at de vrouw draagt
WR1GLEY
Jaargang
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Mei 1934
Vijfde Blad
Ho. 22743
VOOR DE HUISVROUW,
HET PINKSTERFEUILLETON
HET „DAUWTRAPPEN"
TC8SCHEN DE BABY EN DE
SCHOOLBANK
slechts een paar jaar en toch Is
probleem mode in die periode al heel
rrrijk, want iedere moeder wil van
sisten dag af haar baby zoo netjes
Ik kleeden en zij ls daartoe tot vele
bereid.
begrijpelijk is het, dat ln een
-n naar het allermooist haar phan-
Tiak te ver gaat en daardoor naar
jnrdrevene neigt. Tenslotte behalen
smaak en juist Instinct bij iedere
en moeder toch weer de overhand
k] nuchter overleg zal zij ook onmld-
toegeven dat het verkeerd zou zijn
kind overdreven te kleeden. Voor de
lj« is nu eenmaal allergrootste een-
pboden, zoowel uit zakelijke als
che overwegingen. Voor de
btihellng van een kind ls n.l. niets
er a ook gevaarlijker dan het weten
1 onbewust) door slechtere kleeren
anderen af te steken.
rerstandige moeder zal daarom in
Miste plaats letten op kleertjes, die
oprollen.
emln is een degelijke kleeding
verelschte; dat beteekent dus, dat
stoffen absoluut betrouwbaar moeten
en evengoed tegen herhaaldelijk was-
al5 allerlei wilde spelletjes, bestand
n blijken te zijn.
(.ikb- en kleurechte stoffen zijn dus
(delsch en ook moet de gameering
een kinderjurkje op kleurechtheid
ht worden, want zelfs het ge-
doorloopen van een kleur zou tot
i teleurstellingen lelden,
re dus willen kunnen spreken over
uitzet van het kind van de wieg tot
xboolbank, dan hebben wij hier de ge
beld de kindermode in haar verschil-
i fazen te bestudeeren.
twijfelt er nog aan, dat het mode-
N«n bij de zuigeling reeds haar op-
tog maakt? U wilt toch een leuk
(kussen zien, dat niet meer, zooals
"er, met garneeringen en lintjes over-
ls, maar dat een zakelijke indruk
Eén met een makkelijk te was-
mcherand van hetzelfde materiaal
(t kussen, is het netste,
heele kleine kindje draagt in den
zoolang het lichaampje nog niet
-sal aan de zon mag worden bloot-
'4 een hemdje van linnen batist
afneembaar kanten lijfje. Veel
(is kunnen nog geen afstand doen
lintrozetjes als ze haar baby aan
sgierige bezoeksters moeten laten
«dertrotsch ls nu eenmaal niet uit te
i en deze overschrijdt dan ook dik-
1 ie geboden der zakelijkheid (Schets
boven).
'i warme zomerdagen ls een speel-
van heel groot belang, want het
bet kinderllchaampje op de juiste
aan de zon blootstellen en in een
^omdraaien te reinigen zijn.
ee'n kruippakje met een groote zak
•at op de schouders gesloten wordt,
we in allerlei felle kleuren (gift-
r. felrood of geel, want het is bekend,
anderen dol zijn op harde kleurtjes).
de wandeling door het park draagt
op warme dagen het mouwlooze
•hemdjurkje", met een gesmokt effen
en een geborduurd rokje; „broertje"
een tweedeelig linnen pakje met
mouwtjes, dat altijd schattig staat
btsboven).
jlfs voor feestjurkjes wordt naar een-
gestreefd; overdaad wordt angst-
vermeden.
- meest voorkomende vergissing is wel
"ekleede jurkje met het begrip „zijde"
Weenzelvigen. Voor eens en altijd, ge
nuine, een klein kind in zijde is bijna
t Dit teere materiaal kan nu een-
Het in overeenstemming gebracht
,"tn met den aard van het kind. Hoe-
aardiger zijn niet de frisch-uitziende
D (n batistjurkjes, die ook bij het
1 veel practischer zijn.
gameering ln de vorm van twee
™poote strikken, staat zelfs op het
TOudigste batistjurkje snoezig (links
Dat jongetjes in den zomer op
kj lichte linnen pakjes dragen is een
Je van de kindermode. Pakken met
™ge broek en donkerblauwe revers
gloor het stralende wit nog beter uit-
maken groote opgang,
j aan de sportkleedtng voor het kind
C' 4e noodige aandacht geschonken,
«en— omdat kinderen nog vlugger uit
..-toeren groeien, dan men gewoonlijk
F uiterste bescheiden houdt, terwijl
waïr in de meeste gevallen ook als
Cbfhrsting dienst laat doen.
wr kleine jongens is de „plus four"
oeest gebruikelijke type: een goed
waschbaar sporthemd en een donker fla
nellen vest hier overheen is wel de meest
geslaagde combinatie, werkelijk een keurig
geheel.
De kleine meisjes dragen ook meestal
een vestachtig bovenstuk en daarbij het
geliefde plooirokje. Zoo'n jurkje kan even
goed van wollen stof als van linnen ge
maakt worden of men neemt een geruit
bovenstukje met effen rokje (of omge
keerd!. In ieder geval zien we onmiddel
lijk al dat het een vlotte kleeding is, die
op 'toogenblik gebracht wordt.
BONTE ZIJDE HIER EN BONTE
ZIJDE DAAR!
In de geschiedenis der mode-ontwikke
ling ls de triomphtocht van de gekleurde
zijden stoffen een belangrijk feit. Deze
worden op het oogenblik niet alleen voor
jurken en daarbij passende mantels ver
werkt, maar we zien er ook allerlei
mantelpakken van, die het door hun kleu
renpracht uitstekend doen. In zooverre
zijn ze nieuw, dat japon en manteltje tot
één geheel gecombineerd zijn. Dit is dus
wel iets voor de „vrouw", die toch altijd
weer op Iets nieuws uit is.
TUINJURK OF TUINPYAMA?
De keuze der kleeding bij het tuinwerk
ls Iets zoo persoonlijks, dat het aanbeve
ling verdient de vrouw hierover zelf het
woord te laten voeren, zoodat wij dit niet
onbelangrijke onderwerp vanuit verschil
lende gezichtspunten kunnen beoordeelen,
Mevrouw A. L. schrijft ons:
Ik ben een vrouw van middelbaren leef
tijd, dus tegen de .tig.en ben abso
luut voor de huisjapon, want Ik vind dat
een vrouw, die niet Jong meer is, niet
slank, die niet meer beschikt over de
elasticiteit van de jeugd, er in een pyama
hoogst onvoordeelig, ja zelfs vaak be
lachelijk kan uitzien. En een medelijdende
blik is voor ons vrouwen een vernietigend
oordeel. Daarom ben ik ervan overtuigd,
dat de vrouw, die extremiteiten wil ver
mijden, in dit geval een jurk zal dragen.
De verschillende modellen maken genoeg
afwisseling mogelijk.
Mevrouw E. D. is een heel andere mee
ning toegedaan.
„Waarom zou ik geen pyama dragen?"
schrijft zij. Deze is toch zooveel gemak
kelijker dan een japon. Er behoeft ook
niets onder gedragen te worden en is on
getwijfeld de meest practische en zake
lijke kleeding voor de moderne vrouw.
Moet ik nog zeggen, dat mijn figuur in
een pyama veel beter tot zijn recht komt
dan in een japon? Waarom doe ik sport,
waarom houd lk dieet, als de menschen
van de resultaten hiervan toch niets mogen
bespeuren?
Ik moet verklaren, dat lk de pyama voor
het tuinwerk als buitengewoon praktisch
kan aanbevelen, afgezien nog van het
feit, dat lk een waschbaar exemplaar bij
gelegenheid ook als strandpyama kan ge
bruiken. Daarom twijfel lk geen oogenblik
en zwaai de pyama alle lof toe.
Oogenschljnlijk dus een heel moeilijk te
beantwoorden en gecompliceerd mode-
probleemEen probleem, dat alleen
met smaak, Intuïtie en vóór alles: met de
noodige persoonlijkheid kan worden op
gelost.
WILLY UNGAR.
De lezeres, die mij vroeg om haar het
patroon te geven voor een blazer, die ge
haakt of gebreid was, naar de maat van
een meisje van 8 a 9 jaar, heeft ontzet
tend lang op antwoord moeten wachten.
Het spijt mij erg voor u, maar het is wer
kelijk mijn schuld niet; uw brief kwam
juist in een week, dat reeds zes andere
dames om patronen vroegen en zij allen
waren u nèt voor. Ik kreeg ook al een
standje van iemand die mijn recepten zoo
graag namaakt, dat ik tegenwoordig nooit
meer over iets anders schreef dan hand
werkjes! Zij wilde koken, bakken en bra
den en zij wilde lekkere hapjes leeren
van mij; nog 14 dagen geduld, mevrouw;
dón is u aan bod!
Nu de blazer. U bedoelde toch zoo'n
mouwlooze pull-over, die gemakkelijk en
vlug over een sportpakje aangeschoten
kan worden? en die zulke goede diensten
kan doen op, gure dagen of als het
's avonds killer ls? Hier heeft u een prac-
tisch model, dat heel gemakkelijk te
breien ls, want het gaat gewoon recht
heen en averecht terug, terwijl alleen de
V-vormige halsuitsnijding en de armsga
ten met een ribbetje zijn afgewerkt.
Brei met driedraadsch wol en naalden
No. 3'/i, met punten aan belde zijden.
De lengte van mijn voorbeeld ls 55 c.M.
van de schouders tot de onderkant, ter
wijl de wijdte 71 c.M. bedraagt. Bij recht
breien kwamen er 13 steken op de 5 c.M.
Vergelijk, vóór u met het werk begint, de
maten met die van uw dochtertje, want
als die niet kloppen, moet u meer of min
der steken opzetten en ook de lengte ver
anderen. Zet voor den rug 90 steken op;
dat is de onderrand. Brei den eersten
toer in den achterkant van de steken;
werk 14 toeren 1 recht 1 averecht; zoo
krijgt u het boord onderlangs de blazer.
Dan breit u over een lengte van 37V» c.M.
recht heen, averecht terug; nu ls het
armsgat bereikt! Aan het begin van de
volgende 2 toeren moet u 4 steken afkan
ten; daarna aan beide zijden van het
werk om den anderen toer 1 steek min
deren, doe dit 6 maal.
Ga vervolgens zonder minderen door:
recht heen, averecht terug tot het arms
gat 14 c.M. lang is.
Brei daarna: 21 st. averecht, 28 st. af
kanten en de overblijvende 21 steken ave
recht. Laat de schoudersteken aan weers
zijden staan om ze later aan te mazen,
of kant ze, als u dat gemakkelijker vindt,
af. Nu gaat u de voorzijde werken.
Deze breit u precies zooals de rug tot aan
de armsgaten. Daarna, met den rechten
kant van het werk naar u toe, de eerste
4 steken afkanten; 41 recht; omkeeren.
Averecht terug breien. Op deze steken
verder heen en terug breien; minder aan
de halszijde (voor de V-vormige opening)
in eiken derden toer 1 steek en minder
aan den kant van het armsgat net zoo
als voor het armsgat aan den rug.
Ga door met minderen tot er 21 steken
over zijn en de V-vormige uitsnijding 15
c.M. lang is. Zet deze 21 steken op een
aparte naald of kant ze af. Hecht vervol
gens de wol aan bij de halszijde van de
andere steken en brei de rechterzijde van
den hals precies passend bij den linker
kant.
Neem nu langs den hals van den blazer
116 steken op en brei deze; (die 116 ste
ken zijn: 28 langs den achterkant van
den hals en 44 langs iedere zijde van de
halsopening). Brei daarna met de vierde
naald 5 toefen: 1 recht 1 averecht; breide
2 laatste en de 2 eerste steken tezamen
ln het midden van de V in eiken toer; dan
wordt de insnijding goed scherp.
Kant dan losjes af. Neem rond de arms
gaten 84 steken op op één naald; brei 5
toeren: 1 recht, 1 averecht, steeds de eer
ste en de laatste 2 steken tezamen
breiend in eiken toer.
Dan gaat u afwerken I Pers het werk
goed op aan den verkeerden kant met een
warm ijzer over een vochtigen doek. Naai
de zijnaden netjes dicht en pers den bla
zer nogmaals op: éénmaal aan den ver
keerden en éénmaal aan den rechten
kant. Uw blazertje ls klaar.
In den zaligen schoonmaaktijd, nu ge
lukkig al weer bijna geleden!, ontdekt de
toch al veel geplaagde hulsvrouw soms
plotseling mieren in haar achterhuis, om
van de muizensporen, mottengaatjes, sui-
kervischjes e.d. maar niet eens te spre
ken! Geen wonder, dat die insecten en
verder dierlijk gespuis haar soms danig
verontrusten! Als je huis nu ook nèt aan
kant is, wordt zoo'n ontdekking wel extra
zuur!
door
WOUTER VAN T' HOFF.
„Nu, waarde Bolman", zei de uitgever,
„ik zou graag willen, dat u voor De Echo
een aardig Plnksterverhaal schreef. Maar
asjeblieft geen suikergoed, geen verloving
onder den bloelenden appelboom! WIJ zijn
een modern blad en hebben dus geen sen-
tlmentallteitën noodig. Iets krachtigs, iets
pakkends, in honderdkilometertempo, be
grijp je? Enfin, je weet wel hoe ik het be
doel en ik maak me sterk, dat het jou
wel toevertrouwd is. Apropos dat honderd
kilometertempo, ga je nog uit de stad met
de Pinksterdagen?"
„Alleen maar een uitstapje in de omge-
i ving, denk ik, meneer Keizer."
„Mooi! Veel plezier dan!"
„Aangename Pinksterdagen, meneer
Keizer."
De uitgever nam met een handdruk af
scheid en Paul Bolman begon een wan
deling om zijn schrijftafel. Plotseling
kwam er een gedachte bij hem op, die hij
terstond ging verwerkelijken. Hij ging naar
de telefoon en draaide een nummer op-
„Bentu daar. juffrouw Lucie'Ja
Hoe maakt u hetGezond en vroolijk?
Dat doet me plezier!Wat zegt u.
Mij niet om u bekommerd? Maar juffrouw
Lucie! - U weet toch wel hoe toegenegen
lk u benVanmiddag ben ik vrij
wat zoudt u er van zeggen als ik u voor
een uitstapje uitnoodigde?Ja?Nu,
ik had gedacht naar Arnhem en dan een
toertje door de omstreken, of een eindje
de Betuwe in of de Veluwe op. Wel, na
tuurlijk bent u weer tijdig thuis. Schikt
het u vanmiddag om drie uur op het St.
Jansplein, bij de kiosk'.... Goed, ik zal
stipt op tijd zijn. Dag juffrouw, Lucie, tot
straks dan!"
Daarna zette Bolman zich aan zijn
bureau en schreef zijn Plnksterverhaal.
het ls heerlijk, 't is een waar ge
not, om eens ordentelijk te kunnen uit
slapen". zei meneer Keizer tot zichzelf,
terwijl hij zich nog eens omdraaide en
weer Indutte, 'n Uurtje daarna was hij
klaar wakker, liet zich zijn krant op bed
brengen tegelijk met zijn ontbijt. „Een
lijvig nummer", dat hij, toen hij het Pink
sterbijvoegsel er uit nam. „Toch eens zien,
wat die jonge Bolman bij elkaar gepend
heeft Nette Jongen, die Bolman 'n
zeer nette jongeman! En kan ook wat.
Waaraha, hier!" En Keizer las:
PANNE.
Een moderne Pinkstergeschiedenis
door
PAUL BOLMAN
I.
Personen: Lucie, twintig jaar, lieftallig,
slank, brunette. Munt uit in tennis en
hockey.
Paul: jongeman met egoïstische wereld
beschouwing, eenige kennissen en een
auto.
Lucie's vader; goed soort oudaheor. Geen.
vijand van rijn-, moezel-en andere wijnen
zooals Bourgogne en KaaPsche sherry, als
ze goed zijn Geeft toe een moderne le
vensopvatting te zijn toegedaan en is een
voorstander van het honderdkilometer
tempo.
De auto: kleine, nette twoseater, stot
tert een beetje, maar is anders volmaakt
betrouwbaar en voegt zich geheel naar den
wil van zijn eigenaar.
n.
Lucie en Paul hadden elkaar op het
tennisveld leeren kennen. Paul schept be
hagen in Lucie, maar deze schept meer
behagen in den auto. Paul hooPt, dat deze
neiging mettertijd wel op hem zal over
gaan en heeft met het oog op het feit dat
Lucie's vader een niet onaanzienlijk ver
mogen en slechts een eenig kind bezit, het
besluit genomen zijn vrijgezellenleven op
te geven en zich met Lucie ln den echt
te laten verbinden. Bij kleine uitstapjes
zorgt hij ervoor in Lucie's nabijheid te zijn
en zich van zijn beste zijde te doen ken
nen; zij laat zich zijn bedekte toespelingen,
naar het schijnt, welgevallen zonder er
evenwel op te reageeren. Alles wat hij er
uithaalt, is een enkele en tamelijk vluch
tige kus.
III.
Daar des winters het tennisveld geslo
ten is, en Pauls auto, om belasting uit te
sparen, ln de garage staat te slapen, zien
de beiden elkaar slechts bij gelegenheid
op dansthee's, en Paul moet er mee te
vreden zijn, dat hij Lucie dan naar huis
mag brengen. Als hij dan ernstig over
liefde praat, meent zij, dat dat een hoogst
inactueel gesprek is. En wat hij er wel van
dacht, wie het tenniswereldrecord 1933 zou
winnen. Daarom is Paul ontevreden en
wacht nu met smart op het voorjaar; hij
stelt al zijn hoop op zijn wagen.
IV.
Eerste autotocht pas na Paschen; Paul
heeft niet eerder de belasting kunnen be
talen omdat zijn chef hem beleefd maar
beslist het gevraagde voorschot gewei
gerd heeft- Lucie ls zeer lief, laat haar
hand eenige kilometers lang door Paul
vasthouden, hetgeen hem met blijde hoop
vervult. Maar als zij hem daarna vraagt,
waarom zijn handspieren gedurende den
winter slapper zijn geworden, voelt hij zich
ietwat teleurgesteld. Hij komt tot het be
sluit, dat hij zóó niet door kan gaan en
dat er iets moet gebeuren.
V.
's Zaerdags voor Pinkster nam Paul een
wanhopig besluit. Hij noodigt Lucie uit
voor een kort autoritje in den namiddag,
waartoe Lucie bereid is op voorwaarde, dat
zij weer bij tijds thuis zou zijn. Maar dat
wil Paul juist niet. Hij laat zijn kleinen
wagen loopen wat hij kan, ls 's avonds op
rond 120 K.M. afstand van zijn woon
plaats en draalt in een dorp, dat 10 K.M.
van den spoorweg af ligt. de gazolinie-
toevoer af en wacht rustig tot het wagen
tje ophoudt te loopen. Panne. Lucie schijnt
er niet al te ongelukkig onder te zijn. Paul
is nog een uurtje met den motor bezig
maar kan het defect niet ontdekken. Ver
klaart tenslotte, dat er niets anders over
blijft dan in het dorp te overnachten.
Lucie heeft daar ernstige bezwaren tegen;
houdt het voor compromitteerend om
's nachts, met Paul, van huis weg te blij
ven. Paul ziet dat in en stelt Lucie voor
zich met hem te verloven, waarop zij na
eenige bedenkingen ingaat. Aan haar
vader wordt het volgende telegram ver
zonden: „Zijn in Woenhoven, hotel
Zwijnshoofd, Tel. 304 Kunnen wegens
panne niet terug. Hebben ons zooeven ver
loofd. Lucie. Paul."
VI.
Pinksterzondag, ln de vroegte, belt de
vader op. ,Dat ls me een fraaie Pinkster
geschiedenis," zegt de oude heer, „maar als
Jullie niet anders wilt, mijn zegen. En jij,
Paul. krijgt een salarisverhooging van
tweehonderd gulden met terugwerkende
kracht per 1 April" waarop het jeugdig
paar het Pinkstertochtje in een honderd
kilometertempo voortzet.
Meneer Keizer belde en vroeg naar zijn
dochter Lucie. Zij was in 't heele huls niet
te vinden- Dus belde hij Woenhoven num
mer 304 op. Paul Bolman kwam aan de
telefoon. „Wat zegt u van mijn Pinkster-
verhaal?" vroeg hij.
„Wat zal ik daarvan zeggen?" vroeg me
neer Keizer terug. „Maar zet die tweehon
derd gulden maar uit je hoofd honderd
ls genoeg, want zóó goed was je Plnkster
verhaal nu ook weer niet!"
Toch moet u het u niet al te erg aan
trekken. Van de genoemde plagen zijn de
motten wel het verderfelijkst! Als ergens
de mot in zit, kunt u het euvel niet meer
bestrijden; het beste is om de lap of het
kleedingstuk met mot, larf en ei te ver
branden. Zonde van de stof, maar dan
bestaat er ten minste geen kans meer, dat
de mot ln een ander stuk kruipt.
Mieren kunt u gemakkelijk op de vlucht
drijven door vóór de drempel van uw ach
terhuis petroleum te gieten; zijn deze
diertjes al in uw huls, giet dan petroleum
in alle hoeken en kieren van het vertrek
waarin u ze heeft waargenomen; ze kie
zen direct het hazenpad en komen nooit
weerom.
Voorts werd mij nog koffiedik, cayenne
peper en vliertakken opgenoemd, als pro
bate middelen ter verdrijving van mieren.
Succes er mee!
RECLAME.
6251
viu stuks
re» kakjï
„Het „dauwtrappen", het oude, veel ver
breide gebruik op de zomerfeestdagen als
Pinksteren en vooral Hemelvaartsdag,
hangt samen met de plaats, die de dauw
in het volksgeloof innam. De „dauw" ver
vangt in den heeten zomertijd den regen,
waar hij weide en planten bevochtigt. In
zonderheid in het Oosten was de dauw
dan ook van groote beteekenis. Men denke
slechts aan het manna-verhaal (Exodus
16 vrs 13 en vlg), de Gideon-legende
(Richteren 6 vrs 36 en vlg), de vervloeking
door David in het klaaglied op Jonathans
dood (2 Samuël 1 vrs. 21) enz.
Waar die dauw voor hen, die lang voor
ons leefden een onverklaarbaar verschijn
sel was, daar kon niet uitblijven, dat het
volksgeloof er iets geheimzinnigs in legde
en hij in het bijgeloof een rol ging spelen
Nu eens ziet men ln den dauw de tranen
door Aurora geschreid, dan weer laat men
hem neerdruppen van de manen der paar
den. waarop de Walkyriën rijden, enz.
Den dauw werd genezende kracht toe
geschreven; men achtte het dauw-water
hulpzaam voor de oogen en ving het daar
om in doeken op en bewaarde het uitge
wrongen water in flesschen. Ook tegen
allerlei huidveer achtte men het een uit
stekend middel.
Onder het Engelsche landvolk bestaat
het geloof, dat de dauw van den eersten
Meimorgen gezondheid niet slechts, maar
ook onvergankelijke schoonheid geeft. In
zonderheid de dauwdroppels, die op de
twijgen van den meidoorn liggen, zijn een
kostbaar tooverwater, dat meer nog dan
de andere dauwparelen verjongende kracht
bezit. Een oud rijmpje zegt dan ook:
Met dauw, die op den meidoorn ligt,
Mooi meisje, wasch uw aangezicht;
Wie 't doet en weer doet eiken keer
Verliest haar schoonheid nimmer meef.
Die meldoomtakken zelf zouden een
heilzaam middel zijn, waar het betreft een
jongeman, die zijn meisje verlaten heeft,
tot haar terug te brengen, welk doel ze
ker bereikt werd, wanneer de verlatene
een door haar zelf geplukten meidoomtak
in zijn kamer wist te brengen. Wil zij te
meer kans hebben, dat haar toeleg gelukt,
dan verzuime zij het „dauwwasschen" niet.
De Alchimisten meenden, dat de dauw
een krachtig werkend middel was bij het
oplossen van metalen. Het dauwwater be
schermde tegen hekserij. Voorts heet de
dauw het vee melkrijker te maken, het
geen trouwens gemakkelijk ls te ver
klaren.
In verband met het voorgaande laat zich
begrijpen, hoe het oud gebruik ontstond,
op de zomerfeestdagen te gaan dauw-
trappen of dauwslaan, hier en daar ook
wel „hemelvaren" genoemd.
Zooals eenmaal onze Heldensche voor
ouders in den vroegen morgenstond uit
gingen naar hun heilige wouden of bron
nen, zoo trok men in later tijd en in
verschillende streken nog.„voor dag en
dauw" naar bulten om zich neer te leg
gen ln het bedauwde gras, een „dauw-
bad" te nemen, waarbij, vroeger althans,
de drankflesch niet ontbrak.