
tegen dragelyke rente krijgt. De eerste
stap, waarop verdere zullen volgen, is de
thans uitgegeven 4 pet. ryksleening.
De ontvangst in het buitenland.
De houding, die de Engelsche regeering
in deze kwestie zal aannemen, zal reeds
heden door den Engelschen minister van
financiën, Neville Chamberlain, in het La
gerhuis worden bekend gemaakt. Vanzelf
sprekend staat op het oogenblik de moge-
lykheid van de in voering van een clearing
met Duitschland in het middelpunt der
discussies en men bespreekt breedvoerig de
vraag, of Chamberlain al of niet een der
gelyken maatregel zal afkondigen Hierby
dient te worden opgemerkt, aldus de
„N. R. Crt" dat de City zich niet eenstem
mig voor een dergelyke deviezenclearlng
uitspreekt, omdat men heel goed begrijpt,
dat hierdoor de internationale handel en
zyn financiering waarschynlyk nog ver
der zullen worden beperkt. Echter is de
City van meening. dat deze overweging
niet alleen den doorslag kan geven en men
dient af te wachten, of de regeering niet
toch, teneinde vooral de kleine beleggers
schadeloos te stellen, een clearing zal in
stellen. Wat de City eigenlyk wel het
meeste verontrust is de vraag, hoe lang het
moratorium eigenlijk wel van kracht zal
biyven. In verband met het feit, dat de
herstelschulden „zacht zyn ingeslapen" js
men sceptisch gestemd, of men in plaats
van een moratorium van 6 maanden, dat
op zichzelf niet zoo heel erg is, niet een
moratorium van veel langeren duur moet
verwachten.
De Fransche pers drukt zonder veel
commentaar de voornaamste zinsneden af
van het communiqué van de Reichsbank.
AHeen de „Information Financière" toont
zich zeer agressief en zegt o.a., dat met
dit moratorium de quaestie van de Duit
sche valuta niet is opgelost, omdat er nog
altyd het probleem bestaat van de ongun
stige handelsbalans.
„Men behoeft zich niet de iUusie te ma
ken, zegt het blad verder, dat in December
a.s. Duitschland zijn betalingen zal her
vatten, zonder eerst nieuwe concessies te
hebben gevraagd en verkregen. In het
financieele domein zoowel als in het poli
tieke door het verlaten van den Volken
bond, streeft Duitschland hetzelfde doel
na, dit is de troeven in hand te hebben,
zoodat het de tegenparty is, die moet
komen vragen, om tot een accoord te
komen".
De afkondiging van het Transferbesluit
heeft in officieele kringen te Washington
geen verrassing veroorzaakt en de regee
ring wenscht zich nog niet over één en
ander uit te laten.
In bankierskringen te New York ver
wacht men, dat ten gevolge van het
transferbesluit ernstige internationale
controversen zullen verrijzen.
Het Congres heeft een resolutie aange
nomen waarin verdere betalingen aan
Duitschland voor het tijdens den oorlog in
beslaggenomen eigendom zullen worden
gestaakt, totdat Duitschland de verzeke
ring geeft, dat de Duitsche schulden aan
de Ver. Staten zullen worden betaald.
In dit verband wordt niet-officieel ver
klaard, dat de Amerikaansche regeering
noch betrokken is bij de Dawes- noch by
de Young-overeenkomst. De regeering der
Vereenigde Staten heeft er zich in de
7 maanden, waarin de onderhandelingen
over de Amerikaansche vorderingen te
Berlyn hebben plaats gehad, toe beperkt,
te verlangen, dat de Amerikaansche bur
gers piet benadeeld porden.
Hierboven de heer A. Warnaar Jzn., tot voor kort Raadslid te Sassenheim, te
midden zijner vele vrienden en leden van vereenigingen in die gemeente tydens de
ter gelegenheid van zijn vertrek naar Hazerswoude, waar hy tot burgemeester
werd benoemd, georganiseerde afscheidsbijeenkomst.
Gisteren werd te Sassenheim een ver
gadering gehouden tot afscheid van den
heer A. Warnaar, kort geleden tot burge
meester van Hazerswoude geïnstalleerd.
De heer A. Vogelaar heette allen welkom
en sprak zyn blijdschap uit over het feit,
dat zoovelen door hun tegenwoordigheid
het teeken gaven, dat de arbeid die door
den scheidende verricht is, door hen ge
waardeerd werd. Spr. sprak de heer War
naar namens de Kiesvereeniging Neder
land en Oranje, de Propagandaclub
„Groen van Prinsterer" en 't Werklieden
verbond „Patrimonium" toe. Hy stond stil
bij de verdiensten van den heer Warnaar
op politiek terrein. De heer Warnaar gaf
niet alleen de groote lijnen aan, doch
heeft in de gelederen mee gestreden, ook
in het zeer eenvoudige.
De Propagandaclub is mede door zyn
toedoen opgericht en door de jaren heen
is hy er de groote stuwkracht van ge
weest. Steeds wist hij op te wekken tot
bezieling in den verkiezingsstrijd en ook
bovenal tot bestudeering van de A.R. be
ginselen.
Dat ook in Patrimonium in onze plaats
liet mogelijk is dat werknemers en werk
gevers broederlijk samenwerken en dat hy
ook een van de werkgevers was die in dat
werk voor het Koninkrijk Gods zich hieven
geven, bewijst zyn gezonde sociale opvat
tingen. Bewijst ons dat hy met de broeders
in Patrimonium zich één gevoelde, een in
den grooten stryd voor Koning Jezus, ook
op sociaal terrein.
Hij was maar niet een gewoon Ud, maar
werkte mee in de voorste gelederen, altyd
paraat. Wanneer wy menschen werken
mogen voor de uitbreiding van het Ko
ninkrijk Gods is het allemaal genade. In
het vele dat wy van onze scheidende
vriend ontvingen danken we in de eerste
plaats onze God die hem tot dit alles in
staat stelde. En al moet al onze blydschap
staan in het teeken van „Zijn naam moet
eeuwig de eer ontvangen" of doen wy niet
aan menschenvergoding, toch mogen wy
op een avond als deze. onzen dank uit
spreken.
Spr. richtte zich vervolgens tot den heer
Warnaar en begon met zijn groote blyd
schap uit te spreken dat hy tot zulk een
heerlijk en hoog ambt geroepen is, waarin
hij zich volkomen kan geven aan de door
H. M. de Koningin hem toevertrouwde ge
meentenaren als een recht burgervader.
Wy danken u. aldus spr. voor alles wat gy
voor ons gedaan hebt. Ik hoop. dat gy,
daar gij toch eenigszins in onze nabijheid
blijft, zult zien de vruchten van uw arbeid
in deze plaats tot eer van God. Wij wen-
schen u met de uwen toe God's zegen nog
vele jaren. Hy schenke u in ruime mate
zijn Heiligen Geest, opdat die u voorlichte
in uw moeilyk werk. Hij geve u veel vreug
de en levensvervulling in uw werk.
Als herinnering overhandigde de heer
Vogelaar aan hem „Ons Program van be
ginselen" toegelicht door dr. H. Colyn.
Het raadslid de heer H. van Zonneveld
sprak den heer Warnaar vervolgens toe.
Spr. memoreerde verschillende persoon
lijke herinneringen uit het leven van den
heer Warnaar. Uw benoeming ls een kroon
op uw werk in het politieke leven. Zeker
is de heer Warnaar het middel in God's
hand geweest, dat onze plaatselijke ver
eenigingen op kerkelijk en maatschappe
lijk leven tot zulk een grooten bloei
kwamen.
Ds. P. D. Kuiper richtte hierop het woord
tot de scheidende. Waar de heer Warnaar
zich voor gaf, gaf hy zich met hart en
ziel. Ondanks gebreken en fouten, die by
ons allen gevonden worden, was steeds uw
drijfkracht van al wat u gedaan hebt, uw
eenvoudig en hartelijk geloof, uw lust was,
dat God door uw werk werd gediend, Hem
ter eer. Dat gy uw beginsel, dat u belijdt
ook beleven mag. Met den wensch dat hy
mocht biyven wandelen in de voetstappen
van Jezus Christus, besloot spreker.
Dr. P. Ie Grand, dankte den heer War
naar voor alles wat hy gedaan heeft voor
het Groene Kruis, herinnerde verder nog
aan de vergaderingen van den Studie
kring en van zyn werkzaam aandeel in de
Orgelcommissie.
De heer B. van der Sijs sprak hem toe
namens de jongeren. De heer Warnaar
voelde zich aangetrokken tot de jongeren
en steeds wist hii te bezielen.
De heer L. vare Leeuwen Jr. sprak na
mens de Clir. Patroonsvereeniging. Hy was
als opvolger van den heer Warnaar. daar
van voorzitter geworden. Hy werd dank
gebracht voor het vele werk en zyn goede
en doordachte adviezen.
Tenslotte sprak wethouder W. Warnaar.
Deze besprak de verdienste van burge
meester Warnaar, als gemeenteraadslid, by
het nemen van gewichtige besluiten en het
bespreken van principieele dingen. Göd
schenke u in uw nieuwen loopbaan wys-
heid ,lust, kracht en studie. Spr. herinner
de aan een oude spreuk: „Noch onbe
dachtzaam, noch vreesachtig". Dat ge dit
tot uw devies zult houden is mjjn wenschf
Jezus is onze leermeester. Hy leerde: „.In
dien ge niet wordt als een kindeke, zoo
kunt ge het Koninkrijk Gods niet in gaan.
Wanneer wy bidden gelijk een kind, kun
nen wy eerst oprecht en diep bidden, wy
kunnen dan verwachten een vervulling,
en een bijstand in onzen nood. Alles zal
tot Zyn eer geschieden en dan zult ge ook
zijn een burgemeester tot eer van God.
We zullen u gedenken met groote blyd
schap en ons gebed zal u vergezeüen. Dat
ge uw plaats zult innemen tot zegen, om
dat God u zegent.
Burgemeester Warnaar sprak tenslotte
een woord van dank. Hij dankte voor den
avond, door de besturen der verschillende
vereenigingen georganiseerd. Er wordt
door myn benoeming een groote periode
uit myn leven afgesloten. Spr. uitte zyn
dank voor het vele dat hy op de vereeni
gingen heeft mogen leeren en stipte ver
schillende momenten uit zyn 25-Jarig
verblijf op Sassenheim aan.
Het zyn moeilijke tyden, die wij bele
ven, met vele dwaalgeesten. Ik hoop dat
deze dwaalgeesten geen invloed op u allen
mogen hebben. Dat ge toch, aldus spreker,
uw kracht mag vinden in de prediking
van het Woord van God, en dat ge nooit
moge afwijken van de oude beproefde
paden.
Ds. Kuiper sloot hierop deze zeer druk
bezochte vergadering met dankgebed.
RECLAME.
2863
20-35-60c*
Beschermt tegen zon-en weersirwêoede/i\
Ds. A. W. VOORS TE ALPHEN.
Ds. A. W. Voors.
De predikant-directeur der Martha-
Stichting (inrichting voor onverzorgde
kindereni te Alphen, hoopt, gelijk wy reeds
kort berichtten, 17 Juni a.s. zyn 40-jarig
jubileum als predikant te herdenken.
De a.s. jubilaris aanvaardde zyn ambt
als predikant bij de Ned. Herv. gemeente
te Heino, diende vervolgens de gemeente
Wolvega om daarna te worden benoemd
tot predikant-directeur van de Martha-
Stichting te Alphen, in welke functie hy
reeds op 1 Oct. 1932 zyn zilveren jubileum
mocht vieren. Zoowel het veelvuldige werk
van ds. Voors. als dat van zyn echtge-
noote, mevr. VoorsMiddendorp, die hem
trouw terzijde staat, wordt alom zeer ge
waardeerd.
Eenigen uit de Gestichtsgemeente, be
nevens vrienden uit Alphen en het Clas
sicaal Bestuur van Leiden, doende wat des
Kerkeraads is, hebben gemeend het feit
van het 40-jarig ambtsjubileum van ds.
A. W. Voors niet ongemerkt te laten voor
bijgaan en hebben met diens goedvinden,
onder leiding van dr. J. Riemens, predikant
te Leiden, een herdenkingsavond vastge
steld in de Kerkzaal der Marthastichting
op 19 Juni as. 's avonds te half acht* x