at de vrouw draagt WR1GLEY Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 19 Mei 1934 Vijfde Blad Ho. 22743 VOOR DE HUISVROUW, HET PINKSTERFEUILLETON HET „DAUWTRAPPEN" TC8SCHEN DE BABY EN DE SCHOOLBANK slechts een paar jaar en toch Is probleem mode in die periode al heel rrrijk, want iedere moeder wil van sisten dag af haar baby zoo netjes Ik kleeden en zij ls daartoe tot vele bereid. begrijpelijk is het, dat ln een -n naar het allermooist haar phan- Tiak te ver gaat en daardoor naar jnrdrevene neigt. Tenslotte behalen smaak en juist Instinct bij iedere en moeder toch weer de overhand k] nuchter overleg zal zij ook onmld- toegeven dat het verkeerd zou zijn kind overdreven te kleeden. Voor de lj« is nu eenmaal allergrootste een- pboden, zoowel uit zakelijke als che overwegingen. Voor de btihellng van een kind ls n.l. niets er a ook gevaarlijker dan het weten 1 onbewust) door slechtere kleeren anderen af te steken. rerstandige moeder zal daarom in Miste plaats letten op kleertjes, die oprollen. emln is een degelijke kleeding verelschte; dat beteekent dus, dat stoffen absoluut betrouwbaar moeten en evengoed tegen herhaaldelijk was- al5 allerlei wilde spelletjes, bestand n blijken te zijn. (.ikb- en kleurechte stoffen zijn dus (delsch en ook moet de gameering een kinderjurkje op kleurechtheid ht worden, want zelfs het ge- doorloopen van een kleur zou tot i teleurstellingen lelden, re dus willen kunnen spreken over uitzet van het kind van de wieg tot xboolbank, dan hebben wij hier de ge beld de kindermode in haar verschil- i fazen te bestudeeren. twijfelt er nog aan, dat het mode- N«n bij de zuigeling reeds haar op- tog maakt? U wilt toch een leuk (kussen zien, dat niet meer, zooals "er, met garneeringen en lintjes over- ls, maar dat een zakelijke indruk Eén met een makkelijk te was- mcherand van hetzelfde materiaal (t kussen, is het netste, heele kleine kindje draagt in den zoolang het lichaampje nog niet -sal aan de zon mag worden bloot- '4 een hemdje van linnen batist afneembaar kanten lijfje. Veel (is kunnen nog geen afstand doen lintrozetjes als ze haar baby aan sgierige bezoeksters moeten laten «dertrotsch ls nu eenmaal niet uit te i en deze overschrijdt dan ook dik- 1 ie geboden der zakelijkheid (Schets boven). 'i warme zomerdagen ls een speel- van heel groot belang, want het bet kinderllchaampje op de juiste aan de zon blootstellen en in een ^omdraaien te reinigen zijn. ee'n kruippakje met een groote zak •at op de schouders gesloten wordt, we in allerlei felle kleuren (gift- r. felrood of geel, want het is bekend, anderen dol zijn op harde kleurtjes). de wandeling door het park draagt op warme dagen het mouwlooze •hemdjurkje", met een gesmokt effen en een geborduurd rokje; „broertje" een tweedeelig linnen pakje met mouwtjes, dat altijd schattig staat btsboven). jlfs voor feestjurkjes wordt naar een- gestreefd; overdaad wordt angst- vermeden. - meest voorkomende vergissing is wel "ekleede jurkje met het begrip „zijde" Weenzelvigen. Voor eens en altijd, ge nuine, een klein kind in zijde is bijna t Dit teere materiaal kan nu een- Het in overeenstemming gebracht ,"tn met den aard van het kind. Hoe- aardiger zijn niet de frisch-uitziende D (n batistjurkjes, die ook bij het 1 veel practischer zijn. gameering ln de vorm van twee ™poote strikken, staat zelfs op het TOudigste batistjurkje snoezig (links Dat jongetjes in den zomer op kj lichte linnen pakjes dragen is een Je van de kindermode. Pakken met ™ge broek en donkerblauwe revers gloor het stralende wit nog beter uit- maken groote opgang, j aan de sportkleedtng voor het kind C' 4e noodige aandacht geschonken, «en— omdat kinderen nog vlugger uit ..-toeren groeien, dan men gewoonlijk F uiterste bescheiden houdt, terwijl waïr in de meeste gevallen ook als Cbfhrsting dienst laat doen. wr kleine jongens is de „plus four" oeest gebruikelijke type: een goed waschbaar sporthemd en een donker fla nellen vest hier overheen is wel de meest geslaagde combinatie, werkelijk een keurig geheel. De kleine meisjes dragen ook meestal een vestachtig bovenstuk en daarbij het geliefde plooirokje. Zoo'n jurkje kan even goed van wollen stof als van linnen ge maakt worden of men neemt een geruit bovenstukje met effen rokje (of omge keerd!. In ieder geval zien we onmiddel lijk al dat het een vlotte kleeding is, die op 'toogenblik gebracht wordt. BONTE ZIJDE HIER EN BONTE ZIJDE DAAR! In de geschiedenis der mode-ontwikke ling ls de triomphtocht van de gekleurde zijden stoffen een belangrijk feit. Deze worden op het oogenblik niet alleen voor jurken en daarbij passende mantels ver werkt, maar we zien er ook allerlei mantelpakken van, die het door hun kleu renpracht uitstekend doen. In zooverre zijn ze nieuw, dat japon en manteltje tot één geheel gecombineerd zijn. Dit is dus wel iets voor de „vrouw", die toch altijd weer op Iets nieuws uit is. TUINJURK OF TUINPYAMA? De keuze der kleeding bij het tuinwerk ls Iets zoo persoonlijks, dat het aanbeve ling verdient de vrouw hierover zelf het woord te laten voeren, zoodat wij dit niet onbelangrijke onderwerp vanuit verschil lende gezichtspunten kunnen beoordeelen, Mevrouw A. L. schrijft ons: Ik ben een vrouw van middelbaren leef tijd, dus tegen de .tig.en ben abso luut voor de huisjapon, want Ik vind dat een vrouw, die niet Jong meer is, niet slank, die niet meer beschikt over de elasticiteit van de jeugd, er in een pyama hoogst onvoordeelig, ja zelfs vaak be lachelijk kan uitzien. En een medelijdende blik is voor ons vrouwen een vernietigend oordeel. Daarom ben ik ervan overtuigd, dat de vrouw, die extremiteiten wil ver mijden, in dit geval een jurk zal dragen. De verschillende modellen maken genoeg afwisseling mogelijk. Mevrouw E. D. is een heel andere mee ning toegedaan. „Waarom zou ik geen pyama dragen?" schrijft zij. Deze is toch zooveel gemak kelijker dan een japon. Er behoeft ook niets onder gedragen te worden en is on getwijfeld de meest practische en zake lijke kleeding voor de moderne vrouw. Moet ik nog zeggen, dat mijn figuur in een pyama veel beter tot zijn recht komt dan in een japon? Waarom doe ik sport, waarom houd lk dieet, als de menschen van de resultaten hiervan toch niets mogen bespeuren? Ik moet verklaren, dat lk de pyama voor het tuinwerk als buitengewoon praktisch kan aanbevelen, afgezien nog van het feit, dat lk een waschbaar exemplaar bij gelegenheid ook als strandpyama kan ge bruiken. Daarom twijfel lk geen oogenblik en zwaai de pyama alle lof toe. Oogenschljnlijk dus een heel moeilijk te beantwoorden en gecompliceerd mode- probleemEen probleem, dat alleen met smaak, Intuïtie en vóór alles: met de noodige persoonlijkheid kan worden op gelost. WILLY UNGAR. De lezeres, die mij vroeg om haar het patroon te geven voor een blazer, die ge haakt of gebreid was, naar de maat van een meisje van 8 a 9 jaar, heeft ontzet tend lang op antwoord moeten wachten. Het spijt mij erg voor u, maar het is wer kelijk mijn schuld niet; uw brief kwam juist in een week, dat reeds zes andere dames om patronen vroegen en zij allen waren u nèt voor. Ik kreeg ook al een standje van iemand die mijn recepten zoo graag namaakt, dat ik tegenwoordig nooit meer over iets anders schreef dan hand werkjes! Zij wilde koken, bakken en bra den en zij wilde lekkere hapjes leeren van mij; nog 14 dagen geduld, mevrouw; dón is u aan bod! Nu de blazer. U bedoelde toch zoo'n mouwlooze pull-over, die gemakkelijk en vlug over een sportpakje aangeschoten kan worden? en die zulke goede diensten kan doen op, gure dagen of als het 's avonds killer ls? Hier heeft u een prac- tisch model, dat heel gemakkelijk te breien ls, want het gaat gewoon recht heen en averecht terug, terwijl alleen de V-vormige halsuitsnijding en de armsga ten met een ribbetje zijn afgewerkt. Brei met driedraadsch wol en naalden No. 3'/i, met punten aan belde zijden. De lengte van mijn voorbeeld ls 55 c.M. van de schouders tot de onderkant, ter wijl de wijdte 71 c.M. bedraagt. Bij recht breien kwamen er 13 steken op de 5 c.M. Vergelijk, vóór u met het werk begint, de maten met die van uw dochtertje, want als die niet kloppen, moet u meer of min der steken opzetten en ook de lengte ver anderen. Zet voor den rug 90 steken op; dat is de onderrand. Brei den eersten toer in den achterkant van de steken; werk 14 toeren 1 recht 1 averecht; zoo krijgt u het boord onderlangs de blazer. Dan breit u over een lengte van 37V» c.M. recht heen, averecht terug; nu ls het armsgat bereikt! Aan het begin van de volgende 2 toeren moet u 4 steken afkan ten; daarna aan beide zijden van het werk om den anderen toer 1 steek min deren, doe dit 6 maal. Ga vervolgens zonder minderen door: recht heen, averecht terug tot het arms gat 14 c.M. lang is. Brei daarna: 21 st. averecht, 28 st. af kanten en de overblijvende 21 steken ave recht. Laat de schoudersteken aan weers zijden staan om ze later aan te mazen, of kant ze, als u dat gemakkelijker vindt, af. Nu gaat u de voorzijde werken. Deze breit u precies zooals de rug tot aan de armsgaten. Daarna, met den rechten kant van het werk naar u toe, de eerste 4 steken afkanten; 41 recht; omkeeren. Averecht terug breien. Op deze steken verder heen en terug breien; minder aan de halszijde (voor de V-vormige opening) in eiken derden toer 1 steek en minder aan den kant van het armsgat net zoo als voor het armsgat aan den rug. Ga door met minderen tot er 21 steken over zijn en de V-vormige uitsnijding 15 c.M. lang is. Zet deze 21 steken op een aparte naald of kant ze af. Hecht vervol gens de wol aan bij de halszijde van de andere steken en brei de rechterzijde van den hals precies passend bij den linker kant. Neem nu langs den hals van den blazer 116 steken op en brei deze; (die 116 ste ken zijn: 28 langs den achterkant van den hals en 44 langs iedere zijde van de halsopening). Brei daarna met de vierde naald 5 toefen: 1 recht 1 averecht; breide 2 laatste en de 2 eerste steken tezamen ln het midden van de V in eiken toer; dan wordt de insnijding goed scherp. Kant dan losjes af. Neem rond de arms gaten 84 steken op op één naald; brei 5 toeren: 1 recht, 1 averecht, steeds de eer ste en de laatste 2 steken tezamen breiend in eiken toer. Dan gaat u afwerken I Pers het werk goed op aan den verkeerden kant met een warm ijzer over een vochtigen doek. Naai de zijnaden netjes dicht en pers den bla zer nogmaals op: éénmaal aan den ver keerden en éénmaal aan den rechten kant. Uw blazertje ls klaar. In den zaligen schoonmaaktijd, nu ge lukkig al weer bijna geleden!, ontdekt de toch al veel geplaagde hulsvrouw soms plotseling mieren in haar achterhuis, om van de muizensporen, mottengaatjes, sui- kervischjes e.d. maar niet eens te spre ken! Geen wonder, dat die insecten en verder dierlijk gespuis haar soms danig verontrusten! Als je huis nu ook nèt aan kant is, wordt zoo'n ontdekking wel extra zuur! door WOUTER VAN T' HOFF. „Nu, waarde Bolman", zei de uitgever, „ik zou graag willen, dat u voor De Echo een aardig Plnksterverhaal schreef. Maar asjeblieft geen suikergoed, geen verloving onder den bloelenden appelboom! WIJ zijn een modern blad en hebben dus geen sen- tlmentallteitën noodig. Iets krachtigs, iets pakkends, in honderdkilometertempo, be grijp je? Enfin, je weet wel hoe ik het be doel en ik maak me sterk, dat het jou wel toevertrouwd is. Apropos dat honderd kilometertempo, ga je nog uit de stad met de Pinksterdagen?" „Alleen maar een uitstapje in de omge- i ving, denk ik, meneer Keizer." „Mooi! Veel plezier dan!" „Aangename Pinksterdagen, meneer Keizer." De uitgever nam met een handdruk af scheid en Paul Bolman begon een wan deling om zijn schrijftafel. Plotseling kwam er een gedachte bij hem op, die hij terstond ging verwerkelijken. Hij ging naar de telefoon en draaide een nummer op- „Bentu daar. juffrouw Lucie'Ja Hoe maakt u hetGezond en vroolijk? Dat doet me plezier!Wat zegt u. Mij niet om u bekommerd? Maar juffrouw Lucie! - U weet toch wel hoe toegenegen lk u benVanmiddag ben ik vrij wat zoudt u er van zeggen als ik u voor een uitstapje uitnoodigde?Ja?Nu, ik had gedacht naar Arnhem en dan een toertje door de omstreken, of een eindje de Betuwe in of de Veluwe op. Wel, na tuurlijk bent u weer tijdig thuis. Schikt het u vanmiddag om drie uur op het St. Jansplein, bij de kiosk'.... Goed, ik zal stipt op tijd zijn. Dag juffrouw, Lucie, tot straks dan!" Daarna zette Bolman zich aan zijn bureau en schreef zijn Plnksterverhaal. het ls heerlijk, 't is een waar ge not, om eens ordentelijk te kunnen uit slapen". zei meneer Keizer tot zichzelf, terwijl hij zich nog eens omdraaide en weer Indutte, 'n Uurtje daarna was hij klaar wakker, liet zich zijn krant op bed brengen tegelijk met zijn ontbijt. „Een lijvig nummer", dat hij, toen hij het Pink sterbijvoegsel er uit nam. „Toch eens zien, wat die jonge Bolman bij elkaar gepend heeft Nette Jongen, die Bolman 'n zeer nette jongeman! En kan ook wat. Waaraha, hier!" En Keizer las: PANNE. Een moderne Pinkstergeschiedenis door PAUL BOLMAN I. Personen: Lucie, twintig jaar, lieftallig, slank, brunette. Munt uit in tennis en hockey. Paul: jongeman met egoïstische wereld beschouwing, eenige kennissen en een auto. Lucie's vader; goed soort oudaheor. Geen. vijand van rijn-, moezel-en andere wijnen zooals Bourgogne en KaaPsche sherry, als ze goed zijn Geeft toe een moderne le vensopvatting te zijn toegedaan en is een voorstander van het honderdkilometer tempo. De auto: kleine, nette twoseater, stot tert een beetje, maar is anders volmaakt betrouwbaar en voegt zich geheel naar den wil van zijn eigenaar. n. Lucie en Paul hadden elkaar op het tennisveld leeren kennen. Paul schept be hagen in Lucie, maar deze schept meer behagen in den auto. Paul hooPt, dat deze neiging mettertijd wel op hem zal over gaan en heeft met het oog op het feit dat Lucie's vader een niet onaanzienlijk ver mogen en slechts een eenig kind bezit, het besluit genomen zijn vrijgezellenleven op te geven en zich met Lucie ln den echt te laten verbinden. Bij kleine uitstapjes zorgt hij ervoor in Lucie's nabijheid te zijn en zich van zijn beste zijde te doen ken nen; zij laat zich zijn bedekte toespelingen, naar het schijnt, welgevallen zonder er evenwel op te reageeren. Alles wat hij er uithaalt, is een enkele en tamelijk vluch tige kus. III. Daar des winters het tennisveld geslo ten is, en Pauls auto, om belasting uit te sparen, ln de garage staat te slapen, zien de beiden elkaar slechts bij gelegenheid op dansthee's, en Paul moet er mee te vreden zijn, dat hij Lucie dan naar huis mag brengen. Als hij dan ernstig over liefde praat, meent zij, dat dat een hoogst inactueel gesprek is. En wat hij er wel van dacht, wie het tenniswereldrecord 1933 zou winnen. Daarom is Paul ontevreden en wacht nu met smart op het voorjaar; hij stelt al zijn hoop op zijn wagen. IV. Eerste autotocht pas na Paschen; Paul heeft niet eerder de belasting kunnen be talen omdat zijn chef hem beleefd maar beslist het gevraagde voorschot gewei gerd heeft- Lucie ls zeer lief, laat haar hand eenige kilometers lang door Paul vasthouden, hetgeen hem met blijde hoop vervult. Maar als zij hem daarna vraagt, waarom zijn handspieren gedurende den winter slapper zijn geworden, voelt hij zich ietwat teleurgesteld. Hij komt tot het be sluit, dat hij zóó niet door kan gaan en dat er iets moet gebeuren. V. 's Zaerdags voor Pinkster nam Paul een wanhopig besluit. Hij noodigt Lucie uit voor een kort autoritje in den namiddag, waartoe Lucie bereid is op voorwaarde, dat zij weer bij tijds thuis zou zijn. Maar dat wil Paul juist niet. Hij laat zijn kleinen wagen loopen wat hij kan, ls 's avonds op rond 120 K.M. afstand van zijn woon plaats en draalt in een dorp, dat 10 K.M. van den spoorweg af ligt. de gazolinie- toevoer af en wacht rustig tot het wagen tje ophoudt te loopen. Panne. Lucie schijnt er niet al te ongelukkig onder te zijn. Paul is nog een uurtje met den motor bezig maar kan het defect niet ontdekken. Ver klaart tenslotte, dat er niets anders over blijft dan in het dorp te overnachten. Lucie heeft daar ernstige bezwaren tegen; houdt het voor compromitteerend om 's nachts, met Paul, van huis weg te blij ven. Paul ziet dat in en stelt Lucie voor zich met hem te verloven, waarop zij na eenige bedenkingen ingaat. Aan haar vader wordt het volgende telegram ver zonden: „Zijn in Woenhoven, hotel Zwijnshoofd, Tel. 304 Kunnen wegens panne niet terug. Hebben ons zooeven ver loofd. Lucie. Paul." VI. Pinksterzondag, ln de vroegte, belt de vader op. ,Dat ls me een fraaie Pinkster geschiedenis," zegt de oude heer, „maar als Jullie niet anders wilt, mijn zegen. En jij, Paul. krijgt een salarisverhooging van tweehonderd gulden met terugwerkende kracht per 1 April" waarop het jeugdig paar het Pinkstertochtje in een honderd kilometertempo voortzet. Meneer Keizer belde en vroeg naar zijn dochter Lucie. Zij was in 't heele huls niet te vinden- Dus belde hij Woenhoven num mer 304 op. Paul Bolman kwam aan de telefoon. „Wat zegt u van mijn Pinkster- verhaal?" vroeg hij. „Wat zal ik daarvan zeggen?" vroeg me neer Keizer terug. „Maar zet die tweehon derd gulden maar uit je hoofd honderd ls genoeg, want zóó goed was je Plnkster verhaal nu ook weer niet!" Toch moet u het u niet al te erg aan trekken. Van de genoemde plagen zijn de motten wel het verderfelijkst! Als ergens de mot in zit, kunt u het euvel niet meer bestrijden; het beste is om de lap of het kleedingstuk met mot, larf en ei te ver branden. Zonde van de stof, maar dan bestaat er ten minste geen kans meer, dat de mot ln een ander stuk kruipt. Mieren kunt u gemakkelijk op de vlucht drijven door vóór de drempel van uw ach terhuis petroleum te gieten; zijn deze diertjes al in uw huls, giet dan petroleum in alle hoeken en kieren van het vertrek waarin u ze heeft waargenomen; ze kie zen direct het hazenpad en komen nooit weerom. Voorts werd mij nog koffiedik, cayenne peper en vliertakken opgenoemd, als pro bate middelen ter verdrijving van mieren. Succes er mee! RECLAME. 6251 viu stuks re» kakjï „Het „dauwtrappen", het oude, veel ver breide gebruik op de zomerfeestdagen als Pinksteren en vooral Hemelvaartsdag, hangt samen met de plaats, die de dauw in het volksgeloof innam. De „dauw" ver vangt in den heeten zomertijd den regen, waar hij weide en planten bevochtigt. In zonderheid in het Oosten was de dauw dan ook van groote beteekenis. Men denke slechts aan het manna-verhaal (Exodus 16 vrs 13 en vlg), de Gideon-legende (Richteren 6 vrs 36 en vlg), de vervloeking door David in het klaaglied op Jonathans dood (2 Samuël 1 vrs. 21) enz. Waar die dauw voor hen, die lang voor ons leefden een onverklaarbaar verschijn sel was, daar kon niet uitblijven, dat het volksgeloof er iets geheimzinnigs in legde en hij in het bijgeloof een rol ging spelen Nu eens ziet men ln den dauw de tranen door Aurora geschreid, dan weer laat men hem neerdruppen van de manen der paar den. waarop de Walkyriën rijden, enz. Den dauw werd genezende kracht toe geschreven; men achtte het dauw-water hulpzaam voor de oogen en ving het daar om in doeken op en bewaarde het uitge wrongen water in flesschen. Ook tegen allerlei huidveer achtte men het een uit stekend middel. Onder het Engelsche landvolk bestaat het geloof, dat de dauw van den eersten Meimorgen gezondheid niet slechts, maar ook onvergankelijke schoonheid geeft. In zonderheid de dauwdroppels, die op de twijgen van den meidoorn liggen, zijn een kostbaar tooverwater, dat meer nog dan de andere dauwparelen verjongende kracht bezit. Een oud rijmpje zegt dan ook: Met dauw, die op den meidoorn ligt, Mooi meisje, wasch uw aangezicht; Wie 't doet en weer doet eiken keer Verliest haar schoonheid nimmer meef. Die meldoomtakken zelf zouden een heilzaam middel zijn, waar het betreft een jongeman, die zijn meisje verlaten heeft, tot haar terug te brengen, welk doel ze ker bereikt werd, wanneer de verlatene een door haar zelf geplukten meidoomtak in zijn kamer wist te brengen. Wil zij te meer kans hebben, dat haar toeleg gelukt, dan verzuime zij het „dauwwasschen" niet. De Alchimisten meenden, dat de dauw een krachtig werkend middel was bij het oplossen van metalen. Het dauwwater be schermde tegen hekserij. Voorts heet de dauw het vee melkrijker te maken, het geen trouwens gemakkelijk ls te ver klaren. In verband met het voorgaande laat zich begrijpen, hoe het oud gebruik ontstond, op de zomerfeestdagen te gaan dauw- trappen of dauwslaan, hier en daar ook wel „hemelvaren" genoemd. Zooals eenmaal onze Heldensche voor ouders in den vroegen morgenstond uit gingen naar hun heilige wouden of bron nen, zoo trok men in later tijd en in verschillende streken nog.„voor dag en dauw" naar bulten om zich neer te leg gen ln het bedauwde gras, een „dauw- bad" te nemen, waarbij, vroeger althans, de drankflesch niet ontbrak.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 17