De Nederlandsche ploeg voor Italië - Aanslag op gouverneur van Bengalen VEILIGE HAVENS 75,te Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad De Nederlandsche ploeg oefent. FEUILLETON. DE BEKENDE ZWEMSTER CORRY LADD6 is te Amsterdam in het huwelijk getreden met den heer Voogd. Het paar bij het ver-i laten van het stadhuis. Op het V.U.C.-terrein te 'den Haag kwamen de Nederlandsche voetballers, die naar Italië gaan. voor de laatste maal voor training bijeen. Foto der groep spelers, waaraan er vier ontbreken. V.l.n.r. staand: Weber, bondstrainer Glendenning, Graafland, Bas Paauwe, Smit, Oprinsen, v. d. Meulen, Pellikaan, arbiter v. Hoorsel, v. Nellen, Karei Lotsy en v. Male. Knielend v.l.mr.Anderiesen, Wels, v. Heel, v. Run, Schoemaker, Vrauwdeunt, Mol, v. Diepenbeek en Leo Halle. DE KONINGIN EN DE PRINSES brachten een bezoek aan de poppen tentoon stel ling in den Haag ten bate van de tuberculose-bestrijding. De Koningin bij het verlaten der tentoonstelling. DE AANSLAG OP DEN GOUVERNEUR VAN BENGALEN, SIR JOHN ANDERSON op de Lebong jeeling. Een der daders (midden, blootshoofds), die direct door de Engelsche politie gearresteerd werd, opgewonden menigte. race-baan bij Dar- omgeven door een DE MEUBELFABRIEK VAN DE FIRMA POTTERS TE GOUDA is door brand geheel verwoest. Een deel van de kap, dat gevaar kon opleveren, wordt naar beneden gehaald. door BASIL KING. (Uit het Engelsoh). 1103) Lucy Cobum, met gebrekkige geestver- I mogens geboren, half krandzinnig gewor- I aen eerst door den dood van haar man M daarna van haar kind, had in het Park rondgeslopen, op zoek naar een kind, dat innige verlangen naar het moeder- J rit?- °Pnleuw zou kunnen bevredigen, d «k kindje zou haar welkom zijn, al had 1 ^et U®'st een meisje. ..Mijn zoon, Henry Elphinston White- w, werd den 24sten September 1896 ge- poren. Hij was acht maanden oud, toen I don loden Mei 1897 door juffrouw p, t' die nog steeds bij ons is, naar het I w werd gereden. Wat er, nadat ze S' 200als ze dacht, naar huis had te ruggereden gebeurd is, weten we allen." J rrmü ?e"s de opgebouwde theorie had de I jl7~luiPende vrouw op een oogenblik, I jij Juffrouw Nash' aandacht was afge- lm een wijze, waarnaar men slechts r™ gissen, zich van het kind meester «naakt Zij was toen in het bezit van geld, aangezien bekend is, dat haar n dood van haar man door een ..„J^kzekeringmaatschappij vijf dui- dollar was uitbetaald, zoodat het ar mogelijk was telkens te verhuizen l van telkens te zorgen, dat er geen spoor w haar achterbleef. Toen zij merkte, ze een jongetje lpplaats van een meisje had, gaf zij hem den naam die haar het eerst inviel, dien van haar over leden man. Uit de couranten had ge ge makkelijk te weten kunnen komen, dat het door haar gestolen kind de zoon was van Henry Theodore Whitelaw, maar misschien was haar, met haar niet sterke geheugen, de volledige naam ontschoten. Op den avond van haar arrestatie, echter begrijpende op het punt te staan het kind, waarvoor zij op den duur een harts tochtelijke liefde was gaan opvatten, aan zijn lot te moeten overlaten, had zij een* laatste poging in het wilde weg aange wend om een schakel te vormen tusschen hem en den man, wiens zoon hij was. Waarom zij dit slechts ten deele had ge daan, was weer iets, waarnaar men slechts gissen kon. Misschien wist ze toen de voornamen van den vader niet meer; misschien durfde ze dien niet volledig vermelden. Wie zal het zeggen! Maar hoe dan ook ,zij had zelf den naam opge geven, zij het ook foutief. Dit feit, ge voegd bij de buitengewone gelijkenis, die niemand kon ontkennen, was een van de hoofdpunten bij de reconstructie van de geschiedenis. Hij behandelde nog eenige krachtige en minder krachtige bewijsstukken, en vroeg tenslotte beschroomd, alsof hij bang was voor het eindoordeel van zijn gezin „Wel, hoe denken jullie er over?" Het was een pijnlijke stilte, die nu volg de. Het eenige, wat men zag bewegen, was Lily's hand, als zij die naar een bakje uit strekte om er de asch van haar sigaret met haar pink in af te kloppen. Het scheen Tom toe, alsof niemand hunner iets zou zeggen, en dat hij zelf het eerst zou moeten spreken. JilJjn stem is, hem als lid van do fa milie op te nemen." Het was Tad. „Aan gezien we allen weten, dat dat uw wensch is, vader, is daardoor de zaak uitgemaakt. Wat me zelf betreft, ga ik een trede lager staan." Lily haalde haar smalle schouders op. „Mij laat het koud. Ik heb mijn eigen zaken om aan te denken. Als hij zich daarmee niet bemoeit, zal ik het ook niet met de zijne doen. Neem hem in het ge zin op, als u dat wilt." Nu was het mevrouw Whitelaw's beurt. Zij zat stil voor zich uit te kijken en was in gedachten. Men kon de pendule hoo- ren tikken Haar man staarde haar aan, alsof zijn leven afhing van hetgeen zij had te zeggen. Tom zelf kreeg weer het gevoel of de zaak hem niet aanging. Ein delijk sprak mevrouw Whitelaw: „Als het jou bevrediging schenkt, Henry, dan ben ik al tevreden. Het eenige dat ik vraag," zei ze met haar eigenaar dig snikje, „is, dat jij gelukkig zult zijn." Zij stond op en ging naar Tom toe. „Ik zou je graag een kus wilien geven." Tom boog zich een beetje voorover, en zij drukte hem plechtstatig en sacramen teel een kus op zijn voorhoofd. Daarna ging ze weer naar haar stoel terug. Zonder zijn plaats aan de tafel te ver laten, glimlachte Whitelaw Tom toe. Door dien glimlach drukte hij zijn opluchting en zijn liefde uit. „En wat heb je zelf te zeggen?" Tom keek naar Hildred, en toen viel de vreemde uitdrukking van haar gezicht hem op Zij keek, alsof zij niet voldaan was; er lag iets uitdagends in haar blik. Wat de oorzaak van die ontstemming was, begreep hij niet Maar nu kon hij geen rekening met haar houden. De eenige met wien hij rekening had te hou den, was hij zelf. Hij veranderde niet van houding, en de toon. waarop hij sprak, was heel gewoon. „Het spijt me buitengewoon, mijnheer Whitelaw, en speciaal omdat ik het U moet zeggen, maar ik ben niet bevredigd. Door een nauwelijks merkbare bewe ging van haar hoofd gaf Hildred hem een teeken van fiere instemming. Whitelaw's glimlach verdween. „Wat bevalt je dan niet?" „Het het welkom thuis." Toen sputterde Tad verontwaardigd: „Wat drommel! Wat hadt je dan gewild? Verwachtte Je soms, dat we een eere poort voor je zouden opgericht hebben?" „Neen, ik verwachtte heelemaal niets. Ik zou u allen alleen maar duidelijk wil len maken, dat al is de zaak voor u niet makkelijk, zij voor u minder moeilijk is dan voor mij." Tad wendde zich tot zijn vader. „Daar hebt u het nu al! Ik had het u van te voren wel kunnen zeggen, als u me hadt geraadpleegd." „U begrijpt zelf wel," vervolgde Tom zonder op deze interruptie acht te slaan: „dat u allen anders bent dan ik. Niet alleen dat u aan andere dingen om u heen gewend bent, dat uw levenswijze anders is, maar ook uw wijze van denken verschilt van de mijn. Als ik te midden van u zou moeten leven, zou ik me net zoo prettig voelen ik kan het niet beter uitdrukken als een visch, die uit het water is gehaaid. Ik zou naar adem snakken, zou niet in uw atmospheer kun nen leven Tad was weer de eenige, die zijn stem geluid liet hooren. „Wel verduiveld nog toe!" Tom, die aaavankeHjfc op zijn boenen had staan trillen, werd nu rustiger. „Ik verzoek u vooral niet te denken, dat ik het waag op iemand of iets critiek uit te oefenen. Dit is nu eenmaal uw wijze van leven, en zij past u. Mij zou ze niet pas sen, omdat ze nu eenmaal niet de mijne is. Het verleden heeft mij gevormd, even als het u ook gevormd heeft en het is nu te laat om van ons iets anders te maken dan die we thans zijn. Het is best mogelijk, dat ik Harry Whitelaw ben. Na kennis genomen te hebben van de aan gevoerde bewijzen, kan ik bijna gelooven, dat ik het ben. Maar al ben ik Harry Whi telaw door geboorte, ben ik toch niet Harry Whitelaw door mijn leven en door ondervinding. Ik kan niet op zijn levens pad terugkeeren en mij evenmin laten vervormen. Ik ben mij zelf, zooals ik hier vóór u sta." Nog steeds de portretten van Lucy Speight in zijn handen houdend, liet hij die zien. „In alle opzichten is zij mijn moeder." „En ik heb je nog wel gekust!" Tom glimlachte. „Ja, maar u weet niet hoe zij me kuste. Ik wel. Zij had me lief, en ik haar. Ik heb getracht met alle kracht geprobeerd haar den rug toe te keeren haar een dievegge te noemen of haar alle slechte eigenschappen toe te dichten, die haar maar zwart konden maken maar het is me niet gelukt." Toen ontwaakte plotseling de slapende leeuwin in de moeder. Haar plaats achter de theetafel verlatend, kwam ze dicht ge noeg bij hem, om naar de twee foto's te kunnen wijzen. „Wil je daarmee zeggen, dat, nu je de keuze hebt tusschen dat daar en mij je dat kiest?" .(Wordt vervolgd!.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5