|de nieuwe zuid-boulevard te katwijk aan zee. De Spanjaardsbrug vroeger en nu. 7S»«« Jaargang LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 18 Mei 1934 Derde Blad No. 22747 groote vooruitgang voor de badplaats. 3® hp. GEMENGD NIEUWS. buitenlandsch gemengd. ROYAL CROWN MIXTURE de mijnramp in henegouwen. FINANCIEN. Foto Kruyt. r Contrasten. Welk een contrast, de Boulevard te Kat tik aan Zee van 40 jaar geleden verge ten met dien van thans! Toen een een- (oudige straatweg, die Noordwaarts bij Hotel du Rhin oPhleld en tegen een stuitte. Zuidwaarts was het bij de Inde vuurtoren reeds een woestijn. Aan bebouwde zijde lagen vele plekken jrond onbebouwd, en de pittoresque [keelzak" bij de Oude Kerk was een uit- icht plekje voor de vele kunstschilders a daar de lage witte huisjes op het doek |i vereeuwigenDes winters stonden toen i zeventigtal bomschuiten opgetrokken p den Boulevard en ook het toenmalige buitengat" om de „Zuid" herbergde enige bommen. Het ouderwetsche stoom- metje tufte hijgend en puffend door |tt Waaigat en had zijn eindpunt voor t Groot-Badhotel. De oude Boulevard. En ie thans dienzelfden wegVan de af strekt zich bijna 2500 M. lang Sen grandiose Boulevard uit met een mooi trottoir voor de voetgangers. Idooie villa's en pensions, moderne hotels pijn er verrezen! En welk een metamor fose heeft het voormalig Groot-Bad- [otelterrein ondergaan! Een muziek- *1, waar zelfs menige stad jaloersch 1 kunnen zijn werd gebouwd op den :ep. De Oude Kerk is van haring buis weer een gewijd kerkgebouw ge erden en na de restauratie beter dan ooit geweest is, met aan de zeezijde het Knument, opgericht ter herinnering aan omgekomen visschers, die in de oor- gsjaren hun gevaarlijk bedrijf bleven dienen om in het levensonderhoud der ionen te kunnen blijven voorzien, een aardig geschenk van H. K. H. Prinses Juliana als blijvend aandenken aan Haar studietijd te Katwijk aan Zee doorge bracht. De oude vuurtoren is nu geheel ingebouwd. De nieuwe Boulevard. Verleden jaar rijpte bij het Katwijksche Gemeentebestuur het plan om den Zuid- Boulevard nog 500 M. door te trekken- Toen in Januari het besluit van den mi nister kwam, dat goedkeuring verleend werd om dit werk in werkverschaffing uit te voeren, werd daar in Februari een aan vang mee gemaakt. Met reeds spoedig 30 man werd begonnen. Veel zand moest met kruiwagens verplaatst worden, waarbij meters hooge duinen moesten worden af gegraven. Wij schreven over een en ander meerdere malen reeds uitvoerig. Nu is het graafwerk nagenoeg gereed. Bovenstaande foto nu geeft een duide lijk overzicht, hoe de ligging van het ver lengde deel van den Boulevard wordt. Zij is genomen van het toekomstig eindpunt van den Zuid-Boulevard af, waar rechts het laatste zandduin staat, dat nog weg- gegraven moet worden. Voor de Patiëntjes van het Zeehospitium, waarvan een der gebouwen op den achtergrond zichtbaar is, zal een tunnel onder den straatweg aangelegd worden. Nog ziet men de houten werkkeet, van waar met de doortrekking begonnen we^d. Weldra zal met de bestra ting een aanvang gemaakt worden, even als met het plaatsen van het hekwerk langs het trottoir. En vóór het drukke badseizoen aangebroken is, zal Katwijk, dank zij den vooruitzienden blik van het Geiheentebestuur in het bezit zijn van een pracht-Boulevard ter lengte van bijna een half uur gaans, die de verfraaiing dier steeds vooruitgaande badplaats ongetwij feld zeer ten goede zal komen! DE OVERVAL TE OVEN. Bewijsconstructie levert bezwaren. Het onderzoek inzake den overval te Jen wordt nog steeds voortgezet. Het be- ijsmateriaal tegen de twee eerst gear ceerde verdachten stapelt zich meer en leer op, terwijl de verklaringen van den erden arrestant, aan wiens medeplich- i twijfel is gerezen, voor hem zeer awarend zijn. Gistermiddag zijn twee Machten in het St. Annaziekenhuis te ss opnieuw geconfronteerd met den ge- onden Piet Verhoeven. Deze heeft thans iklaard, hen niet als de daders van den rtrval te kunnen herkennen. Hbld. Ds B. TEN KATE GEWOND BIJ EEN VERKEERSONGELUK. De oud-predikant van Rotterdam, ds. B. Kate, te Velp, is gistermiddag op den 'tetraatweg bij het RozenbOsch door a auto aangereden. Met een gebroken *o en een geblesseerden arm is hij naar H ziekenhuis te Velp vervoerd. Zijn toe- and is zorgelijk. „Vad." pOBUS TEGEN BOOMEN GEREDEN. Gistermiddag kwam, waarschijnlijk ten- ™ge van vastloopen van het stuur, een «onus, waarin een Volendamsch gezel- ap was gezeten, in botsing met eenige ™.imen aan den Hoornschen Jaagweg Eer Edam. De wagen werd aan de voor- Eeneel vernield, enige der inzittenden werden op den geslingerd. Zeven personen kregen stl8e snijwonden door glasscherven. J j e doktoren werden een voorloopig gelegd, waarna het gezelschap ,„een, andere bus naar Volendam werd 'oerd. BRAND. ,?'sferm'ddag omstreeks vier uur is "o ontstaan in den winkel in gebreide E.e? van den heer Wilmink aan de !tlo aat hoek Pastoriestraat te Hen- nlL-vuur vond .gretig voedsel in de 'n m st°ffen. Aangewakkerd door It, J?™ breidde de brand zich uit tot oe(il'eiJverdiepingen. De brandweer, die isomer, Plaatse was, kon niet voor pandde het geheele Perceel uit" bekering dekt de schade. DOOR ELECTRISCHEN STROOM GEDOOD. Vermoedelijk ten gevolge van verkeerd contact kreeg de 17-jarige U.. werkzaam in een machinefabriek te Maassluis den stroom van een electrische boor door het lichaam. De jongeman was onmiddellijk dood. o DOOR SLIPPENDE AUTO AANGEREDEN. Aan de Molenstreek te Veendam is gis teren mej. D. Z. uit Ommelanderwijk door een kolenauto, die op den weg slipte, aan gereden. Zij werd ernstig gewond en is per brancard naar huis vervoerd. De auto is in beslag genomen. Het bleek dat de achterbanden totaal versleten wa ren. FRANSCHE BALLON NEERGESLAGEN. Een ballon der Fransche marine, is bij een landing, 15 K.M. ten Westen van Chateau-Roux, door een plotselingen wind stoot tegen den grond geslagen. Van de zes inzittenden werden er drie zoo zwaar gewond, dat zij naar het zie kenhuis moesten worden overgebracht. BRANDEN. oen RECLAME. 1308 HET SPOORWEGONGELUK BIJ PFORZHEIM. Drie reizigers, die bij het spoorwegonge luk bij Pforzheim (Zuid-Duitschland) ern stig gewond waren, zijn aan de gevolgen overleden, zoodat in het geheel zeven doo- den te betreuren zijn. Bij een brand te Soltnitz, nabij Neustet- tin, zijn acht boerenhofsteden, met 15 ge bouwen, in de asch gelegd. Tien families zijn dakloos. De stad Windau, in Letland, wordt door een ontzettende brandcatastrofe geteis terd. Een aantal zaagmolens, dat zich op den linkeroever van de Windau-rivier be vindt, staat sedert den nacht van Woens dag op Donderdag met alle houtvoorra den in lichte laaie. Door de vreeselijke hitte zijn op den anderen oever van de rivier reeds tal van huizen in brand geraakt. Het vuur grijpt steeds verder om zich heen, daar de brandweer aan het einde van haar krachten is gekomen. De oorzaak van den brand moet gewe ten worden aan het ontbranden van zaag- splinters. Een heel stadskwartier wordt door het vuur bedreigd. Het Is ai geen eourf, dat er Wilt ge bebbeo, ate ge coofct oeem dan IN TOTAAL 53 SLACHTOFFERS. Over de nieuwe mijnramp, die Paturages zoo diep in rouw heeft gedompeld, meldt de .-N. R. Crt." verder nog het volgende: Een reddingsbrigade daalde in de mijn af om een andere brigade, bestaande uit twintig man. onder wie drie ingenieurs te gaan aflossen. Op dat oogenblik hoorde men aan de oppervlakte een geweldige ontploffing. Een oogenblik sloeg dezen mannen de schrik om het hart, maar hun aarzeling was slechts van korten duur. De lift daalde verder en weldra bevond de tweede red dingsbrigade zich bij de mijngang, waar de nieuwe ontploffing dood en vernieling had gezaaid. Temidden van een donkere stofwolk, klauterend over en tusschen de ingestorte aard- en steenklompen ont waarden zij de lichamen van 10 zwaar gewonde leden der eerste reddingsploeg. De ongelukkigen werden zoo gauw als mogelijk was, naar de lift gedragen of gesleept en vervolgens naar de oppervlakte gebracht. Daar gekomen, bleek één der ge wonden reeds bezweken te zijn. Twaalf mannen, onder wie 3 ingenieurs, waren echter onvindbaar. Toen de voor de mijn opgehoopte menschenmassa het ontstellen de nieuws vernam, ontstond een geweldige paniek. De tweede reddingsbrigade was in middels ook weer aan de oppervlakte ge komen, daar de toestand in de mijn on houdbaar bleek te zijn. De mijndirectie en de aanwezige autoriteiten maanden tot kalmte aan en verboden voorloopig alle verdere afdalingen, daar zij geen nieuwe menschenlevens meer wilden zien verloren gaan. Trots het gevaar waagden zich kort daarna toch weer 2 mannen, een ingenieur en een arbeider, in de mijn. Ook zij moesten echter onverrichter zake weer naar boven komen. Nauwelijks waren zij echter boven, of de noodbel weerklonk. Er bleek dus nog Iemand in de mijn te zijn. De lift werd neergelaten en bracht een mijnwerker met zwart gelaat en ver schroeide kleeren omhoog. De man bleek waanzinnig te zijn geworden. Hij kon slechts enkele onverstaanbare klanken uit brengen en viel in bezwijming in de armen van zijn kameraden. Later in den middag werd besloten een nieuwe reddingsbrigade te laten afdalen. Het waren 12 vastberaden mannen, allen behoorend tot de reddingcentrale te Charleroi. Onder hen bevonden zich ver scheidene Vlamingen. Ook deze redders hadden zich vrijwillig aangemeld. De vei ligheidshelm op het hoofd en de rug ge bogen onder het gewicht van de zware zuurstoftoestellen. namen zij op him beurt plaats in de lift, die voert naar het rijk van den dood. Naar deze mannen iets later van uit het diepst der mijn lieten weten, moest alle hoop op redding van de leden der eerste brigade worden opgegeven. On der dé 11 nog vermiste redders bevonden zich de directeur van de mijn, ir. Allard, en 2 andere mijningenieurs, Sottiaux en van Molle. Deze laatste had Woensdag aan Koning Leopold bij diens bezoek uiteen gezet, om welke technische redenen een tweede ramp mogelijk moest worden ge acht. Hij drong dan ook op stopzetting van het reddingswerk, maar bij het aan schouwen van de huilende kinderen en weenende vrouwen van de omgekomen mijnwerkers besloot hij het gevaarlijke werk toch maar voort te zetten. De ramp, door ir. van Molle gevreesd, heeft zich helaas voorgedaan, zooals hij ze voorspeld had. Hij zelf bevindt zich onder de slacht offers. Gisteravond 6 uur heeft de red dingsbrigade uit Charleroi zijn vreeselijk verschroeid lijk teruggevonden. Ook ir. Sottiaux is dood uit de mijn opgehaald. Daar een van de bij de eerste ontploffing gewonde mijnwerkers eveneens is over leden, moet het aantal dooden in totaal op 53 worden geraamd. Wegens het voortdurend gevaar van nieuwe ontploffingen, dat blijft bestaan in de geteisterde mijn te Paturages. heeft de directie besloten het laten afdalen van reddingsbrigades stop te zetten. Ondanks het verschikkelijke van de ramp en het dreigend gevaar, blijven zich nog steeds tal van ingenieurs en mijnwerkers aanmelden, om onmiddellijk af te dalen. Men heeft hen zelfs met geweld moeten beletten, stormenderhand de liften in be slag te nemen, om, tegen het besluit van de directie in, toch af te dalen. Koning Leopold heeft de lijken gedéco- reerd van de omgekomen ingenieurs en van de redders, die reeds aan de opper vlakte waren gebracht Daarna heeft hij zich naar het hospitaal en naar de wonin gen begeven, waar gewonde mijnwerkers worden verpleegd om ook deze helden te décoreeren Tot de nabestaanden der om het leven gekomen mijnwerkers sprak de vorst, die zeer ontroerd was, woorden van oprechte deelneming. Een der slachtoffers van Dinsdagavond, wiens lijk geheel verkoold was, is door zijn zuster herkend aan een zakdoek wel ken zij voor hem geborduurd had. De on gelukkige was eerst sedert korten tijd gehuwd. In de Kamer is een interpellatie naar aanleiding van de ramp aangekondigd Daar nieuwe explosies in de mijn ge vreesd worden, heeft de directie besloten, de mijn onder water te zetten. De nieuwe Spanjaardsbrug te Leiden, waarvan wij reeds onlangs een foto gaven en die hedenmorgen zonder eenig officieel vertoon is opengesteld, beteekent niet alleen een groote verbetering voor het verkeer te water, maar zooals boven staande foto's duidelijk aantoonen ook voor de weggebruikers. De nieuwe brug is geprojecteerd benoorden de oude, waar door de voor het scheepvaartverkeer zoo hinderlijke bocht gedeeltelijk is ver dwenen. De doorvaarthoogte en -wijdte is onge veer gelijk gebleven, doch de breedte van het rijvlak, welke vroeger 2 M. 90 bedroeg, is thans 6 Meter, terwijl bovendien aan weerszijden 2 Meter breede trottoirs zijn aangelegd. Daarenboven zijn de toegangswegen aanzienlijk verbreed. De nieuwe provin ciale brug is evenals de oude ophaalbrug, welke in tegenstelling met den vroegeren toestand electrlsch wordt bediend evenals het op- en neerlaten der afsluitboomen. Het val heeft een gewicht van 45 ton; de beide hameistijlen wegen elk 8 ton. De onderbouw werd geleverd door de firma N. Cobelens te Haarlem voor f. 64.640; de bovenbouw door de Machine fabriek „Breda" voorheen Backer en Rueb voor f. 34.276. Direct na de openstelling van de nieuwe, wordt een aanvang gemaakt met het sloo- pen van de oude brug. Als een merkwaardigheid vestigen wij nog de aandacht op de emblemen, welke ter weerszijden van beide opritten zijn aangebracht op de kokers, waarin bij ruststand de afsluitboomen zijn opgebor gen. Het zou de moeite waard zijn over de beteekenis hiervan een prijsvraag uit te schrijven. De ontwerpers hebben in over eenstemming met den naam der brug, gezocht naar voorstellingen ontleend aan den 80-jarigen oorlog. Indachtig aan Valerius' „Merck toch hoe sterek": „Hoort de Spaansche trommels slaan, hoort Maraen's trompetten" hebben zij aan de Leidsche zijde twee trompetten en aan de Leiderdorpschen kant twee trommels aan gebracht. Wij kunnen niet zeggen, dat de uitvoe ring die gedachte overduidelijk demon streert. De trompetten vertoonen veel overeenkomst met Turksche halve manen en de platgeslagen trommels met vierkante stokken-zonder-knoppen lijken sprekend op een microfoon, waarvoor twee latjes gespijkerd zijn. Maar overigens willen wij bij een zóó groote verbetering dergelijke kleinigheden gaarne op den koop toe nemen. DE NILLMIJ. IN 1933. Aan het verslag der Levensverzekering Mij. Nillmij van 1859 ontleenen wij het volgende: De Nillmij-portefeuille nam in het ver slagjaar bruto toe met rond 19 mill, gul den, tegen 17'/i mill, in 1932, een nog alles- zins bevredigend resultaat. I Dat de roya's wegens wanbetaling, even als de afkoopcijfers, een dalende tendenz vertoonen, is misschien een aanwijzing, dat het laagste punt van economischen teruggang is bereikt. Het grooter aanta) omzettingen zou er op kunnen duiden, dat velen zich aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen en hun verzekering daarmede in overeen stemming brengen. In totaal liep het verzekerd bedrag dei- eigenlijke Nillmij-portefeuille terug met rond 1 3/4 mill, gulden, dat van de afloo- pende I. P. A. (Indische Portefeuille Alge- meene) verminderde verder met l'/i mill, gulden. Onder 31 December j.l. beliep het totale verzekerd bedrag voor de eigenlijke Nill- mij-portefeuille rond 140'/! mill, gulden, der I. P. A. nog 81/: mill, gulden, gezamenlijk dus 149 mill, gulden. Het aan premiën verschuldigd bedrag beliep rond f. 5.634.400 (f. 5.788.600). De op zeer veilige grondslagen èn wat rentevoet èn wat sterfte betreft bere kende premiereserve werd onder ultimo van verslagjaar voor de in eigen resico ge houden verzekeringen becijferd op rond f. 42.975.000. Bij de daling van waarde en huren van onroerende goederen spreken bij de hypo thecaire uitzettingen der mij. de betrekke lijk hooge aflossingen, welke zij pleegt te vragen: de waardedaling is in bijna alle gevallen „opgevangen" door de hooge af lossingen der vroegere jaren. Komt zij ooit ip de noodzakelijkheid een onderpand zelf in te koopen, dan is als regel de opbrengst voldoende om aan haar zelf rente en af lossing te voldoen. In het boekjaar moest vier maal het onderpand worden uitge wonnen; in drie gevallen kocht de maat schappij zelve in. Herhaaldelijk kon door fondsenruiling de samenstelling van een bepaalde groep worden verbeterd. Het fondsenbezit werd als steeds gewaardeerd naar den ultimo December-koers, weder met verwaarloo- zing van fracties. Het koersverlies 1933 be droeg rond f. 1.017.000 en werd geheel ten laste der „Reserve voor eventueele rente daling, enz." gebracht. Na een dotatie uit de winst ad rond f. 292.000 steeg deze reserve weder tot f. 1.775 000. Voor de ef- fectenportefeuille der I. P. A. bedroeg het koersverlies rond f. 95.950, welk bedrag ge heel werd afgeschreven op de beleggings reserve I. P. A. Op vaste eigendommen werd afgeschre ven rond f. 219.000 (f. 188.009), terwijl ver der de andere gebruikelijke afschrijvingen plaats vonden. De bedrijfswinst is becijferd op rond f. 713.000 (f. 880.668), wordt voor aandeel houders beschikbaar gesteld een dividend van 5"/o (onv.) op de stortingen en lV:°/o (onv.) over het niet gestorte kapitaal, f. 30.000 (onv.) wordt toegevoegd aan de extra-reserve en f. 236.500 (f. 250.153) aan het bedrijfsoverschot. Voorts werden de reserve voor vennoot schapsbelasting en andere speciale reser ves door dotaties op het noodig geachte peil gehouden. Na alle afschrijvingen wijst de balans aan extra-waarborgen aan rond 5.7 mill, gulden. De beleggingen, wederom op zéér voor zichtige wijze geschat, komen in ronde cijfers voor met: vaste eigend. f. 3.845.000 (f. 3.405.400), hypotheken f. 19.677.000 (f. 19.525.951), aandeel, f. 963.000 (f. 76.500) obligaties f. 9.503.000 (f. 10.769.576), leenin- gen schuldbekentenis pl.m. f. 9.094.000 (f. 8.408.575), polisbeleeningen f. 5.169.000 (f. 5.732.343), bankiers, kassier, giro f. 1.118.000 (f. 1.112.060), diversen f. 103.000 „(f. 540.0001,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 9