w De verongelukte Duitsche ballon - Berucht Oss - PaolinoSchmeling VEILIGE HAVENS 75sle Jaargang LEIDSCH DAGBLAD Tweede Blad •m ::,r mm FEUILLETON. De boksmatch PaolinoSchmeling. BANDIETEN OVERVIELEN EEN WONING IN DE BUURTSCHAP OIJEN NABIJ OSS. Zij vermoordden een ouden man en brachten diens broer zware verwondingen toe. De buit bedroeg slechts 40. Twee verdachten werden te Oss gearresteerd Een van hen. de 18-- jarige de B.} wordt zwaar geboeid in» het huis van den overval binnengebracht. door BASIL KING. (Uit het Engelsch). «Waarom hebt u toen niet dadelijk iets 'het werk gesteld," vroeg Tad knorrig, "S u toch van plan was iets te doen?" Je hebt volkomen gelijk, Tad. Dat had [ook moeten doen. Maar het werd me t jullie ontraden. Ook moet ik beken- dat ik bang was de zaak opnieuw te "nen. We hadden immers al zoo veel h gevolgd, die nergens heen leidden. misschien heb ik daardoor den tijd Yen om alle nasporingen, die me eenigszins mogelijk schenen, te L^hlve de beweging van Tad's en rv® handen om hun sigaret naar hun Bk breneem zat iedereen onbeweeg- Oh in spanning. Zelfs mevrouw Whi- s remde de koortsachtige bewegingen haar vingers. Hildred legde zachtjes hand op Tom's mouw, om hem er te herinneren, dat zij bij hem was, y* het vermogen om iets te voelen, Mt hem verdwenen. Terwijl White- feiten vermeldde, luisterde Tom alsof de zaak niets met hem zelf had Oaken. 1 personen, wien hij de nasporingen i (fP^hragen, hadden, voor zoover was 5* gaan, alles van de geschiedenis, die 2011 mededeelen, aan het licht wacht. Op 5 Augustus 1895 was Thomas Co- burn in The Bronx in het huwelijk getre den met Lucy Speight. Coburn was tim merman. In October van dat jaar viel hij van een dak, en stierf eenige dagen later aan de gevolgen van dien val. Hun kind, Grace Cobum, werd den 5den Maart 1896 geboren, en stierf den 21sten April 1897. Daarna raakte men elk spoor van de moeder bijster, hoewel kon worden aan genomen dat een vrouw, die op 24 Decem ber 1904 in het Huis van vrouwelijke ge detineerden in de voorstad Rotterdam, na wegens oplichterij in een winkel te zijn gearresteerd, door het innemen van vergif zelfmoord pleegde, die moeder was. Deze vrouw was aan de buren, die zich haar herinnerden, bekend als Lucy Co burn, hoewel zij bij haar arrestatie ver klaarde de weduwe te zijn van Theodoor Whitelaw, met wien zij na het overlijden van haar eersten man Thomas Coburn was getrouwd. De vrouwelijke beamb te, die, terwijl zij haar naar een cel bracht, met haar had gesproken, herin nerde zich, dat de vrouw verwarde en met elkaar strijdige verklaringen had afgelegd, zoowel wat haar zelf, als wat haar man en haar kind betrof. Natuurlijk was de voorgeschiedenis van Lucy Speight onderzocht geworden. Zij was een dochter van een landbouwer uit Chattham, in de buurt van Albany. Zij had zwakke geestvermogens. Haar vader was een dronkaard en haar moeder krankzinnig gestorven. Een harer zusters was ook krankzinnig gestorven, en een broer werd al op jeugdigen leeftijd in een gesticht voor zwakzinnigen geplaatst. Een broer en twee zusters woonden nog of in phathana, of in Plttsfield, Whitelaw had van alle nog in leven zijnde leden van de familie Speight de portretten in zijn hand, zoomede copieën van portretten van hen, die overleden waren. Zich tot Tom wendend, vroeg hij: „Wil je de foto's misschien eens zien?" Als met een ruk keerde het vermogen om ontroerd te geraken in hem terug. Hij herinnerde zich zijn moeder in een paar houdingen en tijdens eenige dingen, die waren gebeurd, levendig, maar overigens vaag. Een blos van hetzelfde donkere rood, dat Tad's gezicht als gevolg van losbandigheid ontsierde, overtoog zijn wangen, zoodat hij, terwijl hij naar zijn vader toeliep, om de foto's uit diens hand te ontvangen, meer dan ooit op zijn broer leek. Het waren twaalf of veertien portret ten, alle van arme boerenjongens en meisjes, of boeren en boerenvrouwen, wier vorm van gezicht en lippen en wezenlooze uitdrukking der oogen op ge brekkige geestvermogens duidde. Terwijl hij ze staande sorteerde, legde hij de twee van Lucy Speight met een haastige be weging op zij Te oordeelen naar de klee ding, dateerde de eene uit 1894 en de andere misschien uit 1889. Hij zou uit die verbleekte portretten met het gedwongen, domme lachje bijna niet het donkere, knappe gezicht, dat hij zich herinnerde, herkennenen toch zag hij in de foto haar trekken terug. Lang bleef hij er naar staan kijken, terwijl aller oogen op hem waren geves tigd. Naar de tafel gaande, waar me vrouw Whitelaw achter het theeblad zat, liet hij haar de beide foto's zien. „Pit Is mij» moeder." Hoewel hij er niet bij dacht, dat hij hiermede iets van groote beteekenis zei, en de woorden slechts een gevolg waren van zijn gewoonte om aan Lucy Speight altijd te denken, alsof zij werkelijk zijn moeder was, zag hij mevrouw Whitelaw ontstellen. Na eventjes naar de portret ten gekeken te hebben, zag ze hem met een zieligen blik aan, alsof zij smeekte om haar verder te sparen. Zelfs dit con tact, met een portret van iemand, die al zoo lang geleden was gestorven, van iemand, die tot een klasse behoorde, waarmede zij nooit in aanraking was ge weest, kwetste haar overdreven fijngevoe ligheid. Dat de zoon van dit arme, half wijze schepsel, die Lucy Speight, haar zoon zou rijn maar het eenige pro test, dat van haar uitging, lag in haar blik. Terwijl Whitelaw voortging de feiten te vermelden, bleef Tom, met een elleboog geleund op den rand van den marmeren schoorsteenmantel, waarop de biscuit de Sèvres pendule en kandelabers stonden. Aller oogen waren op hem gevestigd, en hij kon iedereen zien. Hij kon zijn toe stand het best vergelijken met dien van een gevangene voor de rechtbank. „Wij hebben in geen enkele de Ver- eenigde Staten." vervolgde Whitelaw, „noch in Canada een aanteekening ge vonden omtrent een huwelijk tusschen een Theodoor Whitelaw en een Lucy Speight, en toch is het onderzoek grondig geweest. Evenmin vonden wij vermeld, dat tusschen 1890 en 1900 in The Bronx of in een andere voorstad van New York, of wel in Manhattan een Thomas White law zou zijn geboren. Jaren geleden h.eb lk feet spoor geyolgri yap drie mdR- nen, die Theodoor Whitelaw heetten, één in Portland, één in New Orleans en één in Vancouver, maar er bestaat reden om aan te nemen, dat alle drie één en dezelf de persoon waren. Het was een Schotsche zeeman, die ergens aan de kust van de Stille Zuidzee is overleden, en van wien niet bekend is, dat hij ooit langer dan twee of drie dagen, terwijl zijn schip in de haven lag, in of in de buurt van New York is geweest." Toen kwam hij op de feiten, die hij hoofdzakelijk van Tom zelf had vernomen en die betrekking hadden op sommige uitlatingen van de vrouw tegen het kind. Vooreerst was zij er meermalen op terug gekomen, dat zij hem niet had gesloten. Verder had zij herhaaldelijk gezegd, dat hij niet Whitelaw heette. En toch had zij hem op den avond vóór haar dood niet alleen juist dien naam gegeven, maar ook verklaard dat zij zelf voor de wet zoo heette. De jongen de man van nu herinnerde zich, dat zij op verschillende tijdstippen telkens een anderen naam droeg, voornamelijk om aan vervolging wegens haar diefstallen te ontkomen maar vóór dien avond had zij zich nooit Whitelaw genoemd. Zij, die de zaak onderzocht hadden, de knapste speurders van het land, waren tenslotte tot een theorie gekomen, die wel uitsluitend gebaseerd was op hetgeen aan het licht was gekomen, maar die op zulk een breeden grondslag rustte, dat het eenige onbewezen feit, namelijk de volmaakte identiteit, als vanzelf werd bewezen. .(Wordt vervolgd)*. I IS LETLAND is de staat van beleg afgekondigd. Alle I openbare gebouwen werden door politie en militairen be zet. Het parlementsgebouw in Riga, dat eveneens bezet werd. HET GROOTSTE ENGELSCHE VERKEERSVLIEGTUIG „SCVLLA" gefotografeerd bij het vertrek te Croydon voor de eerste vlucht naar Parijs in den dienst van de Imperial Airways. Het is het grootste vliegtuig, dat op een vaste route vliegt. DE DUITSCHE SUB-STRATOSFEERBALLON „BARTSCH VON SIGSFELD" die te Bitterfeld opgestegen was en aan de Russische grens gevonden is. De beide inzittenden waren omgekomen. Moment uit den wedstrijd tusschen de beide zwaargewicht boksers te Barcelona. Rechts Sohmeling.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1934 | | pagina 5