LEGKAART.
DE VISSCHENVRIEND.
GOEDE OPLOSSINGEN.
Deze legkaart stelt voor:
Jonge poesjes spelen met een schoen.
Eén verstopt zich er in.
(Nadruk verboden.)
(Een oud Bretonsch sprookje.)
In den ouden sprookjestijd woonde in
een dorp, dicht bij de zee, een arme, oude
man, die niet meer kon werken. Hij leefde
van het weinige, dat de dorpslieden hem
gaven, en dat voor 't meerendeel uit over
gebleven eten bestond. Deze spijzen ver
zamelde hij in een grooten zak van zeil
doek, en eerst wanneer de zak gevuld was,
strompelde hij weer naar zijn schamel
hutje terug. Daar begon hij dan zijn maal
te doen met het mengelmoes van spijzen,
want alles, hetzij brood, aardappelen of
rijst, alles ging in den zak bijeen.
Doch hoe weinig hij had opgehaald en
hoe hongerig de oude man ook was, toch
kregen de visschen hun deel van de spij
zen. Ze waren dit dan ook reeds zóó ge
wend, dat ze, wanneer het wat later werd
werd dan gewoonlijk, de koppen boven
water staken, uitkijkende naar hun vriend,
die hen dagelijks voedde.
Op een dag maakte de koning aller vis
schen een reis door zijn uitgestrekt ge
bied en zoo kwam hij ook daar, waar de
door den armen man gevoederde visschen
vroolijk en. welgedaan rondzwommen-
„Kijk toch eens, hoe gelukkig mijn onder
danen hier zijn", sprak toen de visschen-
koning tot zijn gevolg. „En wat zien ze er
welgedaan uit. Ge moet toch eens vragen,
waarmee ze zich voeden
Dr lelijk volgden eenige der hovelingen
's Konings bevel op; ze zwommen naar de
vroolijke visschen. Maar ziet, juist op dit
oogenblik kwam de arme man met zijn
zak aangestrompeld, waaruit hij een groot
gedeelte van zijn bijeengebedeld eten in
zee strooide en waarop dadelijk alle vis
schen toezwommen.
Wel, wel," dachten toen de hovelingen
van den visschen-vorst.
„Gebeurt dat hier wel eens meer?" vroeg
een van hen aan de visschen.
„O, eiken dag", was het vroolijke ant
woord. „Eet maar mee, 't is erg lekker,
hoor!"
Zoo aten toen ook de hovelingen hun
genoegen. Daarna zwommen ze weer terug
naar hun vorst en vertelden, wat zij had
den vernomen. -.En ook wij aten met hen
mee", zelden zij.
De visschen-vorst knikte goedkeurend
en hij nam zich voor den volgenden dag
eens naar de plek te zwemmen, ten einde
met eigen oogen het vreemde te aan
schouwen. En zoo deed hij.
Nauwelijks kwam hij aangezwommen, of
de arme man naderde met den zak, waar
uit hij handen vol eten voor de visschen in
zee wierp. Doch hoe hevig schrok hij bij
het zien van den visschen-vorst, die plot
seling in de gedaante van een reusach-
tigen walvisch, uit de zee opdook en, op
hem toezwemmend, tot hem begon: „Ge
hebt niets van mij te vreezen, gij, vriend
mijner onderdanen. Ik kom u bedanken
en wil u beloonen voor uw goedheid- Geen
armoede zult ge voortaan meer lijden, gij
„visschenvriend". Want zoo zullen ik en
al mijn onderdanen u voortaan noemen.
En komt ge morgen weer terug op deze
plek, dan vindt ge de belooning voor uw
goede daad. Doch ge moogt aan geen ster
veling vertellen, wat ge hier vondt. Ge
moogt mij er zelfs niet voor bedanken,
denk daar wel aan, goede visschen-vriend!
Ga voort met het voederen mijner onder
danen. Voed hen met de spijzen, die ge
weldra niet meer aan anderen behoeft te
vragenHet ga u wel, visschen
vriend!"
Even plotseling als de Koning aller vis
schen was verschenen, verdween hij ook
weer achter één der aanrollende golven.
,,'k Heb staan droomen", dacht toen de
arme, oude man.
,,'t Was niet de visschen-koning, die
werkelijk hier kwam en tot me sprak,
't Was niets dan een vreemde droom. Door
de warmte en ook door moeheid viel ik in
slaap, terwijl ik hier zat, dat Is het
Maar, dat hij den vorigen dag niet had
gedroomd, zag de oude man, toen hij zoo
als gewoonlijk, den morgen na de ontmoe
ting met den visschen-koning, weer de
visschen kwam voederen. Want nauwelijks
had hij de spijzen in zee gestrooid of er
kwam een menigte visschen aanzwemmen
heel groote visschen, die in hun geopen-
den bek een oester droegen. Allen legden
deze oester neer, vlak voor de voeten van
den ouden man, die sinds dit oogenblik
niet meer arm kon genoemd worden, want
toen hij dien dag de oesters opende, vond
hij in allen een prachtige parel, zoodat hij,
met zulk een schat van parels, die hij
eenige dagen later in de groote stad ver
kocht, geen armoede meer behoefde te
lijden. Hij bereidde nu ook iederen dag
zijn eigen maal en gaf daarvan het groot
ste deel aan de visschen, juist zooals in
den tijd. toen hij nog arm was.
Zoo bleef hij zijn leven lang den naam
„visschen-vriend" met eere dragen.
TANTE JOH-
.(Nadruk verboden.).
GOEDE OPLOSSINGEN DER RAADSj
ONTVANGEN VAN-
Petra van Waveren, Clasien Möhlm
Toosje Bouter, Marius van den
(mooie ansicht in dank ontvangen
uit Eindhoven), Gerda Spiecker (m|
ansicht uit DriebergenRijsenburg
dank ontvangen), Eli Brinks, Fokje
holt, Marietje Voorzaat, Annie Cats, Ril
Stigter, Danie Stigter, Annie Bink, Frf
cina de Wit, Bald de Wit, Triny Blotkal
Hendrientje Blotkamp, Leendert de Jo|
Gerard de Jong, Wim J. Kruit,
Planjer, Cornells J. Arbouw, Adrie Baj
laar. Bram Bavelaar, Bep Nieboer,
Nieboer (brief der vorige week), Ril
Scheer, Gootje Scheer (brief der voq
week), Wim Hoek, Jannie de Water, f
de Water, Gerard de Geus, Dorus de
Keesje de Geus, Jopie Wassenaar,
pien Wassenaar, Pleun van de Marei, Lil
tje Bauer, Celia Kret, Hans Kret, Coj
Kret, Wim Serlie. Joop Schouten,
truida Blóte, Jopie Brilman. Rika de Gi^
Corrie Holleman, Bep Wielinga, Piet
Schayk, Bep Peter, Ali de Blauw, Aai
van Vliet, Boukje van Vliet, Adriaan
Vliet, Marietje van Vliet, Lies Deu
Gerrit Los, Jopie Vermey, Rie Hartcvj
Prijna Hartevelt, Janny Hartevelt, Co
Hartevelt, Annie Keyzer, Wim Key:
Piet Lagas, Annie van Weizen, Maiie r
kaar, Celia Kret, Hans Kret, Corrie
(brieven der vorige week), Truus de GH
Ali van Cittert, Stieni van der Blij, Ha
Bousie, Corrie Bousie, Dirkje Hopmaner
Nieboer, Wim Nieboer, Ton Kruit,
Stigter, Toosje Bouter, Helena Joh
Wide (kan den achternaam niet goed lel
hoe is die precies?), Rietje Laman (b|
der vorige week), Wim Nolles, Henk r
Nico H. Koning, Tine van der Star, Adri^
Pison, Conny van Vliet, Mijntje van
Berg, Rina Vlaardingerbroek, Joop
stra, Ans Vollenga, Rietje Vollenga,
Riebeek, Jan de Graaf, Nelly de Leej
Johannes Jacobus Planje, Antoon Bek"
Nico Liebert, Lientje Oostveen, Ma
Lagas, Dirk Koome, Jacob Koome, Janj
Schinkel, Judith de Roode, Jo van
Linden, Tieleman van der Linden, Heul
de l'Ecluse. Mooie Pinksterkaart in
ontvangen van drietal Kret, Margje 1
bert, Sientje Ciere.